Een Anglo-Saksische geschiedenis

advertisement
Een Anglo-Saksische geschiedenis
Van 0 – 1000 na Chr.
Daarin begrepen een kort excurs ten behoeve van de volledigheid over de prehistorische
Halstatt- en La Tene-culturen, de Kelten, verder natuurlijk de Angelen, Saksen,
Schotten, Picten en Juten.
Een uitermate interessante periode bij onze westerburen, die jammergenoeg niet zoveel
in de belangstelling staat, maar wel de achtergrond is geweest van een van de grootste
literaire figuren ter wereld: Koning Arthur.
Daarnaast is het Keltische substraat voor de Europese cultuur net zo belangrijk geweest
als de Germaanse achtergrond!
Engeland en Schotland zijn m.i. ondergewaardeerd als vakantieland.Veel plezier!
Inhoud




1 Prehistorisch en pre-Romeins Engeland
2 Romeins Engeland
3 Angelsaksisch Engeland
Prehistorisch en pre-Romeins Engeland
Chronological Outline of Prehistoric, Celtic, Roman, and Anglo-Saxon England


Paleolithic & Mesolithic periods from 250,000 years ago to around 5,000 BC
Neolithic period, c. 5000-2000 BC, agriculture, mound tombs
o Non-Indo-European people
o New Grange, Ireland, 3200 B.C., passage grave.
o Stonehenge I & II (2800-2000 B.C.)
Stonehenge
Stonehenge
Stonehenge is een plaats nabij Amesbury op de Salisbury Plains in het Engelse graafschap
Wiltshire. Het is een prehistorische constructie, opgetrokken uit grote stenen (vandaar stone in
tegenstelling tot woodhenge) die in een cirkel zijn geplaatst. Het woord henge in Stonehenge
is van Germaanse oorsprong en betekent iets als (op)hangen.
De liggende stenen bevatten holtes en de staanders bevatten uitstulpingen (te zien op de
afbeelding) die in de holtes passen, waardoor het geheel perfect in elkaar past.
Vermoedelijk werd Stonehenge gebouwd tussen 2500 en 2000 v. Chr.. De greppel rond het
stenen monument lijkt iets ouder te zijn, circa 3200-3000 v. Chr..
Onder één van de stenen van Stonehenge is koperoxide gevonden, wat kan betekenen dat daar
een koperen voorwerp als een soort van 'bouwoffer' is begraven.
De bedoeling van de bouwers is niet zeker. Sommige onderzoekers denken dat de constructie
werd gebruikt door prehistorische astronomen, anderen houden het bij een vorm van
heiligdom. Geoffrey van Monmouth schrijft in zijn Historia Regum Brittaniae dat Stonehenge
is gebouwd door Merlijn, als grafmonument voor Aurelius Ambrosius.
Historia Regum Britaniae (letterlijk: De geschiedenis van de koningen van Brittannië) is een
werk door Geoffrey ap Arthur, later bekend als Geoffrey of Monmouth, voltooid in 1136.
Hij beweerde dat Walter Mapes, aartsdeken van Oxford, een oud manuscript ontdekt had in
Armorica (Bretagne) geschreven in de Britse taal, dat wil zeggen de Keltische taal van de
Britten voor de komst van de Saksen en de Denen, vergelijkbaar met Welsh. Geoffrey zei dat
Walter Mapes hem vroeg om het document in het Latijn te vertalen, waar hij met alle plezier
op inging.
Hoewel het werk tegenwoordig als weinig meer dan fictie beschouwd wordt, is het interessant
op te merken dat toen het voor het eerst verscheen, het over het algemeen met instemming
begroet werd. Pas in de zeventiende eeuw werd de authenticiteit in twijfel getrokken.
Hoe het werk tot stand kwam, en hoe nauwkeurig het is, zijn vragen waarover men steeds
weer van mening verschilt. Slechts weinigen zijn het oneens met het belang voor de literatuur,
en de bijdrage die het daaraan geleverd heeft, want zonder dit werk had de Koning
Arthurlegende zich zeker niet ontwikkeld.
Mogelijk werd het gebruikt voor astronomische doeleinden, omdat sommige stenen speciale
tijdstippen aangeven zoals de opkomst en ondergang van de midzomer- en midwinterzon.


Bronze Age, 2000-500 B.C.
o Indo-European language, burial with drinking vessels, flint, metal
o Stonehenge III & IV (2000 B.C. -1100 B.C.)
o Farms, circular huts, oblong fields 1200 B.C.
o Celtic inhabitants arrived around 750 B.C., hill forts
Iron Age, begins in Europe around 8th century B.C, in England around 500 or
600 B.C.
o
o
o
o
Population growth
Celtic people in England: Britons (hence Britannia) (some Celtic tribes:
Atrebates, Belgae, Brigantes, Catuvellauni, Dumnonii, Ordovices, Silures)
Celtic languages: Gaelic, Brythonic (Britannic)
Further Celtic (Belgian Gaul) migrations, coins, potter's wheel, practice of
cremation c. 100 B.C.
De eerste mensen arriveerden ongeveer 32,000 jaar geleden in Engeland. Net als de rest van
Noord-Europa was er 15,000 jaar geleden een IJstijd. In de Bronstijd waaide de
klokbekercultuur over van het Europese vasteland. Toen de IJzertijd aanbrak hadden de
Kelten Engeland in bezit genomen. Naarmate de bevolking toenam, begonnen de
verschillende stammen oorlog met elkaar te voeren. Er zijn ruïnes van heuvelforten gevonden,
waarvan de oudste stamt uit 1500 v. Chr..
http://www.edu.amsterdam.nl/flevopark/Geschiedenis/boeren/eeuw26/klokbekercultuur.html
Kelten
De Kelten in Europa en Anatolië, vroeger en heden:
██ Gebieden waar thans nog een Keltische taal wordt gesproken.
██ De zes overgebleven Keltische gebieden.
██ Andere delen van Europa waar vroeger Kelten woonden.
De Kelten is de naam van een Indo-Europese bevolkingsgroep die in de eenentwintigste eeuw
op delen van de Britse Eilanden en het schiereiland Bretagne wonen. In het verleden
bewoonden zij echter een veel groter gebied en was hun aantal relatief gezien ook vele malen
groter. Het Keltische taal- en cultuurgebied strekte zich ooit over Europa uit van Ierland tot
aan Thracië, en voorbij Europa in Anatolië, maar is tegenwoordig beperkt tot enkele kleine
gebieden in West-Europa.
Inhoud
]





1 Geschiedenis
o 1.1 Oorsprong
o 1.2 Assimilatie van de Kelten
2 Cultuur
o 2.1 Krijgers
o 2.2 Meestersmeden
o 2.3 Keltische feestdagen
o 2.4 Druïden
o 2.5 Tegenwoordig Keltisch taal- en cultuurgebied
3 Kelten in de Lage Landen
o 3.1 Keltische woorden in het Nederlands
o 3.2 Keltische goudschat in België
o 3.3 Keltische munten in Nederland
4 Keltische volkeren
5 Zie ook
Geschiedenis
Oorsprong
Verspreiding Kelten over Europa
1: Oorsprongsgebied ten noorden van de Alpen
L: La Tène
H: Hallstatt
2: Grootste verspreiding in ongeveer 400 v. Chr.
B: Britse eilanden
G: Galatië in Klein-Azië
I: Iberisch schiereiland
De Kelten waren afkomstig uit Midden-Europa, vermoedelijk benoorden de Alpen. Zij waren
afkomstig uit de driehoek Slowakije, Polen, Oekraïne met als centraal punt de plaats
"Lemberg" welke nog steeds bestaat. Hun voorouders trokken van de Zwarte Zee naar OostEuropa in ongeveer het 3e millennium v. Chr.. Bekend is dat zij als huurleger de staat Galatië
hebben gesticht in het huidige Turkije. Ze zijn verwant aan de Germanen, Grieken, Latijnen
en andere Indo-Europeanen wiens voorouders in dezelfde groep 'emigranten' zaten. Over hun
profilering van de andere Indo-Europeanen als aparte groep is weinig met zekerheid te zeggen
maar vermoedelijk gebeurde dit tussen 2000 en 1000 v. Chr. Belangrijke opgravingen uit het
oorsprongsgebied van de Kelten werden in het begin van de 20ste eeuw gedaan in La Tène en
Hallstatt.
Halstatt
Hallstatt-cultuur
De Hallstatt-cultuur, genoemd naar het dorpje Hallstatt in de Steyrmark, is een beschaving
die vanaf de vroege ijzertijd (ca. 800 - 500 voor onze jaartelling) in Centraal Europa (ZuidDuitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Noord-Italië, Tsjechië en Hongarije) vele vondsten heeft
nagelaten. De cultuur wordt tegenwoordig graag gezien als een vroege Keltische stam, die aan
de La Tène-periode vooraf ging.In het begin van de twintigste eeuw bracht men ze in verband
met de Illyriërs. Omdat we echter geen schriftelijke bronnen hebben en niet weten hoe hun
taal en denkwereld er uitzag, is het eigenlijk onmogelijk daar iets met zekerheid over te
zeggen.
De Illyriërs zijn een historisch Indo-Europees volk dat het westen van het Balkanschiereiland
bewoonde. Zij spraken Illyrisch, waarvan het Albanees misschien afstamt. De streek die zij
bewoonden werd/wordt ook Illyrië of Illyricum genoemd.
De Dalmatische Illyriërs vestigden zich in de bronstijd in dit gebied (Dalmatia), de
Venetische Illyriërs in het gebied rond het huidige Venetië. In de gebieden benoorden de Sava
mengden de Illyriërs zich met de Kelten, en in Thracië namen sommige Illyrische stammen de
plaatselijke gewoontes over.
La Tène-periode
De La Tène-periode is een periode in de ijzertijd genoemd naar de archeologische vindplaats
van La Tène aan de noordkant van het Meer van Neuchâtel in Zwitserland, waar een rijke
vondst werd gedaan door Hansli Kopp in 1857.
De La Tène-periode liep tijdens de late ijzertijd (vanaf 450 v. Chr. tot de Romeinse periode in
de 1e eeuw v. Chr.) en wordt gebruikt als periodisering in Oost-Frankrijk, Zwitserland,
Oostenrijk, België, Zuidwest-Duitsland, Tsjechië en Hongarije. Deze periode vloeit voort uit
de vroege ijzertijdse Hallstatt-periode toen deze streken onder behoorlijk wat mediterrane
(Griekse, en later Etruskische) invloed stonden. Een verschuiving van nederzettingen had
tevens plaats bij deze overgang.
Sommige maatschappijen uit de La Tène-periode werden door klassieke auteurs
geïdentificeerd als Keltoi (Κελτoι). Of dit ook wil zeggen dat de La Tène-periode slechts
plaats had onder enkel de Kelten is moeilijk te bepalen. Het is waarschijnlijk beter om taal,
materiële cultuur en politieke banden gescheiden te houden
http://www.fotos-reiseberichte.de/kelten/la-tene-kultur.htm
Vanaf ongeveer 750 v. Chr. begonnen zij zich in noordwestelijke richting te bewegen tot zij
rond 400 v. Chr. het grootste deel van West-Europa bewoonden. Waarschijnlijk gingen de
niet-Indo-Europese volkeren die ze tegenkwamen na verloop van een paar generaties in de
Kelten op. In de 3e eeuw v. Chr. vielen Kelten zelfs Griekenland en Turkije binnen. Daar
werden ze bekend als de Galaten. In de 4de en 3de eeuw voor Chr. bezetten de Kelten NoordItalië en de gebieden van de Etrusken en bedreigden ook de toen nog kleine Romeinse
Republiek. Een keltische stam onder leiding van Brennus bezette zelfs de stad Rome en was
slechts bereid te vertrekken nadat de Romeinen een grote afkoopsom aan hem betaald hadden.
Dat de Kelten zich over een zeer groot gebied gevestigd hadden, is nog aan veel woorden
zoals eigennamen te herkennen waar het element "Gal" voor "Kelt" in voorkomt:
Keltische opgravingen in Galicië




Galicië (Spanje)
Gallië (oude naam voor Frankrijk, België, stukje van Nederland, Zwitserland,
Duitsland,...)
Galatië (streek in Klein-Azië, thans Turkije)
Gaelic (Gaelische familie Keltische talen, waaronder Schots-Gaelisch, Iers-Gaelisch)
Assimilatie van de Kelten
Verdeling van Gallië tijdens de verovering door Julius Caesar rond 54 v. Chr.
Vanaf 100 v. Chr. veroverden de Romeinen - die hun imperium aan het uitbreiden waren - de
meeste Keltische gebieden in Europa behalve de meest westelijke delen in tegenwoordig
Ierland en Schotland. In het Romeinse Rijk kwam een proces van romanisering op gang. Dit
werd niet actief aangemoedigd door de Romeinen maar dit was eerder een spontaan proces.
Zo verdwenen de Keltische taal cultuur binnen een paar generaties van het toneel. Alleen in
afgelegen streken op het minder dicht bevolkte platteland wist de Keltische identiteit zich
langer te handhaven. In Gallië ontstond een Gallo-Romeinse mengcultuur.
Cultuur
Of er werkelijk sprake is geweest van een volk waarvan de leden zichzelf beschouwden als
"Kelt" is niet zeker. Waarschijnlijk was de eerste groep waarvan hun identiteitsgevoel uitging
hun eigen plaatselijke stam, die vaak met andere Keltische stammen rivaliseerde, en was een
meer "universeel" Keltisch gevoel niet zo belangrijk. Wel is zeker dat er sprake is geweest
van een Keltische cultuur met veel gemeenschappelijke elementen. De Kelten maken vaak
gebruik van prehistorische bouwwerken om er hun eigen feestelijkheden in te houden (bv. in
de steenkringen in Carnac, Frankrijk en in Stonehenge in Wiltshire, Verenigd Koninkrijk). Zo
vermengt hun cultuur zich met die van nog oudere bevolkingsgroepen. Daarnaast hadden ze
ook heilige bomen waar ze hun religie bedreven
Nadat hij Gallië bij het Romeinse Rijk had gevoegd, richtte Gaius Iulius Caesar zijn ogen op
Brittannië. Omdat de Britten de Galliërs hadden geholpen, landde Caesar in 55 v. Chr. in
Engeland, maar de Britse stammen verenigden zich onder één leider, Cassivelaunus, die de
Romeinen wist te verdrijven. Ondanks dit succes duurde de eendracht niet lang en de
Romeinse interesse in Brittannië bleef onverminderd groot.
Laatste Keltische gebieden
veroveringen Caesar
Over de Kelten zie ook:
http://www.antikefan.de/kulturen/kelten.html
Uitstekende site met veel goede links:
http://home.ringnett.no/lars.finsen/celtlinks.html
Romeins Engeland
In 43 n. Chr. lanceerde keizer Claudius, belust op militaire roem, de Romeinse invasie van
Brittannië. Na enkele jaren strijd werden heel Engeland en Wales aan de Romeinen
onderworpen. In de veroverde gebieden stichtten de Romeinen de provincie Britannia, met
Londen (Londinium) als hoofdstad. Om de romanisatie te versnellen stichtten de Romeinen
nog veel meer steden, zoals Colchester (Camulodunum), Canterbury (Durovernum), Dover
(Dubris), York (Eboracum) en St. Albans (Verulamium). Het repressieve beleid leidde in 61
tot de opstand van de Iceni o.l.v. hun koningin Boudicca.
http://www.athenapub.com/boudicca.htm
Pas nadat Boudicca Londen, Colchester en St. Albans had geplunderd, slaagden de Romeinen
erin de opstand neer te slaan. Engeland diende vervolgens als uitvalsbasis voor de beroemde
gouverneur Agricola tijdens zijn operaties tegen de Caledoniërs in Schotland. Ondanks een
grote overwinning bij Mons Graupius werd Agricola door Domitianus teruggeroepen,
waardoor alle vorderingen in Schotland teniet werden gedaan.
Britannia ontwikkelde zich tot een rustige en vredige provincie. In 120 bracht keizer
Hadrianus een bezoek aan de provincie en zag in dat de noordgrens van de provincie (ruwweg
de hedendaagse grens tussen Schotland en Engeland) slecht beveiligd was. Hij liet daarom de
Muur van Hadrianus bouwen die, op een korte onderbreking na, voor de volgende 300 jaar de
provincie tegen Caledonische aanvallen zou beschermen.
In 211 stierf in York keizer Septimius Severus, die in de jaren daarvoor een veldtocht tegen de
Caledoniërs had geleid. Ook de crisis van de 3e eeuw bleef Britannia niet bespaard. Aan het
einde van de 3e eeuw riep Carausius zich uit tot keizer van een eigen Romeinse rijk in
Britannia. Na een kort bestaan werd dit rijk door Constantius Chlorus weer bij het Romeinse
Rijk gevoegd. In de 4e eeuw werd Britannia steeds meer geteisterd door aanvallen van
Saksische piraten. De Romeinen bouwden een verdedigingslinie, de zogenaamde Saksenkust.
Uiteindelijk trok keizer Honorius in 410 de Romeinse legioenen terug, omdat deze Italië
moesten verdedigen tegen de barbaren. De macht viel toe aan geromaniseerde Kelten, die
ontredderd achterbleven.
Romeins Brittannie ong. 400
Saksiche forten
Angelsaksisch Engeland
Met het vertrek van de Romeinen in het begin van de 5e eeuw was de bevolking niet
opgewassen tegen de in de loop van de 5e en 6e eeuw binnenvallende Germanen, die de
oorspronkelijke inwoners verdreven naar de uithoeken van het land, voornamelijk Cornwall
en Wales. Hoewel de naam Engeland verwijst naar een periode in de geschiedenis waarin het
land overstroomd werd door Germaanse stammen: de Angelen, Saksen en Juten. Hoewel
Engeland zijn naam dankt aan de Angelen (Angelland, Englaland), waren deze niet de
dominante partij. Er was weliswaar sprake van onderlinge strijd tussen de stammen, maar de
Angelen, Saksen en Juten deelden een gezamenlijke achtergrond en cultuur, en het is terecht
dat tot op de huidige dag sprake is van Angelsaksen. De naam van de Saksen leeft voort in de
naam van de huidige graafschappen Essex en Sussex (het gebied van resp. de Oost- en de
Zuid-Saksen) en in de naam Wessex, een invloedrijk koninkrijk (zie hieronder). Wessex
bestaat als graafschap niet meer, al spelen de romans van Thomas Hardy zich voornamelijk af
in dit door hem zo genoemde gebied.
Saksische invasies
In Saksisch bezit
18e eeuwse kaart
Brittannia, 5e eeuw
Koninkrijk van Mercia
Op den duur vormden de nieuwkomers eigen staten, die soms besloten tot samengaan.
Zodoende ontstond de zogeheten Heptarchie. Binnen deze heptarchie, die bestond uit zeven
onderscheiden koninkrijken, bestond een zekere hiërarchie en werd een van de koningen
beschouwd als Bretwalda, een vorst aan wie meer invloed werd toegekend dan de anderen.
716
Ong. 800
Het is moeilijk vast te stellen op welk moment de eenwording van Engeland plaatsvond.
Veelal wordt Egbert, de koning van Wessex, beschouwd als de eerste koning van heel
Engeland. Het was echter pas Alfred de Grote (koning van 871-899) die zichzelf Koning van
Engeland noemde.
Alfred de Grote
Egbert
Book of Kells
Het Book of Kells (ook bekend als Book of Columba) is een rijk geïllustreerd manuscript
dat, naar men vermoedt, rond het jaar 800 door Keltische monniken werd gemaakt, die in 806
naar het Ierse stadje Kells waren gevlucht na een inval van de Vikingen.
In Deens bezit, 880
886
Vanaf 793 wordt Angelsaksisch Engeland geteisterd door Vikingaanvallen vanuit
Scandinavië. In hetzelfde jaar wordt het rijke klooster Lindisfarne door hen geplunderd en
vernietigd. De Vikingen zouden in de volgende eeuw nog veel meer rooftochten organiseren.
Halverwege de 9e eeuw sloegen deze rooftochten om in ware veroveringstochten. Al snel
kregen de Denen grote delen van Oost-Engeland in handen, dat zij Danelaw noemen. In 878
weet de bovengenoemde Alfred de Grote de Deense leider Guthrum bij Edington te verslaan.
In het Verdrag van Wedmore werd vastgelegd dat de Denen zich in de Danelaw konden
vestigen en dat daar hun wetten zouden gelden. De Denen bleven nog enkele jaren aanvallen
uitvoeren, maar werden uiteindelijk door Alfred's kleinzoon Athelstan verslagen. De
opvolgers van Athelstan wisten zich niet alleen in naam, maar ook in realiteit tot koning van
geheel Engeland te maken.
Guthrum
Ruines klooster Lindisfarne
Lindisfarne Castle
http://members.tripod.com/~midgley/thedanes.html
Athelstan
In 1002 laat Athelstan's onbekwame achterneef Ethelred II op St Brice's Day alle Denen in het
land ombrengen. Hiermee riep hij de toorn van de Deense Vikingkoning Sven Vorkbaard op
zich af. Hij viel verschillende keren Engeland aan, maar werd iedere keer afgekocht. In 1013
besloot Sven echter dat hij zelf koning van Engeland wilde worden en hij verbande Ethelred.
Hij kon niet lang genieten van zijn heerschappij, want een jaar later stierf Sven. Zijn claim op
de troon werd overgenomen door zijn zoon, Knoet de Grote. Ethelred keerde terug uit
ballingschap. Hij slaagde er niet in de Denen te verdrijven en stierf in 1016. In hetzelfde jaar
kwam het bij Ashington tot een treffen tussen Knoet en Ethelred's zoon Edmund Ironside. Na
de onbesliste slag werd besloten het land tussen de beide pretendenten te verdelen. Ook
afgesproken werd dat als de een zou sterven, de ander zijn land zou krijgen. Later dat jaar
stierf Edmund en werd Knoet, een Deen, koning over heel Engeland.
Knoet was een veel betere koning dan verwacht. Hij respecteerde de Angelsaksische wetten
en bestuurde het land wijs een rechtvaardig. Knoet was in zijn tijd de machtigste vorst van
Europa, omdat hij koning was van Denemarken, Noorwegen en Engeland. Zijn macht zorgde
ervoor dat hij omringd werd door vleiers. Toen een van hem opmerkte dat hij zelfs de zee kon
bevelen, nam de koning zijn hele hofhouding mee naar het strand, waar hij de zee beval zich
terug te trekken. Toen dit niet gebeurde, vertelde Knoet zijn hovelingen dat hij, ook al was hij
koning, gewoon een mens was. In 1035 stierf Knoet en ontstond er een troonstrijd tussen zijn
zonen, Harold Hazenvoet en Hardeknoet. Hardeknoet was de wettige koning van Engeland en
zette een expeditie op touw om Harold af te zetten. Toen de exepeditie in 1040 in Engeland
aankwam, was Harold al overleden en werd Hardeknoet de onbetwiste koning. Hij maakte
zich door hoge belastingen erg impopulair. Hij haalde de zoon van Ethelred, Edward de
Belijder, terug naar Engeland om hem tot zijn troonopvolger te maken.
Edward
Toen Hardeknoet in 1042 stierf viel de kroon toe aan Edward, een Angelsaks. Edward was
een erg religieuze man, vandaar zijn bijnaam de Belijder. Hierdoor was hij erg kuis en deed
hij aan seksuele onthouding. Hij kreeg geen kinderen. Zijn regering was erg onrustig, omdat
Edward door zijn jeugd in Normandië veel Normandiërs een invloedrijke positie gaf. Dit
zinde de Saksische earls, o.l.v. Godwin van Wessex, niet. Er was dan ook geregeld sprake van
conflicten tussen de koning en Godwin. Edward liet, met hulp van zijn Normandische
adviseurs, de Westminster Abbey bouwen. Edward's hele regeerperiode werd overschaduwd
door zijn kinderloosheid en toen hij op in januari 1066 stierf, barstte er een troonstrijd uit.
W. Abbey, 1851
Romano-Britten
De Britten (of ter onderscheid van 'Britten' uit andere periodes Romano-Britten) zijn de
(Keltische) inwoners van Romeins Britannia en hun afstamming na het vertrek van de
Romeinen.
Inhoud





1 Geschiedenis
2 Religie
3 Bronnen
4 Britse koninkrijken
5 Verder lezen
Geschiedenis
Nadat in 406 de Germanen de Rijn waren overgestoken, werden in Britannia eerst Marcus,
toen Gratianus en uiteindelijk Constantijn III tot keizer benoemd. Deze laatste vertrok naar
Gallia om zijn troon te claimen en de invasietroepen te bestrijden, met medeneming van de
meeste troepen.
De Britten, zo stelt historicus Zosimus, waren in 409 in opstand gekomen tegen de Romeinen.
Wat dit precies inhoudt, is onduidelijk. Sommige historici houden het op een grootschalige
boerenopstand, zoals die ook in Armorica plaatsvond. Anderen zien er slechts een opstand
tegen Constantijn III en zijn aanhangers in, terwijl weer anderen ervan uitgaan dat het centrale
gezag in Brittania wegviel, en de regionale en lokale bestuurders de heerschappij overnamen.
De ontstane situatie werd formeel gemaakt door keizer Honorius, die in 410 de Britten
meedeelde dat zij zelf voor hun verdediging zorg moesten dragen - vanuit Rome zouden geen
troepen meer gestuurd worden.
De twee eeuwen die volgden gelden wel als de 'donkere eeuwen' van de Britse geschiedenis;
er is zeer weinig over bekend. Duidelijk is wel dat de Britten opnieuw leden onder invallen
van hun buren. Naar het schijnt werden er als bescherming tegen de Picten en de Schotten
Angelsaksische huurlingen aangetrokken. Deze kwamen echter al spoedig in opstand, en
trokken plunderend en verwoestend door het land. Bronnen geven Vortigern als de naam van
de Britse koning, Hengest als die van de Angelsaksische leider.
Onder Ambrosius Aurelianus gingen de Britten in de tegenaanval, en na een fiks aantal
veldslagen, waarvan Mons Badonicus de bekendste en belangrijkste was, wisten zij te
zegevieren. De Angelsaksen werden teruggedreven naar hun eigen gebied in het oosten van
het eiland. Een andere bekende naam uit deze strijd is die van koning (meer waarschijnlijk
legerleider) Arthur. De exacte datum van deze gebeurtenissen is niet bekend, maar Mons
Badonicus moet vermoedelijk ergens rond 500 worden geplaatst. De Britten werden in deze
tijd geregeerd door een aantal regionale koningen.
In 549 werd Brittannië getroffen door een pestepidemie,
Britannia reges habet sed tyrannos
en later in de eeuw begonnen de aanvallen van de
- Britannia heeft koningen, maar het
Angelsaksen opnieuw. Een eerste grote Angelsaksische
zijn tirannen - Gildas
overwinning was in 571, waarmee ze Limbury,
Aylesbury, Benson en Eynsham veroverden. In de zevende eeuw ging de verovering van Brits
gebied door Angelsaksische rijken als Northumbria, Mercia en Wessex verder. Van Edwin
van Northumbria wordt gezegd dat hij zo ver in Brits gebied doorstootte dat zelfs Anglesey en
Man onder zijn gezag vielen. In 633 werd hij echter verslagen door een verbond tussen de
Britse koning Cadwallon van Gwynedd en de Angelsaksische koning Penda van Mercia.
Cadwallon leek Northumbria veroverd te hebben, maar het volgende jaar werd hij zelf
verslagen, en sneuvelde.
In deze en latere tijden noemt men de bewoners van de Keltische rijken niet meer Britten
maar Welsh, hoewel het door hen bewoonde en beheerste gebied groter is dan het huidige
Wales: Ook Dumnonia (Cornwall) en Strathclyde (zuidwest Schotland) waren nog Welshe
rijken.
Religie
Brittania werd grotendeels gedurende de vierde eeuw gekerstend, en ten tijde van Patrick en
Gildas lijken er van het heidendom dan ook geen van belang zijnde sporen meer over. Wel
was het christendom in Brittania soms verschillend van de orthodoxie elders. Zo was Pelagius
waarschijnlijk van Britse afkomst, en hoewel hij voornamelijk in de mediterrane wereld actief
was, was het ook in Britannia dat zijn leer (het Pelagianisme) het langst van invloed bleef.
Gedurende latere eeuwen zou het christendom zich op de Britse eilanden, overigens vooral in
Ierland door de afgelegenheid min of meer zelfstandig ontwikkelen, waardoor het
zogenaamde Keltische christendom ontstond.
Bronnen
Gildas
Bede
De enige echt belangrijke eigentijdse bron over de Donkere Eeuwen is Gildas, die rond 550
als proloog op zijn De Excidio et Conquestu Britannie een overzicht van de geschiedenis
geeft. De overige eigentijdse bronnen (de Byzantijnse geschiedschrijver Procopius, de
levensbeschrijving van Sint Germanus en enkele brieven van Sint Patrick) geven slechts
enkele sporadische gegevens. Latere bronnen zijn Bede, de Anglo-Saxon Chronicle en de
Historia Brittonum. De betrouwbaarheid van deze bronnen, voorzover ze over een dergelijk
ver verleden spreken, is echter twijfelachtig. Archeologische vondsten uit deze periode zijn
ook relatief schaars, en bovendien, vanwege het ontbreken van munten, moeilijk dateerbaar.
Britse koninkrijken
De belangrijkste, of in elk geval bekendste, Britse rijken zijn:






Strathclyde (zuidwest Schotland)
Gododdin (zuidoost Schotland)
Rheged (rond Solway)
Elmet (westelijk Yorkshire)
Gwyned (noord Wales)
Powys (centraal Wales en Shropshire)


Dyfedd (zuid Wales)
Dumnonia (Cornwall en Devon)
Picten
De Picten is een van de stammen die ten tijde van het Romeinse Rijk in het huidige Schotland
woonden. Ze spraken Pictisch. Het was waarschijnlijk een Keltische taal.
Oorsprong
In de ijzertijd rond 50 v.Chr, net voor de overkomst van Julius Caesar, stopte de Keltische
migratie naar Schotland. Het land was toen verdeeld in een aantal elkaar bestrijdende
stammen die in hun levensonderhoud probeerden te voorzien met akkerbouw (gerst en haver),
veeteelt (schapen), de jacht (herten) en visserij. De Romeinen gaven deze stammen de naam
Picten vanwege hun tatoeages (Picti betekent 'geverfden').
Een belangrijke Pictische koning was Onuist, die het grondgebied van de Picten in de vroege
Middeleeuwen sterk heeft uitgebreid. De Picten kwamen in contact met het christendom: De
heilige Columba heeft een kersteningspoging ondernomen, al is niet bekend of dit gelukt is.
De enige geschriften die de Picten hebben nagelaten zijn een soort runen die op stenen zijn
gekrast in een speciaal alfabet dat ogham wordt genoemd: het alfabet zelf is ontcijferd, maar
aangezien over het Pictisch te weinig bekend is, is de inhoud van wat er staat onbegrijpelijk.
Ook over hun mythologie en concrete levenswijze is vrijwel niets geweten.
http://www.vincentpeters.nl/triskelle/history/celtictribes.php?index=060.030.005
Ogham Stones
Angelen
De Angelen waren een Germaans volk uit het noorden van Europa. De kern van hun gebied
was waarschijnlijk gelegen in Sleeswijk. In de 5e eeuw staken zij het Kanaal over en vielen
het huidige Groot-Brittannië binnen, samen met de Saksen, Friezen en de Juten. Naar het
schijnt zijn alle leden van de stam der Angelen in de loop van de 5de eeuw overgestoken,
want nadien is er nergens op het vasteland meer iets vermeld over hen. Dit in tegenstelling tot
de Saksen, Friezen en Juten wier afstammelingen heden ten dage nog in grote getale in hun
oude stamlanden wonen.
De naam Engeland is naar dit volk genoemd, evenals direct of indirect woorden als Engels,
angelsaksisch en anglofiel van het woord angelen zijn afgeleid.
http://www.heidendom.nl/friezenfrankensaksen.html
Voor de Friezen:
http://home.hetnet.nl/~adevanderwal/frikon.htm
http://www.brucop.com/millennium/nederlands/toponyms/
Angelsaksen
Angelsaksen is de verzamelnaam voor de verschillende Germaanse stammen die zich, na het
vertrek van de Romeinen in 407, in de loop van de 5e eeuw en later in Engeland vestigden.
De stammen waren afkomstig uit het noordwesten van Duitsland en Nederland (de Angelen
en de Saksen en de Friezen) en uit Denemarken (de Juten).
De Saksen vestigden zich in het zuiden van het land, de Juten in het zuidoosten (Kent), de
Angelen namen het grootste gebied in: het midden en noorden.
Na verloop van tijd ontstond een aantal kleine koninkrijken, die elkaar de hegemonie
betwistten. Om redenen van overzichtelijkheid worden meestal alleen de zeven invloedrijkste
genoemd onder de betiteling heptarchie: Kent, Sussex, Wessex, Essex, Northumbria, East
Anglia en Mercia.
Eind 6e eeuw lag het overwicht bij Kent. Paus Gregorius de Grote bevorderde via Augustinus
van Canterbury de kerstening van de Germaanse stammen. Dit leidde in 597 tot de bekering
van koning Ethelbert van Kent. Vervolgens nam Northumbria de positie van het leiderschap
over. Koning Edwin van Northumbria liet zich in 627 dopen, waarna York de zetel werd van
een nieuw bisdom en een kathedraalschool.
Offa
Geleidelijk aan ging de hegemonie over naar Mercia onder koning Ethelred van Mercia. Dit
koninkrijk verwierf grote macht onder koning Ethelbald en met name koning Offa. De laatste
bleef vooral bekend door de grensdam die hij bouwde aan de grens met Wales (Keltisch
gebied): Offa's Dyke.
Na Offa kreeg het koninkrijk Wessex de overhand. Koning Egbert (802-839) werd door
Northumbria en Mercia erkend als bretwalda (een benaming voor de primus inter pares en
daarmee in feite heerser over heel Brittannië). Na hem begonnen de invallen van de Denen
(ook wel Vikingen of Noormannen) en ten tijde van koning Alfred de Grote hadden zij een
groot deel van het land in handen. Alfred wist via een belangrijke overwinning in de slag bij
Edington in 878 een vrede te bereiken waarbij Wessex verder buiten schot bleef, maar het
noord-oosten aan de Denen moest worden gelaten. Hun overheersing stond later bekend onder
de naam Danelaw.
Alfreds opvolgers, zijn zoon Edward de Oudere en diens zoon Athelstan, wisten de Denen te
bedwingen en hun gezag uit te breiden. Onder koning Edgar (959-975) bereikte het
Angelsaksische rijk een hoogtepunt. De aanvallen van de Noormannen hielden op en de
bevolkingsgroepen vermengden zich onderling.
Aan het eind van de 10e eeuw hervatten de Denen hun aanvallen. Zij konden enige tijd
afgekocht worden door de betaling van het zogenaamde Danegeld, maar in 1016 werd de
Deense koning Knoet ook koning van Engeland. Na de koningen Harold I en Harthacanute
volgde in 1042 het herstel van de overheersing door Wessex onder koning Edward de
Belijder. Daarna nam de Normandische invloed toe, wat uitliep op de Normandische
verovering van Engeland door Willem de Veroveraar in 1066.
Angelen en Picten
De Angelen waren Germanen, die afkomstig waren uit de regio van Angeln in het huidige Schleswig-Holstein,
vlakbij Jutland.
Zij trokken de eilanden binnen langs Northumbria.
Engeland is afgeleid van Englaland of Anglaland.
De Angelen hadden ook af te rekenen met de Picten, een volk dat vanuit het continent naar Schotland was
overgewaaid omstreeks 1000 voor onze jaartelling, en dat 800 jaar nadien ook Ierland bevolkte.
Ook de Romeinen hadden met dit volk al af te rekenen gehad en dat leidde tot de bouw van de Muur van
Hadrianus.
In de 3de eeuw na onze jaartelling beschreven de Romeinen de Picten als lastige kerels die vanuit het noorden
hun provincies bleven bestoken.
De Romeinse keizer Flavius Valerius Constantius l (205 - 306), die ook Constantius Chlorus werd genoemd en
die zou sneuvelen in Eboracum (het huidige York), voerde tussen 296 en 306 diverse campagnes tegen de
Picten, die zich tijdens de 4de en 5de eeuw tot het christendom zouden bekeren.
De Picten zouden ook de Saksen klein krijgen, zodat die geen vaste voet kregen op Schotland.
Pas in 850 zouden de Picten, die toen ook een eigen koning hadden, worden verslagen door Kenneth I MacAlpin,
koning van Schotland.
Hij verenigde zijn territorium met het op de Picten veroverde gebied en riep het Koninkrijk Schotland uit.
Een krijgshaftige en vooral oorlogszuchtige stam waarmee de Romeinen tussen 48 en 78 na onze jaartelling
moesten afrekenen, waren de Siluriërs.
Die leefden in zuidoostelijk Wales en werden pas overwonnen toen een legioen gevestigd werd in een ommuurde
vesting te Isca, het huidige Carleon. De belangrijkste stad van de stam werd geromaniseerd als Venta Silurum en
heet nu Caerwent. Deze plek ligt bij Newport.
Zeven koninkrijken
De Angelen en Saksen staken vanuit Friesland, Jutland en Denemarken over naar het latere Verenigd Koninkrijk
Zij verdreven de oorspronkelijke Keltische bevolking naar de uithoeken van het eiland en stichtten hun eigen
koninkrijken.
De Juten waren Germanen uit het huidige Jutland in Denemarken. Zij vestigden zich van de 5de eeuw af in Kent
en op het eiland Wight.
Bretwalda was een titel die gegeven werd aan enkele van de Angelsaksische koningen van Engeland kregen de
titels Bretwalda. Het begrip groeide uit het Angelsaksische Bretanwealda, met de mogelijke betekenis van "Heer
van Brittannië".
Heptarchie is de term die door historici gebruiktt werd als omschrijving van de zeven Angelsaksische koninkrijken
in Engeland: Wessex, Essex, Sussex, Kent, East Anglia, Mercia en Northumbria.
Het begrip behelst de periode van de verovering van Engeland door Germaanse stammen (Angelen, Saksen en
Juten) tot de invallen door de Noormannen (500 tot 850).
De machtsverhoudingen waren zeer verscheiden.
Essex en Sussex als machtsfactor veelal minder belangrijk dan de andere rijken. Kent was in het begin
invloedrijk, maar kwam snel terecht in het gezelschap van Essex en Sussex.
Koninkrijken Lindsey, Hwicce, Surrey en Middle Anglia speelden niet echt een rol.
Het waren Northumbria, Mercia en Wessex die de lakens uitdeelden.
Van de zeven koninkrijken zijn er drie die nu nog ongeveer hetzelfde gebied huisvesten en ook hun naam
behielden: Kent, Sussex en Essex.
Kent verwijst naar de oorspronkelijke Keltische bewoners, die Kentii of Cantiaci werden genoemd. De naam
Sussex komt van de Zuid-Saksen en Essex verwijst naar de Oost-Saksen.
East Anglia was het gebied van de Oost-Angelen. Naam en gebied bestaan nog. East-Anglia ligt in de
graafschappen Norfolk en Suffolk.
Northumbria en Mercia waren eveneens koninkrijken van de Angelen. Northumbria is het gebied ten noorden van
de rivier de Humber.
Het koninkrijk Mercia lag oorspronkelijk in de Trent vallei, maar wist zijn territorim te vergroten ten koste van de
Midden-Angelen, de Magonsaete en de Hwicce. Uiteindelijk was het gebied zo groot dat het reikte tot de Humber
in het noorden, de Theems in het zuiden en Wales in het westen.
Wessex (van de West-Saksen) kreeg uiteindelijk de overhand kreeg en zou Engeland verenigen onder koning
Egbert. Net als Mercia wisten zij hun gebied, oorspronkelijk gelegen in de huidige graafschappen Hampshire en
Wiltshire, uit te breiden tot de hele streek ten zuiden van de Theems (behalve Cornwall).
Bron: Wikipedia
De vlucht van de latere Bretoenen
De Angelen hadden in het huidige Engeland de Britons verjaagd, die Kelten waren van oorsprong, en die
vermoedelijk tussen 4500 en 1200 voor onze jaartelling de overtocht hadden gemaakt.
Met Britons werden de verschillende Keltische stammen aangeduid.
Toen De Angelen hen verdreven, vluchtten vele Britons het kanaal over naar het noordwesten van het Franse
Armorica, het latere Bretagne en nestelden zij zich daar als voorvaderen van de Bretoenen.
Juten
Jutland
Algemeen wordt aangenomen dat de Juten een Germaans volk vertegenwoordigen uit het
huidige Jutland (Latijn: Iutum), een geografisch gebied zich ooit uitstrekte over het westen
van Denemarken en een deel van de Friese kust. De Juten worden naast de Angelen, Saksen
en Friezen genoemd als één van de Germaanse stammen die vanaf de 5e eeuw de Noordzee
overstaken en Groot Brittannië binnenvielen, nadat het eiland door de Romeinen onverdedigd
was achtergelaten, en in Engeland de oorspronkelijk Keltische bevolking absorbeerde of
vernietigde. Volgens Bede vestigden zij zich in Kent, Hampshire en op het eiland Wight. Een
aantal toponymen zouden getuigen van de Jutse aanwezigheid in het gebied, zoals Ytene,
waarover Florence van Worcester wist te vermelden dat het in zijn tijd de naam was van het
huidige New Forest.
Voor de aanwezigheid van de Juten in Kent zijn een aantal aanwijzingen, zoals het bestaan
van het erfrechtsysteem dat bekend is onder de naam gavelkind), maar van een Jutse
aanwezigheid in Hampshire en het eiland Wight ontbreekt vrijwel elk archeologisch spoor.
Robin Bush, een recent expert op het gebied, heeft zelfs de theorie voorgesteld dat de Juten
van Hampshire en het eiland Wight slactoffers van genocide door de West Saksen zijn
geworden, hoewel dit het onderwerp van veel academisch debat is geweest en werd
tegengeworpen dat misschien alleen de adel werd vernietigd.
Aangenomen wordt dat de achterblijvers op het continent de voorouders zijn van de inheemse
bewoners van het moderne Jutland.
Sommige geleerden menen in de ēotenas die in het epos Beowulf betrokken waren bij het
Fries-Deense conflict beschreven in de Finnesburg Episode (regels 1068-1159), en die ook
genoemd worden in het daaraan verwante oud-Engelse Finnesburg Fragment, de Jutes te
kunnen herkennen, terwijl anderen in ēotenas een synoniem voor "reuzen" zien of een
kenning voor "vijand"; Als de Juten inderdaad dezelfde zijn als de Euthiones, dan worden
deze genoemd in een gedicht van Venantius Fortunatus in het jaar 583 na Christus.
Juten and Gauten
Volgen de zogenaamde "Jutse hypothese" worden de Juten als hetzelfde volk verondersteld
als de Gauten, een Skandinavisch volk dat tijdens de Germaanse volksverhuizing in zuidelijk
Zweden leefde. Het "Oxford English Dictionary" identificeert de Zweedse Gauten (Swedish
Geats) via de vormen Eotas, Iótas, Iútan en Geátas met de Deense Juten. Anderzijds wordt in
zowel het oud-Engelse gedicht Widsith als in het oud-Engelse epos Beowulf in de Finn
passage (zie het Finnsburg Fragment) de Eotenas scherp van de Geatas onderscheiden.
Mogelijk werden de twee stamnamen echter in de vroeg-christelijke literatuur van Engeland
met elkaar verward, zoals bijvoorbeeld wel voor de bronnen over de dood van de Zweedse
koning Östen werd aangetoond. Een andere mogelijkheid is dat Eotenas een synoniem is voor
"reuzen" en etymologisch overeenkomt met de Noorse Jotuns (in plaats van met de naam van
een stam.
Widsith
Het is niet uitgesloten dat de Juten genetisch gerelateerd waren met de Gauten, en zelfs met de
Gothen die vermeld worden in de Gutasaga, volgens welk verhaal de bewoners van Gotland
het vasteland van Europa bereikten. De archeologische vindplaats Wielbark in Polen zou
aantonen dat de Gothen daar in een vroeg stadium aankwamen.
Gotland
Leuke site:
http://legends.duelingmodems.com/kingarthur/history.html
Tot zover!
Download