gegeven - Nederlandse Transplantatie Stichting

advertisement
‘Karel heeft vier
mensen een
NIEUW
gegeven’
LEVEN
Eind november overleed Karel, de echtgenoot van Marij (51) en vader van Ilona (28) van Poppel,
op 51-jarige leeftijd aan een herseninfarct. Op de vraag of Karels organen gebruikt mochten
worden voor donatie, hoefde Marij niet lang na te denken: ‘Karel was daar altijd duidelijk over.
Van hem mochten ‘ze’ alles hebben.’ Het verdriet om het verlies van Karel is groot, maar het is een
troost dat hij andere mensen een nieuw leven heeft gegeven.
TEKST: SYLVIA EMONTS FOTOGRAFIE: JASPER BOSMAN
toBe
57
Donor
‘Karel was een
gezonde man die
volop van het
leven genoot.
En dan krijg je
opeens te horen
dat hij dood gaat’
‘H
et was op maandag 28 november 2011’, vertelt Marij. ‘We zaten ’s avonds samen voor de
televisie koffie te drinken. Ik vroeg of Karel
nog een kopje koffie wilde. “Ja, dat is goed”, zei hij. Maar
toen ik hem zijn koffie gaf, boog hij voorover en bleef zo
hangen. ‘Karel, doe toch niet zo raar’, zei ik nog, maar ik
zag meteen dat er iets mis was. Ik heb onmiddellijk de
huisartsenpost gebeld en gezegd dat mijn man een herseninfarct had. Op dat moment had hij de symptomen
nog niet, maar ik wist gewoon dat het zo was. Ik wilde zo
snel mogelijk een ambulance voor de deur hebben. Toen
die kwam had Karel ondertussen wel alle symptomen: hij
hing scheef, kon niet meer praten, zijn mond stond scheef
en hij was aan een kant al verlamd. Hij is meteen naar het
ziekenhuis gebracht en daar hebben ze alles gedaan wat
ze konden doen, maar het was al vrij snel duidelijk dat de
vooruitzichten heel slecht waren. Toen we bij de intensive
care aankwamen, zeiden de artsen: “Ga de familie maar
bellen.”
LEVENSKWALITEIT
‘Op dat moment is het alsof je tegen een betonnen paal
aan loopt. Twee uur daarvoor was Karel nog een gezonde
man die volop van het leven genoot en dan opeens krijg
je te horen dat je man dood gaat. Er was op dat moment
al zoveel schade aangericht in zijn hersenen - zelfs als hij
het had gehaald, dan was het nog een vraag geweest hoe
hij eruit zou zijn gekomen. Karel is daar altijd heel duidelijk in geweest. Als hij geen kwaliteit van leven meer
had, als hij geen muziek meer kon maken, dan hoefde het
voor hem niet meer. Als er al een keuzemoment was, dan
was het op dat moment duidelijk. Karel zou niet verder
geleefd willen hebben. We hebben daar vaak genoeg over
58
toBe
gesproken. Dat waren geen zware gesprekken, maar het
kwam regelmatig voorbij. Als Karel bijvoorbeeld iemand
zag die hulpbehoevend was geworden na een ongeluk of
ziekte, dan zei hij: “Marij, zo wil ik niet leven, hoor. Als
het met mij ooit zo ver komt, dan trek je de stekker er
maar uit of je duwt me met rolstoel en al van de brug af.
Als ik maar niet zo hoef te leven.”
AFSCHEID
‘Die nacht hebben we met de hele familie gewaakt en
eigenlijk ook al afscheid van Karel genomen. In de loop
van de dag hebben we iedereen naar huis gestuurd. Al
die drukte, dat wilden we niet. Op woensdagochtend,
om drie minuten over zeven - alleen Ilona en haar vriend
Ralph en ik waren er nog - stopte Karel met zelfstandig
ademen en namen de apparaten het van hem over. Dat
was wel raar. Je weet dat hij dood is, maar zijn hartslag
en ademhaling gingen gewoon door. Vanaf dat moment
begonnen de voorbereidingen voor de orgaandonatie.
Eerst werd er een serie testen uitgevoerd om vast te stellen dat Karel ook echt hersendood was en daarna kregen
wij nog rustig de tijd om afscheid van hem te nemen. Dat
was wel fijn.’
ORGAANDONATIE
‘Toen bleek dat de situatie van Karel uitzichtloos was,
kwam al de vraag of Karels organen gebruikt mochten
worden voor transplantatie. Ook daarop was het antwoord duidelijk. Ik wist wat Karel wilde. Sterker nog:
ik heb, zodra duidelijk was dat Karel dit niet zou overleven, zelf gemeld dat Karel al jaren geregistreerd stond
als orgaandonor. Toch hebben de artsen gewacht met de
officiële vraag tot zeker was dat de overlevingskansen
nihil waren. Dat vind ik wel netjes. Karel had aangegeven
dat ze alles mochten hebben wat ze konden gebruiken,
behalve zijn huid. Hij wilde namelijk in kilt opgebaard
worden en dat kan niet als een deel van de huid dan weg
is. Uiteindelijk hebben ze zijn hart, een long en zijn nieren kunnen gebruiken.’
PRATEN OVER LEVEN EN DOOD
‘Net zoals we al vaker gepraat hadden over leven en dood,
was het onderwerp orgaandonatie ook al heel vaak ter
sprake gekomen. In 2000 is mijn vader overleden. Hij
was ook donor. Bij hem hebben ze zijn huid en ogen kunnen gebruiken. Later hoorden we dat die huid is gebruikt
voor iemand die de brand in ’t Hemeltje in Volendam had
overleefd. Daar waren we toen zo blij over. Karel ook. We
hadden echt allemaal een wauw-gevoel en waren blij dat
mijn vader iemand had kunnen helpen die zoiets verschrikkelijks was overkomen. Toen een poos later mijn
schoonvader, de vader van Karel, overleed en zijn vrouw
hem geen donor wilde laten zijn, begrepen we daar niets
van. Karel zei nog: “Hij was zo’n sterke man. Hij had
zoveel mensen kunnen helpen.”
Dochter Ilona vult aan: ‘Wij hebben thuis altijd heel goed
over deze onderwerpen kunnen praten. Over alles trouwens.
En dat vind ik ook fijn. Toen ik op mijn twaalfde vragen
begon te stellen over leven en dood en dus ook het onderwerp donor worden of niet ter sprake kwam, hebben we
daar heel open over kunnen praten. Ik heb toen ook mijn
eigen keuze kunnen maken. Het geeft mij een goed gevoel
dat we de wensen van ons pap zonder nadenken konden
uitvoeren. Ik bedoel maar: we weten van familie wel vaak
of ze begraven of gecremeerd willen worden en welke
muziek hij of zij mooi vond, maar wat doe je als je niet
weet of iemand wel of niet orgaandonor zou willen zijn?
Het geeft zo veel rust als je weet wat iemand wil.’
MISVERSTANDEN
Marij: ‘Mensen hebben ook vaak een heel verkeerd beeld
van orgaandonatie. Ik heb later nog aan mijn schoonmoeder gevraagd waarom ze niet wilde dat haar man
donor was. “Dan komt ie helemaal verminkt terug”, zei
ze. Dat is zo’n groot misverstand. Karel had een litteken
op zijn borst van de operatie, maar dat was alles. Verder
was er helemaal niets te zien. De uitvaartondernemer
had ons gevraagd of we aanwezig wilden zijn toen Karel
werd opgebaard. Hij speelde namelijk doedelzak in een
pipe band en wilde in uniform opgebaard worden. Dus
in kilt en met allerlei kwastjes en toeters en bellen. Die
uitvaartondernemer wist natuurlijk niet hoe dat allemaal
moest en vroeg daarom of wij erbij wilden zijn. In eerste
instantie wilde ik daar niets van weten. Ik heb gezegd: ik
ga wel in een hoekje staan en als jullie iets willen vragen,
dan hoor ik het wel. Maar toen we er eenmaal waren, Ilona,
mijn schoonzus en ik, wilden we niets liever dan Karel
zelf aankleden. En dat hebben we ook gedaan. We hebben
dus gezien hoe hij eruitzag, we hebben hem aangeraakt en
geknuffeld. Dat voelde zo goed.’
‘Het is belangrijk om te
praten over orgaandonatie.
Het geeft zoveel rust als je
weet wat iemand wil’
TROOST
‘Mijn vader was een heel bijzondere man’, vertelt Ilona.
Hij leefde voor zijn muziek, speelde wel vijftien instrumenten, maar had zijn hart verloren aan de doedelzak en
de trombone. De crematie was ook heel mooi. Pap kende
zoveel mensen en die waren allemaal gekomen. Er waren
geloof ik wel 350 mensen. Maar het meest indrukwekkend was wel toen Clan Lamont en de Halve Zoolen, de
pipe band en de carnavalsvereniging waar mijn vader
heel actief in was, samen Highland Cathedral speelden.
Toen stond er ruim veertig man rond de kist, de ene
helft in carnavalskleren, de andere helft in kilt-uniform,
en die speelden samen dat prachtige nummer. Dat was
zo ontroerend. Ik was een echt papa’s kindje en mis mijn
vader nog elke dag. Maar het voelt heel goed dat we zijn
afscheid hebben kunnen doen op de manier die hij wilde.
Omdat we er van tevoren zo goed over hadden gepraat.
Het feit dat zijn hart, een long en zijn nieren naar mensen
zijn gegaan die daardoor een nieuw leven hebben kunnen
krijgen, is daarbij een troost. Pap leeft niet meer, maar
anderen leven nog wel, dankzij hem.’
toBe
59
Download