Natuurwetten bepalen ons wereldbeeld

advertisement
IP03 Impuls 5
01-03-2007
10:48
Pagina 1
Katern voor scholing, her- en bijscholing
05
Een uitgave van Intech Elektro & ICT en OTIB
maart 2007
inHoud
1
Basiskennis
Natuurwetten
bepalen ons
wereldbeeld
Natuurwetten bepalen
3
ons wereldbeeld
Van atoommodel
via lading tot
stroom
5
Wie, wat, waar:
overzicht opleidingen
6
Fotowedstrijd ‘Zo
moet het niet!’
6
Wilt u uw werknemer ook een foto
laten maken van
zijn of haar carrière?
Wat zijn natuurwetten? Aan de hand van voorbeelden wordt toegelicht wat wij
onder een natuurwet verstaan. Natuurlijk kunnen we niet alle natuurwetten
beschrijven. Het gaat er meer om een principieel begrip te ontwikkelen voor
wat natuurwetten eigenlijk zijn.
Het begrip ‘elektrotechniek’ is nog lang niet
zo oud als velen wellicht aannemen. Werner
von Siemens (afbeelding 1) heeft het begrip
aan het eind van de 19e eeuw vorm gegeven.
Daarvoor sprak men binnen het kader van de
natuurkunde over elektriciteitsleer. Van een
technische toepassing van dit gebied was aanvankelijk lange tijd geen sprake. De eerste
toepassingen, zoals telegraaf of elektromotoren,
werden tot het vakgebied van de machinebouw
gerekend, omdat ze nog voor het grootste deel
uit mechanische componenten bestonden.
De natuurkunde houdt zich bezig met de wetten van de levenloze natuur. Natuurwetten
beschrijven bepaalde, in de natuur voorkomende omstandigheden. Ze hebben de
eigenschap, dat we er alleen kennis van
kunnen nemen en dat we ze niet verder kunnen verklaren, net zoals een experimenteel
vast te stellen feit is zoals het is. De natuurkunde probeert dat wat gebeurt exact met
formules, dat wil zeggen vergelijkingen te
beschrijven. Deze wetenschap is dus geïnteresseerd in de kwantitatieve verbanden.
In het lexicon ‘Natuurwetenschappen en techniek’ van Brockhaus staat onder het begrip
‘natuurwetten’ als verklaring het volgende:
‘Natuurwetten, vaste regels, volgens welke in
overeenstemming met onze ervaring de
natuurverschijnselen zich afspelen en die zich
meestal als vergelijkingen laten uitdrukken.
Deze regels en vergelijkingen laten over het
algemeen slechts een beschrijving bij benadering zien, die overeenkomt met de huidige stand
van de ervaring en de meettechniek. Bij nieuwe
ervaringen en meer verfijnde meettechnieken
moeten de natuurwetten vaak worden uitgebreid of opnieuw worden geformuleerd. De
oude opvatting geldt dan meestal als een
onder bepaalde omstandigheden bruikbare
benadering.’
m1
F
F
m2
r
2. Aantrekking van massa’s door zwaartekracht.
De wet van de zwaartekracht
Als eerste voorbeeld van een natuurwet behandelen we de wet van de zwaartekracht die
door de Britse natuurkundige Isaac Newton
(afbeelding 1) is opgesteld. De wet beschrijft
de eigenschap van massa’s om elkaar aan te
trekken (afbeelding 2). De wiskundige formulering luidt:
G = zwaartekrachtconstante
m1, m2 = massa’s in kg
r = afstand van de zwaartepunten van de
lichamen
05 1
IP03 Impuls 5
01-03-2007
10:48
Pagina 2
natuurwetten bepalen ons wereldbeeld
1. Galerij van de slimme koppen (v.l.n.r.): Werner von Siemens (1816 – 1892), Sir Isaac Newton (1643 – 1727), Charles Augustin de Coulomb ( 1736 – 1806),
Niels Bohr (1885 – 1962), Hendrik Lorentz (1853 – 1928) en Albert Einstein (1879 – 1955).
Een voorbeeld ter verduidelijking: gegeven
zijn twee massa’s met m1 = m2 = 1 kg en
een afstand van r = 10 m. Hoe groot is de
aantrekkende kracht F ? We noteren dan:
De kracht waarmee beide massa’s elkaar
aantrekken, is buitengewoon klein. Vandaar
dat het toen helemaal niet zo eenvoudig
was dergelijke experimenten uit te voeren.
We moeten namelijk niet vergeten, dat men
indertijd nog niet kon beschikken over de
huidige meetinstrumenten. Er werd gebruik
gemaakt van bijzonder listige meetmethoden. Kijken we vervolgens naar de aantrekking van aarde en maan. Dan geldt:
maarde =5,997•1024 kg
mmaan =7,35•1022 kg
r = 3,844•105 km
Voor de aantrekkingskracht F levert dat op:
Deze astronomisch hoge waarde kunnen
we ons helemaal niet voorstellen.
De zwaartekracht is de oorzaak van het bij
elkaar blijven van de sterrenmassa’s en de
stersystemen en is verantwoordelijk voor
de beweging van de sterren. Het desbetreffende deelgebied van de natuurkunde, dat
zich met de bewegingen van de sterren en
planeten bezighoudt, heet hemelmechanica.
Dit vak bestaat grotendeels uit een toepassing van de wetten van Kepler. Bij de
zwaartekracht op aarde (wat is het gewicht ?)
gaat het overigens om een bijzonder geval
van de algemene zwaartekracht.
05 2
De wet van Coulomb
De Lorentzkracht
Een natuurwet, die onder de elektriciteitsleer
valt, is de zogenoemde wet van Coulomb.
Die zegt dat ongelijknamige elektrische
ladingen elkaar aantrekken en gelijknamige
elkaar afstoten. Deze wet is genoemd naar
de Franse natuurkundige Charles Augustin
de Coulomb (afbeelding 1) en luidt:
Een natuurwet, die valt binnen het gebied
van het magnetisme, is de naar de Nederlandse natuurkundige Hendrik Lorentz
(afbeelding1) genoemde Lorentz kracht.
Hiervoor geldt: op bewegende ladingdragers wordt in een magneetveld een kracht
uitgeoefend. Voor het geval, dat de richting
van de magnetische fluxdichtheid B en de
snelheid v loodrecht op elkaar staan,
geldt:
F=q•v•B
q1, q2 = puntladingen, dat wil zeggen
ruimtelijk gezien oneindig kleine ladingen
(Zulke ladingen zouden op een afstand van
elkaar kunnen worden geplaatst die naar
nul gaat - hoe groot wordt dan de kracht?)
r = afstand van de puntladingen
ε0 = diëlectrische constante van het vacuüm
Nemen we als voorbeeld het waterstofatoom dat uit een positieve kern, het proton, bestaat en een elektron, dat op een
afstand van circa r = 1.10-10 m om de
kern beweegt, net zoals een planeet om de
zon.1)
Dit model wordt overigens het atoommodel
van Bohr genoemd. Het is vernoemd naar
de Deense natuurkundige Niels Bohr
(afbeelding 1) die daarvoor in 1922 de
Nobelprijs ontving. Het proton heeft dezelfde lading als het elektron, maar dan met
een verschillend teken (proton positief,
elektron negatief). Deze lading wordt aangeduid als de elementaire lading e (e =
1,602.10-19 C). Voor de aantrekkingskracht F tussen het proton en het elektron
van het waterstofatoom betekent dat:
Van beslissende betekenis is dat de ladingdrager in beweging moet zijn. Op stilstaande ladingen ontstaat in het magneetveld
geen kracht.
We zouden nu nog rustig met natuurwetten
kunnen doorgaan. De beschrijving van de
natuurwetten en de daarvan afgeleide wetten vormen het complete gebied van de
natuurkunde – één belangrijke wet moet
hier echter nog worden genoemd.
Uitbreiding van het licht
Een verdere natuurwet luidt dat licht zich
in het vacuüm met een universele snelheid
uitbreidt, de lichtsnelheid c 0. De lichtsnelheid bedraagt in het vacuüm bijna
300.000 km/s. Het is de hoogste snelheid
die een signaal kan bereiken. Dit inzicht
postuleerde (postuleren = aannemen)
Albert Einstein (afbeelding 1) en hij schiep
daarmee de ‘speciale relativiteitstheorie’.
Deze theorie geeft aan dat geen materie en
geen lichaam ooit de lichtsnelheid kan
bereiken, omdat de massa dan een oneindig grote waarde zou krijgen.
In het geval van de lichtsnelheid bekijken
we twee voorbeelden. De gemiddelde
afstand van de maan tot de aarde bedraagt
circa 384.403 km. Daarmee heeft een
lichtstraal om de afstand van de aarde naar
de maan te overbruggen of andersom
nodig:
IP03 Impuls 5
01-03-2007
10:48
Pagina 3
van atoommodel via lading tot stroom
Zon
Pluto
Aarde
3. Afstanden in ons zonnestelsel (op schaal getekend). Overigens hebben de afstanden om het plaatje te kunnen tekenen een andere schaal als de schaal van de
hemellichamen. De hier slechts gedeeltelijk getoonde zon heeft een diameter van 21,8 cm.
De gemiddelde afstand van de zon tot de
aarde bedraagt zelfs 149,6 miljoen km –
dus is de zon grofweg vierhonderd keer zo
ver van ons verwijderd als de maan. Het
licht dat van de zon tot ons komt heeft dus
nodig:
afstand tot de zon bedraagt 5,9 miljard km
en daarmee tot de aarde 5,75 miljard km
(afbeelding 3). Dat betekent dat het licht
van Pluto 5,3 uur onderweg is naar de
aarde. Het is technisch gezien dus lastig om
een robot die op afstand is te besturen en
die naar die planeet is gebracht, te besturen.
Als op de zon een uitbarsting plaatsheeft, is
dit schouwspel pas na een aantal minuten
op aarde te zien. Tot slot nog Pluto, de
dwergplaneet in ons zonnestelsel, die het
verst van de aarde afstaat. De gemiddelde
1) opm.: de moderne natuurkunde heeft dit beeld inmiddels verfijnd. In de quantummechanica kan het planetenmodel niet meer worden gehandhaafd, maar
wordt gewerkt met enige nieuwe natuurwetten die ons
de kans laten berekenen waar het elektron zich bevindt.
Basiskennis
Van atoommodel via lading tot stroom
Atomen lijken op het zonnestelsel: elektronen cirkelen om een kern. Vooral
metalen geven een deel van deze elektronen gemakkelijk af. Deze dan niet
meer aan de kern gebonden elektronen worden als vrij bewegende ladingdragers aangeduid. Wordt nu een spanning aangelegd over de metalen
geleider, dan ontstaat een elektrisch veld. Dit leidt ertoe dat krachten op
de elektronen worden uitgeoefend. Dat op zijn beurt dwingt ze allemaal
in één richting te stromen. Zo’n elektronenstroom wordt aangeduid als elektrische stroom.
‘'Blikseminslag zorgt voor dakstoelbrand’,
meldde de regiopolitie Zuid-Holland Zuid
op 9 september afgelopen jaar. En verder:
‘Het eerste onweer in de nazomer zorgde
afgelopen donderdag voor een dakstoelbrand aan de Van Ginkellaan. Tegen 20.25
uur hoorde de 46-jarige huiseigenaar een
harde knal. Vervolgens ontdekte hij het
vuur op het dak en alarmeerde de brandweer. De brand werd snel geblust zodat
grotere schade werd voorkomen. De schade wordt op 10.000 euro geschat.’
Mensen zijn altijd al met verschijnselen
van elektriciteit geconfronteerd. Bliksem is
daarbij het opvallendste verschijnsel en
boezemt de meeste angst in. Door bliksem-
inslagen zijn al veel huizen afgebrand en
zo verloren heel wat mensen het leven.
In de achttiende eeuw begon men systematisch onderzoek te doen naar elektriciteit. Grote moeilijkheid daarbij was dat de
mens geen zintuig bezit, waarmee hij elektriciteit direct kan opmerken. De mens was
en is afhankelijk van de secundaire verschijnselen van elektriciteit, zoals de
warmte van een hittestraler, het licht van
een gloeilamp of ook het mechanische
arbeidsvermogen van een elektromotor.
Door er praktisch gebruik van te maken en
door wat men had geleerd in elektrische
apparaten toe te passen, lukte het steeds
vaker voordeel te halen uit elektriciteit.
Tegenwoordig is elektrotechniek niet meer
uit het dagelijks leven weg te denken.
Iedereen kent en waardeert de diverse toepassingen ervan. Als de stroom uitvalt,
staat een modern huishouden stil.
Elektrisch fornuis, koelkast, wasmachine,
strijkijzer, stofzuiger, centrale verwarming,
radio, televisie, computer enzovoorts werken plotseling niet meer. Onze energiebedrijven streven er dan ook naar dat stroomuitval bij ons niet of hoogst zelden voorkomt en als dat wel het geval is, slechts
voor korte tijd.
Dat is geen vanzelfsprekendheid, maar een
kenmerk van onze moderne levensstijl. In
veel landen behoort stroomuitval – met alle
negatieve gevolgen van dien – tot het dagelijks leven. De economische schade door
stroomuitval in de industrie wordt wereldwijd op vele miljarden euro’s geschat.
Het atoommodel
Om de elektrische stroom precies te begrijpen
moeten we eerst uitleggen wat we onder lading verstaan en hoe we een atoom kunnen
05 3
IP03 Impuls 5
01-03-2007
10:48
Pagina 4
van atoommodel
via lading tot stroom
voorstellen in relatie tot de elektriciteitsleer.
Zo’n voorstelling is mogelijk door een
model van het atoom, het zogenoemde
atoommodel. Alle materie, dat wil zeggen
elke stof, is uit atomen opgebouwd. In
totaal zijn er meer dan honderd verschillende atomen of elementen, zoals ze ook
wel worden genoemd (elementen zijn stoffen die uit slechts een atoomtype bestaan).
Elk atoomtype vormt een bepaalde grondstof (chemisch element) met bepaalde chemische en natuurkundige eigenschappen
(bijvoorbeeld ijzer, zwavel, helium).
Door verbindingen van atomen ontstaan
zogenoemde moleculen die een nieuwe
stof opleveren, met als het zo uitkomt
geheel andere chemische en natuurkundige eigenschappen. Een voorbeeld: keukenzout (NaCl) vormt zich uit natrium (Na),
een metaal, en chloor (Cl), een gas.
Vroeger dachten natuurkundigen dat een
atoom de kleinste eenheid van de materie
vormt. Tegenwoordig weten we dat dit niet
het geval is. Atomen bestaan op hun beurt
uit nog kleinere bestanddelen, de zogenoemde elementaire deeltjes. Zoals in het
artikel ‘Natuurwetten bepalen het wereldbeeld’ al is vermeld, ontwikkelde de Deense
natuurkundige Niels Bohr in 1913 een
model dat weergeeft hoe atomen zijn opgebouwd. Dit model voldoet in beginsel om
het mechanisme van de geleiding te begrijpen. (Verklaring waarom veel stoffen elektrisch geleiden en vele niet). Op basis van
dit model is een atoom voorstelbaar als een
elektronen
atoomkern
1. Atoom met atoomkern en cirkelende elektronen.
zonnestelsel. In het centrum bevindt zich
de atoomkern, zoals bij het zonnestelsel de
zon. Om de kern bewegen de elektronen,
zoals de planeten om de zon (afbeelding
1). De atomen van de verschillende elementen onderscheiden zich als we kijken
05 4
naar de grootte van de atoomkern en het
aantal elektronen opnemen. We onderaantal elektronen. In de atoomkern bevinscheiden van binnen naar buiten:
den zich:
elektronenschil
K
L
M
N
O
• neutronen, de elektrisch neutrale (ongemaximum
2
8
18 32 50
laden) elementaire deeltjes, en
elektronenaantal
• protonen die de positieve elementaire
lading +e dragen (e = 1,602•10-19 As).
In een atoom hoeven niet alle schillen volEen elektron draagt de negatieve elektrische
ledig bezet te zijn. In afbeelding 2 is de
elementaire lading –e. De elementaire deelopbouw van een aluminiumatoom te zien.
tjes hebben een buitengewoon geringe
De kern bestaat uit dertien protonen en en
massa:
veertien neutronen. Om de kern cirkelen
-28
• elektron: m = 9,108•10
g
dertien elektronen in drie verschillende
• proton ≈ neutron: m = 16746•10-28 g
schillen (K-, L- en M-schil). De M-schil is
niet volledig bezet. Deze kennis is voldoen10-28 betekent een 1 op de 28e plaats achde om het geleidingsvermogen van metalen
ter de komma: 0,000…...001, dat wil zegte kunnen begrijpen.
gen na de komma volgt 27 maal een 0 en
daarachter een 1).
Een kleinere ladingseenheid dan de elementaire lading is tot nu toe in experimenten nog
niet vastgesteld. De elementaire lading kan
daarmee als de kleinste optredende hoeveelM - schil
heid lading worden beschouwd.
L - schil
Een atoom heeft altijd net zoveel elektroK - schil
nen in het atoomomhulsel als protonen in
de kern. Daarmee is het atoom als geheel
gezien elektrisch neutraal, dat wil zeggen
naar buiten noch positief of negatief geladen. Omdat de protonen duidelijk zwaarder
2. Atoommodel van Bohr van het aluminiumatoom.
zijn dan de elektronen, bevindt zich het
grootste deel van de atoommassa (meer
Elektronengas en valentie-elektron
dan 99 procent) in de atoomkern en niet in
De atomen van metalen vormen zogehet atoomomhulsel. Het omhulsel neemt
noemde kristalroosters, met andere woorechter het grootste deel van de ruimte, dus
den ze zijn ruimtelijk op een bijzondere
het volume van het atoom in beslag.
manier ten opzichte van elkaar gerangOmdat de elektronen in banen om de
schikt (afbeelding 3). Bij dit type atoomatoomkern bewegen, ontstaat een middelbinding (er zijn ook nog andere manieren)
puntvliedende kracht, die de elektronen
kunnen elektronen gemakkelijk uit de buinaar buiten wil duwen. Ongelijknamige
tenste schil worden afgegeven. Ze vormen
ladingen trekken elkaar echter aan (wet
zo een zogenoemd elektronengas, dus de
van Coulomb) en daarom ontstaat een - elektronen zijn niet meer vast aan de
kracht tussen protonen en elektronen die
atoomkernen gebonden, maar kunnen zich
tegengesteld is aan de middelpuntvliedenbinnen het metaal vrij bewegen. Door een
de kracht. Hierdoor blijven de elektronen in
bepaalde banen om de atoomkern en cirkelen hieromheen.
Vanuit de elektronen gezien werkt er resulterend geen kracht meer, vergelijk dit maar
met de situatie van ruimtevaarders die in
een cirkelvormige baan om de aarde gaan.
Zij lijken in hun ruimtevaartuig gewichtsloos, dus menen zij dat geen kracht op hen
werkt. Hier wordt de middelpuntvliedende
kracht opgeheven door de zwaartekracht.
De elektronen bevinden zich op zogenoemde
schillen. Elke schil kan slechts een bepaald
3. Roosterstructuur van een metaal.
IP03 Impuls 5
01-03-2007
10:48
Pagina 5
van atoommodel
via lading tot stroom
elektrisch veld aan te leggen, dat door een
elektrische spanning ontstaat, komen de
elektronen in beweging en vindt ladingtransport plaats in de geleider en daarmee
ontstaat elektrische stroom.
Een koperdraad (afbeelding 4) bestaat,
zoals we nu weten, uit in een kristalrooster
gerangschikte koperatomen, die makkelijk
hun buitenste elektron (we noemen dat
een valentie-elektron) kunnen afgeven. Dit
elektronengas komt door het aanleggen
van elektrische spanning in beweging
(elektrische spanningen leveren elektrische
velden op en deze oefenen een kracht uit
op ladingen, waardoor de elektronen in
beweging komen). De door de draad stromende elektronen noemen we elektrische
stroom. De elektrische stroom wordt berekend uit de totale ladinghoeveelheid Q, die
in een bepaalde tijd t door het oppervlak A
van een dwarsdoorsnede gaat, gedeeld
door deze tijd:
stroomsterkte =
ladinghoeveelheid die door de
dwarsdoorsnede gaat
daarvoor noodzakelijke tijd
of als vergelijking: (1)
Definitie van de stroomsterkte
De technische stroomrichting is op historische gronden de richting van de positieve
ladingdragers; met andere woorden ze is
overzicht
opleidingen
dwarsdoorsnede A
bewegings
richting
koperdraad
elektronen
sterkte van 1 A verkrijgen als door een
oppervlak per seconde 6,25•1018 elektronen gaan. Voor de ladinghoeveelheid Q
wordt als eenheid ook de Coulomb aangegeven (1 C = 1 As) genoemd naar de
Franse natuurkundige Coulomb (1736 –
1806) die onder andere heeft uitgevonden
hoe de kracht tussen ladingen kan worden
berekend.
4. Koperdraad met bewegende elektronen.
tegengesteld aan de bewegingsrichting van
de elektronen.
Nemen we aan dat er in een seconde elektronen met een totale lading van Q = 1 As
(ampèreseconde) door een geleider gaan,
dan levert dat met vergelijking (1) een
stroomsterkte I op van:
De eenheid van stroomsterkte is de ampère, genoemd naar de Franse natuurkundige
Ampère (1775 – 1836) die fundamentele
experimenten op het gebied van de elektriciteit heeft uitgevoerd. Kleine stromen, die
in de informatietechniek vaak voorkomen,
worden meestal in milliampère (1 mA =
0,001 A) of in micro-ampère (1 µA =
0,000 001 A) aangegeven. Grote, in de
energietechniek voorkomende stromen liggen meestal in het gebied van kiloampère
(1 kA = 1.000 A).
Een elektron draagt de ladingseenheid e =
-1,602•10-19 As, zodat we de stroom-
Een opgave bij het onderwerp
Door een koperdraad gaat een stroom
van I = 10 mA.
Vraag: Hoeveel elektronen (aantal N)
gaan er in een milliseconde door de
geleiderdoorsnede?
Oplossing:
Wie, wat, waar:
De digitale cursusetalage:
www.loopbaanplanner.nl of via
www.otib.nl
overzicht opleidingen
Het spreekt voor zich dat niet alle cursussen, opleidingen en trainingen in een
papieren catalogus staan vermeld. De
markt is tenslotte in beweging. Kijk daarom
op de digitale cursusetalage: www.loopbaanplanner.nl. Het cursusaanbod wordt
hier voortdurend aangepast en up-to-date
gehouden. Verder biedt deze website ook
diverse zoekopties, waardoor u eenvoudig
kunt zoeken naar de meest passende opleiding of cursus.
De ontwikkelingen gaan snel in de technische installatiebranche; dit betekent dat scholing en ontwikkeling de sleutelwoorden zijn voor de toekomst.
Otib heeft voor de werkgever en de werknemer het opleidingsaanbod inzichtelijk gemaakt door:
De opleidingen- en cursuscatalogus
voor de elektro-, installatie- en koudetechniek
Dit papieren naslagwerk geeft een helder
overzicht van een groot aantal cursussen,
trainingen en opleidingen waarmee zowel
de werkgever als de werknemer aan de
slag. Het gaat hier om de vakgebieden
koudetechniek en luchtbehandeling, sanitair en werktuigbouwkunde, ICT, klimaatbeheersing en elektrotechniek. In de loop van
dit voorjaar verschijnt de nieuwste editie.
05 5
IP03 Impuls 5
01-03-2007
10:49
Pagina 6
fotowedstrijd
erkenning verworven
competenties
Fotowedstrijd ‘Zo moet het niet!’
Onder het motto 'Zo moet het niet', gaat
Intech Elektro en ICT op zoek naar foto's
van slecht of foutief uitgevoerde installaties. Inzenders van wie de foto’s worden
geplaatst in Intech, kunnen rekenen op een
technisch handboek van Isso ter waarde
van maar liefst 245 euro. Het handboek
bestaat uit twee delen en bevat ruim 1.400
pagina's aan technische kennis. Vermeld
alstublieft kort en bondig welke fout(en) te
zien zijn op de foto en uiteraard
ook uw naam en adres.
Mail of stuur de foto's naar:
Redactie Intech Elektro en ICT
‘Zo moet het niet’
[email protected]
Postbus 188
2700 AD Zoetermeer
Schakelklok in meterkast van een schoolgebouw:
Beun 1010.
Prijswinnaar maart
Gerard Wessels van Wesselelektro Advies
uit Houten is deze maand de winnaar van
de fotowedstrijd. Hij ontvangt het
Handboek Installatietechniek van Isso. Van
harte gefeliciteerd namens de redactie!
Vermoedelijk een gebrek aan aansluitingen in de
meterkast.
Wilt u uw werknemer ook een foto laten
maken van zijn of haar carrière?
Een fotomodel laat via een fotomap zien
wat zij of hij in huis heeft. Erkenning
Verworven Competenties (EVC) is een middel om u en uw medewerker te helpen
‘foto’s’ te maken van de klussen die hij of
zij heeft gedaan en de technieken die hij of
zij beheerst. Het talent van de medewerker
wordt op beeld vastgelegd en zo stelt hij
zijn persoonlijke ‘fotomap’ samen.
EVC kan een startmoment zijn voor een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP), een loop-
baantraject of zelfs leiden tot een diploma.
Hiervan profiteren zowel de individuele
werknemer als het bedrijf.
Iets voor uw bedrijf?
• U wilt uw concurrentiepositie versterken
door aan opdrachtgevers te kunnen
tonen dat u gediplomeerde en kundige
mensen in dienst heeft.
• U wilt weten welk vakmanschap u in
huis heeft.
• U wilt de kennis en de vaardigheden van
uw werknemers vastleggen.
• U vindt gediplomeerde werknemers
belangrijk, maar wilt niet onnodig tijd en
geld kwijt zijn aan opleiden.
Dan is EVC iets voor u!
Wat kan OTIB voor u doen?
• Onze regioadviseurs verzorgen graag een
presentatie in uw bedrijf. Zij kunnen ver05 6
tellen wat EVC inhoudt; hoe een EVC-traject verloopt en wat de voordelen zijn.
• U kunt bij Otib een tegemoetkoming
aanvragen voor een EVC-traject. Otib
financiert uw EVC-procedure voor 80 procent, tot maximaal 1.000 euro.
Meer informatie?
Als u meer informatie wilt, kijk dan op
www.otib.nl of www.evc-techniek.nl. Heeft
u belangstelling voor een presentatie van
uw Otib-regioadviseur, mail dan naar [email protected]. Vanzelfsprekend kunt u
ook contact opnemen met de servicedesk:
tel. 0800 8855 885.
Download