(Dreigende) serotiniteit Doelstelling Met behulp van deze richtlijn op uniforme wijze handelen bij dreigende serotiniteit. Doelgroep Gynaecologen Verloskundigen 1e en 2e lijn Definitie Serotiniteit wordt gezien als een risicofactor, vanwege een verhoogd risico op perinatale mortaliteit en morbiditeit, ten gevolge van utero-placentaire insufficiëntie, oligohydramnion, meconiumhoudend vruchtwater en macrosomie. Serotiniteit ontstaat vanaf amenorroeduur van 42 weken (0.00 uur) Beleid bij (dreigende) serotiniteit 1. Op de juiste wijze vast stellen zwangerschapsduur. De à-terme datum wordt bepaald op basis van echoscopische parameters en wordt altijd aangepast. Alleen bij IUI of IVF wordt gebruik gemaakt van de inseminatiedatum of datum van bevruchting voor de zwangerschapsdatering. De optimale meting van de CRL voor zwangerschapsdatering ligt tussen de 10 en 12 weken amenorroe. Vanaf 12 weken moet ook de DBP en de HC worden gemeten. Vanaf een HC > 80 mm en/of een DBP > 23 mm wordt de termijn bepaald op basis van de HC. Vanaf 18 weken kan naast de HC ook de transversale diameter van het cerebellum worden gebruikt. De aan het begin van de zwangerschap vastgestelde à-terme datum wordt in principe gehandhaafd in de rest van de zwangerschap. (zie NVOG-richtlijn: datering van de zwangerschap) 2. Bij zwangerschapsduur vanaf 41 weken (bij voorkeur tussen 41 +2 en 41 + 4 weken) extra controle in de 2e lijn, bestaande uit: Anamnese (expliciet vragen naar leven voelen) Uitwendig verloskundig onderzoek CTG Echoscopie: m.n. bepalen van hoeveelheid vruchtwater (grootste pocket > 2 cm is normaal, pocket < 2 cm is verminderd) Indien geen additionele risicofactoren Tot 42 weken bevalling onder verantwoording van eerste lijn. Herhalen CTG elke 2 a 3 dagen. Bij amenorroe 42 weken overname en in principe inleiden van de baring. Indien additionele risicofactoren Overname 2e lijn. In principe inleiding van de baring (in ieder geval dagelijks CTG ). 1e lijns verloskundige direct informeren telefonisch of via consultbrief mee te geven aan de patiënt. Richtlijn geldend op 27 maart 2015 Indien patiënte kiest voor afwachten vanaf 42 weken In ieder geval elke 2 dagen CTG Minstens 1 x per week echo ter controle van hoeveelheid vruchtwater Partus in 2e lijn Richtlijn geldend op 27 maart 2015