Proefexamen scheikunde november 2005

advertisement
Proefexamen scheikunde november 2005
-
DWNP = duid aan wat niet past
Berekeningen altijd weergeven
Vraag 1 (juist of fout)
a) Indien men aan een oplossing van NaCl in water Cl2 toevoegt, treedt er een oxidoreductiereactie op.
b) Indien men in een oplssing van PbCl2 in water een vast Cu-plaatje plaatst, treedt er een
oxido-reductiereactie op.
c) De enige reden dat men voor een oxido-reductiereactie in zuur midden vrijwel steeds H2SO4
als zuur gebruikt is omwille van de lage potentiaal van H + (E° = 0,00 V).
d) In een galvanische cel vloeien de elektronen in de uitwendige metaalgeleider van de
kathode naar de anode.
e) Een oxidans is steeds sterker oxiderend in sterker zuur milieu.
Vraag 2: het ion ICl-4
a)
Lewisnotatie
O.T.
F.L.
I:
I:
Cl:
Cl:
€
b) Teken de hybridisaties (VSEPR) van de molecule en geef de hybridisatie van Cl:
hybridisatie Cl :
c) Totale geometrie: ___________________________
Atoomschikking: _____________________________
d) ICl-4 heeft een/geen (DWNP). Duid dit dipoolmoment eventueel aan.
e) Indien die anionen samen met Na+ met een formele concentratie van 0,1 M in water
aanwezig is, bereken dan de totale activiteit van deze oplossing.
atot = _______________________________________
Vraag 3
Zwavelzuur wordt via een industrieel proces op grote schaal bereid via een sequentie van
drie evenwichtsreacties, nl. :
1) S(v) + O2(g) ↔ SO2(g)
2) 2 SO2 (g) + O2 (g) ↔ 2 SO3(g)
3) SO3(g) + H2O(vl) ↔ H2SO4(vl)
a) Stel dat het totale proces wordt uitgevoerd bij 25°C en 1 atm. Dan zijn de waarden voor de
respectievelijke evenwichtsconstantes.
Kc 1 = 3,9 · 1052
Kc 2 = 6,8 · 1024
Kc 3 = 2,6 · 1024
Schrijf de globale reactie uit met de coëfficiënten:
Bereken de globale evenwichtsreactie Kc bij 25°C.
Kc globaal = ___________________________________
b) Voorspel a priori het teken van ΔS° voor de reactie 2 en 3 en bereken ΔS° voor reactie 1.
1) ΔS° = __________________________________________________________________________________
2) ________________________________________________________________________________________
3) ________________________________________________________________________________________
c) Bij 600°C brengt men een hoeveelheid SO2 in een gasbehouder samen met O2. Bij die
temperatuur is K2 = 90,25 M-1. Men stelt vast dat bij evenwicht 62 % van het SO2 is
weggerageerd tot SO3. Welk is dan de partiële druk aan O2 bij evenwicht ?
pO2 = ______________________________________
d) Voorspel het effect van een temperatuurstijging en een volumedaling op de ligging van het
evenwicht voor reacties 1 en 3.
Temperatuurstijging
1) ______________________________
3) ______________________________
e) ??
Volumedaling
1) ________________________________
3) ________________________________
Vraag 4: het aminozuur tryptofaan
a) Geef de skeletnotatie en één functie-isomeer van dit aminozuur.
skeletnotatie
functie-isomeer
b) Bepaal de onverzadigingsindex en benoem de onverzadigingsingselementen.
Δ = _________________________________________
onverzadigingselementen = _________________
c) Tot welke klasse behoort tryptofaan?
klasse = ____________________________________
d) Tryptofaan is een π-defficiënte/ π-excessieve (DWNP) heterocyclische verbinding.
e) Schrijf het dissociatieschema voor tryptofaan en bereken het iso-elektrisch punt Ip voor dit
aminozuur.
Ip = ________________________________________
f)
Welke vorm(en) zullen het meeste voorkomen onder deze omstandigheden?
g) 100 mL van een 0,10 molaire oplossing zure tryptofaanoplossing wordt gemengd met een
bepaald volume van een 0,25 molaire NaOH oplossing tot resukterende pH = 9,4. Hoeveel mL
NaOH is nodig om dit te bekomen?
naam mengsel =
volume =
Download