Giotto Kerstverhaal

advertisement
Het kerstverhaal volgens Giotto
verklarende aantekeningen en teksten
kees weltevrede
2
3
Het kerstverhaal volgens Giotto
Joachim en Anna; Maria en Jozef (apokrief)
Er was een man die Joachim heette. Hij kwam uit Nazaret en was gehuwd met Anna die uit
Betlehem kwam. Joachim en Anna hadden geen kinderen. Toen Joachim op een dag in de
tempel een offer wilde brengen, werd dat hem door de dienstdoende hogepriester Ruben
geweigerd omdat hij en zijn vrouw Anna kinderloos waren gebleven, al twintig jaar lang, wat
als een straf van God werd gezien.
1. Joachim wordt uit de tempel verdreven door hogepriester Ruben
- verhaal van Joachim en Anna is gemodelleerd naar Samuel I (1 Sam. 1-2, 11) met Joachim en Anna als Elkana
en Hanna
- Joachim en Anna worden niet in O.T of N.T. vermeld
- het oudste apocriefe bericht over hen komt uit het proto-evangelie van Jakobus (midden 2de eeuw)
- Joachim en Anna zijn volgens de legende de ouders van Maria, de moeder van Jezus
- aan de persoon en afkomst van Maria bestond behoefte bij de gelovigen omdat de afkomst van Jozef in de
bijbel uitgebreid wordt beschreven (gaat terug tot koning David en vandaar tot Abraham)
- de constructie van de tempel: schematisch weergegeven in perspectief met twee achitecturale elementen
4
- verdreven: de architectuur is ook uitsluitend in haar beeldtaal
- perspectief was een herontdekking van Giotto; de klassieken uit de anieke oudheid waren hem voorgegaan
- de tabernakel en de kansel zijn omgeven door een marmeren balustrade
- in de tabernakel is een offerblok met vuur te zien
- het perspectief is niet geheel perfect weergegeven
- de tabernakel (links) en de preekstoel (rechts)
- een fictief marmeren balustrade getuigt van de moderne architectuur van Arnolfo (di Cambio) waarin Giotto
blijkbaar geïnteresseerd was
- compositie altijd interessant met perspectief als belangrijk thema
- Joachim is de figuur rechts in rode jas; let op de blik van de priester en Joachim
- hij heeft al de status van heilige, te zien aan zijn nimbus
- Joachim draagt een lam op de linker arm dat als offer moest dienen
- meestal werden duiven geofferd speciaal door arme mensen
- de andere priester is bezig met religieuze handeling in een besloten ruimte
- de besloten ruimte versterkt ook het buitengesloten worden van Joachim
- grootte van de gehele serie fresco's: 200 x 185 cm; datering 1302-1305
Joachim, in verwarring gebracht door deze weigering, vluchtte naar de woestijn.
Daar verscheen hem de engel Gabriël die hem aanspoorde bij schaapherders zijn intrek te
nemen. Joachim verbleef veertig dagen en veertig nachten in de woestijn bij schaapherders.
2* Joachim trekt zich terug in de woestijn
- Joachim bezint zich, heeft een droeve introverte blik
- een hond begroet hem vrolijk: contrastwerking, ook de schapen maken levendige indruk
- de schaapherders hebben een invoelende blik
- bij Giotto vinden we individualisering van personen; de personen zijn door het hele verhaal heen herkenbaar
5
- setting: rotsachtig landschap met bomen; komt in veel fresco's uit deze serie terug
- een dergelijke natuurlijke entourage was nieuw in de schilderkunst
- ook in zijn Sint Franciscus bevinden zich vaak planten en dieren
- Joachim heeft het lam (offer) op de arm, nauwelijks te zien
- het blauw van de hemel is tempera en heel kwetsbaar gebleken; ook elders te zien (in kleding b.v.)
- in de stilering van bomen, rotsen, herdershut is sprake van abstrahering
- de bomen zijn anders van vorm dan die op fresco 1
- de schapen zijn geschoren, het is dus lente
3* De aankondiging van de geboorte van Maria aan Anna
- Anna heeft een meisje in dienst, Judith, het spinstertje
- voorstelling geeft een mooi voorbeeld van het begin-14de eeuwse interieur
- de spinnende vrouw in portiek is een van de eerste uitbeeldingen met thema mens - arbeid
- Anna zit te bidden in intieme huiskamersfeer
- zij krijgt bezoek van een engel
- de engel komt wel heel realistisch binnen (via het raam) en kondigt de geboorte van Maria aan
- Anna en de engel hebben een nimbus (heiligenkrans, aureool); het spinstertje niet, zij is dus geen heilige
- bijzonder perspectief, vooral in de bijkamer met trap
- voorwerpen aan de muur voor huiselijk gebruik; tegenstelling hemels - aards vind je in veel fresco's
- op de timpaan een afbeelding van een vrouw met aan weerszijden twee engelen (Mariahemelvaart)
- vaak plantenmotieven als versiering
6
Detail van 3*
Bij de herders offerde Joachim een lam. Die nacht kreeg hij een droom. In de droom werd
hem door de engel Gabriël aangezegd dat Anna, zijn vrouw, een kind zal krijgen. Er was een
licht dat hem omstraalde. Ook de herders op het veld zagen de engel, ook zij zagen het licht.
7
4* Joachim offert een lam
- zelfde woestijn-enscenering als in 1* en 2*
- ook de dieren zijn individueel getypeerd; ze ademen een paradijselijke sfeer
- de persoon rechts in zachtrose kleed is een engel die gebaar van acceptatie maakt
- voeten zijn niet afgebeeld; in fresco 1* wel
- de engel heeft ook een nimbus; heeft vrouwelijke uitstraling
- nimbus alleen bij personen met heilige, goddelijke of hemelse status
- de herder heeft die status niet, net als de spinster; zijn (aardse) voeten zijn zichtbaar
- als teken van loutering offert Joachim een lam
- boven in de zegenende hand van God; komt ook vaak op orthodoxe iconen voor
- het hondje (1*) is er niet bij; er is wel een varkentje en er zijn lammeren
- houding en gebaren van de personen zijn betekenisvol
- Joachim maakt knielende beweging en toont daarmee zijn ontzag
- hij heeft oogcontact met de engel, dit is opmerkelijk
- het geraamte op het offerblok kijkt de kijker aan (grapje?)
- let op de schaduwwerking van dit tafereel
- Joachim en de engel hebben dezelfde kleur kleding
- in veel fresco's van Giotto is dynamiek (actie) een thema
- de hand van God is vaak zegenend, maar ook aanwijzend of accepterend
- de verdeling in de compositie is geometrisch strak: jongeling-Joachim-offerblok-engel
- de hand van God is iets uit het midden, waardoor de verdeling minder strak wordt
- de compositie bij Giotto is altijd boeiend door een aantal factoren zoals: dynamiek, tegenstelling, kleur
8
- architectuur versus natuur, herkenbaarheid van personen, verhoudingen, diagonalen, perspectief…
5* De droom van Joachim
- Joachim verblijft bij de schaapherders en rust uit voor de ingang van hun hut
- hij heeft een droom-houding
- de houding van Joachim is kunstig gemodelleerd in de plooien van zijn kleed
- in een droom verneemt Joachim van de engel dat Anna een zoon zal baren
- ook de schaapherders zien de engel; zij houden de wacht en zijn getuige van de intieme scene
- het hondje laat zich niet meer zien
- een helder licht straalt op de rots, de hut en de kleding
- engelen bij Giotto hebben geen voeten (te aards); ze zweven vaak door het luchtruim
- mogelijk stonden hiervoor sculpturen van Pisano en Arnolfo model
- de diagonaal engel - Joachim is bepalend in de compositie
- engelen hebben vleugels; dat was niet zo bij vroege afbeeldingen
- het gebaar van de engel is zegenend
- oorspronkelijk waren engelen geslachtsloos; daana vaak mannelijk; hier hebben ze een vrouwelijke uitstraling
- putti zijn bijna altijd mannelijk en dienen voor de fun en entourage
- engelen hebben vaak een staf ten teken van hun Goddelijk gezag en hemelse afkomst
9
Detail van 5*
- engelen bevolken de bijbel van Genesis tot de Apocalyps
- ze zijn 'de buitenkant van God', en vormen zijn hofhouding en hebben functies
- ze zijn vaak Gods bode in concrete situaties
- ze komen en gaan, maar waar ze komen gebeurt iets bijzonders
- bekend werden Michaël, Gabriël (boodschapper; de engel die voor God staat), Rafaël en Uriël
- alleen de naam Gabriël komt in de bijbel voor
- er zijn ook gevallen engelen, b.v.Lucifer (niet alszodanig genoemd in de bijbel)
- de Lucifer van Vondel geeft de strijd weer tussen goede en kwade engelen (duivels)
- voorbeelden van engelen in de bijbel: Abraham krijgt bezoek van 3 engelen
- drie engelen in de oven van Daniël; de Apokalyps (Openbaring)…
- vleugels kregen ze pas vanaf 400 na Chr. en slechts een enkeling vliegt door de lucht, zoals hier
- soms hebben zij bazuinen (Michelangelo in het Laatste Oordeel), Openbaring (Apokalyps)
- steeds vaker worden vanaf de Middeleeuwen engelen afgebeeld in kunst
- vaak zijn ze 'helpend' aanwezig
- ook kregen ze verscheiden aanzien: naakt (putti), mannen in liturgische kleding, vrouwen in gewaad
- ook een soort vleermuizen (Jeroen Bosch) of beeldschone meisjes in modieuze kledij (reclame)
- ze vervielen in de romantiek tot smakeloze sentimentaliteit (volkskunst, bidprentjes)
Te zelfder tijd beklaagde Anna, de vrouw van Joachim, zich erover dat ze kinderloos was
gebleven. Judith, haar dienstmaagd, bespotte haar zelfs en lachte. Daarop trok Anna zich terug
om te bidden en zette zich onder een laurierboom neer. Toen ze in de boom een vogelnest
gewaar werd, uitte ze een klacht over haar onvruchtbaarheid. Ook haar verscheen de engel
met de boodschap dat zij een kind zou baren. En er was een andere engel die haar
opmerkzaam maakte op de naderende thuiskomst van Joachim.
10
Na de periode van veertig dagen ging Joachim naar de tempel om daar nogmaals een offer te
brengen. Dit offer werd door de hogepriester aanvaard toen Joachim hem vertelde van de
wondere openbaring in de woestijn. Joachim bracht een offer in de tempel en trok daarna
verheugd huiswaarts.
6* De ontmoeting van Joachim en Anna in de Gouden Poort
- de gouden poort staat voor 'Jeruzalem' (uit Jacobus de Voragine: 'Legenda aurea', 13de eeuw)
- wordt later nog op diverse fresco's afgebeeld, o.a. de intocht in Jeruzalem en Jezus op weg naar Golgotha
- Anna gaat naar Joachim om hem te ontmoeten
- Anna wordt begeleidt door helpsters; Joachim heeft ook een helper, waarschijnlijk een herder
- hier is een voet zicht baar van Joachim
- de kleur blauw (arm) heeft zeer geleden op de fresco's van Giotto; tempera is niet bestand tegen vocht
- symboliek in: brug, boogpoort, kleding…
- de vrouw in het witte gewaad symboliseert 'feest'
- de vrouw in het zwart symboliseert het Judaïsme
- uitbeelding van innig moment (de kus) is tamelijk zeldzaam voor die tijd
- de poort vertoont overeenkomsten met die van Rimini, die Giotto moet hebben gekend
- instemmende blikken van de vrouwen
- het hemelse mengt zich met het alledaagse op de fresco's van Giotto: zie jongen geheel links
- decor-rand van de poort met bloemmotief is niet ongebruikelijk, ook bij Pisano en Ghiberti
11
Detail van 6*
Bij de gouden poort aangekomen, ontmoette Joachim Anna, die hem met vriendinnen
tegemoet gekomen was, en hij vertelde haar van de engel en de boodschap, waarop ook zij
van haar engel vertelde die haar bezocht had met dezelfde boodschap, namelijk dat zij een
kind zou baren.
Negen maanden later baarde Anna een kind en Joachim en Anna noemden het Maria.
12
7* De geboorte van Maria
- zelfde huiselijke entourage als fresco van de aankondiging 3*
- zie beddensprei; illustratie in de timpaan: ten hemel opvaren van Maria; aan weerszijden een engel
- alleen de voorwerpen aan de muur en de kist zijn hier niet afgebeeld
- er worden drie episodes tegelijk afgebeeld
- 1. onder: Maria wordt verzorgd door een oudere vrouw (baker) die haar oogjes schoonmaakt
- het badje staat klaar, daarnaast vrouw met handdoek
- 2. boven: Anna in bed, neemt Maria in haar armen
- andere vrouwen brengen geschenken
- de kleine Maria is ingebakerd
- 3. iemand komt aan de deur met geschenk; dienstmeisje neemt dat aan
- de kijker heeft directe inkijk (frontaal) in het gebeuren
- op de timpaan Maria Hemelvaart: twee engelen tillen Maria omhoog; enigszins anders dan in 3*
- de oorsprong van de Maria-verering ligt besloten in Luc. 11, 27 'En het geschiedde toen Hij deze dingen sprak,
dat een vrouw uit de schare haar stem verhief en tot Hem zeide: Zalig de schoot die U heeft gedragen, en de
borsten die gij hebt gezogen'
- het was een oude middeleeuwse traditie meerdere episodes uit te beelden op één schilderij
- ook hier veel realiteitszin: in de deuropening wordt iemand ontvangen
- Maria, altijd maagd: in apocriefe boeken wordt benadrukt dat Maria maagd was voor, tijdens en na de geboorte
van Jezus
- Maria, moeder van God (Concilie van Efeze, 431) dit geeft haar goddelijke waardigheid
- Eva en Maria worden vaak als elkaars tegengestelden gezien: ongehoorzaamheid - gehoorzaamheid
13
- veel middeleeuwse apocriefe verhalen zijn opgetekend door Jacobus de Voragine in Legenda Aurea,
geschreven tussen 1255 en 1266 (zie Von Nagy 1971,Mönnich/Van der Plas 1997)
- er zijn in de bijbel drie Maria's
1. moeder van Jezus
2. Maria Magdalena (van Magdala); zij ontdekt dat het graf leeg was; vriendin van Jezus (menen sommigen)
3. Maria de zuster van Marta die Jezus' voeten balsemde met zeer kostbare balsem en droogde met haar haar;
- Maria's maagdelijkheid blijft probleem, want in 1Kor. 9, 5 en Mar. 3, 31-35 en vooral 6,3; wordt over broers en
zusters van Jezus gesproken; dat wordt 'opgelost' door te veronderstellen dat Anna na een vroege dood van
Joachim nog twee keer huwde; uit het tweede huwelijk (met Cleophas) zou een meisje Maria geboren zijn dat
later huwde met Alfeüs (Mar.3, 18; Hand. 1,13) en uit een derde huwelijk (met Salomas) weer een Maria die
trouwde met Zebedeüs. Alfeüs werd de vader van Jakobus, Joses, Simon en Judas, laatste drie verder niet
bekend; Zebedeüs van Jakobus de Meerdere en Johannes de evangelist. Alles dient legendarisch verstaan te
worden
- Joachim en Anna worden voor het eerst genoemd in het Proto-evangelie van Jakobus 1-8, 1 en vooral -zoals
reeds gemeld- gemodelleerd naar de ouders van Samuel (1 Sam. 1-2, 11). Jakobus is de gefingeerde broer van
Jezus.
- uiterlijke enmerken van Anna zijn (meestal) groen of rood kleed, een boek of -minder vaak- een lelietak. Zij
komt voor op fresco's van de 7de eeuw in de Santa Maria Antiqua (Rome)
8* De presentatie van Maria in de tempel
14
- pas na concilie van Efeze in 431 verschenen voorstellingen van Maria; Maria verscheen als keizerin; in
Byzantium waren al nieuwe religieuze uitbeeldingen verschenen: zij die de weg wijst, de tedere, de
medelijdende, de zogende e.a. ; later als koningin en weer later als moeder in nood
- vanaf Middeleeuwen verscheen in het westen een groot scala voorstellingen: de tronende (op de zetel der
wijsheid), de maagd met het kind frontaal op haar knie, met vruchten (vruchtbaarheid), met druiven (eucharistie),
met roos (zuiverheid; rode roos: lijden) enz.
- Maria die haar kind voedt (Maria lactans) wordt wel in verband gebracht met Isis die haar zoon Horus de borst
geeft
- een pietà is de Maria van het medelijden; Jezus wordt niet afgebeeld als kind, maar als de gestorven zoon op
haar schoot na de bewening, bij de kruisafneming waar omstanders met Maria de gekruisigde beklagen, meestal
met zekere gelatenheid; na 1500 aangevuld met Johannes de apostel of Jozef van Arimatea of Nicodemus en de
wenende vrouwen
- Maria meestal in hemels-blauw, maar ook in sneeuwwit of lelieblank; (hier) zelfs in koninklijk rood
- de tempel hier als in andere fresco's, maar dan vanuit ander oogpunt
- de perspectief is niet geheel mathematisch, maar wel geraffineerd
- Joachim met mand is weer een uiting van (aards) realisme
- twee rabbi's rechts-voor versterken de diepte en ruimtelijkheid (repoussoir)
- een van hen heeft een ring (symbool van trouw) tussen duim en wijsvinger
- Maria en Anna staan geisoleerd op de trap
- Anna beloofde (in de legende) dat zij, als de tijd daar was, haar kind Maria zou afstaan voor de dienst des
Heren.Toen Maria drie jaar was, brachten Joachim en Anna haar naar de tempel en vertrouwden haar toe aan de
zorg van de hogepriester. Vanaf die dag wijdde Maria zich aan de dienst des Heren, volgens het verhaal. Op deze
fresco is Maria beduidend ouder dan drie jaar
9* De overdracht van de staf
15
- de hogepriester verklaart op Goddelijke instigatie dat Maria zal trouwen met de man wiens staf zal bloeien
- Maria staat in maria-blauw gewaad
- achter haar staat Anna en geheel links Jozef
- allen dingen naar haar hand
- ze dragen hun staf over aan de priester; Jozef (met nimbus) houdt de staf verborgen bij zich uit bescheidenheid
- hij voelde zich te oud voor Maria, volgens de overlevering
- de handeling onthult menselijke wijsheid: gretigheid legt het af tegen bescheidenheid
10* Het gebed om de bloeiende staf
- allen, ook de hogepriester, knielen om te bidden
- Jozef (met nimbus) nog net herkenbaar, geheel links
- architectuur van het altaar naar Florentijns model
- dieptewerking door frontaal aangebrachte personen (repoussoir)
- front van het altaar met Florentijns zijdedoek bekleed
- in de blauwe koepel is de hand van God zichtbaar (zie ook 4* )
- de hand heeft een aanwijzende functie
- de staven zijn duidelijk zichtbaar
- er zijn meer jongelingen dan op 9*
- ook hier valt de bescheiden positie van Jozef op
- alle fresco's vertonen die directie inkijk voor de toeschouwer
16
11* Het huwelijk van Maria en Jozef
- Jozef oogt ouder dan Maria
- Maria heeft een teneergeslagen blik
- de priester houdt haar hand naar Jozef
- haar andere hand ligt op haar buik, duidend op haar zwangerschap
- Jozef schuift de ring om de vinger van Maria en kijkt haar indringend aan (oogcontact)
- in zijn andere hand heeft Jozef de bloeiende staf met duif & lelie
- de duif is geen vredesduif maar de Heilige Geest; lelie: zuiverheid (maagd)
- tafereel geheel volgens apocriefe boeken
- bij de mannen links tekent zich teleurstelling af op hun gezicht
- achter Maria staan weer haar begeleidsters
- één jongeling breekt uit boosheid om de teleurstelling zijn staf over zijn knie (een gegeven dat ook bij Rafael
voorkomt in de Verloving van de maagd)
- de voet van Jozef: hij blijft van aardse afkomst
17
12* De bruiloftsstoet
- centrale figuur: Maria schrijdend met elegantie
- koninklijke houding en gestalte van Maria
- Giotto was goed op de hoogte van de mode blijkbaar
- Maria loopt midden in de bruilofsstoet en wordt onthaald door drie muzikanten
- schoeisel van muzikanten duidelijk in tegestelling tot engelen
- ze spelen trompet, vedel en hoorn, typische vroeg-renaissance instrumenten
- een palmtak steekt uit het raam van het huis; duidt op feest van de komende geboorte
- palmtakken hadden een versierende functie ter ere van een belangrijke gebeurtenis
- op een ander fresco van Giotto (De intocht van Jezus in Jeruzalem) klimmen vrouwen in palmbomen om
takken te verzamelen
Johannes en Jezus (canoniek)
In de tijd dat Herodes koning was van Judea, was er een priester die Zacharias heette. Zijn
vrouw heette Elisabet. Het waren rechtvaardige en onberispelijke mensen in de ogen van God.
Ze hadden geen kinderen, omdat Elisabet onvruchtbaar was. Daarbij waren ze allebei hoog
bejaard.
Op een keer had Zacharias de beurt in de tempel. Hij mocht het heiligdom binnengaan en het
wierookoffer brengen. Buiten stonden mensen te bidden.
Op dat moment verscheen hem een engel, die rechts van het altaar ging staan waar de wierook
gebrand werd. Toen Zacharias hem zag, raakte hij in verwarring. Maar de engel zei: 'Wees
18
niet bang, Zacharias, God heeft je gebed verhoord. Je vrouw Elisabet zal een kind baren en je
zult hem Johannes noemen. Je zult verheugd zijn en velen met jou, want de jongen zal groot
worden in de ogen van de Heer. Wijn of sterke drank zal hij niet drinken. Al vanaf zijn
geboorte zal God hem vervullen met de heilige Geest. Veel mensen zal hij tot God brengen.
Ook zal hij ouders en kinderen met elkaar verzoenen, en ongehoorzamen zal hij op de rechte
weg terugbrengen en de mensheid zal hij voorbereiden op de komst van de Messias.'
'Hoe weet ik of dat allemaal waar is en dat ik dat alles zal meemaken?', vroeg Zacharias aan
de engel, 'want ik ben een oude man en ook mijn vrouw is hoogbejaard'. 'Ik ben Gabriël', zei
de engel 'en mijn plaats is in de hemel vlak vóór God, en Hij heeft me naar jou gestuurd om je
dit grote nieuws te brengen. Vertrouw op wat ik zeg. Maar ik zie dat je twijfelt aan mijn
boodschap... Daarom zul je niet meer kunnen spreken, je zal niets kunnen zeggen tot op de
dag waarop mijn boodschap in vervulling gaat.'
Intussen stonden er mensen buiten op Zacharias te wachten. Ze vroegen zich af waarom hij zo
lang in de tempel verbleef. Toen hij naar buiten kwam, kon hij geen woord uitbrengen en de
mensen begrepen dat hij in de tempel een visioen had gehad. Sprakeloos als hij was,
probeerde hij zich met gebaren verstaanbaar te maken. Daarna ging hij naar huis en Elisabet
werd zwanger. Vijf maanden lang leefde ze afgezonderd en ze zei: 'Dit heeft God voor mij
gedaan. Hij heeft mij dit geluk gebracht en ik hoef geen schande meer te voelen.'
13* De annunciatie: de engel Gabriël
19
14* De annunciatie: Maria
- vergelijk de engel met 3*
- de engel maakt het teken van een boodschapper
- de engel is meestal lichtblauw
- Maria wordt in de westerse kunst afgebeeld met een blauwe mantel en een witte hoofddoek
- wit is de kleur van het licht; verwijst ook naar onschuld en maagdelijkheid
- blauw is de kleur van de hemel
- blauw en wit verwijzen ook naar reinheid en zondeloosheid (onbevlekte ontvangenis)
- Maria’s onderkleed varieert in tinten van wit naar rood, oud roze en geel
- de engel lijkt opvallend veel op Maria van 12*
- Maria is niet meer het jonge meisje; zij heeft een gebedenboek (moet eigenlijk een rol zijn) in haar hand
- haar kleed is rood; rood verwijst naar koninklijke waardigheid; zie Russische iconen
- rood is ook de kleur van de orthodoxe kerken; komt vaak op iconen voor
Toen Elisabet zes maanden zwanger was, stuurde God de engel Gabriël naar Nazaret in
Galilea. De engel had weer een blijde boodschap, nu voor een jonge vrouw die verloofd was
met Jozef. Ze heette Maria. En de engel Gabriël trad bij haar binnen en zei: 'Maria, God is
met je en heeft het goede met je voor.' Ook Maria raakte in verwarring, net als Zacharias, en
ze vroeg zich af wat die woorden te betekenen hadden.
'Wees niet bang, Maria', vervolgde de engel, want God spreekt de waarheid. Je zult zwanger
worden en een zoon krijgen, en je zult hem Jezus noemen. Hij zal een groot man worden en
de Zoon van de Allerhoogste worden genoemd. God zal hem tot koning maken, maar anders
20
dan zijn voorvader David. Hij zal regeren over alle mensen en aan zijn koningschap zal nooit
een einde komen.'
'Maar ik heb niets met een man gehad! Hoe is dat dan mogelijk?', vroeg Maria.
De engel antwoordde: 'De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste
zal als een schaduw over je zijn. Daarom zal het kind aan God gewijd zijn en Gods Zoon
worden genoemd. En ook je nicht Elisabet zal een zoon krijgen. Ze is al in de zesde maand.
Voor God is niets onmogelijk.'
'Wat u zegt, laat dat dan in mij gebeuren', sprak Maria en de engel ging bij haar weg.
Niet lang daarna reisde Maria naar Judea, waar Zacharias en Elisabet woonden. Ze ging hun
huis binnen en ze riep Elisabet bij haar naam ter begroeting. Toen Elisabet Maria hoorde,
trappelde het kindje in haar buik. Elisabet werd vervuld van de heilige Geest en sprak: 'Maria,
jij bent de gelukkigste onder alle vrouwen en gelukkig is het kind dat je bij je draagt. Waaraan
heb ik het te danken dat de moeder van mijn Heer mij opzoekt?' En Maria prees God, omdat
Hij haar had uitverkoren de moeder van Jezus te worden.
15* De visitatie
21
- het blauw (tempera) van de rechtse begeleidende vrouw is ernstig geschonden
- Maria en Elisabet: vergelijk beider gezichten, kleding en positie
- de visitatie speelt zich af bij het portaal van het huis van Elisabet
- de begeleidende vrouwen hebben een functie die bijdraagt aan de waardigheid van het tafereel
- voor alle fresco's geldt dat de compositie bijzonder evenwichtig is in haar formulering en uitstraling
- er is een wondere samensmelting van mensen en gebouwen tegen een open achtergrond van hemel en natuur
- de figuren etc. zijn wel realistisch maar er is een aanmerkelijke abstrahering
- ook het variabele kleurgebruik draag bij aan variatie en harmonie
De geboorte van Johannes
Toen Elisabets tijd gekomen was, bracht ze een zoon ter wereld. Iedereen kwam haar
gelukwensen. En toen het kind acht dagen oud was, lieten Zacharias en Elisabet het besnijden,
zoals de gewoonte was. Ze wilden hem Zacharias noemen, naar zijn vader, maar Elisabet zei:
'Nee, zijn naam wordt Johannes'. 'Maar… niemand in de familie heet zo...', werd er gezegd.
Toen vroegen ze met gebaren aan de vader hoe hij de jongen wilde noemen. Zacharias kon
nog steeds niet spreken en vroeg om een schrijfplankje. Hij schreef daarop: 'Johannes zal zijn
naam zijn'. Iedereen was verbaasd. En op datzelfde moment kon Zacharias weer spreken en
hij begon God te prijzen. Allen die daar waren, waren diep onder de indruk en in heel Judea
ging deze gebeurtenis van mond tot mond. En die er van hoorden, dachten er over na en
vroegen zich af: 'Wat zal er toch van deze jongen worden?' En Zacharias begon de naam van
de Heer te prijzen en zei:
'Jij, mijn kind, zult een profeet van de Allerhoogste worden genoemd. Je zult vóór de Messias
uit gaan om zijn komst voor te bereiden en zijn volk te doen weten hoe het gered zal worden.
Zoals de zon die hoog aan de hemel oprijst, zo zal die Messias licht brengen aan allen die zich
in de schaduw van de dood bevinden, om ze op weg te helpen naar de vrede.
Johannes groeide voorspoedig op en werd sterk. Hij leefde de eerste tijd in verlaten streken tot
de dag kwam waarop hij zich openlijk aan het volk van Israël vertoonde.
De geboorte van Jezus
Maria was verloofd met Jozef, en voor ze getrouwd waren bemerkte Maria dat ze in
verwachting was. Haar verloofde was een man die de wil van God deed: hij wilde geen
schandaal en besloot in alle stilte met Maria te breken. Maar toen hij met dat plan rondliep,
kreeg hij een droom. Een engel verscheen hem en zei: 'Jozef, zoon van David, neem Maria
gerust tot vrouw, want het kind dat zij verwacht is van de Heilige Geest. Maria zal een jongen
krijgen en je moet hem Jezus noemen, want hij zal zijn volk bevrijden van het kwaad en tot
God brengen.'
Hierdoor gebeurde wat eens door de profeet Jesaja geschreven was. 'De jonge vrouw zal
zwanger worden en ze zal een zoon krijgen, en ze zullen hem Immanuël noemen, wat
betekent God met ons'.
Toen Jozef wakker werd, deed hij wat de engel hem had opgedragen: hij trouwde met Maria.
Maar hij had geen omgang met haar voor haar kind geboren was.
22
16* De geboorte van Jezus
- Jezus is geboren in het jaar 4 voor Chr. en overleden in het jaar 30 of 31
- in de Koran is Isa (Jezus) een profeet van Allah, zijn boodschapper, zijn Woord en Geest
- Jezus verzamelde apostelen, genas zieken; stierf aan het kruis; de joden en romeinen verwierpen hem
- hij werd pas in de derde eeuw voor het eerst afgebeeld
- de afbeelding van Jezus is veelal bepaald door de Lentulus-brief
- daarin geeft Lentulus -voorganger van Pilatus- een precieze beschrijving van zijn uiterlijk
- in een apocriefe brief van ca. 1100 wordt Jezus voor het eerst beschreven als een lange man, met smal gezicht,
donker, lang haar, rechte neus, baard, lange nek, lijdzame blik...
- er zijn veel typen Jezus: o.a. een herder, leraar, lam (oudheid; Het lam Gods); majesteit, rechter (Laatste
Oordeel) en man van smarten (middeleeuwen)…
- drie uitbeeldingen van de nieuwe tijd: de heroïsche, de sentimentele en de humane Jezus
- hier man van smarten en leraar
- geheel links op de fresco een vroedvrouw
- Maria ter halver hoogte die haar pasgeboren zoon uit de kribbe optilt met een gracieus gebaar
- buitengewoon fijnzinnig tafereel met een uitgekiende compositie en narratief (verhalend) van inhoud
- Maria wordt bijgestaan door een helpster (baker)
- twee herders kijken naar de engelen; een heeft sterretje als tattoo op zijn arm
- vooraan zit Jozef in diepe introverte denkhouding; vergelijk Joachim op 5*
23
- in veel afbeeldingen van de geboorte zit Jozef terzijde in een pannetje te roeren o.i.d.
- biologisch hoort hij er ook niet bij
- deze figuratie van Jozef is vaak geïmiteerd en geldt als standaard
- de eenvoudige conctructie (marktkraam) geeft de eenvoud van de stal aan
- herders, engelen, dieren en het oosters landschap completeren de situatie
In die tijd kondigde keizer Augustus het besluit af dat er een volkstelling gehouden zou
worden in het gehele Romeinse rijk. Deze eerste volkstelling vond plaats toen Quirinius
gouverneur was in Syrië. Iedereen ging op weg naar de plaats waar zijn familie vandaan
kwam, om zich daar te laten inschrijven.
Ook Jozef ging op weg. Hij trok met Maria van Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad
Betlehem waar koning David was geboren, want hij was uit de familie van koning David. In
Betlehem liet hij zich inschrijven samen met Maria, zijn verloofde. Juist toen ze in Betlehem
aankwamen, brak het tijdstip van de geboorte aan, en Maria bracht een zoon ter wereld, haar
eerstgeborene. Ze wikkelde hem in doeken en legde hem in een kribbe, want door de drukte
van de volkstelling was in de herberg geen plaats voor hen.
De herders
In de omgeving van Betlehem waren herders die 's nachts onder de sterrenhemel de wacht
hielden bij hun kudde. Opeens stond er een engel bij hen, en een licht omstraalde hen. Ze
werden bang, maar de engel zei: 'Wees niet bang! Luister, ik breng jullie groot nieuws dat
iedereen gelukkig zal maken. Zojuist is in Betlehem, de stad van David, de Verlosser geboren:
Christus, de Heer! En hieraan kun je hem herkennen: je zult hem vinden gewikkeld in doeken
en hij ligt in een kribbe.' Plotseling voegde zich bij de engel een legioen engelen. Zij prezen
God en zeiden: 'Eer aan God in de hemel en vrede op aarde voor mensen in wie God een
welbehagen heeft!
Toen de engelen naar de hemel waren teruggekeerd, zeiden de herders tegen elkaar: 'Kom!
Laten we naar Betlehem gaan. De engel heeft ons gezegd wat er gebeurd is; laten we gaan
kijken.'
Ze trokken er heen en vonden Maria en Jozef met het kind dat in een kribbe lag. Toen ze het
gezien hadden, vertelden ze iedereen wat de engel hun over dit kind gezegd had. En allen die
het verhaal hoorden, stonden verbaasd. Maria bleef zich al deze dingen herinneren en dacht er
diep over na en bewaarde ze in haar hart. Bij hun terugkeer dankten de herders God voor wat
ze hadden gehoord en gezien. Het was precies gegaan zoals de engel het hun gezegd had.
Simeon, Jezus, Maria, Jozef en Hanna
Toen het kind acht dagen oud was, werd hij besneden. Jozef en Maria noemden hem Jezus,
dat was de naam die de engel gezegd had nog voor zijn moeder zwanger werd. Daarna kwam
voor Maria en het kind de tijd van reiniging zoals de wet van Mozes die voorschrijft. Jozef en
Maria reisden met hem naar Jeruzalem om het kind aan God op te dragen volgens het
voorschrift dat elke eerstgeborene van het mannelijk geslacht de Heer moest worden
toegewijd. Ook zouden zij een offer brengen zoals voorgeschreven: een paar tortelduiven of
twee jonge duiven.
Nu leefde er in Jeruzalem een vrome man die Simeon heette en sterk verlangde naar de dag
waarop God zich over Israël zou ontfermen. De heilige Geest was met Simeon en die had hem
voorspeld dat hij niet zou sterven vóór hij met eigen ogen Jezus, de Messias, zou gezien
hebben. Verheugd ging Simeon die dag naar de tempel. Toen Jozef en Maria hun kind
binnendroegen, zag hij het kind Jezus en nam het in zijn armen.
24
17* De presentatie in de tempel; Simeon en Hanna; Jozef en Maria; een helpster
- helemaal rechts: de profetes Hanna met een profetenrol en een engel boven haar
- zij had, na een kortstondig huwelijk tijdens haar jeugd, haar dagen vastend en biddend in de tempel
doorgebracht
- voor haar de priester Simeon, die het kind van Maria overneemt
- Luc. 2, 25-32, lofzang van Simeon, het Nunc dimittis dat een plaats kreeg in het koorgebed van de monniken in
het Romeins Brevier naast het Benedictus (lofzang van Zacharias) en het Magnificat (lofzang van Maria)
- het Nunc dimitis is een beroemd gedicht; de volledige tekst, in het latijn en in vertaling:
Nunc dimittis servum tuum, Domine, secundum verbum tuum in pace:
Quia viderunt oculi mei salutare tuum
Quod parasti ante faciem omnium populorum:
Lumen ad revelationem gentium, et gloriam plebis tuae Israel.
‘Nu laat u, Heer, uw dienaar in vrede heengaan,
zoals u heeft beloofd.
25
Want met eigen ogen heb ik de redding gezien
die u bewerkt heeft ten overstaan van alle volken:
een licht dat geopenbaard wordt aan de heidenen
en dat tot eer strekt van Israël, uw volk.’
- achter Maria: Jozef met twee duiven om te offeren
- en een jonge vrouw met een kandelaar; symbool voor zuivering maar ook een overblijfsel van de MariaLichtmisviering
- Jezus heeft oogcontact met Simeon
- de presentatie in de tempel vond plaats de veertigste dag na de geboorte van Jezus
- Hanna is een oude profetes
17* detail
Simeon dankte God en zei: 'Heer, u hebt gedaan wat u beloofd hebt, nu kan ik in vrede
sterven, want met eigen ogen heb ik het geluk gezien dat u voor alle volken hebt bereid: een
licht dat ongelovigen uit de duisternis zal halen en aanzien brengt aan uw volk Israël.
Jozef en Maria waren verbaasd over wat er overal over hun kind gezegd werd. Simeon
zegende hen en zei tegen Maria: 'Luister goed: God heeft dit kind bestemd om het kwaad in
Israël weg te doen, maar ook om het goede te laten gebeuren. Maar bij u zal dit kind eens
verdriet brengen dat als een zwaard door uw ziel zal gaan.'
Op dat moment kwam er iemand bij hen staan. En er was een hoogbejaarde vrouw. Ze was
vierentachtig jaar en vroeger was ze zeven jaar getrouwd geweest en daarna was ze altijd
weduwe gebleven. De vrouw was gewoon elke dag in de tempel te gaan en God te dienen met
bidden en vasten. Hanna heette de vrouw, en ze was een profetes. Ook zij was verheugd over
Jezus die de mensen het goede brengen zou, en ze vertelde het aan ieder die het maar wilde
horen.
26
De magiërs, de ster en Herodes
18* De aanbidding van de magiërs
- er is geen zwarte magiër aanwezig
- van ouds her werden de magiërs koningen genoemd
- koningen hebben een literair tegenstellende functie: de eenvoudige stal enerzijds en de koningen anderzijds
- ik geef er de voorkeur aan koningen te handhaven
- Maria houdt Jezus op haar knie, een stereotyp gebaar in de Romaanse traditie
- een engel is secondant en pakt geschenken aan; van de engel zijn geen voeten zichtbaar (zie elders)
- de magiërs behoren met hun stralenkrans ook tot de heiligen
- de kamelen zijn heel naturalistisch weergegeven
- let op het gezicht van de jongeman, vanuit kikvorsperspectief, waardoor de kameel hoog lijkt
27
- Jozef zit erbij en doet niet mee
- de stal lijkt te staan aan het einde van de weg
- boven de stal is een komeet zichtbaar (de ster)
- de magiërs hebben goud, wierook en mirre bij zich als geschenk
- een engel houdt een geschenk vast, een gouden relikwie
- je kunt een lijn trekken van de voeten van de magiër via het hoofd van Jezus naar de top van de rots
- op de grond staat ook een voorwerp: de afgezette kroon van een van de magiërs ( koningen)
- de mirre zit in een hoorn die een van hen op schouderhoogte vasthoudt
- Maria had oorspronkelijk een blauw schort aan (is nu ernstig verkleurd)
- de kamelenknecht houdt een leidsel vast
- een magiër lijkt heel vrouwelijk
- stereotype voorstelling: Baltasar (bruin), Melchior (zwart) en Kaspar (blank); geen eenduidigheid daarin; bij
enkele voorstellingen is Kaspar zwart; soms wordt er een met een struisvogel afgebeeld, ook paarden
- het aantal van drie magiërs is afgeleid van de drie geschenken die geschonken werden
- in Mattheüs worden ze magiërs genoemd, astrologen; in de nieuwste vertaling is dat standaard geworden; hun
geschenken wijzen op Arabië of Mesopotamië als land van herkomst
- de ster is een komeet
Toen Jezus geboren was, kwamen er magiërs uit het oosten in Jeruzalem aan. Het waren
mannen van aanzien. 'Waar kunnen we de koning van de Joden vinden?', vroegen zij, en ze
bedoelden niet koning Herodes, maar Jezus. 'Hij moet pas geboren zijn. Wij hebben zijn ster
in het oosten zien opgaan en zijn hierheen gekomen om hem onze hulde te brengen', spraken
ze.
Maar toen Koning Herodes dit ter ore was gekomen, de koning der Joden…, raakte hij
helemaal van zijn stuk, en niet alleen hij, heel de stad Jeruzalem raakte in verwarring.
Herodes ontbood alle opperpriesters en alle schriftgeleerden bij zich en wilde van hen weten
waar die Jezus precies geboren zou zijn.
'In Betlehem in Judea', antwoordden ze, 'want de profeet Micha heeft geschreven: 'Betlehem,
gelegen in het land van Juda, jij bent geen onbelangrijke plaats, want uit Betlehem zal iemand
komen die als een herder het volk Israël zal leiden.'
Toen liet Herodes in het geheim de magiërs bij zich roepen en vroeg hun nauwkeurig naar het
tijdstip waarop de ster was verschenen. Daarna stuurden hij hen naar Betlehem en zei: 'Als u
het kind gevonden hebt, probeer dan zoveel mogelijk van hem te weten te komen, en kom me
het vertellen, dan ga ik hem ook hulde brengen.' Nadat de magiërs met Herodes hadden
gesproken, gingen ze verder.
En de ster die de magiërs aan het firmament hadden zien verschijnen, ging voor hen uit naar
Betlehem, totdat de ster boven de plaats stil stond waar Jezus geboren was. Ze gingen een stal
binnen en vonden hem bij zijn moeder Maria. Ze knielden voor hem neer en brachten hem
hulde. Daarop gaven ze hem geschenken: goud, wierook en mirre. Maar in een droom kregen
ze van God de waarschuwing om niet meer bij Herodes langs te gaan.
Herodus de kindermoordenaar
Na het vertrek van de magiërs kreeg Jozef een droom. Een engel verscheen hem en zei: 'Jozef,
sta op en vlucht met het kind Jezus en Maria naar Egypte, en blijf daar tot ik u een teken geef,
want Herodes gaat het kind zoeken en het doden'.
Jozef stond midden in de nacht op en week met het kind en Maria uit naar Egypte. Daar
zouden ze blijven tot het gevaar geweken was.
28
19* De vlucht naar Egypte
- Jozef krijgt in een droom de opdracht naar Egypte te vluchten; ze vertrekken nog dezelfde nacht
- de droom speelt in deze verhalen een belangrijke rol; typisch van oosterse origine
- dit is een van de mooist uitgedachte en vormgegeven composities van de gehele serie
- de piramidale vorm van Maria & kind komt terug in de achtergrond
- eenzelfde compositie is te zien in Assisi, gemaakt door helpers van Giotto
- de heilige familie wordt begeleid door jonge mannen
- ook hier is weer een engel aanwezig (mogelijk komt hier de benaming beschermengel vandaan…)
- beweging en contact zijn opvallend; alleen Maria beweegt niet en spreekt niet; ze heeft een introverte blik;
ze onthoudt al deze dingen in haar hart…
- het gezelschap gaat over een smal pad, mogelijk symbolisch bedoeld
De kindermoord
Op dat moment kreeg Herodes in de gaten dat de magiërs hem misleid hadden. Ze waren niet
gekomen. Woedend was Herodes. Hij gaf zijn knechten bevel om in Betlehem en omstreken
alle jongetjes van twee jaar en jonger te doden, want deze leeftijd kwam precies overeen met
het tijdstip waarnaar hij de magiërs gevraagd had.
29
20* De kindermoord te Betlehem
- Herodes stierf in het jaar 4 voor Chr.
- stereotyp afgegebeeld met troon, koningsmantel, kroon, scepter (of zwaard?) en een bars uiterlijk; vroegste
afbeelding van dit tafereel op sarcofagen van 4-de eeuw
- zijn oorspronkelijke aanwezigheid viel naar de achtergrond en soldaten kwamen op de voorgrond
- uitbeelding met veel drama
- op de achtergrond de San Francesco-kathedraal van Bologna, gewijd aan de onschuldige martelaar-kinderen
- de barbaren hebben laarzen aan en zijn weinig elegant gekleed; een heeft een kap op; de kinderen zijn onder de
3 jaar en vertonen lidtekens; er vloeit geen bloed…
- Herodes heeft een staf in zijn linkerhand: een ongunstig teken
- centraal staat de executeur met zijn zwaard; hij is een donker type, een Moor?
- buitengewoon geladen actie, vol dramatiek
- koning Herodes geeft vanaf zijn hoge plaats aanwijzingen
- er zijn geen engelen, wel huilende moeders
De droom van Jozef
Later, in Egypte, na de dood van Herodes, kreeg Jozef weer een droom. En een engel
verscheen hem en zei: 'Ga met het kind en Maria terug naar het land waar je vandaan komt,
30
naar Israël, want er is geen gevaar meer.' Jozef stond op en keerde met Jezus en Maria naar
Israël terug, maar zij vestigden zich niet in Judea, maar in de landstreek Galilea in het
noorden, in het stadje Nazaret, want Archelaüs was zijn vader Herodes opgevolgd en zij
vertrouwden hem niet.
Zo groeide Jezus op in Nazaret en werd groot en sterk. Hij was al vroeg wijs en Gods zegen
rustte op hem.
Jezus in de tempel
Toen Jezus twaalf was, gingen Jozef en Maria naar het paasfeest in Jeruzalem. Na het feest
wilden ze naar huis terugkeren, maar Jezus was er niet. Jozef en Maria dachten dat hij zich
aangesloten had bij andere reizigers en ze gingen op weg, maar toen hij al maar wegbleef
werden ze ongerust. Hoe ze ook zochten, ze vonden hem niet.
Er zat niets anders op dan naar Jeruzalem terug te gaan en pas na drie dagen zoeken vonden
ze hem... in de tempel.
21* Jezus te midden van de schriftgeleerden
- in de 20ste eeuw heeft het oppervlak waterschade geleden; is losgelaten van de grondering
- blijkbaar was er een roodbruine ondergrond
- interessant en gedurfd perspectief in de figuren
- het gelaat van Jezus enigszins frontaal rechts van het midden, bevindt zich op het verdwijnpunt, midden onder
de hoogste tempelboog
- vergelijk de schriftgeleerden rechts met die van links; aan weerszijden vijf
- Jezus is hier 12 jaar oud maar ziet er ouder uit
- links komen de ouders; hun houding en gebaar verraadt ongerustheid
- een van de schriftgeleerden is verbaasd en kijkt opzij
- de nimbus van Jezus is helderder dan die van Jozef en Maria
31
Daar zat Jezus tussen de rabbi's en luisterde naar hen en stelde hen vragen. De mensen die
hem hoorden stonden verbaasd over zijn vragen en antwoorden. Toen Jozef en Maria Jezus
zagen, stonden ze versteld. 'Jongen, wat heb je ons aangedaan?' zei Maria. 'Je vader en ik
zaten in angst en hebben je overal gezocht!'
Waarom hebt u naar mij gezocht?', vroeg Jezus. 'U wist toch dat ik in het huis van God de
Vader moest zijn.' Maar zij begrepen zijn antwoord niet. En ze reisden met Jezus terug naar
Nazaret. En Maria onthield al deze dingen zorgvuldig.
Ouder geworden trok Jezus van Galilea naar de Jordaan om zich door Johannes te laten
dopen. Maar Johannes zei: 'Ik hoor door u gedoopt te worden, en u komt naar mij...?' 'Doe
het', antwoordde Jezus, 'want we moeten doen zoals God van ons wil'. En Johannes doopte
Jezus.
Zodra Jezus was gedoopt, kwam hij uit het water en de hemel ging open en Johannes zag de
Geest van God in de gedaante van een duif op hem neerkomen. En uit de hemel klonk een
stem: 'Dit is mijn zoon, een man naar mijn hart'. En van die dag af zou Jezus rondgaan door
het land Israël, vergezeld van zijn discipelen, predikend, genezend en wonderen verrichtend.
22* Jezus wordt door Johannes gedoopt
- Johannes was dus de zoon van Elisabet en Zacharias
- hij leefde als een asceet in de woestijn: at sprinkhanen en honing; droeg een kameelharige mantel
- hij is de wegbereider van Jezus
- de doop van Jezus is zeer vaak afgebeeld, al vanaf vierde eeuw op fresco's en sarcofagen aangetroffen
- een rivier met bergen en drie eerbiedwaardige engelen (nimbus) die getuigen zijn van het wonder en klaar staan
om Jezus gereed te maken zich te kleden
- God zendt hier de duif van de Heilige Geest (bijna abstract aanwezig 'als een duif')
- bijzonder is de roze engelenkleur van het gewaad van Johannes
32
- aanwezig: God de vader, de Heilige Geest, de Zoon in één rechte verticale lijn (triniteit)
- triniteit is een wezenlijk kenmerk van Christendom, waarin het zich onderscheidt van andere godsdiensten:
God de vader, Jezus zijn zoon en de Heilige Geest
- de vroegste afbeelding van de triniteit hebben we op een sarcofaag uit de 4de eeuw, Vaticaans Museum;
- ook de engelen die Abraham bezoeken (zie een beroemde icoon van Roebljov, 1422) worden als triniteit
uitgelegd
- God en de hand van God is geheel boven aanwezig (zie elders); hij komt uit het hemelse licht te voorschijn
- rechts staan Maria en Jozef; ook zij zijn getuigen van de doop
- weer een sterke compositie met God, de Heilige Geest en Jezus centraal in een loodrecht dalende lijn
Giotto
staat aan de wieg van de West-Europese schilderkunst. Hij leefde van omstreeks
1266 tot 1337, werd geboren in Colle di Vespignano en overleed in Florence. Weinig is met
zekerheid over zijn leven en werk bekend. Giotto maakte fresco's en 'Het leven van Sint
Franciscus' in Assisi wordt aan hem toegeschreven. Toegeschreven... want helemaal zeker
van zijn aandeel daarin is men niet. Mogelijk maakte hij het ontwerp en had hij
schildersknechten (een soort 'workshop') in dienst die het voorbereidende werk deden of
misschien de fresco's aanbrachten naar het ontwerp van hun meester.
In de middeleeuwen telde de naam en persoon van kunstenaar niet of nauwelijks. Zijn creaties
waren een dienst aan de gemeenschap en stonden in het teken van 'het eeuwig goddelijke'...
wat zou een vleselijk schepsel dan zijn naam daaraan verbinden! Wat we van Giotto weten
komt uit beschrijvingen van tijdgenoten, en die zijn zuinig met hun informatie over de grote
leermeester.
Toch is wat met zekerheid van zijn hand overgebleven is imposant en getuigt van een geniale
vormgeving en visie. Bij Giotto treffen we voor het eerst in vergelijking met zijn tijdgenoten
-Duccio bijvoorbeeld- een grote directheid aan: de kijker voelt zich als het ware betrokken bij
de handeling. Giotto bereikt dit door:
- een vereenvoudiging van de compostie tot een 'close-up';
- de ooghoogte van de toeschouwer komt overeen met die van de belangrijkste
personages;
- het perspectief plaatst de personen centraal;
- er is een herkenbaarheid in de entourage, in bouwstijl b.v.;
- er zit een natuurlijke dynamiek in de voorstelling.
Daarbij is er een speciale psychologische betrokkenheid die verkregen wordt doordat in
enkele gevallen de hoofdpersoon de kijker aankijkt.
Het is juist die betrokkenheid en dynamiek die het werk van Giotto zo fascinerend maakt.
Giotto maakte panelen, fresco's en (naar ik aanneem) tekeningen.
Hij was ook bouwmeester: de Campanile van de Dom in Florence (1334) is zijn ontwerp.
Giotto was de eerste die de schilderkunst uit de iconologische (zeg Byzantijnse) primitiviteit
opstuwde tot een nieuw realisme, door uit te gaan van een doordachte compositie waarin
eenheid en samenhang de handeling ondersteunen, waarin soberheid en harmonie een
moderne kijktaal wordt voor de middeleeuwse gelovige, én waarin de afgebeelde
hoofdpersonen uit de anonimiteit treden en individuen worden.
Zijn stijl is monumentaal: de grootsheid van de personen wordt benadrukt door houding en
gebaar, door het voorname kleurgebruik en de ruimte waarin de handeling speelt. Die ruimte
is bij Giotto voor het eerst vol perspectief. Hij is niet de uitvinder van de perspectief, maar het
gebruik ervan in de gewijde kunst van zijn tijd is nieuw en blijkbaar had Giotto er zo'n plezier
in het platte vlak te manipuleren tot ruimte dat hij er niet genoeg van kon krijgen. Zo moet het
33
hem een uitdaging zijn geweest een betrekkelijk kleine kapel als de Scrovegni (1302-05) voor
het menselijk oog te herscheppen tot een dieptedecor, een landschap waarin episodes uit het
verhaal over Maria en Jezus zich voltrekken, alsmede de openbaring van het laatste oordeel.
Wat moet de late middeleeuwer die niet lezen of schrijven kon vol bewondering die kijkdoos,
de Scrovegnikapel, ademloos bewonderd hebben... inderdaad... zoals wij vroeger een
schoenendoos herschiepen tot kijkdoos waarin een wondere wereld getoverd werd van kleur,
licht en perspectief.
Hoe kwam Giotto tot zijn meesterlijke uitbeelding?
Omstreeks 1300 was hij in Rome om er het mozaïek 'Christus wandelend op de wateren'
('Navicella') te ontwerpen voor het voorportaal van de Sint Pieter. Mogelijk heeft hij daar,
onder invloed van laat-antieke wandschilderingen, zijn monumentale schilderstijl ontwikkeld.
Maar dan blijft het verwonderlijk dat zijn figuren 'ineens' mensen zijn en geen typen, geen
steriele en 'ontmenselijkte' (= heilige) personen zoals we die uit de ikonen kennen. Bij Giotto
herkennen we het aankomend humanisme, de aankomende renaissance, we ontwaren een
nieuw mens- en wereldbeeld, een nieuwe realiteit, een realisme dat tot op de dag van vandaag
in de schilderkunst kan worden waargenomen. De Italiaanse renaissance is zonder Giotto
ondenkbaar. Alle kenmerken: de dynamische handeling, de compositie, de harmonie, het
gebruik van perspectief in de voorstelling... beïnvloeden via Giotto en de latere Italiaanse
meesters de gehele West-Europese kunst. De gebroeders Van Eyck, Johannes Vermeer, Frans
Hals, Rembrandt van Rhijn, Saenredam... zijn ondenkbaar zonder die invloed.
De Scrovegnikapel ontleent haar naam aan Enrico Scrovegni die omstreeks 1300 een stuk
land verwierf waarop hij zijn huis en een kapel liet bouwen. De kapel werd opgedragen aan de
Maagd Maria. In 1302 begon Giotto aan zijn fresco's over genoemd onderwerp, maar hij
voegde nog 2 geschilderde doorkijkjes toe, als herinnering aan de twee uitbouwsels in de
Scrovegni die wel ontworpen, maar nooit tot stand zijn gekomen.
In totaal zijn er 37 fresco's aangebracht handelend over Joachim en Anna, het leven van
Maria, het leven van Jezus, Pinksteren en de twee 'coretti' (doorkijkjes). Een groot fresco aan
de ingangzijde behandelt het laatste oordeel. Voorts bevat de onderrand van de kapel aan
beide zijden over de gehele lengte fresco's met 14 christelijke deugden en geloofswaarheden.
De zoldering -tenslotte- toont de (sterren-)hemel met daarin profeten, evangelisten en
heiligen.
De vraag is of Giotto in staat was geheel zelfstandig deze sterrenhemel en de wand met het
laatste oordeel aan te brengen. Het is zo goed als zeker dat hij helpers in dienst had die hem
onder zíjn supervisie dit (fysiek) moeilijke werk uit handen namen. Mogelijk als gevolg
daarvan zijn de duivels in 'het laatste oordeel' weinig artistiek uitgebeeld. Het is wel zeker dat
die niet van de hand van Giotto zelf zijn.
De techniek van het frescoschilderen
'Fresco' (It.) betekent vers. De muur waarop het fresco wordt aangebracht is pas gepleisterd en
nog nat. De techniek van het frescoschilderen is bekend sinds de antieken, maar was in de
twintigste eeuw bijna verloren gegaan. Met name door de noodzaak van restauraties schimmel, roet, vocht e.d. zijn de vijanden van het fresco...! - is men het frescoschilderen
opnieuw gaan bestuderen en beoefenen. Frescoschilderen is gebaseerd op een chemisch
proces van de (natuurlijke) verfsoorten met de kalkachtige natte muur.
Het is bijna ondoenlijk voor de kunstenaar om fresco's zonder hulp van 'garzoni'
(medewerkers) aan te brengen. Alle beroemde frescoschilders, ook Giotto zoals gezegd,
beschikten derhalve over een corps van medewerkers dat het zware werk opknapte.
34
Eerst bereidt de frescoschilder zijn verf: hij maalt pigmenten afkomstig uit mineralen, lengt
die aan met zuiver water tot er een gladde, romige pasta ontstaat. Als de pleisteraar klaar is
met het opbrengen van de laatste -meestal vierde of vijfde- vlakke laag pleister, de intonaco,
over de ruwe ondergrond (de arriccio), kan de frescoschilder beginnen. Die laatse pleisterlaag
bestaat uit een mengsel van fijngemalen en gezuiverd kalksteen, gemalen vulkanisch poeder
(pozzolana) en water. Soms wordt er zand of marmerstof aan toegevoegd, zelfs dierlijk haar...,
totdat er een substantie verkregen wordt die gelijkt op dikke modder, die, eenmaal
opgebracht, vrij snel droogt.
Op die vochtige pleisterlaag (niet te nat, anders gaat de verf druipen...) schildert de
frescoschilder zijn schilderij, en hij doet dat met trefzekerheid, want binnen een dag is de
intonaco droog. Hij heeft er dus letterlijk een dagtaak aan. Het gedeelte dat de frescoschilder
in een dag kan voltooien heet een giornata.
Vaak kun je de omtrekken zien van de in een dag gemaakte fresco. Soms is ook een insnijding
in het vochtige pleister zichtbaar, daar waar de schilder een karton met de voorstelling heeft
gebruikt, waarnaar hij zijn fresco schilderde. Deze vooraf gemaakte tekening wordt tegen de
muur gehouden en met een beetje lijm erop bevestigd. De lijnen worden overgebracht door ze
te doorprikken, waarna door de gaatjes houtskoolpoeder wordt geblazen. Ook is het mogelijk
dat de lijnen met een scherpe punt zijn nagetrokken. Soms wordt er laag over laag geschilderd
(colori cangianti), zodat er transparantie ontstaat waar Michelangelo een meester in was.
Als de frescoschilder een fout maakt, kan die fout -pentimento (berouw)- hersteld worden.
De intonaco wordt door de pleisteraar verwijderd of afgeschrapt. Daarna wordt de wand
opnieuw bezet of beschilderd met verse kalk.
Ook kan de verf aangebracht worden op een reeds opgedroogd gedeelte van de fresco (asecco techniek). Deze verflaag kan gemakkelijk verwijderd worden. Er ontstaat namelijk geen
chemische verbinding. Dit was o.a. het probleem bij de restauratie van de fresco's van
Michelangelo in de Sixtijnse kapel. Men loste dit op door de a-secco gedeelten te fixeren met
Paraloid B72.
De chemische verbinding ontstaat aldus: door de combinatie van kalk in het pleister en water
in de verf rijst tijdens het drogen calciumhydroxyde naar het beschilderd oppervlak en
reageert met de kooldioxyde uit de lucht. Hierdoor ontstaat een 'korst' van calciumcarbonaat,
die de verf voor altijd vasthoudt. Frescoschilders noemen dit het carboniseren. M.a.w.
pigment + pleister (gebluste kalk = calciumhydroxyde) + zuiver water + kooldioxyde wordt
de onderlaag (drager) voor het fresco.
Frescoschilderen is -als aan alle voorwaarden voldaan is- een veel duurzamer techniek dan
elk ander schildermedium.
Het schoonmaken van de frescos's tijdens de restauratie geschiedt met het schoonmaakmiddel
A.B.57, dat geen nadelige gevolgen lijkt te hebben. Het middel bestaat uit een zwakke
oplossing van ammoniumbicarbonaat, natriumcarbonaat, desogeen en carboxymetycellulose
in gedestilleerd water en het wordt ten hoogste 3 minuten op het fresco aangebracht.
k.w.
Geraadpleegd:
de bijbel
prof. dr. C.C. de Bruin: 'Jezus, het verhaal van zijn leven', Den Haag, 1980
Louis Goosen: Van Andreas tot Zacheüs, Nijmegen 1999
Internet: fotografie en artikelen
Anne Mueller van der Haegen: Giotto, Köln, 1998
Anna Maria Spiazzi: The Scrovegni Chapel in Padua, Milaan 1993
35
Download