Beheren met oog voor Insecten Michiel Wallis de Vries Groot en Klein bijten elkaar soms… Thomas et al. (2004) Science 303, 1791-1796 Insecten vs. Planten bij Begrazing • Insecten wetsbaarder voor begrazing dan planten Van Klink et al. (2014) Biol. Rev. P-I P-I P-I P-I Insecten en Biodiversiteit • Klasse Insecten: ruim 1 miljoen beschreven soorten • Orde Lepidoptera (Vlinders): 174.000 soorten • Gewervelde dieren: 58.000 soorten... Vlinders – goed onderzocht! • Opvallend en aansprekend • Goed onderzocht 1000000 Dagvlinders Aantal Waarnemingen 100000 Jaarlijks aantal waarnemingen van dag- en nachtvlinders in Nederland:1800-2011 (bron: NDFF / De Vlinderstichting / Werkgroep Vlinderfaunistiek EIS-NL) Macro-nachtvlinders Micro-nachtvlinders 10000 1000 100 10 1 1800 1850 1900 1950 2000 Vlinders – neergang in Nederland • 17 soorten verdwenen (Bos et al., 2006) • Van stabilisatie naar herstel?... Vlinders – neergang in Nederland • 17 soorten verdwenen (Bos et al., 2006) • Van stabilisatie naar herstel?... De Wereld door Vlinderogen Levenscyclus Vlinders als model voor natuurbescherming • De Metapopulatietheorie (Ehrlich & Hanski, 2004) Vlinders als model voor natuurbescherming • Basis voor Ecologische Hoofdstructuur (EHS/NN) en Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) Kwantiteit en Kwaliteit • Simplificatie in de Metapopulatietheorie: geen rol voor habitatkwaliteit ongeschikt geschikt Kwantiteit en Kwaliteit • Aanbod van hulpbronnen bepaalt de habitatkwaliteit Bestaansbronnen Kwaliteitsverschillen Omstandigheden Dennis et al. (2003) Oikos 102: 417-426 Dagvlinders en Stikstof (N) • Meeste soorten in N-arme omgeving 25 Totaal 20 Aantal soorten Rode Lijst Niet bedreigd 15 10 5 0 Laag N Gemiddeld Hoog N Indifferent Wallis de Vries (2013) Entomol. Ber. Hoogste vlinderrijkdom in parklandschap Short grassland Tall grassland (naar Bink, 1992) Wood pasture Forest 0 50 100 N species 150 Hoe moet ik grazen? Fluctuaties in Ruimte en Tijd Herbivoor Seizoen – Dichtheid Begrazingssysteem Processen Effecten Grazen & Browsen Betreding Excretie: Mest & Urine Directe Sterfte of Verstoring Indirect – korte termijn: Vegetatiestructuur Voedselaanbod – schuilplaatsen – microklimaat Indirect – lange termijn: Successie – Soortensamenstelling Vegetatie Respons op Vegetatiestructuur • Kwelderarthropoden bij schapenbegrazing (Van Klink et al., 2013; Biol. Cons.) Respons op Vegetatiestructuur • Niet meer soorten in mozaïekstructuur! (Van Klink et al., 2013; Biol. Cons.) Kleinschalige structuren • Rupsen van argusvlinder bij verticale structuren • Argusvlinder selectiever dan bont zandoogje (Klop et al., 2015; J. Ins. Cons.) Warm microklimaat • Argusvlinder in opener vegetatie met meer dood blad • Bont zandoogje niet selectief %Vegetation cover 70 A AB AB 60 50 B 40 % 30 20 10 %Green Leaves 0 caterpillar control caterpillar L. megera P. aegeria control 60 A 50 A AB 40 % 30 (Klop et al., 2015; J. Ins. Cons.) B 20 10 0 caterpillar L. megera control caterpillar P. aegeria control Heterogeniteit & Timing van begrazing • Veldparelmoervlinder op kalkgrasland Heterogeniteit en Microklimaat 30 Nests Melitaea cinxia Surroundings 25 Height (cm) 20 15 10 5 0 North West South WallisDeVries (2006) East Nest Rupsensterfte bij najaarsbegrazing • Veldparelmoervlinder op kalkgrasland 8 N rupsengroepen 7 Van Noordwijk et al. (2012) J . Ins. Conserv. 6 5 6-9-07 4 15-10-07 3 2 4-12-07 1 18-12-07 0 Control Light grazing Heavy grazing 18-02-08 Leren van Maaien Schotelmaaier Klepel/Zuigmaaier Wetland track Sterfte door Maaien • Hoge sterfte na klepelen • Lager bij bodembewonende insecten (10-50%) 100 80 Hemmann et al. (1987) Wallis de Vries (1998) % Mortality Wallis de Vries (2000) 60 40 20 0 Rotary Schotel Flail Klepel Suction Flail Wetland Wetlandtrack Klepel/Zuig Track Gefaseerd Maaien • A: volledig gemaaid, B: gemaaid in Jr1 of in Jr2 Sinusbeheer • Jurgen Couckuyt (VVE) Gefaseerd Maaien voor Zilveren Maan (WallisDeVries,& Knotters 2000; De Levende Natuur) 45 Number of butterflies 40 35 30 25 before 20 after 15 10 5 0 Fully mown Rotation Korenburger veen Melitaea cinxia Fully mown Rotation Hasselter Stadsgaten Sturing van begrazing • • • • • Intensiteit Seizoen Rotatie Combinatie: gescheperde kudde Verschillen tussen habitats Extensivering en Soortenrijkdom • Hoger bij extensivering (periode van 3 jaar) • Geen verschil tussen veerassen 12 b b N species 10 a 8 MC b 6 a ab 4 LC LT MC: moderate intensity / commercial breed; LC: low intensity / commercial breed LT: low intensity / traditional breed 2 0 Butterflies Grasshoppers (WallisDeVries et al. 2007; Grass & Forage Science) Dagvlinders naar habitatvoorkeur • kort grasland • hoog grasland • generalisten Dagvlinders naar habitatvoorkeur • Hogere aantallen bij extensivering voor soorten van zowel kort als hoog grasland; niet bij generalisten 1.8 log (N individuals) 1.6 ab b butterflies a 1.4 Dus geen nectareffect 1.2 a 1 a b a b MC a 0.8 LC 0.6 LT 0.4 0.2 0 Generalists Short grassland Tall grassland Sprinkhanen naar habitatvoorkeur • Zelfde resultaat! 2.5 grasshoppers log (N individuals) 2 b ab b (b) (b) (a) 1.5 b a Profijt van heterogeniteit of minder verstoring a MC LC 1 LT 0.5 0 Bare ground Short grassland Tall grassland Veldonderzoek Brabantse heide Begrazingsintensiteit en Habitat Dagvlinders Intensief begraasd Zwaartepunt soort Plots Heivlinder Gentiaanblauwtje Kleine vuurvlinder Zuringspanner Hooibeestje Groentje Phegeavlinder Heideblauwtje Nat Droog Groot dikkopje Onbegraasd (Wallis de Vries et al., 2013) Begrazingsintensiteit en Habitat Sprinkhanen Intensief begraasd Zwaartepunt soort Plots Veldkrekel Snortikker Ratelaar Knopsprietje Heidesabelsprinkhaan Nat Droog Moerassprinkhaan Krasser Negertje Onbegraasd Begrazingsintensiteit en Habitat Mieren Intensief begraasd Zwaartepunt soort Plots Buntgrasmier Nat Rode baardmier Zwarte Zandsteekmier zaadmier Kokersteekmier Bloedrode MoerasWegmier roofmier steekmier Grauwzarte Droog renmier Bossteekmier Humusmier Onbegraasd Begrazingsintensiteit en Habitat • Gescheperde begrazing Strabrechtse Heide: Extensief verschilt van (Zeer) Intensief Soorten oude heidestadia vooral in natte heide 18 16 14 Droog 8 Nat 7 Aantal soorten 12 Aantal soorten 9 a) Diersoorten jonge heide 10 8 6 Droog Nat 6 5 4 3 4 2 2 1 0 b) Diersoorten oude heide 0 Extensief Intensief Parkeerweide Extensief Intensief Parkeerweide Begrazingsseizoen Gentiaanblauwtje 100 Monitoring A Aantal Aantal A Heivlinder 1 14 12 Losse wrn 0,9 10 Occupancy A 0,8 8 6 a 0,7 4 0,6 B 2 B 10 ab 0 Jaarrond Zomer Geen Plaggen belangrijk! Jaarrond Zomer B b 0,5 Geen Occupancy • Negatieve respons zomerbegrazing: Experimentele Drukbegrazing Rotatiebegrazing • Beheerexperiment in Zuid-Limburg Augustus Mei-Juni Juli Regulier: Herfst Beperkingen van begrazing • begrazing lost problemen in abiotiek niet op! • begrazing houdt successie naar bos vaak niet tegen! • door selectieve begrazing kan over- of onderbegrazing optreden • in sommige terreinen is begrazing niet wenselijk (m.n. kleine of venige gebieden en gebieden met een historie van ander beheer) • begrazing was vroeger niet de enige invloed op het half-natuurlijke landschap… Richtlijnen voor begrazingsbeheer • • • • overweeg keuze voor grazen of maaien met maaien kan latere graasdruk worden gestuurd vooral in mei-aug oppassen met overbegrazing flexibele inzet van begrazing kan zinvol zijn (bv. nabeweiding, piekbegrazing, rotatie of variatie tussen jaren) • …aanvullend beheer eveneens • Lerend beheren: evalueer wat werkt en wat niet – Monitoring vereist Vragen?...