Een mislukt succes Abraham Kuypers internationale pro-Boer lobby en het uitblijven van interventie in de Boerenoorlog (1899-1902) Jos Heijhuurs 3491641 Onderzoeksseminar III Goed en fout in de Boerenoorlog Dr. M.P. Bossenbroek 1 Inhoudsopgave Inleiding Blz. 2 Hoofdstuk 1. Abraham Kuypers interesse in Zuid-Afrika Blz. 5 Abraham Kuyper Blz. 5 Frans Lion Cachet Blz. 6 De Eerste Boerenoorlog Blz. 9 De weg naar de Tweede Boerenoorlog Blz. 11 Hoofdstuk 2. Wereldwijde sympathie voor de Boeren Blz. 15 Nederland Blz. 15 De Verenigde Staten Blz. 17 Engeland Blz. 18 Frankrijk Blz. 18 Rusland Blz. 19 Duitsland Blz. 20 Hoofdstuk 3. Kuypers internationale pro-Boer lobby Blz. 22 Kuyper en Nederland Blz. 22 Kuyper en de Verenigde Staten Blz. 24 Kuyper en Engeland Blz. 24 Kuyper en Frankrijk: “La Crise Sud-Africaine” Blz. 25 Kuyper en Rusland Blz. 27 Kuyper en Duitsland Blz. 27 Hoofdstuk 4. Het uitblijven van interventie Blz. 29 McKinley, Hay en Roosevelt Blz. 29 Het verdrag tussen Engeland en Duitsland Blz. 31 “The Dual Alliance” Blz. 32 De Haagse Vredesconferentie en Kuypers premierschap Blz. 33 Conclusie Blz. 37 Literatuurlijst Blz. 38 2 Inleiding Tienduizenden Afrikaanse doden, 22.000 duizend doden aan Engelse zijde en 37.000 doden aan de kant van de Boeren, dat was het resultaat van de Tweede Boerenoorlog1 die werd uitgevochten tussen 11 oktober 1899 en 31 mei 1902 in Zuid Afrika.2 De Tweede Boerenoorlog was, zo stelt Wesseling in zijn boek Verdeel en Heers, ‘de grootste van alle koloniale oorlogen die in het tijdvak van het moderne imperialisme werden uitgevochten.’3 Het was een vernietigende oorlog waarin de ergste wapens werden gebruikt. Ook was het een oorlog waarin er gebruik werd gemaakt van concentratiekampen voor de gevangenen. Al met al was het dus een verschrikkelijke oorlog die werd gevoerd in Zuid-Afrika tussen de Britten en de Boeren, die veelal van Nederlandse origine waren. De invloed van Nederland aan de Kaap is terug te voeren naar de zeventiende eeuw. Al in de vijftiende eeuw lukte het de Portugezen om langs de Kaap te varen en zo het oosten te bereiken. De Nederlanders deden niet veel later hetzelfde.4 Zuid-Afrika was echter ook een goede plek voor een stop op weg naar het oosten. Zo geschiedde het dat op 6 april 1652 Jan van Riebeeck met zijn schip bij de Kaap aankwam om in opdracht van de Verenigde OostIndische Compagnie daar een verversingsstation te stichten, een plek waar de schepen van de VOC een tussenstop konden maken op hun weg naar Indië. Nadat dit gebeurd was, emigreerden de eerste Europeanen, waaronder veel Nederlanders, naar Zuid-Afrika en zo kon er sprake zijn van een blijvende invloed van de Nederlanders in dat gebied.5 Vanaf 1806 werd de Kaap door de Britten bezet.6 De Europese emigranten waren echter voornamelijk van Nederlandse, Duitse en Franse komaf en hadden hun eigen volk gevormd, de Afrikaners. De verschillen tussen deze Afrikaners en de Britten zorgden voor spanningen en leidden tot het vertrek van de Afrikaners uit de Kaap. De Grote Trek, zoals de reis van de Afrikaners naar de binnenlanden van Zuid-Afrika werd genoemd, vond plaats tussen 1835 en 1837.7 De Afrikaners vestigden zich in verschillende gebieden in Zuid-Afrika 1 Er zijn verschillende benamingen voor de oorlogen tussen de Boeren en de Britten in Zuid-Afrika en deze namen hebben vaak een ideologische betekenis. In dit stuk zal “de Eerste Boerenoorlog” verwijzen naar de oorlog van 1880-1881 en “de Tweede Boerenoorlog” of “de Boerenoorlog” naar de oorlog van 1899-1902. Hier zit geen ideologische betekenis aan. Het heeft er enkel mee te maken dat de oorlogen onder deze namen het best bekend zijn in Nederland. 2 H.L. Wesseling, Verdeel En Heers. De deling van Afrika 1880 - 1914. (Amsterdam 1991) 408-409. 3 Ibidem, 408. 4 Ibidem, 327. 5 Ibidem, 325. 6 Ibidem, 327. 7 Ibidem, 328. 3 waarvan Transvaal en de Oranje-Vrijstaat ook daadwerkelijk onafhankelijke staten zouden worden. De onafhankelijkheid van deze twee republieken werd door Engeland in respectievelijk 1852 en 1854 erkend tijdens conventies in Zandrivier en Bloemfontijn.8 Zo waren de twee onafhankelijke Afrikaner republieken een feit. In de jaren 1870 ontstonden er echter weer spanningen tussen de Afrikaners, die zichzelf de Boeren noemden, en de Britten nadat er diamantvelden waren gevonden in de Oranje-Vrijstaat. Economische redenen zorgden er dus voor dat de Britten interesse kregen in de onafhankelijke Boerenrepublieken.9 Het was ook in de jaren 1870 dat Kuypers interesse voor de Boeren in Zuid-Afrika werd gewekt.10 Kuyper maakt zich vanaf dat moment sterk voor de zaak van de Boeren die werden onderdrukt door de Britten en hij was hiermee een van de eerste Nederlanders die dat deed. Hij raakte op verschillende manieren betrokken bij de Boeren en Zuid-Afrika en in dit stuk zal de internationale pro-Boer lobby die hij voerde centraal staan. Vooral zijn lobby tijdens de Tweede Boerenoorlog is hierin belangrijk. De belangrijkste vraag die in dit stuk aan de orde komt is in hoeverre de internationale pro-Boer lobby van Abraham Kuyper ten tijde van de Tweede Boerenoorlog invloed heeft gehad op de publieke opinie en de beleidsbepalers van de grote machten. Aan de hand van vier hoofdstukken zal deze vraag zo goed en duidelijk mogelijk worden beantwoord. In het eerste hoofdstuk zal de persoon Abraham Kuyper worden geïntroduceerd. De opkomst van zijn interesse in de Boeren en Zuid-Afrika zal worden behandeld evenals de opkomst van het enthousiasme voor de Boeren bij het Nederlandse volk en in de rest van de wereld. In het tweede hoofdstuk zal er worden gekeken naar waar de kansen lagen voor Abraham Kuyper en zijn pro-Boer lobby. Er wordt gekeken naar de sympathie die er bestond voor de Boeren in de grote machten, te heten de Verenigde Staten, Engeland, Frankrijk, Rusland en Duitsland. Ook zal Nederland worden behandeld aangezien dat toch het land is waar vanuit Kuyper opereerde. In hoofdstuk drie komt vervolgens de internationale pro-Boer lobby van Abraham Kuyper aan de orde. Er zal gekeken worden wat deze lobby precies inhield en welke landen Kuyper daarvoor heeft bezocht of op een andere manier heeft proberen te bereiken. Opnieuw wordt er hierbij gekeken naar de zojuist genoemde landen. Tot slot zal in hoofdstuk vier uiteen worden gezet wat de redenen waren voor de grote machten uit hoofdstuk twee en drie om uiteindelijk niet in te grijpen in het conflict in Zuid-Afrika. 8 Ibidem, 331. Ibidem, 334. 10 C. van Koppen, De Geuzen van de Negentiende Eeuw. Abraham Kuyper en Zuid-Afrika (Utrecht 1992) 25. 9 4 In de hoofdstukken zal er verschillende literatuur worden aangehaald om het verhaal te verduidelijken. Een van de belangrijkste boeken hiervan is De Geuzen van de Negentiende Eeuw Van Chris van Koppen. In dit boek staat de relatie tussen Abraham Kuyper en de Boeren in Zuid-Afrika centraal en dit is dus een hele nuttige bijdrage voor dit onderzoek. Om een goed beeld te schetsen van de situatie in Zuid-Afrika in deze periode zullen de boeken The War for South Africa van Bill Nasson en Verdeel en Heers van Henk Wesseling veelvuldig worden aangehaald. Om vervolgens een goed beeld te kunnen geven van de internationale betrekkingen die hebben bijgedragen aan de beslissingen van de grote machten om niet over te gaan tot interventie, is de bundel The International Impact of the Boer War, samengesteld door Keith Wilson, van belang. Er zullen nog meer boeken worden aangehaald en ook zullen er primaire bronnen worden gebruikt om een duidelijker beeld te scheppen. De zojuist genoemde titels zijn echter de belangrijkste. De verschillen tussen de Boeren en de Britten waren dus enorm en de Britten wilden hoe dan ook hun kolonie niet verliezen. Tegelijkertijd wilden de Boeren hun onafhankelijkheid absoluut niet kwijt. De Tweede Boerenoorlog was daarom misschien niet te voorkomen, maar werd internationaal zeker gezien als onrechtvaardig van de kant van Engeland. In de hoofdstukken die volgen zal dieper ingegaan worden op deze oorlog, een van de bloedigste en zeker een van de ingrijpendste oorlogen die er gevoerd zijn in Zuid-Afrika. Verder zal het voornamelijk gaan over de internationale sympathie die er ontstond voor de Boeren en hoe Abraham Kuyper daar op heeft proberen in te spelen. 5 1. Abraham Kuypers interesse in Zuid-Afrika Abraham Kuyper heeft veel verschillende rollen gespeeld in de Nederlandse politiek en ook raakte hij op diverse intrigerende manieren betrokken bij de Boeren in Zuid-Afrika. Hij heeft de zaak van de Boeren internationaal gepromoot en speelde zelfs een belangrijke rol in de uiteindelijke Vrede van Vereeniging die het einde betekende van de Tweede Boerenoorlog. In dit hoofdstuk zal worden bekeken hoe Abraham Kuyper in aanraking kwam met de Boeren in Zuid-Afrika en hoe zijn interesse in de zaak van de Boeren werd gewekt. De Eerste Boerenoorlog zal worden behandeld en er zal worden gekeken naar hoe de Nederlandse en internationale sympathie voor de Boeren opkwam. Deze Eerste Boerenoorlog was van groot belang in de opkomst van die internationale sympathie voor de Boeren en de interesse in de zaak van de Boeren nam dan ook weer af na de oorlog. Er zal vervolgens worden gekeken naar wat er nog over was van het enthousiasme voor de Boeren aan de vooravond van de Tweede Boerenoorlog in 1899 en hoe dat zo kwam. Maar als eerst zal de persoon Abraham Kuyper worden doorgelicht. Wie was Abraham Kuyper, wat waren zijn idealen, en hoe kwam hij in aanraking met de Boeren in Zuid-Afrika? Abraham Kuyper Abraham Kuyper is een van de grote figuren uit de Nederlandse politieke geschiedenis en heeft veel voor Nederland betekend. Zo was hij een van de grondleggers van het moderne politieke bestel van Nederland. Hij richtte namelijk de Antirevolutionaire Partij op, waarmee hij de oprichter was van de eerste moderne politieke partij in Nederland. Verder stichtte Kuyper de Vrije Universiteit en was hij tussen 1901 en 1905 minister-president van Nederland.11 Kuyper was van oorsprong een algemeen hervormd protestantse man, maar tussen zijn vijfentwintigste en dertigste levensjaren raakte hij overtuigd calvinistisch orthodox.12 Hij was een erg gelovige man en deze calvinistisch orthodoxe overtuiging kwam dan ook naar voren in vrijwel alles wat hij deed.13 Abraham Kuyper werd geboren op 29 oktober 1837 in Maassluis.14 Zijn vader, Jan Frederik Kuyper, was dominee en zijn moeder, Henriëtte Huber, was een onderwijzeres.15 Jan Frederik Kuyper nam het gezin eerst mee naar Middelburg en vervolgens naar Leiden, waar 11 J. Koch, Abraham Kuyper. Een biografie (Amsterdam 2006) 13. Ibidem, 25. 13 Ibidem, 14. 14 Ibidem, 34. 15 Ibidem. 12 6 hij predikant was, en in Leiden ging Abraham naar het gymnasium.16 Nadat hij zijn gymnasiumdiploma summa cum laude had gehaald ging hij in 1855 theologie studeren aan de universiteit van Leiden.17 Hij trouwde met Jo Schaay en werd predikant in achtereenvolgens Beesd, Utrecht en Amsterdam.18 Vanaf 1864 kwam Abraham Kuyper in contact met Groen van Prinstener, op dat moment de voorman van de orthodoxe protestanten en de grondlegger van de antirevolutionaire beweging.19 Kuyper spiegelde zich aan Groen van Prinstener en werd enorm door hem beïnvloed. Na Groen van Prinstener werd Kuyper de voorman van de antirevolutionairen en in die rol richtte hij in 1878 de Antirevolutionaire Partij op. In 1871 werd Kuyper hoofdredacteur van het weekblad De Heraut dat niet veel later dagblad De Standaard zou worden. In dit antirevolutionaire dagblad was de stem van Kuyper altijd erg duidelijk aanwezig.20 Kuyper probeerde door middel van het blad De Standaard zijn volgelingen tot een groep te smeden, een groep waarvan hij zelf de leider was. Dit gebeurde dus uiteindelijk met de oprichting van de antirevolutionaire partij. In 1880 stichtte Abraham Kuyper de Vrije Universiteit in Amsterdam en aan deze universiteit was hij gedurende ruim twintig jaar hoogleraar.21 In verschillende periodes was Kuyper lid van de Tweede Kamer en vanaf 1901 was hij zelfs vier jaar minister-president van Nederland. Kuyper was een belangrijk man in de Nederlandse politiek. Een man voor wie het christelijke geloof van groot belang was en een man die voor veel veranderingen heeft gezorgd in de Nederlandse samenleving. Gedurende het leven van Abraham Kuyper speelden Zuid-Afrika en de Boerenrepublieken aldaar voor hem een erg grote rol. Zijn interesse voor Zuid-Afrika kwam op in de tweede helft van de jaren zeventig, toen hij sterk werd beïnvloed door Frans Lion Cachet, en die interesse verdween niet meer.22 Frans Lion Cachet en stamverwantschap Frans Lion Cachet was een Nederlandse, orthodoxe man uit Amsterdam die in 1858 naar Zuid-Afrika was vertrokken.23 Hij stond daar dominee Huet bij in Ladysmith tussen 1861 en 1865 en in die tijd kwam Lion Cachet voor het eerst in aanraking met de Boeren. Deze eerste 16 Ibidem, 36. Ibidem, 39. 18 Van Koppen, De Geuzen van de Negentiende Eeuw, 11. 19 Ibidem. 20 Ibidem, 12. 21 Ibidem. 22 Ibidem, 25. 23 Ibidem, 56. 17 7 kennismaking leidde direct tot zijn grote bewondering voor het volk.24 In 1865 vertrok Lion Cachet naar Utrecht in Transvaal nadat hij hierom werd gevraagd door de Nederduits Gereformeerde Kerk en hij raakte daar nog meer betrokken bij de Boeren25 Lion Cachet zag de Engelse heerschappij in de Kaapkolonie als een zegen voor dat gebied en hoopte ook dat de Britten de Zuid-Afrikaanse Republiek in Transvaal zouden annexeren zodat op die manier ook daar meer structuur zou kunnen worden opgebouwd.26 In eerste instantie was hij dus erg voor een Britse annexatie van de Zuid-Afrikaanse Republiek. Toch bleef Lion Cachet niet lang bij dit ideaal. Hij zag een eventuele Britse overheersing als snel niet meer zitten en maakte zich vanaf dat moment sterk voor een vereniging van de beide Boerenrepublieken in een staat.27 In 1873 keerde Frans Lion Cachet voor onbepaalde tijd terug naar Nederland waar hij de situatie van de Boerenrepublieken in Zuid-Afrika onder de aandacht van het Nederlandse publiek probeerde te brengen.28 Lion Cachet was een groot voorstander van de emigratie van Nederlanders naar Zuid-Afrika, omdat dit volgens hem voor alle partijen positief zou zijn. Het zou niet alleen de Boerenrepublieken versterken, maar ook de emigranten zouden er volgens hem beter van worden omdat er kansen voor ze lagen in Zuid-Afrika. In deze periode waarin hij in Nederland was, kwam hij voor het eerst in contact met Abraham Kuyper die meteen erg onder de indruk was van de verhalen van Lion Cachet.29 Toen hij in 1875 terugkeerde naar Zuid-Afrika bleven hij en Kuyper contact houden en Kuyper hechtte enorm veel waarde aan de ideeën van Lion Cachet over de situatie van de Boeren in Zuid-Afrika. Kuyper publiceerde stukken van zijn vriend in de Standaard en daarin uitte Lion Cachet veelvuldig kritiek op de toenmalig president van de Zuid-Afrikaanse Republiek, T.F. Burgers. Met deze kritiek bereikte hij veel mensen in Nederland die er hetzelfde over dachten en op die manier kwam de situatie in Zuid-Afrika ook hier een beetje tot leven.30 Kuyper werd erg beïnvloed door Frans Lion Cachet en raakte door diens verhalen steeds meer geïnteresseerd in Zuid-Afrika en de Boeren. Kuyper vond vooral de band belangrijk die er volgens hem bestond tussen de gereformeerden in Nederland en de Zuidafrikaanse Boeren. Zoals Chris van Koppen stelt in zijn boek De Geuzen van de Negentiende Eeuw ‘vond Kuyper in het door Lion Cachet gegeven beeld de autorisatie van 24 Ibidem. Ibidem. 26 Ibidem, 58. 27 Ibidem, 59. 28 Ibidem. 29 Ibidem. 30 Ibidem, 60. 25 8 zijn ontdekking van de Zuidafrikaanse Boeren als gereformeerde, antirevolutionaire geestverwanten.’31 Niet alleen waren de Boeren volgens Kuyper geestverwanten het waren ook oude stamverwanten en dat zorgde ervoor dat de Boerenrepublieken volgens Kuyper nieuwe Nederlanden waren.32 ‘Voor Kuyper was de aanwezigheid van de Boeren op Afrika’s zuidpunt een voortdurend getuigenis van Nederlands historische grootheid en daarmee van het bestaansrecht van het Nederlandse volk en maakte de trouw van de Boeren aan de oudHollandse, gereformeerde traditie hen tot dragers bij uitstek van het Nederlandse nationale karakter’, zo beweert Van Koppen.33 Hieruit blijkt dat Kuypers interesse in de Boeren veel te maken had met het feit dat de stamverwanten in Zuid-Afrika hem een gevoel van nationale trots gaven. Lion Cachet schreef veel voor De Standaard en dat in dit blad zo veel stukken van hem werden gepubliceerd had natuurlijk alles te maken met het feit dat Abraham Kuyper er de hoofdredacteur van was. De Standaard schreef over Lion Cachet als de enige man die Europa juist zou hebben ingelicht over de situatie in Zuid-Afrika.34 Kuyper en Lion Cachet bestreden samen het beeld dat was ontstaan van de Boeren die niet goed zouden omgaan met de zwarte bevolking van Zuid-Afrika. Op die manier, en met andere verkooppraatjes, probeerden ze meer Nederlanders over te halen emigratie naar “de nieuwe Nederlanden” te overwegen.35 In 1877 werd de Zuid-Afrikaanse Republiek door Engeland geannexeerd.36 Kuyper was erg tegen deze annexatie maar maakte zich niet direct sterk voor een nieuwe Transvaalse onafhankelijkheid. Opnieuw had deze door hem ingenomen positie te maken met de invloed van Frans Lion Cachet, die vond dat de annexatie onvermijdelijk was geworden door de wanorde die er onder de leiding van president Burgers was ontstaan.37 De Zuid-Afrikaanse Republiek was bankroet en was daarom niet in staat om de onafhankelijkheid te bewaren.38 Gewapend verzet had volgens Lion Cachet geen zin en hij was hier dan ook fel op tegen. Volgens hem waren de Transvalers er niet toe in staat een sterke regering te vormen en was een zelfbestuur onder Brits toezicht daarom juist een goede optie.39 Deze ideeën van Lion 31 Ibidem, 61. Ibidem. 33 Ibidem, 62. 34 Ibidem, 63. 35 Ibidem. 36 Ibidem, 52. 37 Ibidem, 65. 38 Wesseling, Verdeel En Heers, 375. 39 Van Koppen, De Geuzen van de Negentiende Eeuw, 66. 32 9 Cachet werden gedeeld door Kuyper die zich om die reden ook niet bemoeide met de Transvaalse deputaties die naar Londen gingen om te strijden voor hun onafhankelijkheid.40 In De Standaard deed Kuyper toch beroep op de Engelse regering om de annexatie als onwettig te verklaren en de Transvalers enigszins vrij te laten in het bestuur.41 Hij was namelijk wel tegen de annexatie. Kuyper had niet veel vertrouwen in de Engelse regering onder leiding van Benjamin Disraeli en was dan ook blij toen hij werd vervangen door de liberale William Gladstone. Helaas kon ook Gladstone niet tot een akkoord komen met de Boeren en dit was voor Kuyper een grote teleurstelling aangezien hij veel had verwacht van zijn verkiezing. In de jaren die volgden bleef Zuid-Afrika een veel terugkerend onderwerp in De Standaard en Kuyper riep zelfs andere kranten en dagbladen op om meer aandacht te besteden aan de situatie van de verwante Boerenrepublieken in Zuid-Afrika. Kuyper stak zijn sympathie voor de Boeren dus absoluut niet onder stoelen of banken en maakte deze sympathie nog duidelijker toen zij in december 1880 de wapens oppakten om te vechten voor hun onafhankelijkheid.42 De Eerste Boerenoorlog Engeland had lange tijd weinig aandacht besteed aan de Boerenrepublieken. Het waren volgens de Britten dunbevolkte en zwakke gebieden waar ze maar weinig aan hadden.43 In de loop van de jaren 1860 veranderde dit echter en werden de Boerenrepublieken toch wel degelijk interessant voor de Engelsen. Aan het eind van de jaren 1860 werd er op de grens van de Oranje Vrijstaat en de Zuid-Afrikaanse Republiek diamant gevonden en hoewel de eerste diamantvelden door de Engelsen werden geannexeerd, zorgde het toch ook voor een economische boost in de Boerenrepublieken.44 Er kwam een grote migratiestroom op gang naar het gebied waar de diamanten konden worden gewonnen en de migratie van deze, vaak zwarte arbeiders zorgde voor nieuwe spanningen tussen blanken en zwarten, hetgeen de Britten zorgen baarde. Een ander probleem was het feit dat de Transvaalse president Burgers, een spoorlijn wilde aanleggen van de Zuid-Afrikaanse Republiek naar de Delagoabaai aan de oostkust.45 Dit gedeelte was in handen van Portugal en een eventuele spoorlijn naar de haven zou ervoor zorgen dat de Boerenrepublieken niet meer afhankelijk zouden zijn van het 40 Ibidem. Ibidem, 67. 42 Ibidem, 68. 43 Ibidem, 30. 44 Ibidem, 31. 45 Ibidem. 41 10 commerciële netwerk dat door Engeland was opgezet in Zuid-Afrika.46 Deze gebeurtenissen zorgden ervoor dat Engeland steeds meer begon te voelen voor een federatie binnen de hele kolonie in zuidelijk Afrika die onder leiding zou staan van Engeland.47 Op die manier zouden de Boerenrepublieken zichzelf nog wel mogen besturen, maar dit zou dan gebeuren onder supervisie van de Britten. De Boerenrepublieken zelf zagen echter niks in een federatie en wilden absoluut niets van hun onafhankelijkheid verliezen.48 Uiteindelijk werd de Zuid-Afrikaanse Republiek van Transvaal in 1877 geannexeerd door Engeland en duurde het tot december 1880 voordat de Transvalers hun gevecht voor onafhankelijkheid begonnen. De eerste fase van de oorlog was een positieve en daarmee direct beslissende fase voor de Boeren. Er werden verschillende slagen gewonnen door de Boeren en de Britten besloten om wat concessies te doen. Dat er tegelijkertijd problemen waren voor de Britten in Ierland en in Afghanistan had zeker te maken met dit besluit.49 Ze konden daardoor namelijk niet hun onverdeelde aandacht aan Zuid-Afrika schenken. Bij de conventie van Pretoria in augustus 1881 werd de Zuid-Afrikaanse Republiek weer onafhankelijk verklaard, de republiek zou echter onder Britse suzereiniteit komen te staan waarmee de Britten het buitenlandbeleid van de Zuid-Afrikaanse Republiek bleven bepalen.50 De Boeren waren het hier echter niet mee eens en wilden hun complete onafhankelijkheid terug. In 1883-1884 volgden er onderhandelingen tussen Engeland en de Zuid-Afrikaanse Republiek en dit leidde in 1884 tot het tot stand komen van de Conventie van Londen. Het belangrijkste wat hier werd afgesproken was dat de suzereiniteit vrijwel volledig werd opgeheven. De Britten behielden enkel het veto-recht bij verdragen die de Zuid-Afrikaanse Republiek sloot met vreemde mogendheden.51 In De Standaard had Kuyper al langere tijd aandacht besteed aan de Boerenrepublieken en daarmee was Kuypers pro-Boer lobby in Nederland reeds begonnen. Het uitbreken van de oorlog in 1880 zorgde ervoor dat er in Nederland nog meer aandacht kwam voor de Boeren en hun strijd tegen de Britten. De assertieve houding van de Boeren zorgde ervoor dat er in Nederland enthousiast werd gereageerd op het uitbreken van de oorlog en de eerste overwinningen van de Boeren op de Britten deden dit enthousiasme alleen maar 46 Ibidem. Ibidem. 48 Ibidem, 32. 49 Ibidem, 33. 50 Ibidem. 51 Ibidem. 47 11 toenemen.52 Niet alleen in De Standaard en niet enkel door Kuyper werd er lovend over de Boeren geschreven, Zuid-Afrika werd een belangrijk onderwerp in verschillende bladen en kranten. Er was geen plaats meer voor kritische woorden over de Boeren die niet humaan zouden omgaan met de zwarte bevolking van Zuid-Afrika. Er werd vol bewondering geschreven over de Boeren, en deze stamverwanten verdienden niets dan lof voor hun opstand tegen de Britse onderdrukkers.53 Ook Frans Lion Cachet zette zich in Nederland wederom in voor de zaak van de Boeren en hield lezingen door het hele land. Het feit dat de kleine Boerenrepublieken zich zo goed staande wisten te houden tegenover de supermacht die Engeland was zorgde zelfs voor internationale bewondering.54 De weg naar de Tweede Boerenoorlog De Britse overmacht in het zuiden van Afrika was duidelijk en de Boerenrepublieken vonden het dan ook geen slecht idee om met de Britten samen te gaan werken na de Conventie van Londen. Er werd vanuit de Boerenrepublieken aangestuurd op een douane-unie met de Kaapkolonie, maar de regering van de Kaapkolonie zat hier niet op te wachten aangezien een douane-unie vooral voordelig zou zijn voor de zwakkere Boerenrepublieken.55 De ontdekking van goud aan de Witwatersrand in het zuiden van de Zuid-Afrikaanse Republiek in 1885 zorgde voor een duidelijke verschuiving in dit alles.56 De Zuid-Afrikaanse Republiek werd door deze goudvondsten het economische hart van Zuid-Afrika. De Britten waren nu wel voorstanders van een douane-unie en het waren nu de Transvalers die dit weigerden.57 Toch wilden de Britten de belangrijkste economische macht blijven in zuidelijk Afrika en probeerden dit door middel van een “omsingelingspolitiek”, zoals van Koppen het noemt.58 De Britten annexeerden diverse gebieden die rondom de Boerenrepublieken lagen om de Boeren op die manier afhankelijk te houden van de Britse spoorlijnen. Dit lukte voor een groot deel, maar de Portugese Delagoabaai wisten de Britten niet in handen te krijgen omdat de Duitsers dwars lagen. ‘De Duitsers koesterden hun eigen ambities ten aanzien van Zuidelijk Afrika en wierpen zich daarbij op als beschermers van de onafhankelijkheid der Boerenrepublieken’, zo stelt van Koppen.59 52 Ibidem, 69. Ibidem, 70. 54 Ibidem. 55 Ibidem, 34-35. 56 Ibidem, 35. 57 Ibidem. 58 Ibidem, 36. 59 Ibidem. 53 12 In 1894 werd de laatste hand gelegd aan de spoorwegverbinding tussen Pretoria en de Delagoabaai en hiermee hadden de Boerenrepublieken hun eigen spoorlijn naar een haven. Met deze verbinding was de afhankelijkheid van de Britten gebroken.60 Doordat de Boerenrepublieken niet meer afhankelijk waren van de Britse Kaapkolonie konden zij nu voorwaarden gaan stellen. Dit zorgde voor hevige conflicten over tarieven op spoorlijnen en de verdeling van de beschikbare spoorlijnen. De Boerenrepublieken hadden in deze conflicten door hun economische onafhankelijkheid nu ineens de overhand.61 Een ander heikel punt voor de Britten was de situatie van de uitlanders in de ZuidAfrikaans Republiek. Door het goud dat er was gevonden kwamen er uit alle kanten migranten richting Transvaal om te gaan werken in de mijnen en zij werden de uitlanders genoemd. De uitlanders werden door de regering van de Zuid-Afrikaanse Republiek niet direct erkend als staatsburgers, maar werden gezien als gastarbeiders.62 Hierdoor hadden de uitlanders ook niet dezelfde rechten als volwaardige staatsburgers. Ze kregen dus geen kiesrecht, net zoals de zwarte bevolking van de Zuid-Afrikaanse Republiek. De Britten waren al tegen de buitensluiting van zwarten voor het kiesrecht, maar dat deze groep veelal blanke en Britse uitlanders geen stemrecht kreeg, vonden ze al helemaal te ver gaan.63 Daarbij kwam dat wanneer de Britse uitlanders wel stemrecht zouden krijgen in de Zuid-Afrikaanse Republiek, de Britten gemakkelijker invloed konden uitoefenen in dat gebied. Het Britse Rijk, en met name Sir Alfred Milner, de Britse hoogcommissaris van ZuidAfrika, wilde de hegemonie in Zuid-Afrika behouden. Deze hegemonie werd echter bedreigd door de opkomst van de Zuid-Afrikaanse Republiek als een economisch belangrijke macht in de regio. Het vooruitzicht was dat Zuid-Afrika snel zou worden gedomineerd door de Boerenrepublieken die met het goud aan de Rand het economische hart van zuidelijk Afrika waren geworden.64 De Britten waren er bang voor dat er een “Verenigde Staten van ZuidAfrika” zou ontstaan onder leiding van de Boeren en dat ze op die manier hun macht in zuidelijk Afrika zouden verliezen. Dit was wat de Britten voornamelijk wilden voorkomen.65 De uitlanderkwestie kwam daarom als geroepen. De Britten konden deze kwestie gebruiken om de Transvaalse regering aan te vallen en konden op die manier wellicht hun hegemonie behouden. 60 Ibidem. Ibidem. 62 Wesseling, Verdeel En Heers, 377. 63 Ibidem. 64 Wolfgang J. Mommsen, ‘Indtroduction’, in: K. Wilson (ed.), The International Impact of the Boer War (Cresham 2001) 1-7, 2. 65 Ibidem. 61 13 Paul Kruger, president van de Zuid-Afrikaanse Republiek, moest voor dat doel ten val worden gebracht, zo vonden de Britten. De ideale manier om dit voor elkaar te krijgen was een spontane opstand in Pretoria of Johannesburg en hier hadden de Britten, uitlanders bij nodig. Er kwam een plan waarbij uitlanders een opstand zouden beginnen waarna Leander Starr Jameson de Zuid-Afrikaanse Republiek binnen zou vallen.66 Vlak voordat het plan ten uitvoer zou worden gebracht krabbelden de uitlanders echter terug. Jameson wilde toch doorgaan met zijn “raid” en het liep uit op een complete mislukking. Jameson en zijn raiders werden gevangen genomen en veroordeeld.67 Na de Jameson Raid was een oorlog tussen de Boeren en de Britten bijna niet meer te voorkomen. Ondertussen waren de Boeren in Nederland al een tijd geen voorpaginanieuws meer geweest en ook internationaal gezien was er steeds minder interesse voor de Boeren.68 Dit was natuurlijk erg logisch aangezien de gevechten al geruime tijd voorbij waren en de spanning er dus een beetje af was. Ook Kuypers betrokkenheid verminderde na 1884, maar dit had minder te maken met het einde van de Eerste Boerenoorlog. Kuyper zag de Boeren in Zuid-Afrika vanaf het begin als Nederlandse stamverwanten die toevallig ergens anders woonden, maar het werd steeds duidelijker dat de Boeren dit zelf niet zo zagen. Zij zagen zichzelf als een eigen volk, het Boerenvolk.69 De Zuid-Afrikaanse Republiek en met name de Boeren aldaar voldeden daarom niet meer aan Kuypers verwachtingen. Volgens van Koppen was Kuyper ‘de gevangene van de door hemzelf gebouwde mythe van de Boeren als de dragers van het ware, dat wil zeggen gereformeerde, antirevolutionaire Nederlandse volkskarakter.’70 Toen hij er achter kwam dat dit dus niet het geval was, nam zijn interesse in de Boerenrepublieken zichtbaar af. In de jaren negentig liet Kuyper zijn verwachtingen los. Hij geloofde niet langer dat er in Zuid-Afrika een nieuw Nederland zou kunnen ontstaan.71 De Jameson Raid en het afslaan daarvan door de Zuid-Afrikaanse Republiek zorgde er voor dat het bij Kuyper weer begon te kriebelen en het enthousiasme laaide weer langzaam maar zeker op. Ook onder het Nederlandse publiek kwam de zaak van de Boeren weer flink onder de aandacht. De oplopende spanningen in Zuid-Afrika werden in Nederland en de rest van de wereld op de voet gevolgd en Abraham Kuyper steunde Kruger openlijk in de uilanderkwestie.72 Zo hadden 66 Wesseling, Verdeel En Heers, 379. Ibidem, 382. 68 Van Koppen, De Geuzen van de Negentiende Eeuw, 133. 69 Ibidem, 135. 70 Ibidem, 143. 71 Ibidem, 146. 72 Ibidem, 162. 67 14 de Boeren al weer een aardige tijd flink in de schijnwerpers gestaan in Nederland toen de Tweede Boerenoorlog uitbrak. Ook internationaal was er na de Jameson Raid meer interesse in de Boerenzaak en het grootste gedeelte van de mensen was daardoor op de hand van de Boeren bij het uitbreken van de oorlog. 15 2. Wereldwijde sympathie voor de Boeren Sir Alfred Milner wilde zo snel mogelijk een einde maken aan de onafhankelijkheid van de Boerenrepublieken.73 Toen Kruger in het begin van 1899 bereid was enkele concessies te doen wat betreft de uitlanders, zag Milner dit als een teken van zwakte. De concessies die Kruger bereid was te doen werden door de Britten niet meer geaccepteerd en er kwamen steeds nieuwe eisen op tafel. Joseph Chamberlain, de Britse minister van koloniën, wilde dat Kruger tegemoet zou komen aan alle eisen die er werden gesteld.74 Ondertussen werd het Britse staande leger in Zuid-Afrika uitgebreid en alles leek erop te wijzen dat er een oorlog aan zat te komen. De Transvalers zagen wat de Britten van plan waren en dachten dat het verstandig zou zijn om toe te slaan voordat het Britse leger in Zuid-Afrika zo ver was uitgebreid dat de Boeren geen kans meer hadden. Op 9 oktober 1899 kwam de Transvaalse regering met een ultimatum dat inhield dat de Britten al hun versterkingen moesten terugtrekken. Zoals verwacht gingen de Britten niet in op dit ultimatum en daarom verklaarden de beide Boerenrepublieken op 11 oktober 1899 Engeland de oorlog.75 Er kwamen reacties uit de hele wereld op het uitbreken van de oorlog en het grote publiek schaarde zich achter de Boeren. De Boerenoorlog werd door vrijwel iedereen gezien als een onrechtvaardige oorlog van de kant van de Britten. Hoe en waar kwam de sympathie die er bestond voor de Boeren tot uiting in de wereld en waar lagen voor Abraham Kuyper dus de kansen om invloed uit te oefenen met zijn pro-Boer lobby? Nederland Het Nederlandse volk had lange tijd weinig tot geen belangstelling gehad voor Zuid-Afrika. Ook toen de Boeren hun eigen republieken stichtten zorgde dit niet voor enige feestvreugde in Nederland, sterker nog, de Zuid Afrikaanse Republiek van Transvaal werd pas in 1869 door Nederland erkend.76 Zoals in het vorige hoofdstuk reeds naar voren kwam, veranderde dit alles met het uitbreken van de Eerste Boerenoorlog. Er kwamen grote acties voor de Boeren die volgens de Nederlanders oude stamverwanten waren. Deze “Nederlanders” die in ZuidAfrika woonden gaven de Nederlanders in eigen land een gevoel van nationale trots en dit 73 Ibidem, 39. Ibidem, 40. 75 Ibidem. 76 Ibidem, 46. 74 16 volk werd dan ook enorm gesteund.77 Na de Eerste Boerenoorlog en de Conventie van Londen van 1884 ging dit enthousiasme in Nederland weer liggen. Het duurde tot de Jameson Raid voordat weer het hele Nederlandse volk achter de Boeren ging staan. Er waren in Nederland ondertussen verschillende verenigingen die opkwamen voor het lot van de Boeren. De grootste hiervan was de NZAV, de Nederlands Zuid-Afrikaanse Vereniging, die op 12 mei 1881 werd opgericht.78 Op het hoogtepunt in 1900 telde de NZAV ruim zesduizend leden.79 De grootste steun voor de Boeren kwam uit de protestantse delen van Nederland, maar de sympathie voor de Boeren werd gevoeld door het hele land. Deze sympathie en steun kwam duidelijk naar voren in 1899 toen meer dan 140.000 mensen het manifest van de NZAV tekenden onder de titel “Aan het volk van Groot-Brittannië”, waarin het protest tegen de Britten naar voren kwam.80 De Boerenzaak sprak de gehele Nederlandse bevolking aan. Ook al waren er natuurlijk grote verschillen binnen Nederland, toch voelde het complete volk zich verwant aan de Boeren die onrecht werden aangedaan in Zuid-Afrika en dit was een duidelijke verbindende factor.81 Het conflict in Zuid-Afrika was op deze manier goed voor het nationaal bewustzijn in Nederland aangezien het Nederlandse volk zich door de gebeurtenissen in Zuid-Afrika als een hechte groep ging zien. De Boeren kregen een hoop aandacht in de kranten en dagbladen in Nederland en op die manier bleef het volk ook goed op de hoogte van de ontwikkelingen. Deze verslaggeving in de pers was vaak erg pro-Boer en dit had ook weer z’n weerslag op de publieke opinie. Een briefwisseling tussen Sir Henry Howard, die vanuit Den Haag schrijft, en de markies van Lansdowne uit 1901 laat dit ook zien. Howard licht de markies van Lansdowne in deze brieven in over de verslaggeving in Nederland over de Boerenoorlog en stelt dat Engeland er niet al te best vanaf komt.82 De pers in Nederland was dus erg pro-Boer en op die manier bleef het Nederlandse volk erg betrokken bij de Boeren en hun strijd tegen de Britten. Ook in de politiek werd het verwantschap met de Boeren gevoeld. Vanuit 77 V. Kuitenbrouwer, War of Words. Dutch Pro-Boer Propaganda and the South African War (18991902) (Amsterdam 2012) 23. 78 M. Bossenbroek, Holland op z’n breedst. Indië en Zuid-Afrika in de Nederlandse cultuur omstreeks 1900 (Amsterdam 1996) 243. 79 Martin Bossenbroek, ‘The Netherlands and the Boer War’, in: K. Wilson (ed.), The International Impact of the Boer War (Cresham 2001) 123-139, 129. 80 Bossenbroek, Holland op z’n breedst, 235. 81 Van Koppen, De Geuzen van de Negentiende Eeuw, 135. 82 British Documents On Foreign Affairs: Reports And Papers From The Foreign Office Confidential Print, D Throup ed., document 9, 12 en 13, Deel 1, Serie G, Volume 9, (Plaats zj, zp jaar) 8-9, 12, 13. 17 verschillende kanten kwam de oproep om op de een of andere manier te interveniëren in de Boerenoorlog. Deze pro-Boer geluiden kwamen vooral vanuit de kampen van de liberalen en de antirevolutionairen.83 Er waren dus wel politieke partijen die voor de Boerenzaak opkwamen en de sympathie voor de Boeren was in Nederland daardoor op vrijwel elk niveau te voelen. De Verenigde Staten De Verenigde Staten had eigenlijk niet zo veel te maken met de Boeren in Zuid-Afrika en ook niet met de Boerenoorlog. Althans niet direct. De Verenigde Staten was natuurlijk een voormalig Britse kolonie en was door zelf de wapens op te pakken onafhankelijk geworden. Het zou daarom enigszins logisch zijn als de Amerikanen zich ook nu af zouden zetten tegen de Britten en dit gebeurde in de meeste gevallen dan ook. De stemming onder zowel de Amerikaanse bevolking als het Congres was ten tijde van de oorlog erg pro-Boer en het feit dat de Boeren duidelijk in de underdogpositie zaten had daar zeker mee te maken.84 Er waren veel meer Amerikaanse sympathisanten van de Boeren dan dat er Amerikanen waren die de Britten steunden in dit conflict. Ook de meeste Amerikaanse kranten kozen de kant van de Boeren.85 Deze sympathie en steun voor de Boeren gingen in de Verenigde Staten echter niet zo ver als in de Europese landen en er kwam dan ook niet zo veel druk op de regering te staan als in die landen. In Washington heerste er buiten het Congres wel een anti-Boer stemming.86 De minister van buitenlandse zaken aan het begin van de Boerenoorlog, John Hay, was een uitgesproken Anglofiel die erg sterk geloofde in de superioriteit van het Anglo-Amerikaanse ras.87 Hay geloofde er ook stellig in dat de Boeren de schuldige waren van de oorlog in ZuidAfrika. President McKinley liet het buitenlandse beleid grotendeels over aan Hay, maar was zelf niet uitgesproken tegen de Boeren. Er lagen in de Verenigde Staten, voornamelijk bij president McKinley en het Amerikaanse volk, dus eventueel wel kansen voor Abraham Kuyper om op de een of andere manier invloed uit te oefenen met zijn pro-Boer lobby.88 83 Ibidem, 167. William N. Tilchin, ‘The United States and the Boer War’, in: K. Wilson (ed.), The International Impact of the Boer War (Cresham 2001) 107-122, 108. 85 R. Mulanax, The Boer War in American Politics and Diplomacy (Lanham 1994) 108. 86 Tilchin, ‘The United States and the Boer War’, 109. 87 Ibidem. 88 Ibidem, 110. 84 18 Engeland In Engeland was het grootste deel van het volk erg nationalistisch ingesteld. Hierdoor was het merendeel van de bevolking ook voor de oorlog die er werd gevoerd in Zuid-Afrika.89 Dat veel mensen het eens waren met wat er gebeurde in Zuid-Afrika was al te zien na de Jameson Raid. Jameson werd internationaal gezien als een misdadiger en hij werd vanwege zijn “raid” dan ook opgepakt, in Engeland werd hij echter gezien als een volksheld.90 Deze stemming was nog niet veranderd toen de Boerenoorlog in 1899 uitbrak. Het feit dat de Zuid-Afrikaanse Republiek een ultimatum had gesteld zorgde ervoor dat de Britse regering de oorlog gemakkelijker kon verantwoorden tegenover de burgers, zij hadden de oorlog nu immers niet uitgelokt.91 Ook zagen de Britten Zuid-Afrika als een Britse kolonie die behouden moest blijven om de suprematie van het Britse Rijk te garanderen en ook dit zorgde er voor dat veel Britten de oorlog in Zuid-Afrika steunden.92 Toch waren er ook zeker een hoop Britten tegen de oorlog. Deze mensen konden voornamelijk worden gevonden in de hoek van de liberalen en zij waren vooral tegen de wreedheden die de oorlog tegen de Boeren met zich meebracht.93 Deze mensen werden in Engeland de “pro-Boers” genoemd, maar dit was een naam die eigenlijk niet echt bij hen paste. Deze “pro-Boers” waren namelijk niet voor een overwinning van de Boeren op de Britten, ze vonden alleen dat de oorlog niet nodig was geweest en dat de Britten door middel van onderhandelingen ook hun doelen hadden kunnen bereiken. Ze waren meestal wel voor een groot Brits rijk en dus voor een Britse overwinning in de Boerenoorlog, maar tegen de wreedheden die hiermee gepaard gingen.94 Frankrijk De Boeren in Zuid-Afrika waren niet alleen afstammelingen van Nederlanders die zich aan de Kaap hadden gevestigd, ook was er een aardig deel verwant aan de Fransen. Franse hugenoten hadden zich tegelijk met de Nederlanders gevestigd aan de Kaap en ook in Frankrijk werd daarom het stamverwantschap met de Zuid-Afrikaanse Boeren gevoeld. Frankrijk was verder ook nog de historische rivaal van Engeland en bij het uitbreken van de Boerenoorlog werd 89 Wesseling, Verdeel En Heers, 384. Ibidem, 382. 91 B. Nasson, The War for South Africa (Kaapstad 2010) 35. 92 Wesseling, Verdeel En Heers, 389. 93 Ibidem, 402. 94 Ibidem, 403. 90 19 door de bevolking dan ook massaal de kant van de Boeren gekozen. De Anglofobie onder de Fransen bereikte zelfs haar hoogtepunt op dit tijdstip.95 Ook in de pers kwam deze sympathie voor de Boeren naar voren. De Britten werden enorm aangevallen door de pers en dit droeg ook weer bij aan de publieke opinie. Engeland stond in Frankrijk voor alles wat slecht was. Er kwam vanuit de bevolking en de pers grote druk op de regering om op de een of de andere manier in te grijpen in het conflict in ZuidAfrika, maar ondanks dat de publieke opinie dus duidelijk pro-Boer was, bleef het regeringsbeleid in eerste instantie onduidelijk.96 De meeste Franse ministers waren op persoonlijk niveau wel erg pro-Boer en er lagen dus ook in Frankrijk wel degelijk kansen voor Abraham Kuyper om invloed uit te oefenen met zijn pro-Boer lobby. Rusland Net zoals in eigenlijk alle grote Europese machten was ook in Rusland de publieke opinie erg pro-Boer. De Russen vonden net als de meeste andere Europeanen dat de Britten een onrechtvaardige oorlog aan het voeren waren in Zuid-Afrika tegen een zwakkere tegenstander. Die zwakkere tegenstander, de Boeren, kregen dan ook alle steun vanuit de bevolking. De Boer manie in Rusland ging zelfs zo ver dat er kerkdiensten werden gehouden voor de gezondheid van president Kruger.97 De pro-Boer stemming was overal te voelen in het dagelijks leven in Rusland. Het was een verbindende factor want zowel onder de conservatieven als onder sociaal-democraten en liberalen was de stemming pro-Boer.98 In hun boek The Russians and the Anglo-Boer War stellen Apollon Davidson en Irina Filatova zelfs dat de Russische bevolking zelden zo verenigd was als in de sympathie voor de Boeren.99 Ook de houding van de Russische pers was erg pro-Boer en wat er in de media werd geschreven had natuurlijk ook hier weer invloed op de publieke opinie. Er werden duizenden artikelen gepubliceerd over de Boeren en de oorlog die ze vochten tegen de Britten. Ook verschenen er vele boeken met dit onderwerp. In de Russische tijdschriften verschenen vaak foto’s van de Boeren strijders en president Kruger en op die manier werden de Russen vaak met de Boerenoorlog geconfronteerd.100 95 Pascal Venier, ‘French Foreign Policy and the Boer War’, in: K. Wilson (ed.), The International Impact of the Boer War (Cresham 2001) 65-78, 65. 96 Ibidem. 97 A. Davidson en I. Filatova, The Russians and the Anglo-Boer War (Kaapstad 1998) 177. 98 Ibidem, 185. 99 Ibidem, 194. 100 Ibidem, 177. 20 In januari 1900 had deze sympathie voor de Boeren zijn hoogtepunt bereikt en het leek er toen ook een tijdje op dat Rusland op de een of andere manier zou gaan interveniëren in het conflict.101 De politici in Rusland waren namelijk in grote mate ook pro-Boer en zelfs de Russische Tsaar had sympathie voor de Boeren. Dit laatste had buiten de eerder genoemde redenen ook veel te maken met het feit dat hij erg anti-Brits ingesteld was.102 Duitsland Duitsland was na de eenwording van het land in 1871 direct op zoek gegaan naar mogelijkheden voor eventuele kolonies en kwam in die zoektocht al gauw uit bij Zuid-Afrika. Een groot deel van de Boeren in Zuid-Afrika stamde af van Duitsers en hiermee was de link met Zuid-Afrika gelegd. De Duitsers zagen in Zuid-Afrika een nieuw India, daarmee refererend aan de Britse kolonie.103 Het idee was om samen te werken met de Boeren in ZuidAfrika om op die manier een koloniaal rijk te verkrijgen, maar de Boeren wilden juist onafhankelijk blijven. Het bleef daarom bij een vriendschappelijke relatie tussen de Boerenrepublieken en Duitsland. Door deze vriendschap vertrouwde Kruger op de steun van Duitsland bij een eventueel conflict tussen Engeland en de Zuid-Afrikaanse Republiek.104 Duitsland nam het ook op voor Kruger en de Boeren toen de Britten druk op de regering van de Zuid-Afrikaanse Republiek begonnen te zetten vanwege de kiesrecht kwestie van de uitlanders. Nadat de Boeren de Jameson Raid succesvol hadden afgeslagen stuurde Keizer Wilhelm II van Duitsland een telegram naar Kruger waarin hij hem feliciteerde met het afslaan van de raid en aangaf dat Duitsland nog steeds een vriend van de Zuid-Afrikaanse Republiek was.105 Het zogenaamde “Kruger Telegram” zette kwaad bloed bij de Engelsen aangezien de Duitse keizer middels het telegram de kant van de Boeren had gekozen. Toch waren de Duitsers er toen absoluut niet op uit om betrokken te raken bij een eventuele oorlog tussen de Boeren en de Britten. In Duitsland was de publieke opinie bij het uitbreken van de Boerenoorlog sterk op de hand van de Boeren en er was ook wel degelijk sprake van pro-Boer propaganda in het 101 Derek Spring, ‘Russian Foreign Policy and the Boer War’, in: K. Wilson (ed.), The International Impact of the Boer War (Cresham 2001) 43-64, 54. 102 Ibidem, 49. 103 Martin Kröger, ‘Imperial Germany and the Boer War’, in: K. Wilson (ed.), The International Impact of the Boer War (Cresham 2001) 25-42, 26. 104 Ibidem. 105 Ibidem, 28. 21 land.106 Duitsland week daarmee dus niet af van het algemene beeld dat er bestond in de wereld. Het volk was erg op de hand van de Boeren en ook keizer Wilhelm II stak niet onder stoelen of banken dat hij de Boeren een warm hart toedroeg. 106 Ibidem. 22 3. Kuypers internationale pro-Boer lobby Abraham Kuyper was een van de belangrijke voorvechters van de Boerenzaak in Europa en de Verenigde Staten tijdens de Boerenoorlog. In het eerste hoofdstuk is al kort aan bod gekomen hoe dit tot uiting kwam in Nederland waar hij al voor de Eerste Boerenoorlog in het dagblad De Standaard veel aandacht besteedde aan de Boeren. Hij probeerde verder op verschillende manieren in Nederland de zaak van de Boeren te promoten onder de bevolking. Deze pro-Boer lobby van Kuyper bleef echter niet beperkt tot Nederland. Hij ging naar verschillende landen om de zaak van de Boeren te promoten en om regeringen aan te zetten tot interventie in het conflict in Zuid-Afrika. Ook heeft Abraham Kuyper invloed proberen uit te oefenen door middel van artikelen in buitenlandse tijdschriften en kranten. Zoals in hoofdstuk twee naar voren kwam was er over de hele wereld sprake van sympathie voor de Boeren en er lagen dan ook hier en daar zeker kansen voor Kuyper. Kuyper zag die kansen ook en hij hoopte met zijn internationale pro-Boer lobby invloed uit te kunnen oefenen op de publieke opinie en op de beleidsbepalers van de landen waar hij zijn lobby voerde. In dit hoofdstuk zal deze internationale pro-Boer lobby die Kuyper heeft gevoerd aan bod komen. Hoe zag deze lobby er uit en heeft het op de een of andere manier invloed gehad op de publieke opinie en de beleidsbepalers? De landen die Kuyper heeft bezocht voor zijn pro-Boer lobby en waar hij geprobeerd heeft om op een andere manier invloed uit te oefenen op het volk en de regeringen komen aan bod evenals zijn meest invloedrijke artikel dat hij schreef voor de Boerenzaak in een Frans tijdschrift. Kuyper en Nederland In Nederland is Kuypers pro-Boer lobby helemaal terug te voeren naar de jaren 1870 toen zijn interesse voor de Boeren in Zuid-Afrika werd gewekt. In zijn weekblad De Standaard probeerde hij toen al regelmatig de zaak van de Boeren onder de aandacht te brengen van het Nederlandse volk. Na de oprichting van de NZAV in 1881 kwam Kuyper in het bestuur van de vereniging aangezien hij de beste contacten had in Zuid-Afrika.107 Op aandringen van Kuyper trad ook Frans Lion Cachet toe tot het bestuur, maar erg lang zouden beide heren niet blijven zitten. Kuyper was niet bereid zijn exclusieve contacten te delen en toen er een niet orthodoxe commissaris naar Zuid-Afrika werd gestuurd door de NZAV besloten Kuyper en 107 Bossenbroek, Holland op z’n breedst, 244. 23 Lion Cachet hun lidmaatschap op te zeggen.108 Het werd hierna wat stil rond Kuyper en ZuidAfrika. Bij het uitbreken van de Tweede Boerenoorlog zat Kuyper inmiddels al sinds 1894 in de Tweede Kamer en was hij oppositieleider tegen het kabinet van Nicolaas Pierson. Hij was toen dus veel directer betrokken bij de beleidsbepalers en kon gemakkelijker invloed uitoefenen op hen als het bijvoorbeeld ging om de Boerenoorlog. Toch gebeurde dit niet in grote mate. Toen de spanningen in Zuid-Afrika opliepen en de oorlog bijna onontkoombaar was geworden steunde Kuyper de Boeren en Kruger openlijk in hun zaak.109 Toch was Abraham Kuyper het in grote lijnen wel eens met het beleid dat er werd gevoerd in Nederland als het ging om Zuid-Afrika. Het was hierbij voornamelijk de bedoeling om een botsing met Engeland te allen tijde te voorkomen, dit met het oog op de Nederlandse kolonie in Indië.110 Het was ook niet meer zo dat Kuyper in zijn rol als Kamerlid de Boerenzaak in Nederland nog heel erg probeerde te promoten. Hij bleef wel stukken in De Standaard publiceren die de Boerenzaak verdedigden, maar, zoals van Koppen stelt, ‘wie Kuyper in zijn optreden in de Tweede Kamer volgde, zijn woorden daar beluisterde en zijn artikelen in De Standaard las, zag en hoorde niet in de eerste plaats een krachtige verdediger van de internationale positie van de Boerenrepublieken, maar veel meer de leider van de oppositie tegen het ministeriePierson.’111 Kuyper zag in dat Nederland als kleine natie machteloos stond.112 Het maakt hem niet minder pro-Boer maar hij vond toch wel degelijk dat het Nederlandse volk en de regering niets anders konden doen dan protesteren tegen de oorlog en bidden dat het goed zou komen. Alles wat verder ging dan dat was volgens Abraham Kuyper niet verantwoord. Engeland zou zich in dat geval namelijk tegen Nederland keren en het zou de Boerenrepublieken geen goed doen.113 In Nederland bleef de pro-Boer lobby van Kuyper zodoende in eerste instantie beperkt tot het aanzetten van de bevolking tot protesten en het beïnvloeden van de publieke opinie. 108 Ibidem, 245. Van Koppen, De Geuzen van de Negentiende Eeuw, 162. 110 Kuitenbrouwer, War of Words, 104. 111 Van Koppen, De Geuzen van de Negentiende Eeuw, 157. 112 Ibidem, 175. 113 Ibidem. 109 24 Kuyper en de Verenigde Staten In de Verenigde Staten was in de aanloop naar de Boerenoorlog de publieke opinie ook erg op de hand van de Boeren en Abraham Kuyper zag daarom in Amerika kansen. Kuyper keek erg op tegen de Verenigde Staten en had er alle vertrouwen in dat dit land, dat hij zo bewonderde, op zou komen voor het recht van de Boeren.114 In 1898 maakte Kuyper een reis door de Verenigde Staten en toen al probeerde hij de Amerikaanse president William McKinley voor de Boerenzaak te winnen.115 De spanningen in Zuid-Afrika liepen op dat moment op en Kuyper hoopte McKinley bereid te vinden om te bemiddelen in het naderende conflict.116 McKinley was niet over te halen door Abraham Kuyper, maar hier stopte zijn proBoer lobby in de Verenigde Staten niet. Hij uitte grote kritiek op het uitblijven van Amerikaanse bemiddelingspogingen in de oorlog en stuurde Nederlanders die woonachtig waren in de Verenigde Staten aan om niet op William McKinley te stemmen bij de volgende presidentsverkiezingen. Kuyper koos ook openlijk partij voor de tegenkandidaat van McKinley, William Jennigs Bryan, ondanks dat hij helemaal niet wist of Bryan, indien hij zou worden gekozen, wel iets zou doen voor de Boeren.117 Het feit dat Bryan enige sympathie had voor de Boeren was voor Kuyper genoeg. Of de oproep aan de Nederlandse Amerikanen enige invloed heeft gehad op hun stem is niet zeker, maar McKinley wist de presidentsverkiezingen hoe dan ook te winnen.118 Kuyper zag het nut er niet van in om hierna nog te lobbyen in de Verenigde Staten. Ook raadde hij Kruger af om naar de Verenigde Staten te gaan nadat hij op 22 november in Marseille was aangekomen. Hij zou van daar uit eigenlijk doorreizen naar de Verenigde Staten, maar het advies van Kuyper om dit niet te doen en door te reizen naar Berlijn en SintPetersburg nam Kruger direct aan en hij vervolgde zijn weg naar Duitsland.119 Kuyper en Engeland Zoals in het vorige hoofdstuk al naar voren kwam was er in Engeland weinig ruimte voor Kuyper om invloed uit te oefenen door middel van zijn pro-Boer lobby. Toch probeerde Kuyper het wel net na het uitbreken van de oorlog met een artikel in de Daily Chronicle, een 114 Ibidem, 162. Ibidem. 116 Ibidem. 117 Ibidem, 172. 118 Ibidem, 173. 119 Ibidem. 115 25 Brits, liberaal tijdschrift.120 Met dit artikel probeerde Kuyper de publieke opinie in Engeland te beïnvloeden. Hij gaf in het stuk aan dat de oorlog absoluut niet noodzakelijk was en dat er met vreedzame onderhandelingen dezelfde resultaten konden worden geboekt. Na deze publicatie verschenen er tijdens de Boerenoorlog geen stukken meer van Kuyper in de Britse media. De pers was evenals de publieke opinie in Engeland erg pro-Brits en Kuyper maakte daardoor geen schijn van kans. De rol van de pers in Engeland werd door Kuyper erg bekritiseerd. Hij vond dat de Britse pers de publieke opinie zowel in Engeland als daar buiten ten onrechte flink had bewerkt in het voordeel van de Britten.121 Hij zag hierdoor dat het voor hem niet meer mogelijk was om met zijn pro-Boer lobby invloed uit te oefenen in Engeland. Kuyper en Frankrijk: “La crise Sud-Africaine” De publieke opinie, de pers en zelfs de meeste ministers waren in Frankrijk pro-Boer. Abraham Kuyper had dus alle reden om aan te nemen dat hij in dit land iets kon aanrichten met zijn pro-Boer lobby. Ook dacht Kuyper, niet geheel ten onrechte, dat Frankrijk niet onwelwillend tegenover interventie in Zuid-Afrika zou staan na het Fashoda incident waarbij de Fransen tegenover de Britten hadden gestaan bij Fashoda, een plaats aan de bovenloop van de Witte Nijl.122 Gevechten waren uitgebleven maar Frankrijk had bij Fashoda wel een diplomatieke nederlaag geleden.123 Er waren dus volop kansen en zo ontstond het idee om een groot stuk voor een Frans tijdschrift te schrijven ter promotie van de zaak van de Boeren. Dit gebeurde en op 1 februari 1900 publiceerde de Revue des Deux Mondes het artikel van Kuyper onder de titel “La crise Sud-Africaine”. De Revue des Deux Mondes was een toonaangevend tijdschrift dat iedere twee weken in Parijs verscheen.124 Kuyper schreef het artikel ter verdediging van de Boerenzaak en het werd een van de meest invloedrijke pro-Boer stukken die er zijn verschenen. Het stuk maakte grote indruk op de publieke opinie over de hele wereld.125 Nadat het artikel was verschenen in de Revue des Deux Mondes duurde het niet lang voordat het werd vertaald en in brochurevorm verscheen in het Nederlands, Frans, Duits, Engels en Zweeds. Op die manier kon Abraham Kuyper nog veel meer mensen bereiken met zijn artikel en zodoende heeft het stuk zo veel invloed kunnen 120 Ibidem, 163. Ibidem, 165. 122 Wesseling, Verdeel En Heers, 277. 123 Van Koppen, De Geuzen van de Negentiende Eeuw, 174. 124 Ibidem, 178. 125 Ibidem, 179. 121 26 hebben, ook buiten Frankrijk. Het artikel werd vijftien keer herdrukt om nog maar even aan te geven hoe populair het stuk was en hoeveel mensen het hebben gelezen.126 Het stuk kent in de Nederlandse vertaling twaalf hoofdstukken.127 In deze twaalf hoofdstukken zoekt Kuyper naar de oorzaken van de oorlog die niet veel eerder was uitgebroken tussen de Boeren en de Britten. Hij kijkt hierbij terug naar de tijd dat de Britten naar Zuid-Afrika kwamen en ziet dat het vanaf het begin eigenlijk al de verkeerde kant op ging.128 Hij geeft aan dat de Nederlanders Zuid-Afrika hadden moeten opgeven omdat Engeland simpelweg sterker was, maar dat de Afrikanen zich nog Nederlands voelden en een afkeer hadden voor de Britten.129 Kuyper stelt dat het Engelse volkskarakter verschilt van het Nederlandse en dat het daarom nooit kon werken tussen de Boeren en de Britten.130 Kuyper vervolgt zijn artikel met een lofzang over de Boeren. Hij schrijft: 'Hun rug is te recht om zich licht te buigen onder enig juk, welk ook. Nergens bestaat een “public life” dat meer ontwikkeld en meer algemeen is verspreid. De Boeren zijn politici en militairen bij uitnemendheid. Zij hebben allen hun krant die ze niet slechts lezen maar bestuderen. Hun organisatie is volstrekt democratisch.'131 En met deze lofzang gaat hij nog wel even door. Nadat Kuyper de Boeren de hemel in heeft geprezen, begint hij met het afgeven op de Britten. Zij wilden volgens Kuyper de hele wereld naar hun eigen type vervormen terwijl ze juist rekening moesten houden met andermans gebruiken en gewoonten.132 De Britten hadden de Boeren volgens Kuyper in hun eergevoel gekrenkt en gekwetst. Hij stelt dat de heerschappij van de Britten in Zuid-Afrika een opeenhoping was van fouten die voortkwamen uit de onwetendheid van de Britten. Volgens Kuyper handelden de Britten niet uit morele overwegingen maar louter uit egoïsme en materialistische overwegingen.133 De Britten pretendeerden dat ze de beschaving kwamen brengen, maar in zijn artikel vraagt Kuyper zich hardop af of dit wel mogelijk was door middel van een gruwelijke oorlog.134 Kuyper voorspelt in zijn stuk dat de Britten het moeilijk zouden gaan krijgen omdat de internationale publieke opinie op de hand was van de Boeren. Verder was het zo dat de Boeren vochten voor hun onafhankelijkheid en dat gevecht nooit zouden opgeven. De Britten zouden zodoende het hele Boerenvolk moeten uitroeien 126 Ibidem, 180. A. Kuyper, De Crisis in Zuid-Afrika (Amsterdam 1900). 128 Ibidem, 2. 129 Ibidem, 4. 130 Ibidem, 5. 131 Ibidem, 8. 132 Ibidem, 11. 133 Ibidem, 22. 134 Ibidem, 45. 127 27 volgens Kuyper omdat ze anders altijd zouden blijven vechten voor de onafhankelijkheid van hun republieken.135 Het artikel is duidelijk erg pro-Boer en anti-Brits en daardoor is het niet altijd even objectief, maar toch maakte het grote indruk wereldwijd en had het op die manier veel invloed op de publieke opinie. Na “La Crise Sud-Africaine” verschenen er nog meerdere artikelen van Kuyper ter promotie van de Boerenzaak in de Revue des Deux Mondes, maar geen van die stukken werd zo invloedrijk als het eerste.136 Kuyper en Rusland Ook Kuypers hoop ten aanzien van Rusland was begrijpelijk. Het volk was erg pro-Boer, evenals de pers en zelfs de Tsaar had zich openlijk uitgesproken voor de Boeren. Engeland was de tegenstander van Rusland als het ging om gebieden in centraal Azië en het was ook daarom dat Rusland er serieus over nadacht om op de een of andere manier in te grijpen in het conflict in Zuid-Afrika.137 “La Crise Sud-Africaine” werd niet vertaald in het Russisch en Kuyper is zelf ook niet naar Rusland gegaan om de Boerenzaak te promoten, maar hij hoopte wel heel erg op actie van de Russische regering. Dit kon directe actie zijn in Zuid-Afrika ofwel actie in Afghanistan om op die manier de Britten ergens anders pijn te doen waardoor ze niet hun volle aandacht op Zuid-Afrika konden blijven leggen. Kuyper voerde zijn proBoer lobby dus niet in Rusland. Kuyper en Duitsland Ondanks de pro-Boer stemming onder de Duitse bevolking en het feit dat Keizer Wilhelm ook sympathie had voor de Boeren zag Kuyper in Duitsland niet veel mogelijkheden voor zijn pro-Boer lobby. Dit kwam doordat er in 1898 een akkoord was gesloten tussen Engeland en Duitsland waarin er afspraken waren gemaakt over de verdeling van de Portugese koloniale bezittingen in Afrika bij een eventueel Portugees staatsbankroet. Zuidelijk Mozambique zou in dat geval, zo werd afgesproken, in handen komen van Engeland en op die manier gaf Duitsland in feite zijn beschermheerschap over de Zuid-Afrikaanse Republiek op.138 Al in 1899 schreef Kuyper hierover in De Standaard dat het akkoord ervoor had gezorgd dat Engeland en Duitsland niet meer in conflict zouden kunnen komen over Zuid-Afrika en dat de 135 Ibidem, 62. Van Koppen, De Geuzen van de Negentiende Eeuw, 169. 137 Ibidem, 174. 138 Ibidem 39. 136 28 Boerenrepublieken elke vorm van steun van Duitsland wel konden vergeten.139 Hij wist dus dat hij niks hoefde te verwachten van Duitsland en hoewel hij stiekem toch nog hoopte dat de Duitse regering een beetje zou luisteren naar het volk bleef hij met zijn pro-Boer lobby buiten Duitsland. Wel werd zijn eerder genoemde stuk “La Crise Sud-Africaine” ook in het Duits vertaald en op die manier heeft Kuyper dus wel invloed kunnen uitoefenen op de publieke opinie in Duitsland. 139 Ibidem, 174. 29 4. Het uitblijven van interventie Ondanks dat de publieke opinie in vrijwel de hele wereld pro-Boer was en het er inderdaad soms op leek dat er zou worden ingegrepen in de Boerenoorlog, bleef interventie uiteindelijk toch achterwege. Geen enkel land durfde iets te ondernemen tegen de Britten in Zuid-Afrika of ze zagen er het nut niet van in. De pro-Boer lobby van Abraham Kuyper heeft daar dus niets aan kunnen doen. Ook de Boeren hoopten op interventie van een grote macht. Nadat ze de oorlog officieel hadden verloren, begonnen ze een guerrillaoorlog en op die manier probeerden ze de strijd zo lang mogelijk te rekken in de hoop dat een van de Europese machten hun onafhankelijkheid zou kunnen redden.140 Het blijft dan de vraag waarom interventie is uitgebleven. Het ging per slot van rekening om een conflict waar bijna alle grote machten tegen waren. Om dit te begrijpen moet er gekeken worden naar de internationale betrekkingen ten tijde van de Boerenoorlog. Hoe kon het zo zijn dat de grote machten van de wereld niet deden wat zij en hun volk eigenlijk wel wilden, namelijk ingrijpen in de Boerenoorlog? Welke akkoorden, verbonden en allianties hadden hier mee te maken en wat waren de andere oorzaken voor het uitblijven van interventie? McKinley, Hay en Roosevelt Kuyper was erg fel gekant tegen president William McKinley, maar hij had maar weinig te maken met het buitenlandbeleid dat er werd gevoerd door de Verenigde Staten. De minister van Buitenlandse Zaken, John Hay, bepaalde voor het belangrijkste deel het beleid dat er werd gevoerd.141 Hay was een uitgesproken Anglofiel en was overtuigd van de superioriteit van het Anglo-Amerikaanse ras. Dat de Verenigde Staten dus niet de kant van de Boeren koos in de oorlog had voor een groot gedeelte hiermee te maken. Toen McKinley in 1901 werd vermoord werd hij opgevolgd door zijn vicepresident, Theodore Roosevelt. Hay bleef de minister van Buitenlandse Zaken, maar hij had onder Roosevelt een stuk minder invloed op het buitenlandbeleid. Roosevelt wilde dit voor het belangrijkste deel zelf doen en ook hij voerde een erg pro-Brits beleid.142 Zowel Roosevelt als Hay geloofden er heilig in dat de schuld van de Boerenoorlog lag bij de Boeren. In de loop van de tijd stelde Roosevelt zijn standpunten echter bij, in tegenstelling tot Hay. Roosevelt kreeg steeds meer bewondering voor de Boeren die zich zo kranig wisten te weren tegen de 140 Ibidem, 40-41. Tilchin, ‘The United States and the Boer War’, 109. 142 Ibidem, 110. 141 30 grootmacht die Engeland was. Ook zag hij de oorlog al snel niet meer als rechtvaardig of als een conflict waarvan de schuld bij de Boeren lag. Nog in 1901 schreef hij in een brief aan zijn oudste zoon dat de Britten geen enkel recht hadden om de oorlog te voeren.143 Toch bleef ook Roosevelt neutraal. Hij zag de oorlog wel als onrechtvaardig van de kant van de Britten, maar vond ook dat het goed zou zijn voor Zuid-Afrika als de Britten er aan de macht kwamen. Op die manier kon Zuid-Afrika worden beschaafd door de Britten.144 Hij geloofde erin dat Engeland een beschavende missie aan het uitvoeren was in Zuid-Afrika en dit was iets waar Roosevelt erg voor was. Een andere reden waarom Roosevelt pro-Brits bleef in de neutraliteit van de Verenigde Staten was het feit de Engeland als enige grote macht de Verenigde Staten had gesteund in de oorlog met Spanje van 1898.145 Al twee jaar daarvoor had Engeland toenadering gezocht tot de Verenigde Staten. Duitsland ontwikkelde zich snel en nadat de Duitse Keizer zijn vriendschappelijke telegram naar Paul Kruger stuurde na het afslaan van de Jameson Raid zag Engeland zich genoodzaakt op zoek te gaan naar een vriend. Er was onenigheid tussen de Britten en de Amerikanen over de grens tussen Venezuela en Brits-Guiana en in 1896 besloot Engeland om de Verenigde Staten hierin tegemoet te komen.146 Deze actie en de steun in voor de Verenigde Staten in de oorlog met Spanje zorgden ervoor dat de regering van de Verenigde Staten inzag dat het een hoop voordeel kon halen uit een vriendschap met de Engeland. De Verenigde Staten had verder weinig belangen in Zuid-Afrika en dus was het pro-Britse neutraliteitsbeleid dat er werd gevoerd de meest voordelige keus voor dat land.147 Verder werd er in de Verenigde Staten gevreesd dat een overwinning van de Boeren een kettingreactie te weeg zou brengen waarbij alle Britse kolonies in gevaar zouden komen. Dit zou de Verenigde Staten honderden miljoenen per jaar kunnen kosten aangezien het land voor een groot deel afhankelijk was van de handel met Engeland.148 De economische overwegingen waren dus belangrijker dan de morele overwegingen in de beslissing over het buitenlandbeleid. Zo is te zien dat ondanks dat de Amerikaanse publieke opinie pro-Boer was, een groot deel van het Congres pro-Boer was en zelfs president Roosevelt sympathie had voor de Boeren er toch werd gekozen voor een neutrale positie in de Boerenoorlog. De belangrijkste 143 Ibidem. Ibidem. 145 Ibidem, 111. 146 Ibidem, 108. 147 Ibidem, 109. 148 Mulanax, The Boer War in American Politics and Diplomacy, 52. 144 31 redenen hiervoor waren van diplomatieke aard. De Verenigde Staten had veel aan een vriendschappelijke relatie met Engeland en vice versa. Dit komt ook naar voren in de titels van de hoofdstukken vijf en zes van het boek The Boer War in American Politics and Diplomacy Van Richard Mulanax. Deze hoofdstukken dragen respectievelijk de titels ‘America Needs a Friend’ en ‘Brittain Needs a Friend’ waaruit duidelijk naar voren komt dat beide machten erg op zoek waren naar een bondgenoot die ze aan het eind van de negentiende eeuw dus in elkaar wisten te vinden.149 Het verdrag tussen Engeland en Duitsland Engeland was in de aanloop naar de Boerenoorlog bang voor het sterk opkomende Duitsland. Ze wilden de Duitsers graag aan hun kant hebben en zagen daartoe mogelijkheden aangezien ze maar weinig botsende belangen hadden.150 In 1898 kwam er een kans voor Engeland om toenadering te zoeken tot Duitsland toen Portugal dreigde failliet te gaan. Portugal zocht steun bij zijn bondgenoot Engeland en de regering van Engeland besloot met Duitsland te praten.151 Zoals in het vorige hoofdstuk kort werd besproken kwamen op dertig augustus 1898 de beide landen overeen dat ze Portugal indien nodig een lening zouden verstrekken. De Portugese kolonies in Afrika zouden in dat geval als onderpand dienen. Engeland zou geval van een Portugees staatsbankroet de inkomsten uit zuidelijk Mozambique en centraal Angola krijgen terwijl de Duitsers aanspraak maakten op de inkomsten uit de andere Portugese kolonies.152 Met zuidelijk Mozambique had Engeland de Delagoabaai veilig gesteld, de baai die zo van belang was voor de Zuid-Afrikaanse Republiek. Door het verdrag kon Duitsland niet meer opkomen als bondgenoot van de ZuidAfrikaanse Republiek, dus voor Engeland was het verdrag van groot belang. De kust van Zuid-Afrika was nu in handen van Engeland en daarmee hadden ze een belangrijke slag geslagen. Het hele idee ging uiteindelijk niet door omdat Portugal een staatslening wist te krijgen, maar het verdrag had er toch wel degelijk voor gezorgd dat Engeland niet meer bang hoefde te zijn voor Duitse interventie in een eventueel conflict.153 Duitsland was hierdoor genoodzaakt om tijdens de Boerenoorlog neutraal te blijven. Deze neutraliteit kostte Duitsland niets, maar het kreeg er wel een hoop voor terug. Het had nu een enigszins vriendschappelijke relatie met Engeland en hier deed Duitsland zijn 149 Ibidem, 65, 81. Kröger, ‘Imperial Germany and the Boer War’, 29. 151 Wesseling, Verdeel En Heers, 391. 152 Ibidem. 153 Ibidem, 392. 150 32 voordeel mee. Onenigheden over de verdeling van Samoa werden voordelig voor Duitsland opgelost en op die manier maakte Duitsland dus gebruik van het feit dat de Engeland de vriendschappelijke relatie nodig had.154 Buiten dat het Duitsland dus wat opleverde was het ook zo dat de Duitse regering bang was voor de superioriteit van de Britse marine en dat het nog wel eens verkeerd kon aflopen wanneer Engeland een vijand werd.155 “The Dual Alliance” Frankrijk en Rusland hadden zich in 1894 samen verbonden in de zogenaamde “Dual Alliance”. Dit verbond hield in dat de landen elkaar zouden steunen in geval van oorlog.156 De Russische minister van Buitenlandse Zaken ten tijde van de Boerenoorlog, Mikhail Muraviev, wilde Duitsland in deze alliantie betrekken om zo samen een sterke continentale coalitie te vormen die eventueel kon ingrijpen in de Boerenoorlog. Ook de minister van Buitenlandse Zaken van Frankrijk, Theophile Delcassé, zag wel wat in zo’n coalitie.157 Toch was er buiten het verdrag dat er bestond tussen Engeland en Duitsland ook een andere reden waarom deze coalitie er uiteindelijk niet kwam. De Frans-Duitse oorlog van 1870-1871 had voor een hoop frictie gezorgd tussen beide landen. Elzas-Lotharingen, een gebied dat eigenlijk bij Frankrijk hoorde, was sinds de Frans-Duitse oorlog deel van het Duitse Keizerrijk en onenigheid over dit gebied was een blijvend obstakel in een eventueel verbond tussen de twee landen.158 Het was hierdoor bijna niet mogelijk om de drie landen samen in een coalitie te krijgen. Een interventie van de drie grote machten op het continent zat er daarom niet in. Toen Engeland de oorlog leek te gaan winnen zag Rusland af van een eventuele interventie en begon de regering van het land zich hard te maken voor bemiddeling in het conflict.159 Opnieuw wilde Rusland bij zo’n bemiddeling dat ook Duitsland meedeed. Rusland was bang dat Duitsland meer naar Engeland zou toe kruipen waardoor het land minder afhankelijk zou worden van Rusland. Daarom wilde Rusland een vriendschappelijke relatie met Duitsland, maar dit was door de alliantie met Frankrijk vrijwel onmogelijk. Dus zowel bemiddeling als interventie zat er niet in voor de “Dual Alliance”. De beleidsbepalers in Frankrijk kozen er om deze verschillende redenen voor om 154 Kröger, ‘Imperial Germany and the Boer War’, 32. Venier, ‘French Foreign Policy and the Boer War’, 66. 156 Ibidem, 65. 157 Ibidem, 66. 158 Ibidem. 159 Spring, ‘Russian Foreign Policy and the Boer War’, 56. 155 33 neutraal te blijven in het conflict. Er was hiermee dus een groot contrast tussen de Franse publieke opinie en het officiële beleid dat er werd gevoerd. Op persoonlijk niveau was ook het merendeel van de Franse ministers pro-Boer, maar het beleid bleef erop gericht om strikt neutraal te blijven.160 De minister van buitenlandse zaken, Théophile Delcassé, nam afstand van de publieke opinie en distantieerde zich van de binnenlandse pers die Engeland keer op keer aanviel. Ook Rusland bleef uiteindelijk neutraal in de Boerenoorlog. De stemming in het hele land was enorm pro-Boer en veel Russen geloofden er ook heilig in dat Tsaar Nikolaas II Engeland de oorlog zou verklaren.161 Zuidelijk Afrika was echter niet van erg groot belang voor Rusland en het feit dat de coalitie met Duitsland en Frankrijk er niet in zat zorgde ervoor dat het land officieel enkel als observator opereerde in het conflict.162 Wel dachten de beleidsbepalers in Rusland er over na om Engeland pijn te doen in India op het moment dat ze zwak waren door de oorlog in Zuid-Afrika, maar ook dit kwam er uiteindelijk niet van uit angst voor repercussies.163 Ondanks dat Rusland dus in theorie graag had geïntervenieerd bleef het land in de praktijk een stuk voorzichtiger. In het begin van de oorlog, van oktober 1899 tot januari 1900, toen de Boeren nog uiterst succesvol waren zagen de Russen voordelen in het conflict. Engeland moest namelijk steeds meer troepen opofferen aan de oorlog in Zuid-Afrika en dit was gunstig voor Rusland met het oog op Azië.164 Rusland zag daarom graag dat de oorlog nog even voortduurde. Toen de Britten het tij wisten te keren vanaf februari 1900 en de oorlog leken te gaan winnen, zagen de Russen ineens meer heil in interventie of enige vorm van bemiddeling, maar dat liep uiteindelijk dus stuk op de geschillen tussen Frankrijk en Duitsland.165 De Haagse Vredesconferentie en Kuypers premierschap Ondanks dat Kuyper zich wel kon vinden in het buitenlandbeleid zoals dat door het KabinetPierson werd gevoerd, had hij op één punt toch forse kritiek. In 1899 kwam er namelijk de kans om de internationale positie van de Zuid-Afrikaanse Republiek tegenover Engeland flink te versterken. Rusland had opgeroepen tot het houden van een vredesconferentie die de wapenwedloop tussen de grote mogendheden moest stoppen en de wereldvrede moest 160 Venier, ‘French Foreign Policy and the Boer War’, 66. Davidson, The Russians and the Anglo-Boer War, 194, 162 Spring, ‘Russian Foreign Policy and the Boer War’, 48. 163 Nasson, The War for South Africa, 27. 164 Davidson, The Russians and the Anglo-Boer War, 207. 165 Ibidem. 161 34 verzekeren.166 Rusland wilde graag dat de vredesconferentie in Den Haag zou worden gehouden en zo geschiedde. Nederland werd het gastland van de conferentie en mocht de uitnodigingen versturen aan de hand van het programma dat Rusland had opgesteld.167 Hiermee kwamen de eerste problemen al naar voren. Moesten de beide Boerenrepublieken wel of niet worden uitgenodigd voor de vredesconferentie?168 De Oranje Vrijstaat was een geheel onafhankelijke staat die ook zo werd erkend door Engeland. De Zuid-Afrikaanse Republiek stond nog onder suzereiniteit van Engeland, maar het ging hier enkel om het buitenlandbeleid van de Republiek en de Britten hadden daarbij alleen achteraf een vetorecht. Daarbij kwam nog dat Nederland de Zuid-Afrikaanse Republiek wel als geheel onafhankelijke staat zag. Een uitnodiging voor beide Boerenrepublieken lag daarom wel voor de hand.169 Toch zou het uitnodigen van de Zuid-Afrikaanse Republiek zorgen voor problemen. Het was mogelijk dat Engeland in dat geval af zou zien van de vredesconferentie en in dat geval was de conferentie mislukt. Om deze reden werden de beide Boerenrepublieken niet uitgenodigd voor de vredesconferentie en dit was een grote teleurstelling voor Kuyper die in de conferentie in eigen land een kans had gezien.170 Nederland had de vredesconferentie niet in Den Haag moeten houden als het de twee bevriende republieken niet kon uitnodigen, zo vond Kuyper. In principe werd volgens Kuyper nu de suzereiniteit van Engeland over beide Boerenrepublieken namelijk door Nederland erkend.171 Hierdoor had Nederland alle mogelijkheden verspeeld om in te grijpen in het latere conflict. In 1901 werd Kuyper gekozen als minister-president van Nederland. Hij stelde meteen dat er van zijn kabinet geen ander beleid hoefde te worden verwacht als het ging om ZuidAfrika en de Boerenoorlog.172 Voordat Kuyper aan de slag kon moest hij zelfs beloven aan Koningin Wilhelmina dat Nederland neutraal zou blijven in de Boerenoorlog en dit deed hij. (184) Met de Haagse Vredesconferentie en het niet uitnodigen van de Boerenrepublieken had Nederland al een streep gezet door eventuele interventie. Hij stelde: ‘Hetgeen gedaan is, kan door ons niet ongedaan worden gemaakt en hetgeen ongedaan bleef , kan door ons niet meer 166 Van Koppen, De Geuzen van de Negentiende Eeuw, 150. Ibidem, 151. 168 Ibidem. 169 Ibidem, 152. 170 Ibidem, 153. 171 Ibidem, 175. 172 Ibidem, 183. 167 35 worden gedaan. Bij ons optreden hebben wij den toestand moeten aanvaarden gelijk wij dien vonden.’173 Toen Kuyper premier werd, was de officiële oorlog in Zuid-Afrika al voorbij en waren de Boeren een guerrillaoorlog begonnen tegen de Britten. Dit was volgens Kuyper een strijd geworden die de Boeren niet meer konden winnen en hij dacht dat doorvechten meer pijn zou doen dan onderhandelen. Zo’n eventuele onderhandelde vrede zou volgens Kuyper niet het einde hoeven te betekenen van de Boerennatie. Kuyper probeerde daarom om in zijn rol als premier van Nederland een bemiddelende rol te kunnen krijgen in het conflict in ZuidAfrika.174 Buiten het feit dat hij het beste voor had met de verwante Boeren was het ook een kans voor Nederland om iets te betekenen in de internationale politiek en natuurlijk al helemaal voor Kuyper zelf. Ondanks dat de minister van buitenlandse zaken, van Lynden, het hem sterk afraadde omdat het de uitgangspositie van de Boeren alleen maar zou doen verslechteren, deed Kuyper Engeland op 25 januari 1902 een aanbod van goede diensten.175 Dit hield in dat Nederland bereid was te bemiddelen in het conflict indien Engeland daar behoefte aan had.176 Nederland zou in zo’n geval vertegenwoordigers van de Britten in contact brengen met vertegenwoordigers van de Boeren om zo tot onderhandelingen te komen. Het bemiddelingsaanbod van Kuyper leek erop te wijzen dat hij niet meer de hoop had dat de Boerenrepublieken hun onafhankelijkheid zouden kunnen behouden. Vier dagen nadat het aanbod van goede diensten was gedaan volgde het antwoord van Engelse regering. Het was afwijzend.177 Nederland handelde op eigen initiatief en niet op voorspraak van de Boerenrepublieken en dat was iets wat de Engelse regering niet wilde. De Engelse afwijzing was echter wel vol waardering en de actie had Kuyper dan ook goed gedaan. Het bemiddelingsaanbod van Nederland werd, ondanks dat ze het hadden afgewezen, door de Britten wel gebruikt om aan de Boeren te laten zien dat ze een verloren strijd streden.178 Zelfs de trouwste bondgenoot van de Boeren zag geen heil meer in een voortdurend conflict Dit was effectief want de waarnemend president van de Zuid-Afrikaanse Republiek, Burger, en de president van de Oranje Vrijstaat, Steijn, waren hierna bereid te onderhandelen over de vrede. Er werd vanaf 17 mei onderhandeld in Vereeniging door een 173 Ibidem, 184. Ibidem, 191. 175 Ibidem, 196. 176 Ibidem 193. 177 Ibidem, 196. 178 Ibidem, 199. 174 36 commissie van Boerengeneraals. In deze commissie zaten Botha, De Wet, De la Rey, Hertzog en Smuts en zij onderhandelden met de Britten Kitchener en Milner. Op 31 mei werd het verdrag gesloten en was de Vrede van Vereeniging een feit.179 Zo heeft Kuyper dus uiteindelijk toch invloed gehad op het einde van de Boerenoorlog, zij het niet op de manier zoals hij het in eerste instantie misschien graag had gezien. Zijn internationale pro-Boer lobby had er niet voor kunnen zorgen dat een van de grootmachten of meerdere grootmachten tezamen tot interventie in het conflict over gingen. Toen hij eenmaal zag dat de Boeren de strijd van de Britten niet konden winnen en een onderhandelde vrede de best mogelijke oplossing was voor de Boeren ging hij over tot zijn bemiddelingsaanbod en dit aanbod heeft zeker een rol gehad in de beslissing van de Boeren om tot onderhandelingen over te gaan. 179 Ibidem. 37 Conclusie Als er gekeken wordt naar de Boeren in Zuid-Afrika en hun oorlogen tegen de Britten heeft Abraham Kuyper er op verschillende manieren mee te maken gehad. Vanaf het moment dat zijn interesse voor de Boeren door Frans Lion Cachet in de jaren zeventig van de negentiende eeuw werd gewekt, zette hij zich met afwisselende intensiteit in voor de zaak van de Boeren. Door middel van stukken in het tijdschrift De Standaard, waar hij de hoofdredacteur van was, probeerde hij het Nederlandse volk ook te enthousiasmeren voor de stamverwanten die in Zuid-Afrika leefden. Toen de Boeren in 1880 de wapens oppakten om hun onafhankelijkheid terug te winnen van de Britten ging heel Nederland achter ze staan, maar dit enthousiasme nam ook weer af toen de oorlog eenmaal voorbij was en de Boeren hun overwinning te pakken hadden. Ook bij Abraham Kuyper ging het enthousiasme in de periode na de Eerste Boerenoorlog even liggen. Dit had niets te maken met het feit dat de oorlog voorbij was en dat de spanning er dus een beetje af was, maar des te meer met het feit dat de Boeren niet meer beantwoorden aan de verwachtingen van Kuyper. Hij had de Boeren altijd gezien als gereformeerde geestverwanten en als stamverwanten, als Nederlanders die duizenden kilometers verderop leefden. Hij zag de Boerenrepublieken in Zuid-Afrika daarom in eerste instantie als nieuwe Nederlanden. In de loop van de jaren 1880 kwam Kuyper er echter achter dat de Boeren dit zelf niet zo zagen. Zij vonden dat ze een eigen volk waren, met een eigen taal en een eigen cultuur en het idee dat Kuyper dus had werd hierdoor teniet gedaan. De Boeren wilden helemaal geen nieuwe Nederlanden vormen. Het zorgde ervoor dat er door Kuyper in de jaren 1880 en het begin van de jaren 1890 wat minder aandacht werd besteed aan de Boerenrepublieken en hun inwoners. Wel bleef hij sympathie houden voor de Boeren die hij nog steeds zag als oude stamverwanten. Kuypers enthousiasme kwam weer op toen aan het eind van de jaren 1890 de spanningen in Zuid-Afrika weer opliepen. Ook het Nederlandse volk ging weer achter de Boeren staan. Het was ook toen dat de internationale pro-Boer lobby van Kuyper op gang kwam. Hij bezocht de president van de Verenigde Staten in 1898 en schreef artikelen in verschillende tijdschriften in binnen en buitenland om de publieke opinie aldaar te beïnvloeden. Zijn belangrijkste en meest invloedrijke stuk in deze lobby was “La Crise SudAfricaine” dat werd gepubliceerd in de Revue des Deux Mondes in Frankrijk en even later in verschillende talen werd vertaald om op die manier een nog groter publiek te kunnen 38 bereiken. Achteraf weten we dat er uiteindelijk geen enkele grootmacht over is gegaan op interventie in het conflict en we weten dat dit te maken had met de internationale betrekkingen op dat moment. Doordat Engeland vanwege de Boerenoorlog kwetsbaar was, moest het land verder overal een verdedigend diplomatiek beleid voeren en de grote machten maakten hier maar wat graag gebruik van. Ook was angst hierin een factor. De Britse marine was nog altijd superieur en daarom kon Engeland beter te vriend worden gehouden. Het was daarom ook voordeliger voor de grote machten om niet in te grijpen. Er werd een diplomatiek spel gespeeld door de grootmachten en het was voor hen allen daarom beter om niet in te grijpen in Zuid-Afrika. Maar Kuyper had tijdens de Boerenoorlog alle reden om aan te nemen dat hij succes kon hebben met zijn pro-Boer lobby. De stemming in de wereld was nadrukkelijk pro-Boer en ook de meeste beleidsbepalers van de grootmachten vonden dat Engeland een onrechtvaardige oorlog voerde in Zuid-Afrika. Ook was het zo dat Rusland en Frankrijk er serieus over nadachten om op de een of andere manier in te grijpen. Kuypers internationale pro-Boer lobby was dus op voorhand absoluut geen verloren zaak. Het is dan nog de vraag of de pro-Boer lobby van Kuyper kan worden gezien als een mislukking. In hoeverre heeft Kuyper met zijn internationale pro-Boer lobby invloed gehad op de publieke opinie en de beleidsbepalers van de grote machten? Het uiteindelijke doel van Kuypers lobby was een van de grote machten, of een combinatie van meerdere grote machten, aan te zetten tot interventie in de oorlog en dit is niet gelukt. Wel heeft Kuyper de Boerenzaak onder de aandacht gebracht in Nederland en heeft hij op verschillende manieren invloed gehad op de publieke opinie in de grote machten. De meest duidelijke manier waarop dit gebeurde was met zijn artikel “La Crise Sud-Africaine”, dat vijftien keer werd herdrukt. In het stuk werd de Boerenzaak verdedigd en het feit dat het zo populair was geeft toch wel aan dat Kuyper er indruk mee heeft gemaakt. Het beïnvloeden van de publieke opinie werd dus een succes, maar het dusdanig beïnvloeden van de beleidsbepalers van de grote machten dat ze over gingen tot interventie is mislukt. Wel had Kuyper met zijn aanbod van goede diensten aan de Britse regering invloed op de uiteindelijke Vrede van Vereeniging. De mate van invloed is moeilijk te meten, maar de invloed op de internationale publieke opinie is, zeker met het zojuist genoemde artikel, wel aannemelijk. En als er sprake is van enige invloed op de publieke opinie kan de pro-Boer lobby van Kuyper toch niet als een mislukking worden gezien. Er kwam in diverse landen druk vanuit de bevolking op de regering om op de een of andere manier te interveniëren in de oorlog. De beleidsbepalers gingen niet over tot interventie, maar de druk van de bevolking had hierin eventueel wel een 39 rol kunnen spelen. De internationale pro-Boer lobby van Abraham Kuyper heeft daarom misschien juist laten zien dat het niet mogelijk was om de grote machten aan te zetten tot interventie vanwege het diplomatieke getouwtrek tussen die grote machten. Zijn lobby was daarom ook op die manier van waarde, een negatief resultaat is ook een resultaat. 40 Literatuurlijst Primaire bronnen A. Kuyper, De Crisis in Zuid-Afrika (Amsterdam 1900). British Documents On Foreign Affairs: Reports And Papers From The Foreign Office Confidential Print, D Throup ed., document 9, 12 en 13, Deel 1, Serie G, Volume 9, (Plaats zj, zp jaar) 8-9, 12, 13. Secundaire literatuur Boeken Bossenbroek, M., Holland op z’n breedst. Indië en Zuid-Afrika in de Nederlandse cultuur omstreeks 1900 (Amsterdam 1996). Davidson, A. en Filatova, I., The Russians and the Anglo-Boer War (Kaapstad 1998). Hewison, H.H., Hedge of Wild Almonds. South Africa, the ‘Pro-Boers’ & the Quaker Conscience (Londen 1989). Koch, J., Abraham Kuyper. Een biografie (Amsterdam 2006). Koppen, C. van, De Geuzen van de Negentiende Eeuw. Abraham Kuyper en Zuid-Afrika (Utrecht 1992). Kuitenbrouwer, V., War of Words. Dutch Pro-Boer Propaganda and the South African War (1899-1902) (Amsterdam 2012) 23. Mulanax, R.B., The Boer War in American Politics and Diplomacy (Lanham 1994). 41 Nasson, B., The War for South Africa (Kaapstad 2010). Schotanus, F.B., De reakties in Nederland op het einde van de Boerenoorlog. Het standpunt van de regering, in het parlement en van de publieke opinie inzake de Vrede van Vereeniging, 31 mei 1902 (Langbroek 1980). Wesseling, H.L., Verdeel En Heers. De deling van Afrika 1880 - 1914. (Amsterdam 1991). Artikelen Bossenbroek, Martin, ‘The Netherlands and the Boer War’, in: K. Wilson (ed.), The International Impact of the Boer War (Cresham 2001) 123-139. Kröger, Martin, ‘Imperial Germany and the Boer War’, in: K. Wilson (ed.), The International Impact of the Boer War (Cresham 2001) 25-42. Mommsen, Wolfgang J., ‘Indtroduction’, in: K. Wilson (ed.), The International Impact of the Boer War (Cresham 2001) 1-7. Spring, Derek, ‘Russian Foreign Policy and the Boer War’, in: K. Wilson (ed.), The International Impact of the Boer War (Cresham 2001) 43-64. Tilchin, William N., ‘The United States and the Boer War’, in: K. Wilson (ed.), The International Impact of the Boer War (Cresham 2001) 107-122. Venier, Pascal, ‘French Foreign Policy and the Boer War’, in: K. Wilson (ed.), The International Impact of the Boer War (Cresham 2001) 65-78. 42