staatsinrichting-9

advertisement
In 1973 verloren de confessionelen en de
VVD hun meerderheid
Voor de verkiezingen hadden PvdA,D’66
en PPR afgesproken samen te gaan werken
(PAK) en een programma geschreven
(Keerpunt ‘72)
Zij vormden een regering aangevuld met
een paar progressieve,confessionele
ministers (rood met een wit randje)
Dat werd het kabinet Den Uyl
Den Uyl ging uit van het idee van de
maakbare samenleving
Hij wilde spreiding van
-kennis →Middenschool
-inkomen→nivelleren via progressieve
belastingen
-macht →democratiseren bv ondernemingsraden
Daarnaast wilde hij de sociale
voorzieningen uitbreiden en meer
subsidies verstrekken
Er kwam weinig terecht van deze plannen
-door de oliecrisis was er te weinig geld
-ruzies binnen het kabinet
-tegenstand in de samenleving
Den Uyl moest al snel gaan bezuinigen
In 1975 oprichting van de RPF
(conservatieve christenen-EO mensen)
In 1977 won Den Uyl de verkiezingen,maar
verloor de formatie→
Confessionelen en de VVD regeren weer
Ook in 1977 ontstond het CDA
(fusie van KVP,ARP en CHU) tgv de
ontzuiling
Eerst 2 kabinetten olv Van Agt
Hij voert een volumebeleid→
aantal mensen met een uitkering terug
proberen te dringen
Daarna komen er 2 kabinetten olv Lubbers
Lubbers constateert, dat het systeem van
de sociale voorzieningen
-te kostbaar is
-te ingewikkeld (losse wetten-geen geheel)
-uit de tijd is (gebaseerd op ouderwetse
gezinspatronen)
-er te veel misbruik wordt gemaakt
Hij komt met zijn “no nonsense”beleid
-bezuinigen op de uitkeringen→
bijverzekeren (WAO gat)
eigen risico(ZW)
herkeuringen (WAO)
-dereguleren→minder regels
-decentraliseren→taken naar lagere
overheden
-privatiseren→overheidsbedrijven naar
particulieren bv NS,KPN
In 1981 werd de EVP opgericht
-CDA te conservatief
-PPR geen christelijke partij meer
In 1983 werd de grondwet gewijzigd
-artikel 1 (anti-discriminatie artikel)
-sociale grondrechten in de grondwet
(intentieverklaring,niet afdwingbaar bij
de rechter)→
Nederland nu ook een sociale rechtsstaat
Er waren 3 grote partijen (CDA,VVD en
PvdA)
Daarnaast kleine rechtse en linkse partijen
die steeds meer aanhang verloren→
Fusies van kleine partijen
-in 1989 ontstond Groen Links (PPR,PSP,
EVP en CPN)
-in 2000 ontstond de Christen Unie (GPV
en RPF ) SGP deed op het laatst niet mee
In 1990 verloren CDA en VVD opnieuw hun
meerderheid→
Lubbers III (CDA en PvdA)
Sinds 1994 2 kabinetten Kok (PvdA ,D’66 en
VVD)→ paarse kabinetten
CDA had 20 zetels verloren
-onvrede over machtspositie CDA
-interne strijd in CDA (Lubbers zegt vertrouwen in opvolger Brinkman op)
Veranderingen in de politiek
-zwevende kiezers
-consensuspolitiek (poldermodel) ipv
polarisatie
-personen belangrijke dan programma’s
(imago opgebouwd via TV)
-populisme
PvdA was naar het midden opgeschoven
(schudt zijn ideologische veren af)→
er ontstaat ruimte op links→
sterke groei van de SP (bestond al sinds
1972 als kleine Maoïstische partij) olv
Jan Marijnissen(1994 2 zetels,2000 25)
Kabinetscrisis na de Nacht van Wiegel
in 1999:
1ste kamer keurt wet op correctief
referendum af door optreden Wiegel
In 2000 opkomst van Pim Fortuyn
(eerst bij Leefbaar Nederland)
-keert zich tegen paars (boek:”De puin
hopen van 8 jaar paars”)
-keert zich tegen de onveiligheid
-keert zich tegen bureaucratie
-keert zich tegen de allochtonen
In 2002 wordt Fortuyn vermoord
Zijn partij (LPF) boekt grote verkiezingsoverwinning (26 zetels)→in de regering
Er volgen 4 kabinetten olv Balkenende(CDA)
I
met LPF en VVD (2002)
II
met VVD en D66(2003-2006)
III rompkabinet met VVD (2006)
IV met PvdA en CU(2006-2010)
I
II
IV
valt door ruzie in de LPF
valt in de Nacht van Verdonk
(Ayaan Hirschi Ali kreeg een
verblijfsvergunning)
valt door kwestie Uruzgan
D66 wilde gekozen burgemeester.
Wetsontwerp sneuvelt in Eerste Kamer in
2003 door PvdA
De politiek leider van D66 en
verantwoordelijk minister Thom de Graaff
stapt op→
leiderschapscrisis in D66 (Pechtold wint de
strijd van Loesewies van der Laan)
In 2004 stapt Wilders uit de VVD→ PVV
In 2006 strijd om leiderschap VVD
Rutte wint→ Verdonk sticht TON
Schematische ontwikkeling van het
ontstaan van de liberale, confessionele en
socialistische partijen in Nederland
-recht op onderwijs
-recht op rechtsbijstand
-recht op bestaanszekerheid
-recht op werkgelegenheid
-recht op een woning
-recht op vrije arbeidskeuze
-recht op een schoon milieu
-recht op gezondheidszorg
-recht op maatschappelijke en culturele
ontplooiing en vrije tijdsbesteding
Tussen 1969 en 1970 was er een Progressief Akkoord tussen PPR, PvdA
en PSP. Er werd gestreefd naar een gemeenschappelijk programma en
een gezamenlijke lijst bij gemeentelijke, provinciale en landelijke
verkiezingen.
Download