Inleiding

advertisement
Een mislukt succes
Abraham Kuypers internationale pro-Boer lobby en het uitblijven
van interventie in de Boerenoorlog (1899-1902)
Jos Heijhuurs
3491641
Onderzoeksseminar III
Goed en fout in de Boerenoorlog
Dr. M.P. Bossenbroek
1
Inhoudsopgave
Inleiding
Blz. 2
Hoofdstuk 1. Abraham Kuypers interesse in Zuid-Afrika
Blz. 5
Abraham Kuyper
Blz. 5
Frans Lion Cachet
Blz. 6
De Eerste Boerenoorlog
Blz. 9
De weg naar de Tweede Boerenoorlog
Blz. 11
Hoofdstuk 2. Wereldwijde sympathie voor de Boeren
Blz. 15
Nederland
Blz. 15
De Verenigde Staten
Blz. 17
Engeland
Blz. 18
Frankrijk
Blz. 18
Rusland
Blz. 19
Duitsland
Blz. 20
Hoofdstuk 3. Kuypers internationale pro-Boer lobby
Blz. 22
Kuyper en Nederland
Blz. 22
Kuyper en de Verenigde Staten
Blz. 24
Kuyper en Engeland
Blz. 24
Kuyper en Frankrijk: “La Crise Sud-Africaine”
Blz. 25
Kuyper en Rusland
Blz. 27
Kuyper en Duitsland
Blz. 27
Hoofdstuk 4. Het uitblijven van interventie
Blz. 29
McKinley, Hay en Roosevelt
Blz. 29
Het verdrag tussen Engeland en Duitsland
Blz. 31
“The Dual Alliance”
Blz. 32
De Haagse Vredesconferentie en Kuypers premierschap
Blz. 33
Conclusie
Blz. 37
Literatuurlijst
Blz. 38
2
Inleiding
Tienduizenden Afrikaanse doden, 22.000 duizend doden aan Engelse zijde en 37.000 doden
aan de kant van de Boeren, dat was het resultaat van de Tweede Boerenoorlog1 die werd
uitgevochten tussen 11 oktober 1899 en 31 mei 1902 in Zuid Afrika.2 De Tweede
Boerenoorlog was, zo stelt Wesseling in zijn boek Verdeel en Heers, ‘de grootste van alle
koloniale oorlogen die in het tijdvak van het moderne imperialisme werden uitgevochten.’3
Het was een vernietigende oorlog waarin de ergste wapens werden gebruikt. Ook was het een
oorlog waarin er gebruik werd gemaakt van concentratiekampen voor de gevangenen. Al met
al was het dus een verschrikkelijke oorlog die werd gevoerd in Zuid-Afrika tussen de Britten
en de Boeren, die veelal van Nederlandse origine waren.
De invloed van Nederland aan de Kaap is terug te voeren naar de zeventiende eeuw.
Al in de vijftiende eeuw lukte het de Portugezen om langs de Kaap te varen en zo het oosten
te bereiken. De Nederlanders deden niet veel later hetzelfde.4 Zuid-Afrika was echter ook een
goede plek voor een stop op weg naar het oosten. Zo geschiedde het dat op 6 april 1652 Jan
van Riebeeck met zijn schip bij de Kaap aankwam om in opdracht van de Verenigde OostIndische Compagnie daar een verversingsstation te stichten, een plek waar de schepen van de
VOC een tussenstop konden maken op hun weg naar Indië. Nadat dit gebeurd was,
emigreerden de eerste Europeanen, waaronder veel Nederlanders, naar Zuid-Afrika en zo kon
er sprake zijn van een blijvende invloed van de Nederlanders in dat gebied.5
Vanaf 1806 werd de Kaap door de Britten bezet.6 De Europese emigranten waren
echter voornamelijk van Nederlandse, Duitse en Franse komaf en hadden hun eigen volk
gevormd, de Afrikaners. De verschillen tussen deze Afrikaners en de Britten zorgden voor
spanningen en leidden tot het vertrek van de Afrikaners uit de Kaap. De Grote Trek, zoals de
reis van de Afrikaners naar de binnenlanden van Zuid-Afrika werd genoemd, vond plaats
tussen 1835 en 1837.7 De Afrikaners vestigden zich in verschillende gebieden in Zuid-Afrika
1
Er zijn verschillende benamingen voor de oorlogen tussen de Boeren en de Britten in Zuid-Afrika en deze
namen hebben vaak een ideologische betekenis. In dit stuk zal “de Eerste Boerenoorlog” verwijzen naar de
oorlog van 1880-1881 en “de Tweede Boerenoorlog” of “de Boerenoorlog” naar de oorlog van 1899-1902. Hier
zit geen ideologische betekenis aan. Het heeft er enkel mee te maken dat de oorlogen onder deze namen het
best bekend zijn in Nederland.
2
H.L. Wesseling, Verdeel En Heers. De deling van Afrika 1880 - 1914. (Amsterdam 1991) 408-409.
3
Ibidem, 408.
4
Ibidem, 327.
5
Ibidem, 325.
6
Ibidem, 327.
7
Ibidem, 328.
3
waarvan Transvaal en de Oranje-Vrijstaat ook daadwerkelijk onafhankelijke staten zouden
worden. De onafhankelijkheid van deze twee republieken werd door Engeland in
respectievelijk 1852 en 1854 erkend tijdens conventies in Zandrivier en Bloemfontijn.8
Zo waren de twee onafhankelijke Afrikaner republieken een feit. In de jaren 1870
ontstonden er echter weer spanningen tussen de Afrikaners, die zichzelf de Boeren noemden,
en de Britten nadat er diamantvelden waren gevonden in de Oranje-Vrijstaat. Economische
redenen zorgden er dus voor dat de Britten interesse kregen in de onafhankelijke
Boerenrepublieken.9 Het was ook in de jaren 1870 dat Kuypers interesse voor de Boeren in
Zuid-Afrika werd gewekt.10 Kuyper maakt zich vanaf dat moment sterk voor de zaak van de
Boeren die werden onderdrukt door de Britten en hij was hiermee een van de eerste
Nederlanders die dat deed. Hij raakte op verschillende manieren betrokken bij de Boeren en
Zuid-Afrika en in dit stuk zal de internationale pro-Boer lobby die hij voerde centraal staan.
Vooral zijn lobby tijdens de Tweede Boerenoorlog is hierin belangrijk. De belangrijkste vraag
die in dit stuk aan de orde komt is in hoeverre de internationale pro-Boer lobby van Abraham
Kuyper ten tijde van de Tweede Boerenoorlog invloed heeft gehad op de publieke opinie en
de beleidsbepalers van de grote machten.
Aan de hand van vier hoofdstukken zal deze vraag zo goed en duidelijk mogelijk
worden beantwoord. In het eerste hoofdstuk zal de persoon Abraham Kuyper worden
geïntroduceerd. De opkomst van zijn interesse in de Boeren en Zuid-Afrika zal worden
behandeld evenals de opkomst van het enthousiasme voor de Boeren bij het Nederlandse volk
en in de rest van de wereld. In het tweede hoofdstuk zal er worden gekeken naar waar de
kansen lagen voor Abraham Kuyper en zijn pro-Boer lobby. Er wordt gekeken naar de
sympathie die er bestond voor de Boeren in de grote machten, te heten de Verenigde Staten,
Engeland, Frankrijk, Rusland en Duitsland. Ook zal Nederland worden behandeld aangezien
dat toch het land is waar vanuit Kuyper opereerde. In hoofdstuk drie komt vervolgens de
internationale pro-Boer lobby van Abraham Kuyper aan de orde. Er zal gekeken worden wat
deze lobby precies inhield en welke landen Kuyper daarvoor heeft bezocht of op een andere
manier heeft proberen te bereiken. Opnieuw wordt er hierbij gekeken naar de zojuist
genoemde landen. Tot slot zal in hoofdstuk vier uiteen worden gezet wat de redenen waren
voor de grote machten uit hoofdstuk twee en drie om uiteindelijk niet in te grijpen in het
conflict in Zuid-Afrika.
8
Ibidem, 331.
Ibidem, 334.
10
C. van Koppen, De Geuzen van de Negentiende Eeuw. Abraham Kuyper en Zuid-Afrika (Utrecht 1992) 25.
9
4
In de hoofdstukken zal er verschillende literatuur worden aangehaald om het verhaal te
verduidelijken. Een van de belangrijkste boeken hiervan is De Geuzen van de Negentiende
Eeuw Van Chris van Koppen. In dit boek staat de relatie tussen Abraham Kuyper en de
Boeren in Zuid-Afrika centraal en dit is dus een hele nuttige bijdrage voor dit onderzoek. Om
een goed beeld te schetsen van de situatie in Zuid-Afrika in deze periode zullen de boeken
The War for South Africa van Bill Nasson en Verdeel en Heers van Henk Wesseling
veelvuldig worden aangehaald. Om vervolgens een goed beeld te kunnen geven van de
internationale betrekkingen die hebben bijgedragen aan de beslissingen van de grote machten
om niet over te gaan tot interventie, is de bundel The International Impact of the Boer War,
samengesteld door Keith Wilson, van belang. Er zullen nog meer boeken worden aangehaald
en ook zullen er primaire bronnen worden gebruikt om een duidelijker beeld te scheppen. De
zojuist genoemde titels zijn echter de belangrijkste.
De verschillen tussen de Boeren en de Britten waren dus enorm en de Britten wilden
hoe dan ook hun kolonie niet verliezen. Tegelijkertijd wilden de Boeren hun
onafhankelijkheid absoluut niet kwijt. De Tweede Boerenoorlog was daarom misschien niet te
voorkomen, maar werd internationaal zeker gezien als onrechtvaardig van de kant van
Engeland. In de hoofdstukken die volgen zal dieper ingegaan worden op deze oorlog, een van
de bloedigste en zeker een van de ingrijpendste oorlogen die er gevoerd zijn in Zuid-Afrika.
Verder zal het voornamelijk gaan over de internationale sympathie die er ontstond voor de
Boeren en hoe Abraham Kuyper daar op heeft proberen in te spelen.
5
1. Abraham Kuypers interesse in Zuid-Afrika
Abraham Kuyper heeft veel verschillende rollen gespeeld in de Nederlandse politiek en ook
raakte hij op diverse intrigerende manieren betrokken bij de Boeren in Zuid-Afrika. Hij heeft
de zaak van de Boeren internationaal gepromoot en speelde zelfs een belangrijke rol in de
uiteindelijke Vrede van Vereeniging die het einde betekende van de Tweede Boerenoorlog. In
dit hoofdstuk zal worden bekeken hoe Abraham Kuyper in aanraking kwam met de Boeren in
Zuid-Afrika en hoe zijn interesse in de zaak van de Boeren werd gewekt. De Eerste
Boerenoorlog zal worden behandeld en er zal worden gekeken naar hoe de Nederlandse en
internationale sympathie voor de Boeren opkwam. Deze Eerste Boerenoorlog was van groot
belang in de opkomst van die internationale sympathie voor de Boeren en de interesse in de
zaak van de Boeren nam dan ook weer af na de oorlog. Er zal vervolgens worden gekeken
naar wat er nog over was van het enthousiasme voor de Boeren aan de vooravond van de
Tweede Boerenoorlog in 1899 en hoe dat zo kwam. Maar als eerst zal de persoon Abraham
Kuyper worden doorgelicht. Wie was Abraham Kuyper, wat waren zijn idealen, en hoe kwam
hij in aanraking met de Boeren in Zuid-Afrika?
Abraham Kuyper
Abraham Kuyper is een van de grote figuren uit de Nederlandse politieke geschiedenis en
heeft veel voor Nederland betekend. Zo was hij een van de grondleggers van het moderne
politieke bestel van Nederland. Hij richtte namelijk de Antirevolutionaire Partij op, waarmee
hij de oprichter was van de eerste moderne politieke partij in Nederland. Verder stichtte
Kuyper de Vrije Universiteit en was hij tussen 1901 en 1905 minister-president van
Nederland.11 Kuyper was van oorsprong een algemeen hervormd protestantse man, maar
tussen zijn vijfentwintigste en dertigste levensjaren raakte hij overtuigd calvinistisch
orthodox.12 Hij was een erg gelovige man en deze calvinistisch orthodoxe overtuiging kwam
dan ook naar voren in vrijwel alles wat hij deed.13
Abraham Kuyper werd geboren op 29 oktober 1837 in Maassluis.14 Zijn vader, Jan
Frederik Kuyper, was dominee en zijn moeder, Henriëtte Huber, was een onderwijzeres.15 Jan
Frederik Kuyper nam het gezin eerst mee naar Middelburg en vervolgens naar Leiden, waar
11
J. Koch, Abraham Kuyper. Een biografie (Amsterdam 2006) 13.
Ibidem, 25.
13
Ibidem, 14.
14
Ibidem, 34.
15
Ibidem.
12
6
hij predikant was, en in Leiden ging Abraham naar het gymnasium.16 Nadat hij zijn
gymnasiumdiploma summa cum laude had gehaald ging hij in 1855 theologie studeren aan de
universiteit van Leiden.17 Hij trouwde met Jo Schaay en werd predikant in achtereenvolgens
Beesd, Utrecht en Amsterdam.18 Vanaf 1864 kwam Abraham Kuyper in contact met Groen
van Prinstener, op dat moment de voorman van de orthodoxe protestanten en de grondlegger
van de antirevolutionaire beweging.19 Kuyper spiegelde zich aan Groen van Prinstener en
werd enorm door hem beïnvloed. Na Groen van Prinstener werd Kuyper de voorman van de
antirevolutionairen en in die rol richtte hij in 1878 de Antirevolutionaire Partij op.
In 1871 werd Kuyper hoofdredacteur van het weekblad De Heraut dat niet veel later
dagblad De Standaard zou worden. In dit antirevolutionaire dagblad was de stem van Kuyper
altijd erg duidelijk aanwezig.20 Kuyper probeerde door middel van het blad De Standaard zijn
volgelingen tot een groep te smeden, een groep waarvan hij zelf de leider was. Dit gebeurde
dus uiteindelijk met de oprichting van de antirevolutionaire partij. In 1880 stichtte Abraham
Kuyper de Vrije Universiteit in Amsterdam en aan deze universiteit was hij gedurende ruim
twintig jaar hoogleraar.21 In verschillende periodes was Kuyper lid van de Tweede Kamer en
vanaf 1901 was hij zelfs vier jaar minister-president van Nederland.
Kuyper was een belangrijk man in de Nederlandse politiek. Een man voor wie het
christelijke geloof van groot belang was en een man die voor veel veranderingen heeft
gezorgd in de Nederlandse samenleving. Gedurende het leven van Abraham Kuyper speelden
Zuid-Afrika en de Boerenrepublieken aldaar voor hem een erg grote rol. Zijn interesse voor
Zuid-Afrika kwam op in de tweede helft van de jaren zeventig, toen hij sterk werd beïnvloed
door Frans Lion Cachet, en die interesse verdween niet meer.22
Frans Lion Cachet en stamverwantschap
Frans Lion Cachet was een Nederlandse, orthodoxe man uit Amsterdam die in 1858 naar
Zuid-Afrika was vertrokken.23 Hij stond daar dominee Huet bij in Ladysmith tussen 1861 en
1865 en in die tijd kwam Lion Cachet voor het eerst in aanraking met de Boeren. Deze eerste
16
Ibidem, 36.
Ibidem, 39.
18
Van Koppen, De Geuzen van de Negentiende Eeuw, 11.
19
Ibidem.
20
Ibidem, 12.
21
Ibidem.
22
Ibidem, 25.
23
Ibidem, 56.
17
7
kennismaking leidde direct tot zijn grote bewondering voor het volk.24 In 1865 vertrok Lion
Cachet naar Utrecht in Transvaal nadat hij hierom werd gevraagd door de Nederduits
Gereformeerde Kerk en hij raakte daar nog meer betrokken bij de Boeren25 Lion Cachet zag
de Engelse heerschappij in de Kaapkolonie als een zegen voor dat gebied en hoopte ook dat
de Britten de Zuid-Afrikaanse Republiek in Transvaal zouden annexeren zodat op die manier
ook daar meer structuur zou kunnen worden opgebouwd.26 In eerste instantie was hij dus erg
voor een Britse annexatie van de Zuid-Afrikaanse Republiek. Toch bleef Lion Cachet niet
lang bij dit ideaal. Hij zag een eventuele Britse overheersing als snel niet meer zitten en
maakte zich vanaf dat moment sterk voor een vereniging van de beide Boerenrepublieken in
een staat.27
In 1873 keerde Frans Lion Cachet voor onbepaalde tijd terug naar Nederland waar hij
de situatie van de Boerenrepublieken in Zuid-Afrika onder de aandacht van het Nederlandse
publiek probeerde te brengen.28 Lion Cachet was een groot voorstander van de emigratie van
Nederlanders naar Zuid-Afrika, omdat dit volgens hem voor alle partijen positief zou zijn. Het
zou niet alleen de Boerenrepublieken versterken, maar ook de emigranten zouden er volgens
hem beter van worden omdat er kansen voor ze lagen in Zuid-Afrika. In deze periode waarin
hij in Nederland was, kwam hij voor het eerst in contact met Abraham Kuyper die meteen erg
onder de indruk was van de verhalen van Lion Cachet.29 Toen hij in 1875 terugkeerde naar
Zuid-Afrika bleven hij en Kuyper contact houden en Kuyper hechtte enorm veel waarde aan
de ideeën van Lion Cachet over de situatie van de Boeren in Zuid-Afrika. Kuyper publiceerde
stukken van zijn vriend in de Standaard en daarin uitte Lion Cachet veelvuldig kritiek op de
toenmalig president van de Zuid-Afrikaanse Republiek, T.F. Burgers. Met deze kritiek
bereikte hij veel mensen in Nederland die er hetzelfde over dachten en op die manier kwam
de situatie in Zuid-Afrika ook hier een beetje tot leven.30
Kuyper werd erg beïnvloed door Frans Lion Cachet en raakte door diens verhalen
steeds meer geïnteresseerd in Zuid-Afrika en de Boeren. Kuyper vond vooral de band
belangrijk die er volgens hem bestond tussen de gereformeerden in Nederland en de
Zuidafrikaanse Boeren. Zoals Chris van Koppen stelt in zijn boek De Geuzen van de
Negentiende Eeuw ‘vond Kuyper in het door Lion Cachet gegeven beeld de autorisatie van
24
Ibidem.
Ibidem.
26
Ibidem, 58.
27
Ibidem, 59.
28
Ibidem.
29
Ibidem.
30
Ibidem, 60.
25
8
zijn ontdekking van de Zuidafrikaanse Boeren als gereformeerde, antirevolutionaire
geestverwanten.’31 Niet alleen waren de Boeren volgens Kuyper geestverwanten het waren
ook oude stamverwanten en dat zorgde ervoor dat de Boerenrepublieken volgens Kuyper
nieuwe Nederlanden waren.32 ‘Voor Kuyper was de aanwezigheid van de Boeren op Afrika’s
zuidpunt een voortdurend getuigenis van Nederlands historische grootheid en daarmee van het
bestaansrecht van het Nederlandse volk en maakte de trouw van de Boeren aan de oudHollandse, gereformeerde traditie hen tot dragers bij uitstek van het Nederlandse nationale
karakter’, zo beweert Van Koppen.33 Hieruit blijkt dat Kuypers interesse in de Boeren veel te
maken had met het feit dat de stamverwanten in Zuid-Afrika hem een gevoel van nationale
trots gaven.
Lion Cachet schreef veel voor De Standaard en dat in dit blad zo veel stukken van
hem werden gepubliceerd had natuurlijk alles te maken met het feit dat Abraham Kuyper er
de hoofdredacteur van was. De Standaard schreef over Lion Cachet als de enige man die
Europa juist zou hebben ingelicht over de situatie in Zuid-Afrika.34 Kuyper en Lion Cachet
bestreden samen het beeld dat was ontstaan van de Boeren die niet goed zouden omgaan met
de zwarte bevolking van Zuid-Afrika. Op die manier, en met andere verkooppraatjes,
probeerden ze meer Nederlanders over te halen emigratie naar “de nieuwe Nederlanden” te
overwegen.35
In 1877 werd de Zuid-Afrikaanse Republiek door Engeland geannexeerd.36 Kuyper
was erg tegen deze annexatie maar maakte zich niet direct sterk voor een nieuwe Transvaalse
onafhankelijkheid. Opnieuw had deze door hem ingenomen positie te maken met de invloed
van Frans Lion Cachet, die vond dat de annexatie onvermijdelijk was geworden door de
wanorde die er onder de leiding van president Burgers was ontstaan.37 De Zuid-Afrikaanse
Republiek was bankroet en was daarom niet in staat om de onafhankelijkheid te bewaren.38
Gewapend verzet had volgens Lion Cachet geen zin en hij was hier dan ook fel op tegen.
Volgens hem waren de Transvalers er niet toe in staat een sterke regering te vormen en was
een zelfbestuur onder Brits toezicht daarom juist een goede optie.39 Deze ideeën van Lion
31
Ibidem, 61.
Ibidem.
33
Ibidem, 62.
34
Ibidem, 63.
35
Ibidem.
36
Ibidem, 52.
37
Ibidem, 65.
38
Wesseling, Verdeel En Heers, 375.
39
Van Koppen, De Geuzen van de Negentiende Eeuw, 66.
32
9
Cachet werden gedeeld door Kuyper die zich om die reden ook niet bemoeide met de
Transvaalse deputaties die naar Londen gingen om te strijden voor hun onafhankelijkheid.40
In De Standaard deed Kuyper toch beroep op de Engelse regering om de annexatie als
onwettig te verklaren en de Transvalers enigszins vrij te laten in het bestuur.41 Hij was
namelijk wel tegen de annexatie. Kuyper had niet veel vertrouwen in de Engelse regering
onder leiding van Benjamin Disraeli en was dan ook blij toen hij werd vervangen door de
liberale William Gladstone. Helaas kon ook Gladstone niet tot een akkoord komen met de
Boeren en dit was voor Kuyper een grote teleurstelling aangezien hij veel had verwacht van
zijn verkiezing. In de jaren die volgden bleef Zuid-Afrika een veel terugkerend onderwerp in
De Standaard en Kuyper riep zelfs andere kranten en dagbladen op om meer aandacht te
besteden aan de situatie van de verwante Boerenrepublieken in Zuid-Afrika. Kuyper stak zijn
sympathie voor de Boeren dus absoluut niet onder stoelen of banken en maakte deze
sympathie nog duidelijker toen zij in december 1880 de wapens oppakten om te vechten voor
hun onafhankelijkheid.42
De Eerste Boerenoorlog
Engeland had lange tijd weinig aandacht besteed aan de Boerenrepublieken. Het waren
volgens de Britten dunbevolkte en zwakke gebieden waar ze maar weinig aan hadden.43 In de
loop van de jaren 1860 veranderde dit echter en werden de Boerenrepublieken toch wel
degelijk interessant voor de Engelsen. Aan het eind van de jaren 1860 werd er op de grens van
de Oranje Vrijstaat en de Zuid-Afrikaanse Republiek diamant gevonden en hoewel de eerste
diamantvelden door de Engelsen werden geannexeerd, zorgde het toch ook voor een
economische boost in de Boerenrepublieken.44 Er kwam een grote migratiestroom op gang
naar het gebied waar de diamanten konden worden gewonnen en de migratie van deze, vaak
zwarte arbeiders zorgde voor nieuwe spanningen tussen blanken en zwarten, hetgeen de
Britten zorgen baarde. Een ander probleem was het feit dat de Transvaalse president Burgers,
een spoorlijn wilde aanleggen van de Zuid-Afrikaanse Republiek naar de Delagoabaai aan de
oostkust.45 Dit gedeelte was in handen van Portugal en een eventuele spoorlijn naar de haven
zou ervoor zorgen dat de Boerenrepublieken niet meer afhankelijk zouden zijn van het
40
Ibidem.
Ibidem, 67.
42
Ibidem, 68.
43
Ibidem, 30.
44
Ibidem, 31.
45
Ibidem.
41
10
commerciële netwerk dat door Engeland was opgezet in Zuid-Afrika.46
Deze gebeurtenissen zorgden ervoor dat Engeland steeds meer begon te voelen voor
een federatie binnen de hele kolonie in zuidelijk Afrika die onder leiding zou staan van
Engeland.47 Op die manier zouden de Boerenrepublieken zichzelf nog wel mogen besturen,
maar dit zou dan gebeuren onder supervisie van de Britten. De Boerenrepublieken zelf zagen
echter niks in een federatie en wilden absoluut niets van hun onafhankelijkheid verliezen.48
Uiteindelijk werd de Zuid-Afrikaanse Republiek van Transvaal in 1877 geannexeerd door
Engeland en duurde het tot december 1880 voordat de Transvalers hun gevecht voor
onafhankelijkheid begonnen.
De eerste fase van de oorlog was een positieve en daarmee direct beslissende fase voor
de Boeren. Er werden verschillende slagen gewonnen door de Boeren en de Britten besloten
om wat concessies te doen. Dat er tegelijkertijd problemen waren voor de Britten in Ierland en
in Afghanistan had zeker te maken met dit besluit.49 Ze konden daardoor namelijk niet hun
onverdeelde aandacht aan Zuid-Afrika schenken. Bij de conventie van Pretoria in augustus
1881 werd de Zuid-Afrikaanse Republiek weer onafhankelijk verklaard, de republiek zou
echter onder Britse suzereiniteit komen te staan waarmee de Britten het buitenlandbeleid van
de Zuid-Afrikaanse Republiek bleven bepalen.50 De Boeren waren het hier echter niet mee
eens en wilden hun complete onafhankelijkheid terug. In 1883-1884 volgden er
onderhandelingen tussen Engeland en de Zuid-Afrikaanse Republiek en dit leidde in 1884 tot
het tot stand komen van de Conventie van Londen. Het belangrijkste wat hier werd
afgesproken was dat de suzereiniteit vrijwel volledig werd opgeheven. De Britten behielden
enkel het veto-recht bij verdragen die de Zuid-Afrikaanse Republiek sloot met vreemde
mogendheden.51
In De Standaard had Kuyper al langere tijd aandacht besteed aan de
Boerenrepublieken en daarmee was Kuypers pro-Boer lobby in Nederland reeds begonnen.
Het uitbreken van de oorlog in 1880 zorgde ervoor dat er in Nederland nog meer aandacht
kwam voor de Boeren en hun strijd tegen de Britten. De assertieve houding van de Boeren
zorgde ervoor dat er in Nederland enthousiast werd gereageerd op het uitbreken van de oorlog
en de eerste overwinningen van de Boeren op de Britten deden dit enthousiasme alleen maar
46
Ibidem.
Ibidem.
48
Ibidem, 32.
49
Ibidem, 33.
50
Ibidem.
51
Ibidem.
47
11
toenemen.52 Niet alleen in De Standaard en niet enkel door Kuyper werd er lovend over de
Boeren geschreven, Zuid-Afrika werd een belangrijk onderwerp in verschillende bladen en
kranten. Er was geen plaats meer voor kritische woorden over de Boeren die niet humaan
zouden omgaan met de zwarte bevolking van Zuid-Afrika. Er werd vol bewondering
geschreven over de Boeren, en deze stamverwanten verdienden niets dan lof voor hun opstand
tegen de Britse onderdrukkers.53 Ook Frans Lion Cachet zette zich in Nederland wederom in
voor de zaak van de Boeren en hield lezingen door het hele land. Het feit dat de kleine
Boerenrepublieken zich zo goed staande wisten te houden tegenover de supermacht die
Engeland was zorgde zelfs voor internationale bewondering.54
De weg naar de Tweede Boerenoorlog
De Britse overmacht in het zuiden van Afrika was duidelijk en de Boerenrepublieken vonden
het dan ook geen slecht idee om met de Britten samen te gaan werken na de Conventie van
Londen. Er werd vanuit de Boerenrepublieken aangestuurd op een douane-unie met de
Kaapkolonie, maar de regering van de Kaapkolonie zat hier niet op te wachten aangezien een
douane-unie vooral voordelig zou zijn voor de zwakkere Boerenrepublieken.55 De ontdekking
van goud aan de Witwatersrand in het zuiden van de Zuid-Afrikaanse Republiek in 1885
zorgde voor een duidelijke verschuiving in dit alles.56 De Zuid-Afrikaanse Republiek werd
door deze goudvondsten het economische hart van Zuid-Afrika. De Britten waren nu wel
voorstanders van een douane-unie en het waren nu de Transvalers die dit weigerden.57
Toch wilden de Britten de belangrijkste economische macht blijven in zuidelijk Afrika
en probeerden dit door middel van een “omsingelingspolitiek”, zoals van Koppen het noemt.58
De Britten annexeerden diverse gebieden die rondom de Boerenrepublieken lagen om de
Boeren op die manier afhankelijk te houden van de Britse spoorlijnen. Dit lukte voor een
groot deel, maar de Portugese Delagoabaai wisten de Britten niet in handen te krijgen omdat
de Duitsers dwars lagen. ‘De Duitsers koesterden hun eigen ambities ten aanzien van
Zuidelijk Afrika en wierpen zich daarbij op als beschermers van de onafhankelijkheid der
Boerenrepublieken’, zo stelt van Koppen.59
52
Ibidem, 69.
Ibidem, 70.
54
Ibidem.
55
Ibidem, 34-35.
56
Ibidem, 35.
57
Ibidem.
58
Ibidem, 36.
59
Ibidem.
53
12
In 1894 werd de laatste hand gelegd aan de spoorwegverbinding tussen Pretoria en de
Delagoabaai en hiermee hadden de Boerenrepublieken hun eigen spoorlijn naar een haven.
Met deze verbinding was de afhankelijkheid van de Britten gebroken.60 Doordat de
Boerenrepublieken niet meer afhankelijk waren van de Britse Kaapkolonie konden zij nu
voorwaarden gaan stellen. Dit zorgde voor hevige conflicten over tarieven op spoorlijnen en
de verdeling van de beschikbare spoorlijnen. De Boerenrepublieken hadden in deze conflicten
door hun economische onafhankelijkheid nu ineens de overhand.61
Een ander heikel punt voor de Britten was de situatie van de uitlanders in de ZuidAfrikaans Republiek. Door het goud dat er was gevonden kwamen er uit alle kanten
migranten richting Transvaal om te gaan werken in de mijnen en zij werden de uitlanders
genoemd. De uitlanders werden door de regering van de Zuid-Afrikaanse Republiek niet
direct erkend als staatsburgers, maar werden gezien als gastarbeiders.62 Hierdoor hadden de
uitlanders ook niet dezelfde rechten als volwaardige staatsburgers. Ze kregen dus geen
kiesrecht, net zoals de zwarte bevolking van de Zuid-Afrikaanse Republiek. De Britten waren
al tegen de buitensluiting van zwarten voor het kiesrecht, maar dat deze groep veelal blanke
en Britse uitlanders geen stemrecht kreeg, vonden ze al helemaal te ver gaan.63 Daarbij kwam
dat wanneer de Britse uitlanders wel stemrecht zouden krijgen in de Zuid-Afrikaanse
Republiek, de Britten gemakkelijker invloed konden uitoefenen in dat gebied.
Het Britse Rijk, en met name Sir Alfred Milner, de Britse hoogcommissaris van ZuidAfrika, wilde de hegemonie in Zuid-Afrika behouden. Deze hegemonie werd echter bedreigd
door de opkomst van de Zuid-Afrikaanse Republiek als een economisch belangrijke macht in
de regio. Het vooruitzicht was dat Zuid-Afrika snel zou worden gedomineerd door de
Boerenrepublieken die met het goud aan de Rand het economische hart van zuidelijk Afrika
waren geworden.64 De Britten waren er bang voor dat er een “Verenigde Staten van ZuidAfrika” zou ontstaan onder leiding van de Boeren en dat ze op die manier hun macht in
zuidelijk Afrika zouden verliezen. Dit was wat de Britten voornamelijk wilden voorkomen.65
De uitlanderkwestie kwam daarom als geroepen. De Britten konden deze kwestie gebruiken
om de Transvaalse regering aan te vallen en konden op die manier wellicht hun hegemonie
behouden.
60
Ibidem.
Ibidem.
62
Wesseling, Verdeel En Heers, 377.
63
Ibidem.
64
Wolfgang J. Mommsen, ‘Indtroduction’, in: K. Wilson (ed.), The International Impact of the Boer War
(Cresham 2001) 1-7, 2.
65
Ibidem.
61
13
Paul Kruger, president van de Zuid-Afrikaanse Republiek, moest voor dat doel ten val
worden gebracht, zo vonden de Britten. De ideale manier om dit voor elkaar te krijgen was
een spontane opstand in Pretoria of Johannesburg en hier hadden de Britten, uitlanders bij
nodig. Er kwam een plan waarbij uitlanders een opstand zouden beginnen waarna Leander
Starr Jameson de Zuid-Afrikaanse Republiek binnen zou vallen.66 Vlak voordat het plan ten
uitvoer zou worden gebracht krabbelden de uitlanders echter terug. Jameson wilde toch
doorgaan met zijn “raid” en het liep uit op een complete mislukking. Jameson en zijn raiders
werden gevangen genomen en veroordeeld.67 Na de Jameson Raid was een oorlog tussen de
Boeren en de Britten bijna niet meer te voorkomen.
Ondertussen waren de Boeren in Nederland al een tijd geen voorpaginanieuws meer
geweest en ook internationaal gezien was er steeds minder interesse voor de Boeren.68 Dit was
natuurlijk erg logisch aangezien de gevechten al geruime tijd voorbij waren en de spanning er
dus een beetje af was. Ook Kuypers betrokkenheid verminderde na 1884, maar dit had minder
te maken met het einde van de Eerste Boerenoorlog. Kuyper zag de Boeren in Zuid-Afrika
vanaf het begin als Nederlandse stamverwanten die toevallig ergens anders woonden, maar
het werd steeds duidelijker dat de Boeren dit zelf niet zo zagen. Zij zagen zichzelf als een
eigen volk, het Boerenvolk.69 De Zuid-Afrikaanse Republiek en met name de Boeren aldaar
voldeden daarom niet meer aan Kuypers verwachtingen. Volgens van Koppen was Kuyper
‘de gevangene van de door hemzelf gebouwde mythe van de Boeren als de dragers van het
ware, dat wil zeggen gereformeerde, antirevolutionaire Nederlandse volkskarakter.’70 Toen hij
er achter kwam dat dit dus niet het geval was, nam zijn interesse in de Boerenrepublieken
zichtbaar af.
In de jaren negentig liet Kuyper zijn verwachtingen los. Hij geloofde niet langer dat er
in Zuid-Afrika een nieuw Nederland zou kunnen ontstaan.71 De Jameson Raid en het afslaan
daarvan door de Zuid-Afrikaanse Republiek zorgde er voor dat het bij Kuyper weer begon te
kriebelen en het enthousiasme laaide weer langzaam maar zeker op. Ook onder het
Nederlandse publiek kwam de zaak van de Boeren weer flink onder de aandacht. De
oplopende spanningen in Zuid-Afrika werden in Nederland en de rest van de wereld op de
voet gevolgd en Abraham Kuyper steunde Kruger openlijk in de uilanderkwestie.72 Zo hadden
66
Wesseling, Verdeel En Heers, 379.
Ibidem, 382.
68
Van Koppen, De Geuzen van de Negentiende Eeuw, 133.
69
Ibidem, 135.
70
Ibidem, 143.
71
Ibidem, 146.
72
Ibidem, 162.
67
14
de Boeren al weer een aardige tijd flink in de schijnwerpers gestaan in Nederland toen de
Tweede Boerenoorlog uitbrak. Ook internationaal was er na de Jameson Raid meer interesse
in de Boerenzaak en het grootste gedeelte van de mensen was daardoor op de hand van de
Boeren bij het uitbreken van de oorlog.
15
2. Wereldwijde sympathie voor de Boeren
Sir Alfred Milner wilde zo snel mogelijk een einde maken aan de onafhankelijkheid van de
Boerenrepublieken.73 Toen Kruger in het begin van 1899 bereid was enkele concessies te
doen wat betreft de uitlanders, zag Milner dit als een teken van zwakte. De concessies die
Kruger bereid was te doen werden door de Britten niet meer geaccepteerd en er kwamen
steeds nieuwe eisen op tafel. Joseph Chamberlain, de Britse minister van koloniën, wilde dat
Kruger tegemoet zou komen aan alle eisen die er werden gesteld.74 Ondertussen werd het
Britse staande leger in Zuid-Afrika uitgebreid en alles leek erop te wijzen dat er een oorlog
aan zat te komen. De Transvalers zagen wat de Britten van plan waren en dachten dat het
verstandig zou zijn om toe te slaan voordat het Britse leger in Zuid-Afrika zo ver was
uitgebreid dat de Boeren geen kans meer hadden. Op 9 oktober 1899 kwam de Transvaalse
regering met een ultimatum dat inhield dat de Britten al hun versterkingen moesten
terugtrekken. Zoals verwacht gingen de Britten niet in op dit ultimatum en daarom
verklaarden de beide Boerenrepublieken op 11 oktober 1899 Engeland de oorlog.75 Er
kwamen reacties uit de hele wereld op het uitbreken van de oorlog en het grote publiek
schaarde zich achter de Boeren. De Boerenoorlog werd door vrijwel iedereen gezien als een
onrechtvaardige oorlog van de kant van de Britten. Hoe en waar kwam de sympathie die er
bestond voor de Boeren tot uiting in de wereld en waar lagen voor Abraham Kuyper dus de
kansen om invloed uit te oefenen met zijn pro-Boer lobby?
Nederland
Het Nederlandse volk had lange tijd weinig tot geen belangstelling gehad voor Zuid-Afrika.
Ook toen de Boeren hun eigen republieken stichtten zorgde dit niet voor enige feestvreugde in
Nederland, sterker nog, de Zuid Afrikaanse Republiek van Transvaal werd pas in 1869 door
Nederland erkend.76 Zoals in het vorige hoofdstuk reeds naar voren kwam, veranderde dit
alles met het uitbreken van de Eerste Boerenoorlog. Er kwamen grote acties voor de Boeren
die volgens de Nederlanders oude stamverwanten waren. Deze “Nederlanders” die in ZuidAfrika woonden gaven de Nederlanders in eigen land een gevoel van nationale trots en dit
73
Ibidem, 39.
Ibidem, 40.
75
Ibidem.
76
Ibidem, 46.
74
16
volk werd dan ook enorm gesteund.77
Na de Eerste Boerenoorlog en de Conventie van Londen van 1884 ging dit
enthousiasme in Nederland weer liggen. Het duurde tot de Jameson Raid voordat weer het
hele Nederlandse volk achter de Boeren ging staan. Er waren in Nederland ondertussen
verschillende verenigingen die opkwamen voor het lot van de Boeren. De grootste hiervan
was de NZAV, de Nederlands Zuid-Afrikaanse Vereniging, die op 12 mei 1881 werd
opgericht.78 Op het hoogtepunt in 1900 telde de NZAV ruim zesduizend leden.79 De grootste
steun voor de Boeren kwam uit de protestantse delen van Nederland, maar de sympathie voor
de Boeren werd gevoeld door het hele land. Deze sympathie en steun kwam duidelijk naar
voren in 1899 toen meer dan 140.000 mensen het manifest van de NZAV tekenden onder de
titel “Aan het volk van Groot-Brittannië”, waarin het protest tegen de Britten naar voren
kwam.80
De Boerenzaak sprak de gehele Nederlandse bevolking aan. Ook al waren er natuurlijk
grote verschillen binnen Nederland, toch voelde het complete volk zich verwant aan de
Boeren die onrecht werden aangedaan in Zuid-Afrika en dit was een duidelijke verbindende
factor.81 Het conflict in Zuid-Afrika was op deze manier goed voor het nationaal bewustzijn in
Nederland aangezien het Nederlandse volk zich door de gebeurtenissen in Zuid-Afrika als een
hechte groep ging zien. De Boeren kregen een hoop aandacht in de kranten en dagbladen in
Nederland en op die manier bleef het volk ook goed op de hoogte van de ontwikkelingen.
Deze verslaggeving in de pers was vaak erg pro-Boer en dit had ook weer z’n weerslag op de
publieke opinie. Een briefwisseling tussen Sir Henry Howard, die vanuit Den Haag schrijft,
en de markies van Lansdowne uit 1901 laat dit ook zien. Howard licht de markies van
Lansdowne in deze brieven in over de verslaggeving in Nederland over de Boerenoorlog en
stelt dat Engeland er niet al te best vanaf komt.82 De pers in Nederland was dus erg pro-Boer
en op die manier bleef het Nederlandse volk erg betrokken bij de Boeren en hun strijd tegen
de Britten.
Ook in de politiek werd het verwantschap met de Boeren gevoeld. Vanuit
77
V. Kuitenbrouwer, War of Words. Dutch Pro-Boer Propaganda and the South African War (18991902) (Amsterdam 2012) 23.
78
M. Bossenbroek, Holland op z’n breedst. Indië en Zuid-Afrika in de Nederlandse cultuur omstreeks 1900
(Amsterdam 1996) 243.
79
Martin Bossenbroek, ‘The Netherlands and the Boer War’, in: K. Wilson (ed.), The International Impact of the
Boer War (Cresham 2001) 123-139, 129.
80
Bossenbroek, Holland op z’n breedst, 235.
81
Van Koppen, De Geuzen van de Negentiende Eeuw, 135.
82
British Documents On Foreign Affairs: Reports And Papers From The Foreign Office Confidential Print, D
Throup ed., document 9, 12 en 13, Deel 1, Serie G, Volume 9, (Plaats zj, zp jaar) 8-9, 12, 13.
17
verschillende kanten kwam de oproep om op de een of andere manier te interveniëren in de
Boerenoorlog. Deze pro-Boer geluiden kwamen vooral vanuit de kampen van de liberalen en
de antirevolutionairen.83 Er waren dus wel politieke partijen die voor de Boerenzaak
opkwamen en de sympathie voor de Boeren was in Nederland daardoor op vrijwel elk niveau
te voelen.
De Verenigde Staten
De Verenigde Staten had eigenlijk niet zo veel te maken met de Boeren in Zuid-Afrika en ook
niet met de Boerenoorlog. Althans niet direct. De Verenigde Staten was natuurlijk een
voormalig Britse kolonie en was door zelf de wapens op te pakken onafhankelijk geworden.
Het zou daarom enigszins logisch zijn als de Amerikanen zich ook nu af zouden zetten tegen
de Britten en dit gebeurde in de meeste gevallen dan ook. De stemming onder zowel de
Amerikaanse bevolking als het Congres was ten tijde van de oorlog erg pro-Boer en het feit
dat de Boeren duidelijk in de underdogpositie zaten had daar zeker mee te maken.84 Er waren
veel meer Amerikaanse sympathisanten van de Boeren dan dat er Amerikanen waren die de
Britten steunden in dit conflict. Ook de meeste Amerikaanse kranten kozen de kant van de
Boeren.85 Deze sympathie en steun voor de Boeren gingen in de Verenigde Staten echter niet
zo ver als in de Europese landen en er kwam dan ook niet zo veel druk op de regering te staan
als in die landen.
In Washington heerste er buiten het Congres wel een anti-Boer stemming.86 De
minister van buitenlandse zaken aan het begin van de Boerenoorlog, John Hay, was een
uitgesproken Anglofiel die erg sterk geloofde in de superioriteit van het Anglo-Amerikaanse
ras.87 Hay geloofde er ook stellig in dat de Boeren de schuldige waren van de oorlog in ZuidAfrika. President McKinley liet het buitenlandse beleid grotendeels over aan Hay, maar was
zelf niet uitgesproken tegen de Boeren. Er lagen in de Verenigde Staten, voornamelijk bij
president McKinley en het Amerikaanse volk, dus eventueel wel kansen voor Abraham
Kuyper om op de een of andere manier invloed uit te oefenen met zijn pro-Boer lobby.88
83
Ibidem, 167.
William N. Tilchin, ‘The United States and the Boer War’, in: K. Wilson (ed.), The International Impact of the
Boer War (Cresham 2001) 107-122, 108.
85
R. Mulanax, The Boer War in American Politics and Diplomacy (Lanham 1994) 108.
86
Tilchin, ‘The United States and the Boer War’, 109.
87
Ibidem.
88
Ibidem, 110.
84
18
Engeland
In Engeland was het grootste deel van het volk erg nationalistisch ingesteld. Hierdoor was het
merendeel van de bevolking ook voor de oorlog die er werd gevoerd in Zuid-Afrika.89 Dat
veel mensen het eens waren met wat er gebeurde in Zuid-Afrika was al te zien na de Jameson
Raid. Jameson werd internationaal gezien als een misdadiger en hij werd vanwege zijn “raid”
dan ook opgepakt, in Engeland werd hij echter gezien als een volksheld.90 Deze stemming
was nog niet veranderd toen de Boerenoorlog in 1899 uitbrak. Het feit dat de Zuid-Afrikaanse
Republiek een ultimatum had gesteld zorgde ervoor dat de Britse regering de oorlog
gemakkelijker kon verantwoorden tegenover de burgers, zij hadden de oorlog nu immers niet
uitgelokt.91 Ook zagen de Britten Zuid-Afrika als een Britse kolonie die behouden moest
blijven om de suprematie van het Britse Rijk te garanderen en ook dit zorgde er voor dat veel
Britten de oorlog in Zuid-Afrika steunden.92
Toch waren er ook zeker een hoop Britten tegen de oorlog. Deze mensen konden
voornamelijk worden gevonden in de hoek van de liberalen en zij waren vooral tegen de
wreedheden die de oorlog tegen de Boeren met zich meebracht.93 Deze mensen werden in
Engeland de “pro-Boers” genoemd, maar dit was een naam die eigenlijk niet echt bij hen
paste. Deze “pro-Boers” waren namelijk niet voor een overwinning van de Boeren op de
Britten, ze vonden alleen dat de oorlog niet nodig was geweest en dat de Britten door middel
van onderhandelingen ook hun doelen hadden kunnen bereiken. Ze waren meestal wel voor
een groot Brits rijk en dus voor een Britse overwinning in de Boerenoorlog, maar tegen de
wreedheden die hiermee gepaard gingen.94
Frankrijk
De Boeren in Zuid-Afrika waren niet alleen afstammelingen van Nederlanders die zich aan de
Kaap hadden gevestigd, ook was er een aardig deel verwant aan de Fransen. Franse hugenoten
hadden zich tegelijk met de Nederlanders gevestigd aan de Kaap en ook in Frankrijk werd
daarom het stamverwantschap met de Zuid-Afrikaanse Boeren gevoeld. Frankrijk was verder
ook nog de historische rivaal van Engeland en bij het uitbreken van de Boerenoorlog werd
89
Wesseling, Verdeel En Heers, 384.
Ibidem, 382.
91
B. Nasson, The War for South Africa (Kaapstad 2010) 35.
92
Wesseling, Verdeel En Heers, 389.
93
Ibidem, 402.
94
Ibidem, 403.
90
19
door de bevolking dan ook massaal de kant van de Boeren gekozen. De Anglofobie onder de
Fransen bereikte zelfs haar hoogtepunt op dit tijdstip.95
Ook in de pers kwam deze sympathie voor de Boeren naar voren. De Britten werden
enorm aangevallen door de pers en dit droeg ook weer bij aan de publieke opinie. Engeland
stond in Frankrijk voor alles wat slecht was. Er kwam vanuit de bevolking en de pers grote
druk op de regering om op de een of de andere manier in te grijpen in het conflict in ZuidAfrika, maar ondanks dat de publieke opinie dus duidelijk pro-Boer was, bleef het
regeringsbeleid in eerste instantie onduidelijk.96 De meeste Franse ministers waren op
persoonlijk niveau wel erg pro-Boer en er lagen dus ook in Frankrijk wel degelijk kansen voor
Abraham Kuyper om invloed uit te oefenen met zijn pro-Boer lobby.
Rusland
Net zoals in eigenlijk alle grote Europese machten was ook in Rusland de publieke opinie erg
pro-Boer. De Russen vonden net als de meeste andere Europeanen dat de Britten een
onrechtvaardige oorlog aan het voeren waren in Zuid-Afrika tegen een zwakkere
tegenstander. Die zwakkere tegenstander, de Boeren, kregen dan ook alle steun vanuit de
bevolking. De Boer manie in Rusland ging zelfs zo ver dat er kerkdiensten werden gehouden
voor de gezondheid van president Kruger.97 De pro-Boer stemming was overal te voelen in
het dagelijks leven in Rusland. Het was een verbindende factor want zowel onder de
conservatieven als onder sociaal-democraten en liberalen was de stemming pro-Boer.98 In hun
boek The Russians and the Anglo-Boer War stellen Apollon Davidson en Irina Filatova zelfs
dat de Russische bevolking zelden zo verenigd was als in de sympathie voor de Boeren.99
Ook de houding van de Russische pers was erg pro-Boer en wat er in de media werd
geschreven had natuurlijk ook hier weer invloed op de publieke opinie. Er werden duizenden
artikelen gepubliceerd over de Boeren en de oorlog die ze vochten tegen de Britten. Ook
verschenen er vele boeken met dit onderwerp. In de Russische tijdschriften verschenen vaak
foto’s van de Boeren strijders en president Kruger en op die manier werden de Russen vaak
met de Boerenoorlog geconfronteerd.100
95
Pascal Venier, ‘French Foreign Policy and the Boer War’, in: K. Wilson (ed.), The International Impact of the
Boer War (Cresham 2001) 65-78, 65.
96
Ibidem.
97
A. Davidson en I. Filatova, The Russians and the Anglo-Boer War (Kaapstad 1998) 177.
98
Ibidem, 185.
99
Ibidem, 194.
100
Ibidem, 177.
20
In januari 1900 had deze sympathie voor de Boeren zijn hoogtepunt bereikt en het leek
er toen ook een tijdje op dat Rusland op de een of andere manier zou gaan interveniëren in het
conflict.101 De politici in Rusland waren namelijk in grote mate ook pro-Boer en zelfs de
Russische Tsaar had sympathie voor de Boeren. Dit laatste had buiten de eerder genoemde
redenen ook veel te maken met het feit dat hij erg anti-Brits ingesteld was.102
Duitsland
Duitsland was na de eenwording van het land in 1871 direct op zoek gegaan naar
mogelijkheden voor eventuele kolonies en kwam in die zoektocht al gauw uit bij Zuid-Afrika.
Een groot deel van de Boeren in Zuid-Afrika stamde af van Duitsers en hiermee was de link
met Zuid-Afrika gelegd. De Duitsers zagen in Zuid-Afrika een nieuw India, daarmee
refererend aan de Britse kolonie.103 Het idee was om samen te werken met de Boeren in ZuidAfrika om op die manier een koloniaal rijk te verkrijgen, maar de Boeren wilden juist
onafhankelijk blijven. Het bleef daarom bij een vriendschappelijke relatie tussen de
Boerenrepublieken en Duitsland. Door deze vriendschap vertrouwde Kruger op de steun van
Duitsland bij een eventueel conflict tussen Engeland en de Zuid-Afrikaanse Republiek.104
Duitsland nam het ook op voor Kruger en de Boeren toen de Britten druk op de regering van
de Zuid-Afrikaanse Republiek begonnen te zetten vanwege de kiesrecht kwestie van de
uitlanders.
Nadat de Boeren de Jameson Raid succesvol hadden afgeslagen stuurde Keizer
Wilhelm II van Duitsland een telegram naar Kruger waarin hij hem feliciteerde met het
afslaan van de raid en aangaf dat Duitsland nog steeds een vriend van de Zuid-Afrikaanse
Republiek was.105 Het zogenaamde “Kruger Telegram” zette kwaad bloed bij de Engelsen
aangezien de Duitse keizer middels het telegram de kant van de Boeren had gekozen. Toch
waren de Duitsers er toen absoluut niet op uit om betrokken te raken bij een eventuele oorlog
tussen de Boeren en de Britten.
In Duitsland was de publieke opinie bij het uitbreken van de Boerenoorlog sterk op de
hand van de Boeren en er was ook wel degelijk sprake van pro-Boer propaganda in het
101
Derek Spring, ‘Russian Foreign Policy and the Boer War’, in: K. Wilson (ed.), The International Impact of the
Boer War (Cresham 2001) 43-64, 54.
102
Ibidem, 49.
103
Martin Kröger, ‘Imperial Germany and the Boer War’, in: K. Wilson (ed.), The International Impact of the
Boer War (Cresham 2001) 25-42, 26.
104
Ibidem.
105
Ibidem, 28.
21
land.106 Duitsland week daarmee dus niet af van het algemene beeld dat er bestond in de
wereld. Het volk was erg op de hand van de Boeren en ook keizer Wilhelm II stak niet onder
stoelen of banken dat hij de Boeren een warm hart toedroeg.
106
Ibidem.
22
3. Kuypers internationale pro-Boer lobby
Abraham Kuyper was een van de belangrijke voorvechters van de Boerenzaak in Europa en
de Verenigde Staten tijdens de Boerenoorlog. In het eerste hoofdstuk is al kort aan bod
gekomen hoe dit tot uiting kwam in Nederland waar hij al voor de Eerste Boerenoorlog in het
dagblad De Standaard veel aandacht besteedde aan de Boeren. Hij probeerde verder op
verschillende manieren in Nederland de zaak van de Boeren te promoten onder de bevolking.
Deze pro-Boer lobby van Kuyper bleef echter niet beperkt tot Nederland. Hij ging naar
verschillende landen om de zaak van de Boeren te promoten en om regeringen aan te zetten
tot interventie in het conflict in Zuid-Afrika. Ook heeft Abraham Kuyper invloed proberen uit
te oefenen door middel van artikelen in buitenlandse tijdschriften en kranten. Zoals in
hoofdstuk twee naar voren kwam was er over de hele wereld sprake van sympathie voor de
Boeren en er lagen dan ook hier en daar zeker kansen voor Kuyper. Kuyper zag die kansen
ook en hij hoopte met zijn internationale pro-Boer lobby invloed uit te kunnen oefenen op de
publieke opinie en op de beleidsbepalers van de landen waar hij zijn lobby voerde. In dit
hoofdstuk zal deze internationale pro-Boer lobby die Kuyper heeft gevoerd aan bod komen.
Hoe zag deze lobby er uit en heeft het op de een of andere manier invloed gehad op de
publieke opinie en de beleidsbepalers? De landen die Kuyper heeft bezocht voor zijn pro-Boer
lobby en waar hij geprobeerd heeft om op een andere manier invloed uit te oefenen op het
volk en de regeringen komen aan bod evenals zijn meest invloedrijke artikel dat hij schreef
voor de Boerenzaak in een Frans tijdschrift.
Kuyper en Nederland
In Nederland is Kuypers pro-Boer lobby helemaal terug te voeren naar de jaren 1870 toen zijn
interesse voor de Boeren in Zuid-Afrika werd gewekt. In zijn weekblad De Standaard
probeerde hij toen al regelmatig de zaak van de Boeren onder de aandacht te brengen van het
Nederlandse volk. Na de oprichting van de NZAV in 1881 kwam Kuyper in het bestuur van
de vereniging aangezien hij de beste contacten had in Zuid-Afrika.107 Op aandringen van
Kuyper trad ook Frans Lion Cachet toe tot het bestuur, maar erg lang zouden beide heren niet
blijven zitten. Kuyper was niet bereid zijn exclusieve contacten te delen en toen er een niet
orthodoxe commissaris naar Zuid-Afrika werd gestuurd door de NZAV besloten Kuyper en
107
Bossenbroek, Holland op z’n breedst, 244.
23
Lion Cachet hun lidmaatschap op te zeggen.108 Het werd hierna wat stil rond Kuyper en ZuidAfrika.
Bij het uitbreken van de Tweede Boerenoorlog zat Kuyper inmiddels al sinds 1894 in
de Tweede Kamer en was hij oppositieleider tegen het kabinet van Nicolaas Pierson. Hij was
toen dus veel directer betrokken bij de beleidsbepalers en kon gemakkelijker invloed
uitoefenen op hen als het bijvoorbeeld ging om de Boerenoorlog. Toch gebeurde dit niet in
grote mate.
Toen de spanningen in Zuid-Afrika opliepen en de oorlog bijna onontkoombaar was
geworden steunde Kuyper de Boeren en Kruger openlijk in hun zaak.109 Toch was Abraham
Kuyper het in grote lijnen wel eens met het beleid dat er werd gevoerd in Nederland als het
ging om Zuid-Afrika. Het was hierbij voornamelijk de bedoeling om een botsing met
Engeland te allen tijde te voorkomen, dit met het oog op de Nederlandse kolonie in Indië.110
Het was ook niet meer zo dat Kuyper in zijn rol als Kamerlid de Boerenzaak in Nederland nog
heel erg probeerde te promoten. Hij bleef wel stukken in De Standaard publiceren die de
Boerenzaak verdedigden, maar, zoals van Koppen stelt, ‘wie Kuyper in zijn optreden in de
Tweede Kamer volgde, zijn woorden daar beluisterde en zijn artikelen in De Standaard las,
zag en hoorde niet in de eerste plaats een krachtige verdediger van de internationale positie
van de Boerenrepublieken, maar veel meer de leider van de oppositie tegen het ministeriePierson.’111
Kuyper zag in dat Nederland als kleine natie machteloos stond.112 Het maakt hem niet
minder pro-Boer maar hij vond toch wel degelijk dat het Nederlandse volk en de regering
niets anders konden doen dan protesteren tegen de oorlog en bidden dat het goed zou komen.
Alles wat verder ging dan dat was volgens Abraham Kuyper niet verantwoord. Engeland zou
zich in dat geval namelijk tegen Nederland keren en het zou de Boerenrepublieken geen goed
doen.113 In Nederland bleef de pro-Boer lobby van Kuyper zodoende in eerste instantie
beperkt tot het aanzetten van de bevolking tot protesten en het beïnvloeden van de publieke
opinie.
108
Ibidem, 245.
Van Koppen, De Geuzen van de Negentiende Eeuw, 162.
110
Kuitenbrouwer, War of Words, 104.
111
Van Koppen, De Geuzen van de Negentiende Eeuw, 157.
112
Ibidem, 175.
113
Ibidem.
109
24
Kuyper en de Verenigde Staten
In de Verenigde Staten was in de aanloop naar de Boerenoorlog de publieke opinie ook erg op
de hand van de Boeren en Abraham Kuyper zag daarom in Amerika kansen. Kuyper keek erg
op tegen de Verenigde Staten en had er alle vertrouwen in dat dit land, dat hij zo bewonderde,
op zou komen voor het recht van de Boeren.114 In 1898 maakte Kuyper een reis door de
Verenigde Staten en toen al probeerde hij de Amerikaanse president William McKinley voor
de Boerenzaak te winnen.115 De spanningen in Zuid-Afrika liepen op dat moment op en
Kuyper hoopte McKinley bereid te vinden om te bemiddelen in het naderende conflict.116
McKinley was niet over te halen door Abraham Kuyper, maar hier stopte zijn proBoer lobby in de Verenigde Staten niet. Hij uitte grote kritiek op het uitblijven van
Amerikaanse bemiddelingspogingen in de oorlog en stuurde Nederlanders die woonachtig
waren in de Verenigde Staten aan om niet op William McKinley te stemmen bij de volgende
presidentsverkiezingen. Kuyper koos ook openlijk partij voor de tegenkandidaat van
McKinley, William Jennigs Bryan, ondanks dat hij helemaal niet wist of Bryan, indien hij zou
worden gekozen, wel iets zou doen voor de Boeren.117 Het feit dat Bryan enige sympathie had
voor de Boeren was voor Kuyper genoeg.
Of de oproep aan de Nederlandse Amerikanen enige invloed heeft gehad op hun stem
is niet zeker, maar McKinley wist de presidentsverkiezingen hoe dan ook te winnen.118
Kuyper zag het nut er niet van in om hierna nog te lobbyen in de Verenigde Staten. Ook
raadde hij Kruger af om naar de Verenigde Staten te gaan nadat hij op 22 november in
Marseille was aangekomen. Hij zou van daar uit eigenlijk doorreizen naar de Verenigde
Staten, maar het advies van Kuyper om dit niet te doen en door te reizen naar Berlijn en SintPetersburg nam Kruger direct aan en hij vervolgde zijn weg naar Duitsland.119
Kuyper en Engeland
Zoals in het vorige hoofdstuk al naar voren kwam was er in Engeland weinig ruimte voor
Kuyper om invloed uit te oefenen door middel van zijn pro-Boer lobby. Toch probeerde
Kuyper het wel net na het uitbreken van de oorlog met een artikel in de Daily Chronicle, een
114
Ibidem, 162.
Ibidem.
116
Ibidem.
117
Ibidem, 172.
118
Ibidem, 173.
119
Ibidem.
115
25
Brits, liberaal tijdschrift.120 Met dit artikel probeerde Kuyper de publieke opinie in Engeland
te beïnvloeden. Hij gaf in het stuk aan dat de oorlog absoluut niet noodzakelijk was en dat er
met vreedzame onderhandelingen dezelfde resultaten konden worden geboekt.
Na deze publicatie verschenen er tijdens de Boerenoorlog geen stukken meer van
Kuyper in de Britse media. De pers was evenals de publieke opinie in Engeland erg pro-Brits
en Kuyper maakte daardoor geen schijn van kans. De rol van de pers in Engeland werd door
Kuyper erg bekritiseerd. Hij vond dat de Britse pers de publieke opinie zowel in Engeland als
daar buiten ten onrechte flink had bewerkt in het voordeel van de Britten.121 Hij zag hierdoor
dat het voor hem niet meer mogelijk was om met zijn pro-Boer lobby invloed uit te oefenen in
Engeland.
Kuyper en Frankrijk: “La crise Sud-Africaine”
De publieke opinie, de pers en zelfs de meeste ministers waren in Frankrijk pro-Boer.
Abraham Kuyper had dus alle reden om aan te nemen dat hij in dit land iets kon aanrichten
met zijn pro-Boer lobby. Ook dacht Kuyper, niet geheel ten onrechte, dat Frankrijk niet
onwelwillend tegenover interventie in Zuid-Afrika zou staan na het Fashoda incident waarbij
de Fransen tegenover de Britten hadden gestaan bij Fashoda, een plaats aan de bovenloop van
de Witte Nijl.122 Gevechten waren uitgebleven maar Frankrijk had bij Fashoda wel een
diplomatieke nederlaag geleden.123 Er waren dus volop kansen en zo ontstond het idee om een
groot stuk voor een Frans tijdschrift te schrijven ter promotie van de zaak van de Boeren. Dit
gebeurde en op 1 februari 1900 publiceerde de Revue des Deux Mondes het artikel van
Kuyper onder de titel “La crise Sud-Africaine”. De Revue des Deux Mondes was een
toonaangevend tijdschrift dat iedere twee weken in Parijs verscheen.124
Kuyper schreef het artikel ter verdediging van de Boerenzaak en het werd een van de
meest invloedrijke pro-Boer stukken die er zijn verschenen. Het stuk maakte grote indruk op
de publieke opinie over de hele wereld.125 Nadat het artikel was verschenen in de Revue des
Deux Mondes duurde het niet lang voordat het werd vertaald en in brochurevorm verscheen in
het Nederlands, Frans, Duits, Engels en Zweeds. Op die manier kon Abraham Kuyper nog
veel meer mensen bereiken met zijn artikel en zodoende heeft het stuk zo veel invloed kunnen
120
Ibidem, 163.
Ibidem, 165.
122
Wesseling, Verdeel En Heers, 277.
123
Van Koppen, De Geuzen van de Negentiende Eeuw, 174.
124
Ibidem, 178.
125
Ibidem, 179.
121
26
hebben, ook buiten Frankrijk. Het artikel werd vijftien keer herdrukt om nog maar even aan te
geven hoe populair het stuk was en hoeveel mensen het hebben gelezen.126
Het stuk kent in de Nederlandse vertaling twaalf hoofdstukken.127 In deze twaalf
hoofdstukken zoekt Kuyper naar de oorzaken van de oorlog die niet veel eerder was
uitgebroken tussen de Boeren en de Britten. Hij kijkt hierbij terug naar de tijd dat de Britten
naar Zuid-Afrika kwamen en ziet dat het vanaf het begin eigenlijk al de verkeerde kant op
ging.128 Hij geeft aan dat de Nederlanders Zuid-Afrika hadden moeten opgeven omdat
Engeland simpelweg sterker was, maar dat de Afrikanen zich nog Nederlands voelden en een
afkeer hadden voor de Britten.129 Kuyper stelt dat het Engelse volkskarakter verschilt van het
Nederlandse en dat het daarom nooit kon werken tussen de Boeren en de Britten.130
Kuyper vervolgt zijn artikel met een lofzang over de Boeren. Hij schrijft: 'Hun rug is
te recht om zich licht te buigen onder enig juk, welk ook. Nergens bestaat een “public life” dat
meer ontwikkeld en meer algemeen is verspreid. De Boeren zijn politici en militairen bij
uitnemendheid. Zij hebben allen hun krant die ze niet slechts lezen maar bestuderen. Hun
organisatie is volstrekt democratisch.'131 En met deze lofzang gaat hij nog wel even door.
Nadat Kuyper de Boeren de hemel in heeft geprezen, begint hij met het afgeven op de Britten.
Zij wilden volgens Kuyper de hele wereld naar hun eigen type vervormen terwijl ze juist
rekening moesten houden met andermans gebruiken en gewoonten.132 De Britten hadden de
Boeren volgens Kuyper in hun eergevoel gekrenkt en gekwetst. Hij stelt dat de heerschappij
van de Britten in Zuid-Afrika een opeenhoping was van fouten die voortkwamen uit de
onwetendheid van de Britten.
Volgens Kuyper handelden de Britten niet uit morele overwegingen maar louter uit
egoïsme en materialistische overwegingen.133 De Britten pretendeerden dat ze de beschaving
kwamen brengen, maar in zijn artikel vraagt Kuyper zich hardop af of dit wel mogelijk was
door middel van een gruwelijke oorlog.134 Kuyper voorspelt in zijn stuk dat de Britten het
moeilijk zouden gaan krijgen omdat de internationale publieke opinie op de hand was van de
Boeren. Verder was het zo dat de Boeren vochten voor hun onafhankelijkheid en dat gevecht
nooit zouden opgeven. De Britten zouden zodoende het hele Boerenvolk moeten uitroeien
126
Ibidem, 180.
A. Kuyper, De Crisis in Zuid-Afrika (Amsterdam 1900).
128
Ibidem, 2.
129
Ibidem, 4.
130
Ibidem, 5.
131
Ibidem, 8.
132
Ibidem, 11.
133
Ibidem, 22.
134
Ibidem, 45.
127
27
volgens Kuyper omdat ze anders altijd zouden blijven vechten voor de onafhankelijkheid van
hun republieken.135
Het artikel is duidelijk erg pro-Boer en anti-Brits en daardoor is het niet altijd even
objectief, maar toch maakte het grote indruk wereldwijd en had het op die manier veel invloed
op de publieke opinie. Na “La Crise Sud-Africaine” verschenen er nog meerdere artikelen van
Kuyper ter promotie van de Boerenzaak in de Revue des Deux Mondes, maar geen van die
stukken werd zo invloedrijk als het eerste.136
Kuyper en Rusland
Ook Kuypers hoop ten aanzien van Rusland was begrijpelijk. Het volk was erg pro-Boer,
evenals de pers en zelfs de Tsaar had zich openlijk uitgesproken voor de Boeren. Engeland
was de tegenstander van Rusland als het ging om gebieden in centraal Azië en het was ook
daarom dat Rusland er serieus over nadacht om op de een of andere manier in te grijpen in het
conflict in Zuid-Afrika.137 “La Crise Sud-Africaine” werd niet vertaald in het Russisch en
Kuyper is zelf ook niet naar Rusland gegaan om de Boerenzaak te promoten, maar hij hoopte
wel heel erg op actie van de Russische regering. Dit kon directe actie zijn in Zuid-Afrika
ofwel actie in Afghanistan om op die manier de Britten ergens anders pijn te doen waardoor
ze niet hun volle aandacht op Zuid-Afrika konden blijven leggen. Kuyper voerde zijn proBoer lobby dus niet in Rusland.
Kuyper en Duitsland
Ondanks de pro-Boer stemming onder de Duitse bevolking en het feit dat Keizer Wilhelm ook
sympathie had voor de Boeren zag Kuyper in Duitsland niet veel mogelijkheden voor zijn
pro-Boer lobby. Dit kwam doordat er in 1898 een akkoord was gesloten tussen Engeland en
Duitsland waarin er afspraken waren gemaakt over de verdeling van de Portugese koloniale
bezittingen in Afrika bij een eventueel Portugees staatsbankroet. Zuidelijk Mozambique zou
in dat geval, zo werd afgesproken, in handen komen van Engeland en op die manier gaf
Duitsland in feite zijn beschermheerschap over de Zuid-Afrikaanse Republiek op.138 Al in
1899 schreef Kuyper hierover in De Standaard dat het akkoord ervoor had gezorgd dat
Engeland en Duitsland niet meer in conflict zouden kunnen komen over Zuid-Afrika en dat de
135
Ibidem, 62.
Van Koppen, De Geuzen van de Negentiende Eeuw, 169.
137
Ibidem, 174.
138
Ibidem 39.
136
28
Boerenrepublieken elke vorm van steun van Duitsland wel konden vergeten.139 Hij wist dus
dat hij niks hoefde te verwachten van Duitsland en hoewel hij stiekem toch nog hoopte dat de
Duitse regering een beetje zou luisteren naar het volk bleef hij met zijn pro-Boer lobby buiten
Duitsland. Wel werd zijn eerder genoemde stuk “La Crise Sud-Africaine” ook in het Duits
vertaald en op die manier heeft Kuyper dus wel invloed kunnen uitoefenen op de publieke
opinie in Duitsland.
139
Ibidem, 174.
29
4. Het uitblijven van interventie
Ondanks dat de publieke opinie in vrijwel de hele wereld pro-Boer was en het er inderdaad
soms op leek dat er zou worden ingegrepen in de Boerenoorlog, bleef interventie uiteindelijk
toch achterwege. Geen enkel land durfde iets te ondernemen tegen de Britten in Zuid-Afrika
of ze zagen er het nut niet van in. De pro-Boer lobby van Abraham Kuyper heeft daar dus
niets aan kunnen doen. Ook de Boeren hoopten op interventie van een grote macht. Nadat ze
de oorlog officieel hadden verloren, begonnen ze een guerrillaoorlog en op die manier
probeerden ze de strijd zo lang mogelijk te rekken in de hoop dat een van de Europese
machten hun onafhankelijkheid zou kunnen redden.140 Het blijft dan de vraag waarom
interventie is uitgebleven. Het ging per slot van rekening om een conflict waar bijna alle grote
machten tegen waren. Om dit te begrijpen moet er gekeken worden naar de internationale
betrekkingen ten tijde van de Boerenoorlog. Hoe kon het zo zijn dat de grote machten van de
wereld niet deden wat zij en hun volk eigenlijk wel wilden, namelijk ingrijpen in de
Boerenoorlog? Welke akkoorden, verbonden en allianties hadden hier mee te maken en wat
waren de andere oorzaken voor het uitblijven van interventie?
McKinley, Hay en Roosevelt
Kuyper was erg fel gekant tegen president William McKinley, maar hij had maar weinig te
maken met het buitenlandbeleid dat er werd gevoerd door de Verenigde Staten. De minister
van Buitenlandse Zaken, John Hay, bepaalde voor het belangrijkste deel het beleid dat er
werd gevoerd.141 Hay was een uitgesproken Anglofiel en was overtuigd van de superioriteit
van het Anglo-Amerikaanse ras. Dat de Verenigde Staten dus niet de kant van de Boeren koos
in de oorlog had voor een groot gedeelte hiermee te maken.
Toen McKinley in 1901 werd vermoord werd hij opgevolgd door zijn vicepresident,
Theodore Roosevelt. Hay bleef de minister van Buitenlandse Zaken, maar hij had onder
Roosevelt een stuk minder invloed op het buitenlandbeleid. Roosevelt wilde dit voor het
belangrijkste deel zelf doen en ook hij voerde een erg pro-Brits beleid.142 Zowel Roosevelt als
Hay geloofden er heilig in dat de schuld van de Boerenoorlog lag bij de Boeren. In de loop
van de tijd stelde Roosevelt zijn standpunten echter bij, in tegenstelling tot Hay. Roosevelt
kreeg steeds meer bewondering voor de Boeren die zich zo kranig wisten te weren tegen de
140
Ibidem, 40-41.
Tilchin, ‘The United States and the Boer War’, 109.
142
Ibidem, 110.
141
30
grootmacht die Engeland was. Ook zag hij de oorlog al snel niet meer als rechtvaardig of als
een conflict waarvan de schuld bij de Boeren lag. Nog in 1901 schreef hij in een brief aan zijn
oudste zoon dat de Britten geen enkel recht hadden om de oorlog te voeren.143
Toch bleef ook Roosevelt neutraal. Hij zag de oorlog wel als onrechtvaardig van de
kant van de Britten, maar vond ook dat het goed zou zijn voor Zuid-Afrika als de Britten er
aan de macht kwamen. Op die manier kon Zuid-Afrika worden beschaafd door de Britten.144
Hij geloofde erin dat Engeland een beschavende missie aan het uitvoeren was in Zuid-Afrika
en dit was iets waar Roosevelt erg voor was. Een andere reden waarom Roosevelt pro-Brits
bleef in de neutraliteit van de Verenigde Staten was het feit de Engeland als enige grote macht
de Verenigde Staten had gesteund in de oorlog met Spanje van 1898.145
Al twee jaar daarvoor had Engeland toenadering gezocht tot de Verenigde Staten.
Duitsland ontwikkelde zich snel en nadat de Duitse Keizer zijn vriendschappelijke telegram
naar Paul Kruger stuurde na het afslaan van de Jameson Raid zag Engeland zich genoodzaakt
op zoek te gaan naar een vriend. Er was onenigheid tussen de Britten en de Amerikanen over
de grens tussen Venezuela en Brits-Guiana en in 1896 besloot Engeland om de Verenigde
Staten hierin tegemoet te komen.146 Deze actie en de steun in voor de Verenigde Staten in de
oorlog met Spanje zorgden ervoor dat de regering van de Verenigde Staten inzag dat het een
hoop voordeel kon halen uit een vriendschap met de Engeland. De Verenigde Staten had
verder weinig belangen in Zuid-Afrika en dus was het pro-Britse neutraliteitsbeleid dat er
werd gevoerd de meest voordelige keus voor dat land.147
Verder werd er in de Verenigde Staten gevreesd dat een overwinning van de Boeren
een kettingreactie te weeg zou brengen waarbij alle Britse kolonies in gevaar zouden komen.
Dit zou de Verenigde Staten honderden miljoenen per jaar kunnen kosten aangezien het land
voor een groot deel afhankelijk was van de handel met Engeland.148 De economische
overwegingen waren dus belangrijker dan de morele overwegingen in de beslissing over het
buitenlandbeleid.
Zo is te zien dat ondanks dat de Amerikaanse publieke opinie pro-Boer was, een groot
deel van het Congres pro-Boer was en zelfs president Roosevelt sympathie had voor de
Boeren er toch werd gekozen voor een neutrale positie in de Boerenoorlog. De belangrijkste
143
Ibidem.
Ibidem.
145
Ibidem, 111.
146
Ibidem, 108.
147
Ibidem, 109.
148
Mulanax, The Boer War in American Politics and Diplomacy, 52.
144
31
redenen hiervoor waren van diplomatieke aard. De Verenigde Staten had veel aan een
vriendschappelijke relatie met Engeland en vice versa. Dit komt ook naar voren in de titels
van de hoofdstukken vijf en zes van het boek The Boer War in American Politics and
Diplomacy Van Richard Mulanax. Deze hoofdstukken dragen respectievelijk de titels
‘America Needs a Friend’ en ‘Brittain Needs a Friend’ waaruit duidelijk naar voren komt dat
beide machten erg op zoek waren naar een bondgenoot die ze aan het eind van de negentiende
eeuw dus in elkaar wisten te vinden.149
Het verdrag tussen Engeland en Duitsland
Engeland was in de aanloop naar de Boerenoorlog bang voor het sterk opkomende Duitsland.
Ze wilden de Duitsers graag aan hun kant hebben en zagen daartoe mogelijkheden aangezien
ze maar weinig botsende belangen hadden.150 In 1898 kwam er een kans voor Engeland om
toenadering te zoeken tot Duitsland toen Portugal dreigde failliet te gaan. Portugal zocht steun
bij zijn bondgenoot Engeland en de regering van Engeland besloot met Duitsland te praten.151
Zoals in het vorige hoofdstuk kort werd besproken kwamen op dertig augustus 1898 de beide
landen overeen dat ze Portugal indien nodig een lening zouden verstrekken. De Portugese
kolonies in Afrika zouden in dat geval als onderpand dienen. Engeland zou geval van een
Portugees staatsbankroet de inkomsten uit zuidelijk Mozambique en centraal Angola krijgen
terwijl de Duitsers aanspraak maakten op de inkomsten uit de andere Portugese kolonies.152
Met zuidelijk Mozambique had Engeland de Delagoabaai veilig gesteld, de baai die zo van
belang was voor de Zuid-Afrikaanse Republiek.
Door het verdrag kon Duitsland niet meer opkomen als bondgenoot van de ZuidAfrikaanse Republiek, dus voor Engeland was het verdrag van groot belang. De kust van
Zuid-Afrika was nu in handen van Engeland en daarmee hadden ze een belangrijke slag
geslagen. Het hele idee ging uiteindelijk niet door omdat Portugal een staatslening wist te
krijgen, maar het verdrag had er toch wel degelijk voor gezorgd dat Engeland niet meer bang
hoefde te zijn voor Duitse interventie in een eventueel conflict.153 Duitsland was hierdoor
genoodzaakt om tijdens de Boerenoorlog neutraal te blijven.
Deze neutraliteit kostte Duitsland niets, maar het kreeg er wel een hoop voor terug.
Het had nu een enigszins vriendschappelijke relatie met Engeland en hier deed Duitsland zijn
149
Ibidem, 65, 81.
Kröger, ‘Imperial Germany and the Boer War’, 29.
151
Wesseling, Verdeel En Heers, 391.
152
Ibidem.
153
Ibidem, 392.
150
32
voordeel mee. Onenigheden over de verdeling van Samoa werden voordelig voor Duitsland
opgelost en op die manier maakte Duitsland dus gebruik van het feit dat de Engeland de
vriendschappelijke relatie nodig had.154 Buiten dat het Duitsland dus wat opleverde was het
ook zo dat de Duitse regering bang was voor de superioriteit van de Britse marine en dat het
nog wel eens verkeerd kon aflopen wanneer Engeland een vijand werd.155
“The Dual Alliance”
Frankrijk en Rusland hadden zich in 1894 samen verbonden in de zogenaamde “Dual
Alliance”. Dit verbond hield in dat de landen elkaar zouden steunen in geval van oorlog.156 De
Russische minister van Buitenlandse Zaken ten tijde van de Boerenoorlog, Mikhail Muraviev,
wilde Duitsland in deze alliantie betrekken om zo samen een sterke continentale coalitie te
vormen die eventueel kon ingrijpen in de Boerenoorlog. Ook de minister van Buitenlandse
Zaken van Frankrijk, Theophile Delcassé, zag wel wat in zo’n coalitie.157
Toch was er buiten het verdrag dat er bestond tussen Engeland en Duitsland ook een
andere reden waarom deze coalitie er uiteindelijk niet kwam. De Frans-Duitse oorlog van
1870-1871 had voor een hoop frictie gezorgd tussen beide landen. Elzas-Lotharingen, een
gebied dat eigenlijk bij Frankrijk hoorde, was sinds de Frans-Duitse oorlog deel van het
Duitse Keizerrijk en onenigheid over dit gebied was een blijvend obstakel in een eventueel
verbond tussen de twee landen.158 Het was hierdoor bijna niet mogelijk om de drie landen
samen in een coalitie te krijgen. Een interventie van de drie grote machten op het continent zat
er daarom niet in.
Toen Engeland de oorlog leek te gaan winnen zag Rusland af van een eventuele
interventie en begon de regering van het land zich hard te maken voor bemiddeling in het
conflict.159 Opnieuw wilde Rusland bij zo’n bemiddeling dat ook Duitsland meedeed. Rusland
was bang dat Duitsland meer naar Engeland zou toe kruipen waardoor het land minder
afhankelijk zou worden van Rusland. Daarom wilde Rusland een vriendschappelijke relatie
met Duitsland, maar dit was door de alliantie met Frankrijk vrijwel onmogelijk. Dus zowel
bemiddeling als interventie zat er niet in voor de “Dual Alliance”.
De beleidsbepalers in Frankrijk kozen er om deze verschillende redenen voor om
154
Kröger, ‘Imperial Germany and the Boer War’, 32.
Venier, ‘French Foreign Policy and the Boer War’, 66.
156
Ibidem, 65.
157
Ibidem, 66.
158
Ibidem.
159
Spring, ‘Russian Foreign Policy and the Boer War’, 56.
155
33
neutraal te blijven in het conflict. Er was hiermee dus een groot contrast tussen de Franse
publieke opinie en het officiële beleid dat er werd gevoerd. Op persoonlijk niveau was ook het
merendeel van de Franse ministers pro-Boer, maar het beleid bleef erop gericht om strikt
neutraal te blijven.160 De minister van buitenlandse zaken, Théophile Delcassé, nam afstand
van de publieke opinie en distantieerde zich van de binnenlandse pers die Engeland keer op
keer aanviel.
Ook Rusland bleef uiteindelijk neutraal in de Boerenoorlog. De stemming in het hele
land was enorm pro-Boer en veel Russen geloofden er ook heilig in dat Tsaar Nikolaas II
Engeland de oorlog zou verklaren.161 Zuidelijk Afrika was echter niet van erg groot belang
voor Rusland en het feit dat de coalitie met Duitsland en Frankrijk er niet in zat zorgde ervoor
dat het land officieel enkel als observator opereerde in het conflict.162 Wel dachten de
beleidsbepalers in Rusland er over na om Engeland pijn te doen in India op het moment dat ze
zwak waren door de oorlog in Zuid-Afrika, maar ook dit kwam er uiteindelijk niet van uit
angst voor repercussies.163 Ondanks dat Rusland dus in theorie graag had geïntervenieerd
bleef het land in de praktijk een stuk voorzichtiger.
In het begin van de oorlog, van oktober 1899 tot januari 1900, toen de Boeren nog
uiterst succesvol waren zagen de Russen voordelen in het conflict. Engeland moest namelijk
steeds meer troepen opofferen aan de oorlog in Zuid-Afrika en dit was gunstig voor Rusland
met het oog op Azië.164 Rusland zag daarom graag dat de oorlog nog even voortduurde. Toen
de Britten het tij wisten te keren vanaf februari 1900 en de oorlog leken te gaan winnen, zagen
de Russen ineens meer heil in interventie of enige vorm van bemiddeling, maar dat liep
uiteindelijk dus stuk op de geschillen tussen Frankrijk en Duitsland.165
De Haagse Vredesconferentie en Kuypers premierschap
Ondanks dat Kuyper zich wel kon vinden in het buitenlandbeleid zoals dat door het KabinetPierson werd gevoerd, had hij op één punt toch forse kritiek. In 1899 kwam er namelijk de
kans om de internationale positie van de Zuid-Afrikaanse Republiek tegenover Engeland flink
te versterken. Rusland had opgeroepen tot het houden van een vredesconferentie die de
wapenwedloop tussen de grote mogendheden moest stoppen en de wereldvrede moest
160
Venier, ‘French Foreign Policy and the Boer War’, 66.
Davidson, The Russians and the Anglo-Boer War, 194,
162
Spring, ‘Russian Foreign Policy and the Boer War’, 48.
163
Nasson, The War for South Africa, 27.
164
Davidson, The Russians and the Anglo-Boer War, 207.
165
Ibidem.
161
34
verzekeren.166 Rusland wilde graag dat de vredesconferentie in Den Haag zou worden
gehouden en zo geschiedde. Nederland werd het gastland van de conferentie en mocht de
uitnodigingen versturen aan de hand van het programma dat Rusland had opgesteld.167
Hiermee kwamen de eerste problemen al naar voren. Moesten de beide
Boerenrepublieken wel of niet worden uitgenodigd voor de vredesconferentie?168 De Oranje
Vrijstaat was een geheel onafhankelijke staat die ook zo werd erkend door Engeland. De
Zuid-Afrikaanse Republiek stond nog onder suzereiniteit van Engeland, maar het ging hier
enkel om het buitenlandbeleid van de Republiek en de Britten hadden daarbij alleen achteraf
een vetorecht. Daarbij kwam nog dat Nederland de Zuid-Afrikaanse Republiek wel als geheel
onafhankelijke staat zag. Een uitnodiging voor beide Boerenrepublieken lag daarom wel voor
de hand.169
Toch zou het uitnodigen van de Zuid-Afrikaanse Republiek zorgen voor problemen.
Het was mogelijk dat Engeland in dat geval af zou zien van de vredesconferentie en in dat
geval was de conferentie mislukt. Om deze reden werden de beide Boerenrepublieken niet
uitgenodigd voor de vredesconferentie en dit was een grote teleurstelling voor Kuyper die in
de conferentie in eigen land een kans had gezien.170 Nederland had de vredesconferentie niet
in Den Haag moeten houden als het de twee bevriende republieken niet kon uitnodigen, zo
vond Kuyper. In principe werd volgens Kuyper nu de suzereiniteit van Engeland over beide
Boerenrepublieken namelijk door Nederland erkend.171 Hierdoor had Nederland alle
mogelijkheden verspeeld om in te grijpen in het latere conflict.
In 1901 werd Kuyper gekozen als minister-president van Nederland. Hij stelde meteen
dat er van zijn kabinet geen ander beleid hoefde te worden verwacht als het ging om ZuidAfrika en de Boerenoorlog.172 Voordat Kuyper aan de slag kon moest hij zelfs beloven aan
Koningin Wilhelmina dat Nederland neutraal zou blijven in de Boerenoorlog en dit deed hij.
(184) Met de Haagse Vredesconferentie en het niet uitnodigen van de Boerenrepublieken had
Nederland al een streep gezet door eventuele interventie. Hij stelde: ‘Hetgeen gedaan is, kan
door ons niet ongedaan worden gemaakt en hetgeen ongedaan bleef , kan door ons niet meer
166
Van Koppen, De Geuzen van de Negentiende Eeuw, 150.
Ibidem, 151.
168
Ibidem.
169
Ibidem, 152.
170
Ibidem, 153.
171
Ibidem, 175.
172
Ibidem, 183.
167
35
worden gedaan. Bij ons optreden hebben wij den toestand moeten aanvaarden gelijk wij dien
vonden.’173
Toen Kuyper premier werd, was de officiële oorlog in Zuid-Afrika al voorbij en waren
de Boeren een guerrillaoorlog begonnen tegen de Britten. Dit was volgens Kuyper een strijd
geworden die de Boeren niet meer konden winnen en hij dacht dat doorvechten meer pijn zou
doen dan onderhandelen. Zo’n eventuele onderhandelde vrede zou volgens Kuyper niet het
einde hoeven te betekenen van de Boerennatie. Kuyper probeerde daarom om in zijn rol als
premier van Nederland een bemiddelende rol te kunnen krijgen in het conflict in ZuidAfrika.174 Buiten het feit dat hij het beste voor had met de verwante Boeren was het ook een
kans voor Nederland om iets te betekenen in de internationale politiek en natuurlijk al
helemaal voor Kuyper zelf.
Ondanks dat de minister van buitenlandse zaken, van Lynden, het hem sterk afraadde
omdat het de uitgangspositie van de Boeren alleen maar zou doen verslechteren, deed Kuyper
Engeland op 25 januari 1902 een aanbod van goede diensten.175 Dit hield in dat Nederland
bereid was te bemiddelen in het conflict indien Engeland daar behoefte aan had.176 Nederland
zou in zo’n geval vertegenwoordigers van de Britten in contact brengen met
vertegenwoordigers van de Boeren om zo tot onderhandelingen te komen. Het
bemiddelingsaanbod van Kuyper leek erop te wijzen dat hij niet meer de hoop had dat de
Boerenrepublieken hun onafhankelijkheid zouden kunnen behouden.
Vier dagen nadat het aanbod van goede diensten was gedaan volgde het antwoord van
Engelse regering. Het was afwijzend.177 Nederland handelde op eigen initiatief en niet op
voorspraak van de Boerenrepublieken en dat was iets wat de Engelse regering niet wilde. De
Engelse afwijzing was echter wel vol waardering en de actie had Kuyper dan ook goed
gedaan. Het bemiddelingsaanbod van Nederland werd, ondanks dat ze het hadden afgewezen,
door de Britten wel gebruikt om aan de Boeren te laten zien dat ze een verloren strijd
streden.178 Zelfs de trouwste bondgenoot van de Boeren zag geen heil meer in een
voortdurend conflict Dit was effectief want de waarnemend president van de Zuid-Afrikaanse
Republiek, Burger, en de president van de Oranje Vrijstaat, Steijn, waren hierna bereid te
onderhandelen over de vrede. Er werd vanaf 17 mei onderhandeld in Vereeniging door een
173
Ibidem, 184.
Ibidem, 191.
175
Ibidem, 196.
176
Ibidem 193.
177
Ibidem, 196.
178
Ibidem, 199.
174
36
commissie van Boerengeneraals. In deze commissie zaten Botha, De Wet, De la Rey, Hertzog
en Smuts en zij onderhandelden met de Britten Kitchener en Milner. Op 31 mei werd het
verdrag gesloten en was de Vrede van Vereeniging een feit.179
Zo heeft Kuyper dus uiteindelijk toch invloed gehad op het einde van de
Boerenoorlog, zij het niet op de manier zoals hij het in eerste instantie misschien graag had
gezien. Zijn internationale pro-Boer lobby had er niet voor kunnen zorgen dat een van de
grootmachten of meerdere grootmachten tezamen tot interventie in het conflict over gingen.
Toen hij eenmaal zag dat de Boeren de strijd van de Britten niet konden winnen en een
onderhandelde vrede de best mogelijke oplossing was voor de Boeren ging hij over tot zijn
bemiddelingsaanbod en dit aanbod heeft zeker een rol gehad in de beslissing van de Boeren
om tot onderhandelingen over te gaan.
179
Ibidem.
37
Conclusie
Als er gekeken wordt naar de Boeren in Zuid-Afrika en hun oorlogen tegen de Britten heeft
Abraham Kuyper er op verschillende manieren mee te maken gehad. Vanaf het moment dat
zijn interesse voor de Boeren door Frans Lion Cachet in de jaren zeventig van de negentiende
eeuw werd gewekt, zette hij zich met afwisselende intensiteit in voor de zaak van de Boeren.
Door middel van stukken in het tijdschrift De Standaard, waar hij de hoofdredacteur van was,
probeerde hij het Nederlandse volk ook te enthousiasmeren voor de stamverwanten die in
Zuid-Afrika leefden. Toen de Boeren in 1880 de wapens oppakten om hun onafhankelijkheid
terug te winnen van de Britten ging heel Nederland achter ze staan, maar dit enthousiasme
nam ook weer af toen de oorlog eenmaal voorbij was en de Boeren hun overwinning te
pakken hadden.
Ook bij Abraham Kuyper ging het enthousiasme in de periode na de Eerste
Boerenoorlog even liggen. Dit had niets te maken met het feit dat de oorlog voorbij was en
dat de spanning er dus een beetje af was, maar des te meer met het feit dat de Boeren niet
meer beantwoorden aan de verwachtingen van Kuyper. Hij had de Boeren altijd gezien als
gereformeerde geestverwanten en als stamverwanten, als Nederlanders die duizenden
kilometers verderop leefden. Hij zag de Boerenrepublieken in Zuid-Afrika daarom in eerste
instantie als nieuwe Nederlanden. In de loop van de jaren 1880 kwam Kuyper er echter achter
dat de Boeren dit zelf niet zo zagen. Zij vonden dat ze een eigen volk waren, met een eigen
taal en een eigen cultuur en het idee dat Kuyper dus had werd hierdoor teniet gedaan. De
Boeren wilden helemaal geen nieuwe Nederlanden vormen. Het zorgde ervoor dat er door
Kuyper in de jaren 1880 en het begin van de jaren 1890 wat minder aandacht werd besteed
aan de Boerenrepublieken en hun inwoners. Wel bleef hij sympathie houden voor de Boeren
die hij nog steeds zag als oude stamverwanten.
Kuypers enthousiasme kwam weer op toen aan het eind van de jaren 1890 de
spanningen in Zuid-Afrika weer opliepen. Ook het Nederlandse volk ging weer achter de
Boeren staan. Het was ook toen dat de internationale pro-Boer lobby van Kuyper op gang
kwam. Hij bezocht de president van de Verenigde Staten in 1898 en schreef artikelen in
verschillende tijdschriften in binnen en buitenland om de publieke opinie aldaar te
beïnvloeden. Zijn belangrijkste en meest invloedrijke stuk in deze lobby was “La Crise SudAfricaine” dat werd gepubliceerd in de Revue des Deux Mondes in Frankrijk en even later in
verschillende talen werd vertaald om op die manier een nog groter publiek te kunnen
38
bereiken.
Achteraf weten we dat er uiteindelijk geen enkele grootmacht over is gegaan op
interventie in het conflict en we weten dat dit te maken had met de internationale
betrekkingen op dat moment. Doordat Engeland vanwege de Boerenoorlog kwetsbaar was,
moest het land verder overal een verdedigend diplomatiek beleid voeren en de grote machten
maakten hier maar wat graag gebruik van. Ook was angst hierin een factor. De Britse marine
was nog altijd superieur en daarom kon Engeland beter te vriend worden gehouden. Het was
daarom ook voordeliger voor de grote machten om niet in te grijpen. Er werd een diplomatiek
spel gespeeld door de grootmachten en het was voor hen allen daarom beter om niet in te
grijpen in Zuid-Afrika. Maar Kuyper had tijdens de Boerenoorlog alle reden om aan te nemen
dat hij succes kon hebben met zijn pro-Boer lobby. De stemming in de wereld was
nadrukkelijk pro-Boer en ook de meeste beleidsbepalers van de grootmachten vonden dat
Engeland een onrechtvaardige oorlog voerde in Zuid-Afrika. Ook was het zo dat Rusland en
Frankrijk er serieus over nadachten om op de een of andere manier in te grijpen. Kuypers
internationale pro-Boer lobby was dus op voorhand absoluut geen verloren zaak.
Het is dan nog de vraag of de pro-Boer lobby van Kuyper kan worden gezien als een
mislukking. In hoeverre heeft Kuyper met zijn internationale pro-Boer lobby invloed gehad
op de publieke opinie en de beleidsbepalers van de grote machten? Het uiteindelijke doel van
Kuypers lobby was een van de grote machten, of een combinatie van meerdere grote machten,
aan te zetten tot interventie in de oorlog en dit is niet gelukt. Wel heeft Kuyper de Boerenzaak
onder de aandacht gebracht in Nederland en heeft hij op verschillende manieren invloed
gehad op de publieke opinie in de grote machten. De meest duidelijke manier waarop dit
gebeurde was met zijn artikel “La Crise Sud-Africaine”, dat vijftien keer werd herdrukt. In het
stuk werd de Boerenzaak verdedigd en het feit dat het zo populair was geeft toch wel aan dat
Kuyper er indruk mee heeft gemaakt. Het beïnvloeden van de publieke opinie werd dus een
succes, maar het dusdanig beïnvloeden van de beleidsbepalers van de grote machten dat ze
over gingen tot interventie is mislukt. Wel had Kuyper met zijn aanbod van goede diensten
aan de Britse regering invloed op de uiteindelijke Vrede van Vereeniging.
De mate van invloed is moeilijk te meten, maar de invloed op de internationale
publieke opinie is, zeker met het zojuist genoemde artikel, wel aannemelijk. En als er sprake
is van enige invloed op de publieke opinie kan de pro-Boer lobby van Kuyper toch niet als
een mislukking worden gezien. Er kwam in diverse landen druk vanuit de bevolking op de
regering om op de een of andere manier te interveniëren in de oorlog. De beleidsbepalers
gingen niet over tot interventie, maar de druk van de bevolking had hierin eventueel wel een
39
rol kunnen spelen. De internationale pro-Boer lobby van Abraham Kuyper heeft daarom
misschien juist laten zien dat het niet mogelijk was om de grote machten aan te zetten tot
interventie vanwege het diplomatieke getouwtrek tussen die grote machten. Zijn lobby was
daarom ook op die manier van waarde, een negatief resultaat is ook een resultaat.
40
Literatuurlijst
Primaire bronnen
A. Kuyper, De Crisis in Zuid-Afrika (Amsterdam 1900).
British Documents On Foreign Affairs: Reports And Papers From The Foreign Office
Confidential Print, D Throup ed., document 9, 12 en 13, Deel 1, Serie G, Volume 9, (Plaats zj,
zp jaar) 8-9, 12, 13.
Secundaire literatuur
Boeken
Bossenbroek, M., Holland op z’n breedst. Indië en Zuid-Afrika in de Nederlandse cultuur
omstreeks 1900 (Amsterdam 1996).
Davidson, A. en Filatova, I., The Russians and the Anglo-Boer War (Kaapstad 1998).
Hewison, H.H., Hedge of Wild Almonds. South Africa, the ‘Pro-Boers’ & the Quaker
Conscience (Londen 1989).
Koch, J., Abraham Kuyper. Een biografie (Amsterdam 2006).
Koppen, C. van, De Geuzen van de Negentiende Eeuw. Abraham Kuyper en Zuid-Afrika
(Utrecht 1992).
Kuitenbrouwer, V., War of Words. Dutch Pro-Boer Propaganda and the South African War
(1899-1902) (Amsterdam 2012) 23.
Mulanax, R.B., The Boer War in American Politics and Diplomacy (Lanham 1994).
41
Nasson, B., The War for South Africa (Kaapstad 2010).
Schotanus, F.B., De reakties in Nederland op het einde van de Boerenoorlog. Het standpunt
van de regering, in het parlement en van de publieke opinie inzake de Vrede van Vereeniging,
31 mei 1902 (Langbroek 1980).
Wesseling, H.L., Verdeel En Heers. De deling van Afrika 1880 - 1914. (Amsterdam 1991).
Artikelen
Bossenbroek, Martin, ‘The Netherlands and the Boer War’, in: K. Wilson (ed.), The
International Impact of the Boer War (Cresham 2001) 123-139.
Kröger, Martin, ‘Imperial Germany and the Boer War’, in: K. Wilson (ed.), The International
Impact of the Boer War (Cresham 2001) 25-42.
Mommsen, Wolfgang J., ‘Indtroduction’, in: K. Wilson (ed.), The International Impact of the
Boer War (Cresham 2001) 1-7.
Spring, Derek, ‘Russian Foreign Policy and the Boer War’, in: K. Wilson (ed.), The
International Impact of the Boer War (Cresham 2001) 43-64.
Tilchin, William N., ‘The United States and the Boer War’, in: K. Wilson (ed.), The
International Impact of the Boer War (Cresham 2001) 107-122.
Venier, Pascal, ‘French Foreign Policy and the Boer War’, in: K. Wilson (ed.), The
International Impact of the Boer War (Cresham 2001) 65-78.
42
Download