Chemische wapens gevonden in Irak bevestigen leugens invasie

advertisement
Bron:
http://www.dewereldmorgen.be/artikel/2014/10/16/chemische-wapens-gevonden-in-irakbevestigen-leugens-invasie
Chemische wapens gevonden in Irak bevestigen leugens invasie
Het bestaan van chemische wapens was volgens Amerikaans president Bush en Brits eerste minister
Blair de voornaamste reden voor de invasie van Irak in 2003. Er werd inderdaad een voorraad
chemische wapens 'ontdekt'. Toch werd beslist die 'vondst' geheim te houden. Jon Queally, journalist
bij Common Dreams, legt uit waarom.
Jon Queally en DeWereldMorgen Vertaaldesk
donderdag 16 oktober 2014
Donald Rumsfeld, speciaal gezant van president Reagan, ontmoette Iraaks president Saddam Hoessein in Bagdad
op 20 december 1983, om wapenleveringen te bespreken. In 2003 was hij als minister van Defensie van president
W. Bush zeker van de aanwezigheid van chemische wapens in Irak. Dit mopje circuleerde daar toen over: "Ik weet
het zeker want ik heb de rekeningen bewaard" (foto Wikimedia Commons)
Recente artikels van de New York Times tonen aan dat de enige chemische wapens die in Irak werden
gevonden – het waren reeds lang gestockeerde voorraden die teruggingen tot de jaren 1980 – op geen
enkel manier de motivering bevestigen die de regering van president W. Bush gaf om de invasie van
Irak te verantwoorden.
“Dit zijn niet de chemische wapens waar je naar moet zoeken”
Een artikel op de website van de New York Times (NYT) op 14 oktober 2014 stelt dat er wel degelijk
verouderde voorraden van chemische wapens in het land (Irak) aanwezig waren. De regering-Bush
beweerde echter meer, namelijk dat er een programma was voor de vervaardiging van chemische
wapens (zo een programma bleek niet te bestaan).
Die 'achtergelaten' wapens gingen volgens de NYT terug tot de jaren 1980, toen de VS en andere
westerse naties bondgenoten waren van Irak en wapens en chemische stoffen leverden aan Saddam
Hoessein voor de oorlog tegen Iran (1980-1988). De Amerikaanse troepen die uiteindelijk op die
voorraden stootten, kregen het bevel ze te vernietigen en moesten verder zwijgen over wat ze daar
hadden gezien, zelfs als dat hun eigen leven en dat van anderen in gevaar bracht.
Volgens de berichtgeving in de krant hebben de voormalige Amerikaanse soldaten, die meewerkten
aan het verwijderen van dergelijke wapens tijdens de jarenlange bezetting van Irak aan de NYT gezegd,
dat de regering-Bush en het Pentagon het bestaan van die wapens verzwegen. Om meer redenen,
“onder meer omdat de regering ermee verveeld zat te moeten erkennen dat ze daar verkeerd had
gedaan”.
“Wat ze nodig hadden, is te kunnen stellen dat Saddam Hoessein chemische wapens had gebruikt na
9/11”, zo stelde Jarrod Lampier, een gepensioneerde majoor. Hij was aanwezig bij de ontdekking van
de grootste vondst van chemische wapens tijdens de oorlog. Hij stelt dat zijn eenheid 2.400 raketten
met zenuwgas bovenhaalde in 2006. Die bevonden zich in een voormalige hangar van de Republikeinse
wacht (de speciale troepen onder rechtstreeks leiding van de president).”Die waren allemaal van voor
1991”.1
De ontdekking van deze chemische wapens bevestigde dus niet de reden die de regering had gegeven
voor de invasie. Na de terroristische aanvallen van 9/11 in 2001 bleef Bush erop aandringen dat volgens
hem Saddam Hoessein een programma had (en verborgen hield) voor de vervaardiging van
massavernietigingswapens. Daarmee ging Saddam Hoessein in tegen de wil van de internationale
gemeenschap en bracht hij de wereld in gevaar. De inspecteurs van VN ter plaatse konden echter geen
bewijzen vinden voor deze beweringen.
Onvoorbereid
Tijdens de jarenlange bezetting begonnen Amerikaanse troepen oude chemische munitie terug te
vinden in verborgen schuilplaatsen en in bermbommen. Dat waren typisch 155 millimeterartilleriegranaten en 122 millimeter-raketten, overblijfselen van een wapenprogramma dat Irak zeer snel
had gestart in de jaren 1980 tijdens de oorlog met Iran.
Die waren volgens getuigen allemaal gefabriceerd voor 1991. Een groot deel ervan was zo vuil, verroest
of uitgevreten dat ze nog amper als chemische wapens identificeerbaar waren. Een aantal was leeg,
maar heel wat exemplaren bevatten nog krachtige restanten van mosterd- of saringas. De meeste
projectielen waren niet eens 'geschikt' als chemisch wapen, omdat ze er niet voor ontworpen waren en
de chemische bestanddelen slechts over een klein gebied konden verspreiden, zo meenden de meeste
getuigen.
Volgens de personen die met de NYT spraken, bleek uit de analyse van deze oorlogsmunitie dat de
inlichtingendiensten compleet fout bezig waren. Eerst en vooral vond de Amerikaanse regering
helemaal niet wat ze van bij het begin van de oorlog beweerde te willen vinden. Daarbovenop bereidde
de regering de eigen troepen en medische diensten totaal niet voor op de verouderde wapens die ze
wel vonden.
Als reactie op deze berichten antwoordde journalist Murtaza Hussain van The Intercept met een
aantal tweets: “Het nieuwe aan dit verhaal is dat de regering-Bush even nonchalant omsprong met
Amerikaanse levens als met Irakese.”
Het onderzoek is nog pijnlijker: “In vijf of zes incidenten waarbij (Amerikaanse) troepen werden verwond
door chemische substanties, bleek de munitie in de VS ontworpen te zijn, samengesteld in Europa en
gevuld met chemische munitie in productielijnen die door westerse bedrijven in Irak waren gebouwd.”
Pleidooi
Een aantal personen meenden dat uit de recente revelaties van de NYT dus blijkt dat de reden voor de
Amerikaanse invasie van 2003 correct was. Jessica Schulberg van het tijdschrift The New Republic was
een van de eersten om die bewering onderuit te halen:
“Het debat over de legitimiteit van de oorlog in Irak ging nooit over het feit of Saddam Hoessein ooit op
een bepaald tijdstip massavernietigingswapens had bezeten. Iedereen wist dat Saddam Hoessein een
gamma massavernietigingswapens had ingezet tegen Iran tijdens de oorlog in de jaren 1980 – de VS
was gebrand op de vernietiging van de pas ontstane Islamitische Republiek van Iran2 en hielp hem dat
programma te ontwikkelen.”
Schulberg voegt daaraan toe: “Bush kreeg voor zijn pleidooi tot de internationale gemeenschap geen
zegen van de VN-Veiligheidsraad en gebruikte de retoriek (van de massavernietigingswapens) als
rechtvaardiging voor de invasie van Irak en de omverwerping van het regime van Saddam Hoessein.
Hij had niet de oorlog verklaard aan een tientallen jaren bestaand programma voor chemische wapens,
maar aan een volgens hem aan de gang zijnde programma dat zou kunnen worden ingezet tegen
massa's burgers.”
Als de ontdekking na de invasie van deze oude uiteenvallende chemische wapens had kunnen dienen
als bewijs dat de invasie gerechtvaardigd was, dan had het Witte Huis die kans nooit laten liggen. In
2005 hadden de wapeninspecteurs van de CIA in een rapport van 92 pagina's besloten dat de zoektocht
naar massavernietigingswapens “zo ver als mogelijk was gegaan” en dat er geen bewijzen waren
gevonden van een actief wapenprogramma.
Dat CIA-rapport bevatte ook een addendum: “Het is mogelijk dat de strijdkrachten in Irak ook kleine
aantallen verouderde chemische wapens vonden – meer dan waarschijnlijk gaat het om verloren
gelegde of onvoldoende vernietigde munitie van voor de Golfoorlog van 1991.”
Toedekken
In maart 2003 tijdens de inval in Irak stond het vertrouwen in de president in de opiniepeilingen op 70
procent. Toen het rapport van de CIA uitkwam, was dat al gezakt tot 48 procent. De regering van Bush
had toen kunnen roepen: “Kijk, we hadden gelijk!”
In plaats van de ontdekking van deze resten van chemische wapens uit de jaren 1980 dik in de verf te
zetten, doet het Pentagon zijn uiterste best om dat toe te dekken. Er was niets voorzien om de schade
op te vangen die deze wapens konden toebrengen aan de Amerikaanse troepen en de verwondingen
die er door waren veroorzaakt waren bijzonder vervelend.
Het bestaan van verouderde chemische wapens in Irak was nooit het motief voor de invasie van Irak en
het was zeker geen geheim. Het enige geheime aan deze zaak was de schade aan Amerikaanse
soldaten en daaropvolgend het falen van de overheid om deze slachtoffers degelijk te verzorgen.
1 In 1991 viel Irak Koeweit binnen en werd Saddam Hoessein van een jarenlange trouwe bondgenoot
in één nacht omgedoopt tot 'de nieuwe Hitler' van het Midden-Oosten.
2 In 1979 werd de sjah van Iran verdreven door een volksopstand, die niet meer in te tomen was met
zijn repressie-apparaat. SAVAK, de geheime dienst van de sjah, werd tijdens zijn bestaan omschreven
als 'de meest wreedaardige folteraars ter wereld'. De sjah van Iran kwam aan de macht na een
staatsgreep in 1958, die logistiek werd voorbereid en gesteund door Groot-Brittannië en Frankrijk.
Daarmee verwijderden ze de democratisch verkozen regering van sociaaldemocraat Mossadegh, die
de Britse en Franse oliebronnen in het land wilde nationaliseren, om de winsten voor zijn eigen land te
gebruiken.
Het artikel Legacy of Chemical Weapons in Iraq Compounds Lies and Failures of US
Invasion van Jon Queally verscheen op 15 oktober 2014 op de website Common Dreams. Het werd
vertaald door Lode Vanoost. Overname kan voor niet-commerciële doeleinden, mits weblink naar deze
vertaling en naar het oorspronkelijk artikel.
Download