nieuwsbrief patiëntenrechten pagina 1

advertisement
Nieuwsbrief Patiëntenrechten
Landelijke campagne Zorgbelangorganisaties over patiëntenrechten
Wet cliëntenrechten zorg kan nog beter
Welke rechten hebben we als patiënt in een ziekenhuis, in de tandartsstoel of in een
psychiatrische instelling? De dertien Zorgbelangorganisaties, samenwerkend onder
de vlag van Zorgbelang Nederland, organiseerden op 18 april 2009 en de weken daaraan voorafgaand, de eerste Nederlandse versie van de Europese Dag van de Rechten
van de Patiënt. Door het hele land werden debatten geïnitieerd over de voorgenomen
Wet cliëntenrechten zorg en er is een landelijke enquête gehouden over patiëntenrechten. De campagne werd op zaterdag 18 april 2009 afgesloten met een debat en de
presentatie van het manifest 'Patiëntenrechten. Ons een Zorg?!' in De Rode Hoed in
Amsterdam. Hieruit werd duidelijk dat er nog wel wat ontbreekt in de nieuwe wet.
Vooruitlopend op een wetsvoorstel dat minister Klink van het Ministerie van VWS binnenkort
zal presenteren, wilde Zorgbelang Nederland met de campagne een maatschappelijke discussie aanzwengelen over welke patiëntenrechten wettelijk moeten worden vastgelegd.
Zorgbelangorganisaties hebben tijdens zeven regionale bijeenkomsten samen met zorggebruikers en zorgverleners bij een aantal vragen stil gestaan, zoals: 'Welke patiëntenrechten
hebben we nu echt nodig?' en 'Hoe gaan we die patiëntenrechten ook echt eerbiedigen?'.
Een grote meerderheid van zorggebruikers is er tevreden over dat minister Klink onder andere het recht op
beschikbare en bereikbare zorg, het
recht op kwaliteit en het recht op privacy in de wet wil verankeren, maar vindt
dat Klink ook enkele elementaire
zaken is vergeten.
Recht op compensatie
Ervaringen in beeld gebracht
Bij de discussies stond een drietal casussen
centraal rondom het recht op compensatie,
het recht op afstemming van zorg en het
recht op informatie, toestemming, dossiervorming en privacy. De casussen werden
ingeleid door minidocumentaires waarin
ervaringsdeskundigen vertellen over de
wijze waarop zij hebben ervaren dat hun
recht in de zorg beperkt werd. Aansluitend
werd gestemd over patiëntenrechten met
behulp van stemkastjes. Daarnaast hebben
ruim 3.500 Nederlandse zorggebruikers en
zorgverleners in de periode van 16 februari
tot en met 8 maart 2009 een on-line vragenlijst over patiëntenrechten ingevuld. Deze
enquête werd georganiseerd in samenwerking met de NPCF.
Op grond van de uitkomsten van de
regionale debatten wil Zorgbelang
Nederland bijvoorbeeld dat minister
Klink alsnog het recht op compensatie
in de wet opneemt. Eric Verkaar van
Zorgbelang Gelderland ziet het recht
op compensatie als een belangrijke
erkenning van het feit dat er in de zorg
ook fouten gemaakt worden en dat de
schade daarvan gecompenseerd moet
worden. “Als er iets misgaat, moet er
automatisch financiële compensatie
toegewezen worden, ongeacht welke
hulpverlener verantwoordelijk is voor
de fout”, vindt Verkaar. “Nu moet de
patiënt wachten tot de schuldvraag is
beantwoord voordat hij in aanmerking
komt voor schadevergoeding. Dat is
vaak pas na een langdurige procedure.”
lees verder aan de binnenzijde
“De patiënt zou de eerste partij
moeten zijn, maar is nog altijd de
derde. Ik geloof wel dat iedereen
erop gericht is om dat te
verbeteren, maar we zijn al zo heel
lang bezig.”
(John Beer, advocaat)
Hoogleraar Margo Trappenburg maakt zich zorgen
over loslaten vitale norm
“Het recht op verantwoorde zorg is mijn
ethische standaard”
Een kroon op het werk van de patiëntenvereniging, zo zou je
volgens hoogleraar Margo Trappenburg de nieuwe Wet cliëntenrechten zorg wel kunnen noemen. Toch vindt Trappenburg
het spijtig dat een aantal patiëntenrechten met betrekking tot
de toegang tot zorg al via de zorgverzekeringswet bepaald
wordt. “Ik vind het logisch dat als je met een buik-wond het ziekenhuis wordt binnengebracht, er niet eerst naar je verzekeringsstatus wordt gekeken voordat je geholpen wordt.”
Ook willen zorggebruikers dat de afhandeling en beoordeling van
klachten gebeurt door onafhankelijke en laagdrempelige klachtencommissies. Daarnaast missen zorggebruikers de wettelijke garantie dat patiënten recht hebben op voldoende tijd en aandacht van
de zorgverlener.
Luiken gaan dicht bij conflict
In de Rode Hoed debatteerde een zevental vertegenwoordigers
van verschillende partijen uit het zorgveld onder leiding van Rob
Oudkerk over drie patiëntenrechten, waaronder het recht op compensatie. Letselschadeadvocaat John Beer vertelde maar al te
vaak mee te maken dat medische fouten heel moeilijk aan te tonen
zijn. Beer: “Zo gauw er een conflict is, gaan de luiken bij artsen
dicht.” En dat terwijl artsen, zoals KNMG-directeur Paul Rijksen
aangaf, zelfs verplicht zijn hun fouten te melden. Rijksen: “Onze
beroepsgroep kan die omslag niet alleen maken. Daar hebben we
de hulp van schadeverzekeraars bij nodig.” Beer verweet de zorgverzekeraars dat ze hun verzekerden nauwelijks tot geen steun bieden wanneer zij het slachtoffer zijn van medische fouten. Dat werd
grif toegegeven door Wiro Gruisen van zorgverzekeraar CZ.
Gruisen: “Maar we hebben net de invoering van de nieuwe zorgverzekeringswet achter de rug. Je moet verzekeraars ook de tijd
geven, zodat zij die verantwoordelijkheid waar kunnen maken.”
Gita Gallé, directeur van de Nederlandse Vereniging van
Ziekenhuizen (NVZ) pleitte voor het instellen van fondsen voor
slachtoffers van medische missers: “Het is een gemiste kans om dit
niet in de nieuwe wet te regelen.”
Regionale debatten
Ook de zeven regionale debatten in Amsterdam, Den Haag,
Geleen, Lelystad, Heerenveen, Middelburg en Nijmegen trokken
veel belangstellenden, zowel zorggebruikers als zorgverleners, die
voor levendige en soms verhitte discussies zorgden.
“Ik heb negentien jaar in de klachtencommissie van Drentse
huisartsen gezeten. Onlangs ben ik in het UMC Groningen
geopereerd. Daar is van alles misgegaan. Toen ik me bij de
klachtenfunctionaris van het ziekenhuis meldde, stond ik twee
minuten later weer buiten. Afgepoeierd. En ik heb dat laten
gebeuren, met al mijn ervaring op dit vlak!”
(Ex-lid cliëntenraad)
Trappenburg was tot vorig jaar bijzonder hoogleraar Patiëntenperspectief aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Sinds september 2008 is ze bijzonder hoogleraar 'Sociaal politieke aspecten
van de verzorgingsstaat en overlegeconomie' aan de Universiteit
van Amsterdam. Omdat ze als lid van de begeleidingscommissie
betrokken was bij de totstandkoming van de Wet cliëntenrechten
zorg kan ze niet inhoudelijk op de wet ingaan. “Heel veel zaken
waren al goed geregeld, bijvoorbeeld met de WGBO. Er is natuurlijk altijd de behoefte om meer te regelen, maar als dingen in de
praktijk niet goed lopen hoeft dat niet altijd aan wetgeving te liggen.” In onder andere haar boek 'Genoeg is genoeg. Over gezondheidszorg en democratie' en haar lezingen waarschuwt ze regelmatig voor vormen van inspraak en participatie die hun doel voorbij
schieten. Die twijfels heeft ze ook bij steeds verder voortschrijdende wet- en regelgeving. “Mijn vraag is altijd: waar gaat het ten koste
van, wat gaan we meer en wat gaan we minder doen? Vaak komt
er meer administratie en bureaucratie en gaat het ten koste van de
zorg. Natuurlijk hapert er wel eens wat aan de zorg en gaat er wel
eens wat mis, maar over het algemeen hebben we een best goed
functionerende gezondheidszorg in ons land. Maar dat is geen
nieuws en komt niet in de krant.” Over de zin of onzin van de nieuwe wet wil ze zich dan ook niet uitspreken. Maar wel: “De minister
wilde deze wet heel graag en er is aan de totstandkoming een langdurig overlegtraject met de patiëntenbeweging vooraf gegaan. Door
een aantal wetten bij elkaar te zetten kun je gemakkelijker zien wat
voor rechten je hebt als patiënt. Dat is een pluspunt.”
Voorkruipzorg
Wel betreurt Trappenburg het dat Nederlandse zorgvragers een
deel van hun rechten niet uit de nieuwe wet maar uit hun verzekeringspolis moeten halen, vooral met betrekking tot de toegang tot
zorg. “Dat is een keuze geweest in het nieuwe zorgstelsel, die mij
altijd heel erg heeft verbaasd”, zegt Trappenburg. ''Eigenlijk is het
raar dat we keuzes in de zorg niet aan medici overlaten, maar aan
verzekeraars die geen eed gezworen hebben en niet tuchtrechtelijk
aansprakelijk zijn. En dat terwijl we toch over het algemeen een
veel groter vertrouwen hebben in dokters dan in verzekeraars. Dat
vind ik een wonderlijke keuze.” In het onlangs gepubliceerde artikel
'Verval van een vitale norm' (Socialisme en Democratie) maakt
Trappenburg zich zorgen over de gevolgen van marktwerking in de
zorg. Volgens Trappenburg leidt het nieuwe zorgstelsel per definitie
tot ongelijke toegang tot de zorg, bijvoorbeeld door voorkruipzorg,
Margo
Trappenburg verzorgde tijdens het
regionale debat in
Lelystad op 19
maart 2009 een
presentatie met als
thema:
'Patiëntenemancipatie:
de schaduwzijden'
of omdat er meer geld gaat naar 'lucratieve' ziektes of simpelweg doordat er
'slimme' consumenten zijn en 'minder
slimme'. Trappenburg: “Het is in de
geest van het nieuwe stelsel dat verzekeraars dingen proberen te bedingen
via concurrentie. Dat kan op premie
maar ook onvermijdelijk op wat je kunt
regelen in afspraken met zorgaanbieders. Dat leidt onvermijdelijk tot voorkruipzorg. Vroeger was de norm: medi-
wordt geholpen als je ziek bent. Dat is de basisgedachte. Dat je zorg krijgt naar rato van hoe ziek je bent, vind
ik een ethische norm die we hoog moeten houden.” Die
ethische standaard wordt het beste bewaakt door je minder als consument te gedragen, en de marktwerking te
negeren, vindt Trappenburg. “Je hoeft niet mee te waaien met die wind, ook al zeggen ze 26 keer dat we een
markt hebben en dat je de goedkoopste polis moet kiezen. Het verbod voor artsen om reclame te maken is bijvoorbeeld afgeschaft in de aanloop naar de invoering
van het nieuwe zorgstelsel. Sommige artsen weten dat
niet eens. Maar je kunt als arts ook gewoon zeggen: ik
doe daar niet aan mee, ik wil geen wasmiddelenfabrikant
worden. Dat geldt ook voor ons als verzekerden. Als we
er niet aan beginnen jaarlijks al die polissen uit te pluizen om een betrekkelijk klein bedrag te besparen, dan
hoeven we ons ook geen zorgen te maken over ongelijke toegang en kansen.”
Hot item
Elektronisch
PatiëntenDossier
verdeelt tot op het bot
Zorggebruikers en zorgverleners
waren tijdens de zeven regionale
debatten opvallend eensgezind over
welke patiëntenrechten belangrijk
zijn, maar over de concrete invulling
liepen de meningen ver uiteen. Dat
bleek met name uit de discussies
over het recht op informatie, toestemming, dossiervorming en privacy, die toegespitst werd op het
Elektronisch PatiëntenDossier
(EPD).
Vijfentwintig procent van de aanwezigen gaf via de stemkastjes aan dat hij
of zij kenbaar had gemaakt niet te willen deelnemen aan het EPD en 36 procent wil dat bepaalde gevoelige informatie wordt afgeschermd. Daar tegenover stond dat ongeveer 40 procent
van de aanwezigen er geen bezwaar
tegen heeft dat zorgverleners toegang
hebben tot alle informatie in het dossier.
Ik leef liever
sche zorg naar medische behoefte. In
het nieuwe stelsel is die norm los gelaten en ik vind dat de politiek daar heel
twijfelend en halfslachtig over doet.”
Geen wasmiddelenfabrikanten
Op de vraag wat voor haar het belangrijkste patiëntenrecht is, keert
Trappenburg terug naar een oude formulering. “Voor mij is dat het recht op
verantwoorde zorg. Dat je adequaat
"De wet moet de rechten van de patiënt versterken
en verduidelijken, maar maakt het er allemaal niet
eenvoudiger op. Een deel van de bestaande kwaliteitsrechten van de patiënt worden in de nieuwe wet
opgenomen, maar ook een groot deel van die rechten blijft ongemoeid. Het is nog maar de vraag of de
patiënt hier beter van wordt."
(Henriëtte Roscam-Abbing
emeritus hoogleraar gezondheidsrecht)
“Wat is nog van mij?” vroeg een deelneemster aan een van de debatten
zich af. “Nu moet je nog elke keer je
handtekening zetten als ze informatie
over je willen, maar straks?” Lijnrecht
daar tegenover stond de mening van
een opponent die het EPD als 'levensreddend' ziet. “Ik leef liever langer dan
dat ik bezwaar heb tegen inzage.” Gita
Gallé (NVZ) ziet met de komst van het
EPD juist de transparantie toenemen.
“De log-in gegevens zijn erg belangrijk.
Aan de hand daarvan kun je zien wie
er in je dossier gekeken hebben en
waarom”, meent Gallé. Omdat via het
EPD vooral ook gegevens over medicatie worden uitgewisseld ziet een
meedebatterende apotheker alleen
maar voordelen: “Als het bijvoorbeeld
gaat om contra-indicaties op allergische reacties bij medicijngebruik, zit
daar de grote winst in.” Tegenstanders
van het EPD wijzen op het alternatief
van medische penningen of pasjes.
Beeldvorming rond zorgaanbieders en verzekeraars
“Het dossier is wat ons betreft heel duidelijk van de patiënt of van
de cliënt”, meent Titia Lekkerkerk, projectleider Meldpunt
Consument en Zorg. “Onzin”, vind KNMG-directeur Rijksen. “In de
wet opnemen dat de patiënt eigenaar is van zijn dossier is symboolwetgeving. Het gaat om de vraag wie mag wat met het dossier
doen.” Volgens Rijksen is het EPD onmisbaar voor een goede
ketenzorg. Wat hem betreft krijgt de patiënt wel de mogelijkheid
bepaalde gegevens in het EPD aan te vullen. Maar Pieter Vos, algemeen secretaris van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg,
moet er niet aan denken dat patiënten de mogelijkheid hebben om
iets uit het EPD te halen. Vos vindt dat het recht op privacy in de
zorg sterk begrensd is. Vos: “Stel dat je een besmettelijke ziekte
hebt, dan kun je dat toch ook niet voor jezelf houden?” Maar volgens Vos is privacy niet het grootste probleem van het EPD. “De
angst voor het EPD heeft te maken met de beeldvorming rond
zorgaanbieders en verzekeraars. De gemiddelde Nederlander heeft
geen natuurlijk vertrouwen in artsen en verzekeraars.” Advocaat
Beer is het opgevallen dat bij tuchtzaken in 80 procent van de dossiers cruciale gegevens ontbreken.
Zeven rechten van de cliënt
Wet cliëntenrechten zorg
Met de Wet cliëntenrechten zorg (Wcz) wil minister Klink meer
duidelijkheid bieden over de rechten en plichten in de relatie
tussen zorgaanbieder en cliënt. De Wcz wil de rechtspositie
van cliënten versterken door hen het recht te geven op onder
andere goede zorg, informatie, een zorgdossier, privacy, een
laagdrempelige klachtregeling en collectieve medezeggenschap.
Sinds 1994 hebben patiënten in Nederland een flink aantal rechten
in de gezondheidszorg, op basis van de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO). Daarnaast waren
ook nog andere rechten op het gebied van klachtenbehandeling en
participatie in andere wetten ondergebracht. De nieuwe wet moet
bestaande wet- en regelgeving gaan vervangen. Dit betekent dat
de Kwaliteitswet Zorginstellingen, de Wet Toelating Zorginstellingen
(WTZi), de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ), de Wet
Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ) en onderdelen van de WGBO verdwijnen.
Medische informatie op USB-stick
Hub Wollersheim, hoofd bureau Kwaliteit van Zorg van UMC St
Radboud, vindt dat minister Klink zich ernstig zorgen moet maken
over de invoering van het EPD in de huidige vorm, vooral omdat
zoveel mensen niet mee willen doen. Wel vindt hij dat er teveel zorgen zijn over de veiligheid van het IT-systeem. Wollersheim: “100
procent veiligheid bestaat niet, maar dat moet ook geen uitgangspunt zijn. Zeker diagnostische informatie en medicatie moeten wel
uitgewisseld kunnen worden, maar je kunt je afvragen of psychosociale informatie er wel in moet. Elektronica is altijd onderstenend
in het medisch proces en papier is echt niet veiliger dan een digitaal dossier”, meent Wollersheim. Hij ziet veel heil in medische
gegevens op een USB-stick die iedereen bij zich draagt, die je thuis
kunt inzien en ook in het buitenland bruikbaar is.
Geen 'consument' maar cliënt
Bij de voorbereiding van het wetsvoorstel was er twijfel over hoe de
zorgvrager aan te duiden. De persoon die zorg behoeft, wordt in
verschillende wetten verschillend aangeduid; in de wetten van de
'cure-sector' heet hij doorgaans 'patiënt', de 'care-sector' spreekt
vaker van 'cliënt'. Overwogen is beide begrippen te vervangen door
de meer neutrale term 'consument', maar die aanduiding wekt volgens de toelichting op de wet “te veel associaties met passieve verbruikers van massaproducten, en als zodanig zien wij de zorgvrager niet”. Daarom is besloten in het wetsvoorstel de term 'cliënt' te
hanteren.
Zeven rechten
VWS wil met de nieuwe wet de rechtspositie van de cliënt in de
zorg versterken en ”bereiken dat de cliënt goede zorg krijgt, die
past bij zijn of haar behoefte, en dat de cliënt zijn of haar weg kan
vinden in de vele mogelijkheden die de zorg biedt.” In de Wcz zijn
zeven cliëntenrechten ondergebracht:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
beschikbare en bereikbare zorg;
vrije keuze en keuze-informatie;
kwaliteit en veiligheid;
informatie, toestemming, dossiervorming en privacy;
afstemming tussen zorgverleners;
een effectieve, laagdrempelige klacht- en
geschillenbehandeling
7. medezeggenschap en goed bestuur.
Het wetsvoorstel wordt na het zomerreces door de Tweede Kamer
behandeld. Belangenorganisaties, waaronder Zorgbelang
Nederland, zijn kritisch over het wetsvoorstel en spreken van
gemiste kansen.
John Kleijn vocht drie jaar lang voor de waarheid over dood van zoontje
“Als je verwijtbaar handelen toegeeft
is het voor de nabestaande af”
“Mensen zitten er zoveel dichterbij dan ze denken. Een medische fout kan je zo overkomen.”John Kleijn verloor vier jaar geleden zijn pasgeboren zoontje Dimitri als
gevolg van een reeks missers in het Nijmeegse Radboudziekenhuis. Voordat hij in het
gelijk gesteld werd en het ziekenhuis veranderingen doorvoerde, moest hij jarenlang
in de slag met artsen en de interne klachtencommissie. “Rechten van patiënten moeten veel beter behartigd en gewaarborgd kunnen worden.”
Drie jaar lang voerde John een verbeten
strijd tegen artsen en het ziekenhuis, omdat
hij vond dat er verwijtbare fouten waren
gemaakt. Inzage in dossiers werd geweigerd, dossiers waren incompleet en de partijen kwamen steeds onverzoenlijker tegenover elkaar te staan. Pas na drie jaar kwam
er beweging. “Toen kwam er een nieuwe
voorzitter van de Raad van Bestuur”, vertelt
John. ''Het eerste dat hij vroeg was: hoe
gaat het met jullie? Dat was een heel andere benadering. Hij heeft ons verhaal aangehoord. Daarvoor waren er alleen nare
gesprekken.” Het UMC St Radboud stelde
John uiteindelijk op drie van de vier punten
in het gelijk en gaf ook een financiële compensatie. Echt helemaal tevreden is hij daarmee niet. John: “De mensen die die ernstige
verwijtbare fouten maakten, huppelen nog
steeds rond. Als ik als gewoon burger iets
heb gedaan wat niet kan, dan weten ze me
echt wel te vinden. Ik wil echt niet van iedereen gehakt maken. Maar ik wil horen en
weten dat er verwijtbaar gehandeld is. Als je
dat toegeeft, dan is het af.” Nu moet John
het doen met een excuusbrief voor 'de
slechte zorg'.
verhaal vertelt. Hij juicht het toe dat alle rechten van patiënten en cliënten nu in een wet
bij elkaar zijn gebracht. Maar hij wijst erop
dat alleen een wet niet genoeg is: “Alles
staat eigenlijk al in de WGBO. Daar gaan ze
nog wat bij verzinnen. Je kunt het zo mooi
neerzetten in een wet, maar als het niet uitgevoerd wordt en er niet gehandhaafd
wordt, gaat het gewoon verder met de ellende. Transparantie is er nog lang niet.”
Godssyndroom
Ook vindt John dat het recht op financiële
compensatie voor gedupeerden door fouten
van zorgaanbieders in de nieuwe wet mist.
Dat recht zou volgens hem voor veel gedupeerden en nabestaanden een flinke duw in
de rug betekenen. “Het is al zo'n ongelijke
en langdurige strijd, die zoveel energie kost.
Veel mensen zijn bang om hun mond open
te trekken, bang om als een lastige en
agressieve klant gezien te worden. Je bent
toch al zo afhankelijk van de arts die je
behandelt. Ze zijn ook nog eens academisch geschoold. Er wordt nog heel erg
naar hen opgekeken en dan is het moeilijk
om er tegen in te gaan. Artsen hebben wat
ik noem een Godssyndroom.”
Wet ook uitvoeren en handhaven
De nasleep van de dood van zijn zoontje
kostte hem uiteindelijk zelfs zijn huwelijk.
Fabian, het tweelingbroertje van Dimitri, is
gelukkig ondertussen een gezond jongetje
van vier. Naar aanleiding van zijn ervaringen
richtte John Stichting Dimitri op om de strijd
aan te gaan tegen het volgens hem onaanvaardbare hoge aantal medische missers en
de cultuur in de medische wereld. Daarmee
weet hij regelmatig in het nieuws te komen,
zoals onlangs bij het RTL4 journaal. Voor de
patiëntenrechtencampagne van Zorgbelang
Nederland werd rond John een speciale
minidocumentaire gemaakt waarin hij zijn
“Elke relatie, vooral die tussen arts en
patiënt, moet gebaseerd zijn op
vertrouwen. Daar helpt geen wet aan.”
(Paul Rijksen, directeur KNMG)
Goede en veilige gezondheidszorg
Stichting Dimitri moet uitgroeien tot een
John Kleijn staat
centraal in de
minidocumentaire
over het recht op
compensatie.
Hij debatteerde
mee tijdens het
regionale debat in
Nijmegen en het
landelijke debat in
Amsterdam.
soort patiëntenvereniging voor slachtoffers en gedupeerden van medische
fouten. Maar daarbij stuit John op een
praktisch probleem. John: “Patiëntenorganisaties vertegenwoordigen allemaal mensen met een bepaalde ziekte, terwijl slachtoffers en nabestaanden niet door een bepaalde ziekte verbonden zijn. En wij zouden ook moeten meepraten in de besluitvormingsprocessen binnen de zorg.”John wil
dat gedupeerden en nabestaanden op
alle niveaus vertegenwoordigd zijn.
Niet alleen in cliëntenraden maar ook
bijvoorbeeld in klachtencommissies.
“Daar zitten al nauwelijks vertegenwoordigers van patiënten in, laat staan
van vertegenwoordigers van slachtoffers. Alleen maar mensen uit de
beroepsgroep. Wij willen een waakhond worden. Wij willen allemaal een
goede en veilige gezondheidszorg. De
zorgverzekering wordt al abnormaal
duur. Dat komt mede door verwijtbare
en onnodige fouten. De sfeer en de cultuur in ziekenhuizen is wat dat betreft
zorgwekkend. Mensen moeten zoveel
overuren maken, dat is vragen om fouten. Het verandert gelukkig wel, maar
nog niet genoeg. Over die dingen willen we meepraten.”
Samenvatting
onderzoeksresultaten
Manifest
'Patiëntenrechten.
Ons een
zorg?!'
Zorgbelang Nederland vindt dat in het
voorstel van minister Klink elementaire
rechten ontbreken. In het manifest
'Patiëntenrechten. Ons een zorg?!' zijn
namens zorggebruikers en zorgverleners
negen wensen voor de wet geformuleerd.
·
Medezeggenschap (cliëntenraden) voor
niet-AWBZ instellingen moet gehandhaafd blijven;
·
Er moet een wettelijk recht op compensatie bij fouten en schade komen;
·
Het recht op voldoende tijd en aandacht
moet in de wet worden opgenomen, dit
is een voorwaarde voor kwaliteit;
·
Informatie aan andere zorgverleners
mag alleen verstrekt worden met
toestemming van de zorggebruiker;
·
Klachtenopvang en klachtenbeoordeling
moeten onafhankelijk van zorgaanbieders gebeuren;
·
Zorggebruikers moeten zelf ondersteuning bij klachtopvang kunnen kiezen
en niet toegewezen krijgen door de
zorgverlener;
·
Er moet een landelijke klachten- en
incidentendatabase komen voor
signaleringsdoeleinden;
·
Bepalingen over het Elektronisch
PatiëntenDossier (EPD) moeten
opgenomen worden in de wet zoals
informatieverplichting over het EPD en
dat het EPD pas uitgewisseld wordt na
toestemming van de zorggebruiker;
·
Zorg over de grens moet ook een
(keuze)recht worden.
Over Zorgbelang Nederland en de Zorgbelangorganisaties
Zorgbelang Nederland is de landelijke brancheorganisatie van dertien provinciale Zorgbelangorganisaties (inclusief Amsterdam) die elk actief zijn in hun eigen
regio. In een aantal gevallen dragen de Zorgbelangorganisaties een andere naam
(CliëntenBelang Utrecht, Klaverblad Zeeland, Huis voor de Zorg Limburg en
APCP Amsterdam).
De stem van de zorg- en welzijnsconsument
Alle Zorgbelangorganisaties werken aan
optimale zorg- en welzijnsvoorzieningen. Ze
laten de stem van burgers in de regio horen.
Zorgbelang Nederland ondersteunt haar
leden hierin door belangenbehartiging richting bijvoorbeeld het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), koepels
van zorgaanbieders, verzekeraars en
patiënten- en consumentenorganisaties op
landelijk niveau.
Zorgvragersparticipatie
In Nederland zijn de Zorgbelangorganisaties
verantwoordelijk voor de opvang van klachten in de zorg en het organiseren van de
zorgvragersparticipatie op lokaal en regionaal niveau. In de Zorgbelangorganisaties
komen duizenden lokale en regionale organisaties samen van ouderen, chronisch zieken en mensen met bijvoorbeeld een
psychische, lichamelijke en of verstandelijke
beperking.
"Patiëntenrechten op papier vernieuwen is prima, maar de naleving en de
borging blijven kwetsbaar."
(lid cliëntenraad Orbis)
Sterk netwerk
Jaarlijks worden tienduizenden klachten over zorginstellingen, zorgverzekeraars en beroepsbeoefenaren verwerkt
en vertegenwoordigen de Zorgbelangorganisaties honderdduizenden mensen die lid zijn van een van de
genoemde (lokale en regionale)
belangenorganisaties.
Informatie en Klachtenopvang
is er voor u
Heeft u een klacht, een vraag of wilt u
ons uw ervaring melden? Bel dan met
de afdeling Informatie en Klachtenopvang van de Zorgbelangorganisaties.
Gegevens van uw Zorgbelangorganisatie vindt u op www.zorgbelangnederland.nl of bel met
0900 – 243 7070
(€ 0,10 per minuut). U wordt dan automatisch doorverbonden met de Zorgbelangorganisatie bij u in de buurt.
Colofon
Deze nieuwsbrief ter gelegenheid van
de Europese Dag van de Rechten van
de Patiënt is een uitgave van
Zorgbelang Nederland. Juli 2009.
De activiteiten rondom de
Europese Dag van de
Rechten van de Patiënt zijn
mede mogelijk gemaakt
door zorgverzekeraar CZ
en het Ministerie van VWS.
Oplage
10.000 exemplaren.
De mening van de ruim 3.500 deelnemers
aan de enquête over patiëntenrechten en de
opinies die zorggebruikers en zorgverleners
hebben verwoord tijdens de zeven regionale
debatten komen naar voren in het manifest
'Patiëntenrechten. Ons een zorg?!'.
Per regio namen gemiddeld honderd mensen deel aan de debatten, zowel als zorggebruiker (± ¾) als zorgverlener (± ¼).
Het manifest is te downloaden via
www.zorgbelang-nederland.nl.
Teksten
Bertil Huzen.
Fotografie
Seen Images; Luc Nijenhuis.
Eindredactie en vormgeving
Marit van der Goot en Jos Rochette
Zorgbelang Gelderland.
Deze nieuwsbrief is digitaal beschikbaar op www.zorgbelang-nederland.nl
Download