“Mijn oude huisarts met wie ik een vertrouwensrelatie had opgebouwd, was in die periode weggegaan en opgevolgd door een nieuwe, jonge arts. Ik had weinig zin om naar haar toe te gaan met mijn klacht. Ook dacht ik dat het wel meeviel. Volgens mij was het een spatader of iets dergelijks. Ik probeerde het zelf uit te knijpen, wat achteraf natuurlijk niet goed was.” Uiteindelijk liet ze er toch maar naar kijken. De dokter bekeek de plek en ze zag dat de arts de woorden “blauwgrijze tumor“ op een briefje schreef. Daar schrok ze van. Al snel was er een afspraak in het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis (AVL) in Amsterdam gemaakt. Daar bleek dat ze een ernstige vorm van huidkanker had. Van de arts die haar behandelde, viel haar op dat hij zo aardig deed. Hij sloeg bijvoorbeeld een arm om haar heen. “Wat doet die man raar”, dacht ze. “Maar hij reageerde zo omdat hij zag dat het ernstig was.“ Toen ze met de trein terug naar huis ging, belde ze haar vriendin. Die schrok geweldig. “Ik dacht zelf dat het wel meeviel. Het zat op mijn huid, dat moest toch makkelijk weg te halen zijn?“ De situatie was inderdaad veel ernstiger dan Eef van Deelen had ingeschat. Na haar bezoek aan de specialist werd er dan ook snel actie ondernomen. Binnen vier weken was ze geopereerd en had ze een huidtransplantatie achter de rug. Rond die tijd zag ze een tv-uitzending met dokter Houtsmuller. Hij vertelde over zijn therapie en dat raakte haar omdat hij ook een melanoom had gehad. Houtsmuller genoot in die tijd bekendheid omdat hij een eigen dieet ontwikkelde, dat overigens sterk leek op dat van Moerman. Door het werk als wijkverpleegkundige kwam Eef weleens in aanraking met mensen die het Moermandieet volgden. Sommigen uit haar omgeving noemden het kippenvoer maar Eef zag er wel wat in. “Neem nu dat er rauwkost in voor komt. Dat sprak me meteen aan want van huis uit wist ik dat dat goed is voor een mens.” Ze komt uit een boerengezin. Van haar moeder leerde ze al dat het er toe doet er toe wat je eet. Eef van Deelen: “Zij had voor haar tijd best moderne opvattingen over voeding. Zo was ze voorstander van kort koken en van rauwkost zoals wortelen en uien. Dat hielp tegen lintworm, had ze ontdekt. Verder had ik een tante die altijd in de weer was met vlierbessen omdat die zo gezond zijn.” De therapie die Houtsmuller haar voorschreef, beviel haar goed. "Ik vond het prettig dat Houtsmuller niet zo ontzettend strikt was. Verder mocht ik vette vis, zoals haring, zalm en makreel en een glaasje rode wijn, waar ik helemaal verzot op ben”. Ze vond het een uitdaging om niet alleen voor zichzelf maar ook andere mensen lekker te koken en zo te laten zien dat er helemaal geen sprake was van kippenvoer. Groente, fruit en brood koopt ze zoveel mogelijk biologisch. Ze merkte al snel dat het dieet haar gezondheid ten goede kwam. "Vroeger had ik regelmatig klachten, bijna altijd had ik wel ergens pijn. Die pijntjes zijn minder geworden. De supplementen en het gezonde voedsel werken samen heel goed." Vanaf het begin van haar ziekte is ze lid van MMV (toen nog Moermanvereniging). In de beginperiode ondervond ze heel veel steun vanuit de organisatie. Ze nam deel aan de vakanties naar Oostkapelle, Texel en Schoorl. Het contact met lotgenoten vond ze fantastisch. “Je ondersteunde elkaar, mensen begrepen waar je doorheen moest.” Als ze het moeilijk had, kreeg ze regelmatig een kaartje of werd ze opgebeld. “We vochten tegen de kanker voor onszelf, maar ook voor de ander." Ze heeft een van de agressiefste soorten melanomen. Of het dieet haar helpt in de strijd tegen kanker, kan ze niet met zekerheid zeggen maar ze vermoedt van wel. Neem alleen al dat op zeker moment haar ene long er tijdelijk uit moest. Dat kon alleen als ze gezond genoeg was. De arts constateerde dat dat wel goed zat. En na zes dagen mocht ze alweer naar huis terwijl ze er nota bene tijdens de operatie ook nog een klaplong bij had gekregen. “Bovendien is het volgen van het dieet een van de weinige dingen die je zelf kunt doen tegen de ziekte.” Haar behandelend arts noemt het een wonder is dat ze er nog is. “Ik heb een status waar je u tegen zegt. Iemand heeft hetzelfde melanoom 18 jaar overleefd. Dat is het hoogste. De meesten komen zover niet.” Ze ondergaat tegenwoordig ook dendritische celtherapie bij dokter Gorter in Duitsland. Ze zat eerst in eenzelfde (experimenteel) programma in een Nederlands ziekenhuis maar ze werd uitgeloot. “Je doet wat je kunt doen”, zegt ze. “Een mens wil leven. Je wordt wel heel erg bepaald bij waar je voor leeft. Gelukkig weet ik mijn leven in Gods hand. Hij is de basis waar ik altijd op kan terugvallen. Natuurlijk moet ik zelf ook vechten, maar Hij is er voor mij als ik het zelf niet red.” Behalve dat Eef gezond eet -geen suiker, geen vlees, geen vetprobeert ze veel in de buitenlucht te zijn. Verder verblijft ze ‘s winters een week of zeven in Spanje. Dan zwemt ze iedere dag en kan ze er weer maanden tegen omdat de oedeem die ze heeft als gevolg van het weghalen van klieren, dan een stuk minder is. “Mijn grote angst is dat de ziekte naar de hersenen uitzaait. De laatste keer zat er een uitzaaiing in mijn linkerborst. Vrij kort daarop leek hetzelfde aan de hand te zijn in mijn rechterborst. Een zoveelste mokerslag. Maar het was een ontsteking. Zo word je wel heel erg heen en weer geslingerd.” Toch wil ze niet in mineur eindigen maar benadrukt ze juist dat ze sinds haar ziekte veel bewuster is gaan leven. Haar vakantie in Spanje is een feest maar een wandeling door de omgeving is dat ook. “De ene dag zie je een eend met kuikentjes, de andere dag ontbreekt er een en de volgende dag is hij er toch weer. Daar kan ik erg van genieten en zo zijn er momenten dat ik erg dankbaar ben. Ik heb twaalf kleinkinderen waarvan de oudste werd geboren toen ik nog maar pas ziek was. Hoe lang zal ik haar meemaken, was toen mijn vraag? Ze is nu 16.”