Volksprotocol over de klimaatverandering

advertisement
1
Volksprotocol over de klimaatverandering
(Vertaling uit het Engels van Peoples’Protocol on Climate Change)
http://peoplesclimatemovement.net
De “Peoples’ Movement on Climate Change” ijvert om het “Peoples’ Protocol on Climate Change”
naar voor te schuiven als de strategie van de Zuidelijke volkeren in antwoord op het probleem van de
klimaatverandering. Het steunt op principes van volksmacht en is gericht op campagnevoering in het
Zuiden met bijzondere aandacht voor rechtstreekse ondersteuning van gemeenschappen in hun
inspanning voor volkse alternatieven.
23 november 2009
Onze planeet maakt een klimaatcrisis van rampzalige omvang door. Om de toestand ten goede te keren,
dringen draconische maatregelen zich op. In de laatste vijftig jaar is de oppervlaktetemperatuur van onze
aarde gemiddeld tweemaal zo snel gestegen als in eeuw daarvoor, en in de loop van de komende
decennia zal ze waarschijnlijk nog sneller stijgen. Dertien van de laatste vijftien jaren (1993-2008) werden
geregistreerd als het warmste jaar ooit. Die opwarming ontwricht het weer, brengt ecosystemen en de
rijkdom aan soorten in gevaar, en vernietigt het leven en de broodwinning van de volkeren, in het
bijzonder de armste en meest kwetsbare onder hen.
Hittegolven die vaker voorkomen, veranderende neerslagpatronen, tropische stormen die krachtiger
worden, het stijgende zeeniveau: de impact van de klimaatveranderingen zal het hardst gevoeld worden
door miljoenen armen en onderdrukten: vrouwen, inheemse volkeren, boeren, vissers, kleine
eilandstaten en woestijnstaten. Afrika, Azië en Latijns-Amerika worden geconfronteerd met kortere
groeiseizoenen, het verlies of de achteruitgang van landbouwgronden, een verminderde
landbouwopbrengst en voedsel, een tekort aan zoetwater. In Afrika zullen droogtes voor algemene
ondervoeding, honger en hongersnood zorgen. Azië moet reeds het hoofd bieden aan overstromingen en
aardverschuivingen, met steeds grotere aantallen gewonden, doden en zieken. In Latijns-Amerika zullen
hogere temperaturen en een verminderde biodiversiteit in de tropische wouden de ondergang van
inheemse gemeenschappen tot gevolg hebben. Het stijgen van de zeespiegel en de toename van het
aantal stormen bedreigen de volkeren van de kleine eilanden en kustgemeenschappen, en de stijging van
de watertemperatuur vermindert de visvoorraden.
De onbestendigheid van het klimaat op onze planeet wordt veroorzaakt door de ongeziene groei van
door de mens voortgebrachte broeikasgassen in de dampkring gedurende de laatste twee eeuwen. De
gevaarlijkste toename is de uitstoot van koolstofdioxide (CO2), veroorzaakt door het ongebreidelde
gebruik van fossiele brandstoffen om energie te leveren aan de kapitalistische nijverheid, handel,
vervoer, industriële landbouw, voedselproductie, en voor de oorlogsvoering. De wijdverbreide ontbossing
draagt ook bij tot de uitstoot, en verlamt de mogelijkheid van de planeet om koolstof opnieuw op te
slaan. De verhoogde opeenhoping van broeikasgassen in de dampkring veroorzaakt een opwarming die
snel dichter komt bij de geschatte drempelwaarde voor het ontketenen van een rampzalige
klimaatverandering: twee graden boven het voorindustriële peil .
De laatste twee eeuwen zijn een aaneenschakeling geweest van grote doorbraken in technologie,
productie en welvaartspeil. Die doorbraken kwamen er echter door een onevenwichtig gebruik en
overdreven uitbating van de gemeenschappelijke rijkdommen van de planeet, ten voordele van een
minderheid van de wereldbevolking en ten koste en ontbering van de rest van die bevolking. De
2
hoofdrolspelers in dat drama zijn de multinationale ondernemingen uit het Noorden, wier tomeloze
privaat winstbejag de controle vereist over kolossale hoeveelheden energie- en natuurlijke hulpbronnen,
wat niet alleen leidt tot een ecologische vernietiging, maar ook tot de beroving en verarming van een
grote aantallen bevolkingsgroepen.
Inderdaad, de twee eeuwen van steeds groter wordende uitstoot en ecologische vernietiging vallen
samen met twee eeuwen van steeds erger wordende economische ongelijkheid tussen landen onderling
en er binnenin; met een groeiende opeenhoping van rijkdom bij een beperkte mondiale elite en een
veralgemening van behoeftigheid onder de massa van de mensheid; met agressieoorlogen voor de
controle over strategische rijkdommen; met koloniale en neokoloniale onderwerping van landen; met het
overnemen en beheersen door private bedrijven van de natuurlijke en productieve hulpbronnen van het
Zuiden; waarbij het Zuiden zijn economische en staatkundige zelfbeschikking verloor aan machtige
economische en politieke organisaties zoals de Wereldbank, het Internationaal Muntfonds, de
Wereldhandelsorganisatie. Het bestel dat de klimaatveranderingen veroorzaakt heeft, zit tevens achter
de ingebakken armoede, onderontwikkeling en oorlog die de kwetsbaarheid heeft vergroot van
miljoenen levens die weinig of geen verantwoordelijkheid dragen in de oorzaak van de
klimaatveranderingen.
Het is wetenschappelijk aangetond dat de klimaatveranderingen en hun gevolgen zich vroeger en sterker
laten voelen dan aanvankelijk voorzien. De ijskap van de Noordpool, de Zuidpool en Groenland smelt
vlugger, de oceanen verzuren snel, en de hogere oppervlaktetemperaturen in de Stille en Atlantische
Oceaan zorgen voor nog verwoestender wervelstormen. Doortastende en maatschappelijk eerlijke
oplossingen zijn dringend nodig. De uitstoot moet dringend afvlakken en dalen, willen we de
opeenhoping van CO2 in de dampkring beperken tot een waarde van 350 deeltjes per miljoen (ppm), en
de opwarming, onder de anderhalve graad Celsius houden, teneinde de rampzalige gevolgen van de
klimaatveranderingen op de armste en kwetsbaarste bevolkingsgroepen in de wereld te beperken. De
actie over heel de wereld dient de sociaal onrechtvaardige mechanismen die aan de basis liggen van de
klimaatveranderingen te erkennen en recht te trekken; moet eerlijk en rechtvaardig zijn; moet de
historische verantwoordelijkheid en de actiemogelijkheid weerspiegelen; moet de democratische
vertegenwoordiging en het medezeggenschap van de armen toelaten, en hun noden ondervangen.
Echter, lopen de bestaande officiële klimaatinspanningen achter op de klimaatveranderingen en de
huidige impact. Niet alleen hebben de regeringen en de ondernemingen van het Noorden geweigerd om
hun historische verantwoordelijkheid inzake het terugdringen van de uitstoot op zich te nemen, en om de
klimaatacties van het Zuiden te ondersteunen, maar ze hebben de klimaatcrisis ook misbruikt om op
eigen voordeel bedachte oplossingen uit te werken, te wettigen en toe te passen, die nieuwe
winstkansen scheppen en de macht van bedrijven vergroten over natuurlijke hulpbronnen, productie en
energiesystemen, fondsen en technologieën.
De belangen van machtige minderheden uit het Noorden en uit het zakenleven hebben de
Kaderconventie van de Verenigde Naties over de klimaatverandering (UNFCCC) ondermijnd. Het Verdrag
van Kyoto heeft de verantwoordelijkheid en rekenschapaflegging voor de klimaatcrisis verminderd door
de vermarkting van de gemeenschappelijke dampkring. De regeling met compensaties en verhandeling
van emissie rechten, hevelt de aanpassingskosten over van de rijken naar de armen, schept nieuwe
afhankelijkheidsrelaties, beloont bedrijven voor de vervuiling die ze aanrichten en verhoogt hun
winstmogelijkheden. Door hun verplaatsing naar de landen uit het Zuiden hebben de multinationale
ondernemingen en de investeerders in het Noorden hun energieverslindende bezigheden behouden en
3
zelfs verhoogd, door de plaatselijke elites voor zich te winnen en deelgenoot te maken aan het
vernielende proces van kapitalistische productie en consumptie.
Bovendien lijken de huidige onderhandelingen voor een klimaatbeleid zich na 2012 eerder in de richting
van een verergering dan in de richting van een oplossing te ontwikkelen. De grootmachten blokkeren de
toezegging tot drastische wetenschappelijk aangetoond nodige uitstootbeperking en de financieringen
van de kosten in de ontwikkelingslanden voor aanpassing en mildering. Ook duwen ze agressief naar een
akkoord dat de verantwoordelijkheid voor een bindende emissiebeperking uitbreidt naar de
ontwikkelingslanden, en erger nog laten ze alle verplichte emissie regelingen vallen en geven zo blijk van
een groot misprijzen voor billijkheid, rechtvaardigheid, en eigen verantwoordelijkheid in
klimaatverandering.
Daarom is het dringend nodig een Volksprotocol over de Klimaatverandering op te stellen, dat het
standpunt van de volkeren over dit voor de mensheid zeer dringende vraagstuk vastlegt. Deze verklaring
verwoordt de waarden en beginselen die de wereldwijde actie dienen te leiden in de strijd van de
volkeren tegen de klimaatsveranderingen en de bijhorende ecologische en maatschappelijke vernietiging.
Verklaring van waarden en beginselen
Wij, het volk, scharen ons achter bepaalde kernwaarden voor ontwikkeling en beginselen als sociale
rechtvaardigheid, democratie, gelijkheid tussen man en vrouw, eerbied voor mensenrechten en
waardigheid, eerbied voor het milieu, onafhankelijkheid, vrijheid, bevrijding en zelfbeschikkingsrecht,
gezond bestuur, sociale solidariteit, inspraak en zelfredzaamheid. Deze verklaring werkt deze beginselen
verder uit in het kader van de globale klimaatcrisis.
1. De maatschappelijke rechtvaardigheid moet gewaarborgd worden, gezien dat de wortels van de
klimaatcrisis in de maatschappij liggen, gezien de onevenredig grote verantwoordelijkheid van
een kleine elite, de onevenredig grote kwetsbaarheid van de meerderheid van mensen voor de
nadelige gevolgen ervan, de vreselijke ongelijkheid op vlak van mogelijkheden om daar het hoofd
aan te bieden en er een antwoord op te geven, en het gewettigde streven van mensen om zich,
los van de crisis, te ontwikkelen.
1. De klimaatverandering moet niet enkel als een vraagstuk over de leefomgeving benaderd
worden, maar ook als een vraagstuk over maatschappelijke rechtvaardigheid: de oorzaken ervan
liggen immers bij de huidige, door het kapitalisme overheerste wereldeconomie, die voornamelijk
gedreven wordt door de meedogenloze hang naar eigen gewin en opeenstapeling van kapitaal.
2. De huidige kapitalistische wereldorde, aangedreven door het Noorden van de wereld en de
daar gevestigde multinationale ondernemingen, ligt fundamenteel aan de oorsprong van de
overontginning en uitputting van hulpbronnen, het ongerechtvaardigde gebruik van
energiebronnen en de buitensporige uitstoot van broeikasgassen in de dampkring. Het beleid van
‘vrije markt’ en ‘globalisering’ met zijn aanvallende en indringerige uitbreiding in elke geleding
van de economie en in het Zuiden van de wereld, en met zijn uitbuiting van het volk en de
planeet door de multinationale ondernemingen, moet veroordeeld worden.
3. Neoliberale beleidseisen worden door machtige vreemde overheden opgelegd, vooral aan het
volk in het Zuiden van de wereld. Die overheden oefenen invloed uit door middel van
multilaterale, regionale en bilaterale mechanismen als de overeenkomsten van de
4
Wereldhandelsorganisatie (WHO), regionale en bilaterale vrijhandelsovereenkomsten,
investeringsovereenkomsten, en voorwaarden bij de hulp.
4. Een aanzienlijk deel van de vermeende ‘Zuidelijke’ uitstoot is eigenlijk afkomstig van
energieverslindende ingrepen van Noordelijke multinationals in het Zuiden, die bedoeld zijn om
plaatselijke arbeid en natuurlijke hulpbronnen uit te buiten. Wij erkennen bovendien dat de
ernstige ontbossing in heel Latijns-Amerika, Azië en Afrika vooral te wijten is aan door Noordelijke
multinationale ondernemingen bedreven houtkap voor handelsdoeleinden, plantages, mijnbouw
en stuwdamprojecten.
2. Volksmacht bestaat erin de macht van het volk over hulpbronnen en instellingen te doen gelden
als grondvest voor het wereldwijde antwoord op klimaatveranderingen.
1. De kern in de geschiedenis en de opbouw van het wereldwijde kapitalisme, dat de
klimaatveranderingen veroorzaakt heeft, is het verwerven van alleenrecht op hulpbronnen,
rijkdommen en instellingen door een bevoorrechte elite, en de daaruit volgende onteigening
en het aan de kant schuiven van basisproducenten, boeren, arbeiders, vrouwen, vissers en
inheemse volkeren. Door koloniale en neokoloniale mechanismen hebben de Noordelijke
landen, de multinationale ondernemingen, en machtige mondiale bureaucratiën als het
Internationaal Muntfonds, de Wereldbank en de Wereldhandelsorganisatie, de zeggenschap
over de economie en de natuurlijke hulpbronnen van het Zuiden uit de handen van de
volkeren van het Zuiden ontrukt en hen daarbij veel schade berokkend.
2. Gemeenschappen en aan de kant geschoven volkeren hebben ook geen evenredige macht
over het plannen, de besluitvorming, en het beheer van bestaande bestuurslichamen en
iniatieven in de klimaatacties, en evenmin worden zij voldoende betrokken bij het uitvoeren
van plannen en programma’s die door die instellingen worden uitgevoerd. Ze hebben geen
fatsoenlijke toegang tot informatie, fondsen of technologie. Noordelijke overheden,
internationale financiële instellingen en hulporganisaties houden de macht daarover stevig in
handen.
3. Gemeenschappen, arbeiders, boeren, inheemse volkeren, vrouwen en andere aan de kant
geschoven groepen dienen hun democratische controle uit te oefenen over natuurlijke,
intellectuele en financiële rijkdommen, technologieën en, en ze te heroriënteren naar het
vervullen van maatschappelijke behoeften, eerder dan voor het vergroten van de winsten en
de groei van de bedrijven. Zuidelijke volkeren zouden het zelfbeschikkingsrecht van hun
landen over hun economieën moeten doen gelden, en onafhankelijke en duurzame paden
naar nationale ontwikkeling nastreven.
4. De gemeenschappen en volkeren die de ergste gevolgen van de klimaatveranderingen
ondergaan, hebben een levensbelangrijke rol te spelen in het afbakenen, het richten en het
bestemmen van het werk van eender welke klimaatactieve instelling, zij het plaatselijk,
landelijk, regionaal of wereldwijd. Ze dienen evenwaardig vertegenwoordigd te worden,
betekenisvolle kunnen deelnemen, en kunnen beslissen over welke middelen gebruikt
worden ter matiging en aanpassing, en hoe die best aan hun specifieke behoeften tegemoet
kunnen komen. Ze dienen daarom toegang hebben tot fondsen en technologie.
5
5. De volkeren dienen actief deel te nemen met maatschappelijke beweging en strijd, om hun
democratische controle te doen gelden over de hulpbronnen en de instellingen, die
onontbeerlijk zijn bij het aanpakken voor het vraagstuk van de klimaatveranderingen.
3. Eerbied voor de omgeving houdt het verwerpen in van marktmechanismen die het geld stellen
boven ecologische overwegingen. De behoeften van de wereld en haar bevolking moeten het
halen op het najagen van groei en winsten.
1. Wij erkennen dat de natuur doorslaggevend is voor het overleven van allen, en dat de
natuurlijke hulpbronnen en hun gebruik van het grootste belang zijn voor een duurzame
menselijke ontwikkeling en het wegwerken van armoede, ziekte en honger. Wij staan volledig
achter het opbouwen van samenlevingen waarin mensen kunnen genieten van alle
mensenrechten en basisvrijheden, zodanig dat de wereld die wij scheppen de toekomstige
geslachten die rechten en vrijheden niet onterecht zal ontzeggen.
2. Wij stellen dat de behoeften van de mensen en van de wereld geplaatst moeten worden
boven die van het wereldwijde kapitaal en het grootschalige streven naar privaat gewin.
Eigendomsrechten die toelaten dat enkele bevoorrechten zaken verhandel, ophopen en er
het alleenrecht op verwerven, met privaat gewin als doel, mogen niet van toepassing zijn op
hulpbronnen en goederen waarvan hele bevolkingsgroepen voor hun levensonderhoud
afhankelijk zijn, en ook niet op het plaatselijke en wereldwijde erfgoed.
3. Wij zijn ervan overtuigd dat de bevolkingstoename de druk zal doen toenemen op de eisen
die de mensheid stelt aan de natuur, maar dat de rijkdommen van de planeet voldoende
groot zijn om aan die eisen tegemoet te komen, op voorwaarde dat de productie, het
hergebruik en het verbruik op zodanig georganiseerd worden, dat ze voorzien in de
levenslange behoeften van de mensen, en niet slechts voor enkele winst najagende
bevoorrechten.
4. De grote bedrijven en internationale financiële instellingen hebben scherpgesteld op de
ontwikkeling, de toepassing en de uitbreiding van op de markt gerichte, winstgevende
‘oplossingen’ die onduurzaam en onveilig zijn, en die onze leefomgeving nog verder tot een
handelswaar herleiden, zoals uitstootcompensaties, bio-koolstof (“biochar”),
biobrandstoffen, koolstof afvangen en opslaan (Carbon capture and storage), “zuivere
steenkool”, nucleaire- en grote waterkrachtcentrales, om er maar enkele te noemen. We
moeten ons verzetten tegen de marktmechanismen en technologieën die de
gemeenschappelijke leefomgeving onteigenen en privatiseren, wat nieuwe bedreigingen
meebrengt, voor de ecosystemen, het levensonderhoud, de gezondheid en de
voedselveiligheid van de gemeenschappen.
4. Verantwoordelijkheid, uitgedrukt als het beginsel van gezamenlijke maar uiteenlopende
verantwoordelijkheid, vereist een mechanisme dat instaat voor een wereldwijde alomvattende
billijkheid. Historisch bekeken, dragen de landen van het Noorden een onevenredig grote
verantwoordelijkheid voor de uitstoot.
6
1. De arme en aan de kant geschoven gemeenschappen zijn het kwetsbaarst voor schadelijke
gevolgen van de klimaatveranderingen.
2. De elitesegmenten van de maatschappij verbruiken een buitensporige hoeveelheid
hulpbronnen, wat zo niet behouden kan worden, en dat eigenlijk ook niet hoeft te worden,
als we rekening houden dat we moeten voorzien in de basisbehoeften van grote
bevolkingsgroepen op de wereld die nu van bevrediging van die basisbehoeften verstoken
blijven. Deze elitesegmenten van de maatschappij moeten de hoogste verantwoordelijkheid
toegewezen krijgen voor de klimaatcrisis.
3. Grote delen van de mensheid zijn voor hun overleven sterk afhankelijk van de toegang tot
natuurlijke rijkdommen en het verbruik ervan, alsook van de toestand van het klimaat en de
natuurlijke omgeving. De bijzondere behoeften van landbouwgemeenschappen, inheemse
volkeren, kustgemeenschappen, vissers en andere aan de kant geschoven, arme en op het
platteland levende producenten, moeten in het hele aanpassingsplan een bijzondere
aandacht genieten.
4. Aanpassing betekent geen aanvaarding van de klimaatverandering maar is wel noodzakelijk
om dringend hulp te bieden waar de klimaatveranderingen zich nu al echt laat voelen aan de
meeste kwetsbare gemeenschappen en landen in afwachting dat de wereldwijde
inspanningen ter mildering voldoende ontwikkeld zijn om de opwarming van de planeet een
halt toe te roepen.
Een actieplatform in vijf punten
1) Een allesomvattende en overlegde maar onderscheiden en billijke wereldwijde inspanning om
grondig, snel en volgehouden de emissies naar beneden te halen om de CO2 concentratie op 350 ppm
(deeltjes per miljoen) te stabiliseren en de wereldwijde temperatuursstijging te beperken tot 1,5 graad
Celsius.
1. Gezien de landen en bedrijven van het Noorden de dampkring en het leefmilieu zonder maat te
houden gebruikt en beschadigd hebben, met als gevolg de huidige klimaatveranderingen, moeten
zij onvoorwaardelijk hun uitstoot terugbrengen tot een gehalte en grootteorde die van die aard
zijn dat de CO2-concentratie snel zakt tot 350 deeltjes per miljoen of minder, met een afvlakking
van de emissiepiek ten laatste in 2015. Alle staten van het Noorden dienen deel uit te maken van
een bindend en internationaal opgelegd en gereglementeerd werkkader voor het afbouwen van
de uitstoot.
2. Zuidelijke staten dienen hun economie te heroriënteren naar koolstofarme ontwikkeling en
meetbare, rapporteerbare en verifieerbare emissiereducties uitvoeren, gebruikmakend van de
financiële compensaties en technologische overdrachten uit het Noorden.
3. Snelle overschakeling weg van fossiele brandstoffen als energiebron naar nieuwe, hernieuwbare
energiebronnen en systemen: zoals windenergie, zonne-energie, aardwarmte-energie, duurzame
waterkracht, enzovoort.
7
4. Verlaten van niet-levensvatbare landbouw en voedselproductie overheerst door multinationale
voeding- en landbouwscheikundige bedrijven. Industriële landbouw zoals ze vandaag bestaat,
zorgt voor grote hoeveelheid broeikasgassen, door landomzetting en bodem achteruitgang, en
door het hoge gebruik aan fossiele brandstoffen voor meststoffen, ziektebestrijders, en vervoer
over lange afstand. Omschakeling naar ecologisch vriendelijke landbouwwerkwijzen die de
koolstof in de bodem behouden, binnen de context van een verscheiden en op de gemeenschap
steunende landbouwproductie, die voorrang geeft aan het waarborgen van voedselveiligheid en
zelfvoorziening.
5. Beëindig eens en voor altijd de ontbossing. Stop de grootschalige mijnbouw en commerciële
houtkapactiviteiten door multinationale ondernemingen in het Zuiden en het oprukken in de
wouden van plantages met exportgerichte winstgewassen.
6. Verwerp de hulpvoorwaarden en beleidsbepalingen door de Wereldbank en het Internationaal
Muntfonds, en herroep de ongelijke bilaterale en multilaterale handelsovereenkomsten, die
milieureglementering ondermijnt en die onbeperkte uitbating, vervuiling en vernietigen toelaten
van rijkdommen uit het Zuiden door bedrijven uit het Noorden.
7. Onmiddellijk een einde maken aan alle subsidies en investeringen door Noordelijke overheden en
internationale openbare financiële instellingen aan projecten met fossiele brandstoffen, die de
wereld tot ver in de toekomst opsluiten in koolstofafhankelijke energie-, productie- en
transportsysteem. Herbesteed de openbare fondsen naar onderzoek en investering in de
ontwikkeling van milieuvriendelijke technologieën, van hernieuwbare energiebronnen en van
duurzaam openbaar vervoer.
8. Stel paal en perk aan geldverslindende en vernietigende oorlogen en herbesteed de militaire
budgetten in milieubehoud en overgang naar duurzame technologieën en systemen.
2) Eis de schadeloosstelling van Zuidelijke landen en van de armen, door de Noordelijke staten en
multinationale ondernemingen en door het Noorden beheerste instellingen, voor de historisch
onrechtvaardigheden begaan op vlak van klimaatveranderingen.
1. Eis de verplichte en onvoorwaardelijke toekenning en overdracht van financiële en
technologische middelen door het Noorden, ter ondersteuning van de aanpassing ( omgaan en
dekking van de verliezen door de schadelijke klimaatimpact en opbouw van klimaatbestendige
systemen) en de mildering (de overgang naar koolstofarme en duurzame ontwikkelingspaden, en
uitvoeren van niet verplichte meetbare, aantoonbare en naspeurbare emissiereducties).
2. De staten van het Noorden moeten de ontwikkelingslanden van voldoende, voorzienbare en
verplichte klimaatfinancies te voorzien. Klimaatfondsen zijn schadeloosstelling en geen hulp. Die
fondsen dienen te komen boven op de reeds lang toegezegde en niet nagekomen
ontwikkelingshulpverbintenissen door de ontwikkelde landen (0,7% van het bruto nationaal
inkomen). Ze dienen hoofdzakelijk van openbare inkomsten te komen. Ze dienen de vorm aan te
nemen van onherroepelijke en onvoorwaardelijke financiële overdrachten. Ze dienen
democratische manier beheerd te worden en rechtstreeks toegankelijk voor de gemeenschappen
en hun organisaties. De koolstofmarkten mogen geen rol spelen bij
klimaatfinanciering.************
8
3. Herkanaliseer alle inkomsten uit klimaatfondsen en geldinzamelingmechanismen beheerd door
schenkers, en weer de inmenging af van Noordelijke hulporganisaties en internationale financiële
instellingen bij de klimaatfinanciering. De bedoelde begunstigden beschikken nu over geen
zeggenschap of betrokkenheid van enige betekenis over de opvatting, beheer en uitvoering van
deze fondsen; ze maken de schuldenlast van vele arme landen alleen maar groter, die dan
verplicht zullen worden om in ruil beleidsvoorwaarden te aanvaarden in ruil voor toegang tot
deze fondsen.
4. Verwerp private verzekeringsschema’s en de verkoop van schuldvorderingen op de
kapitaalmarkten als mechanismen voor het verkrijgen van gelden voor de aanpassing. Die
schema’s verschuiven de financieringslast naar de ontwikkelingslanden en naar individuele
eenheden, en laten toe dat bedrijven en private fondsen profiteren van de kwetsbaarheid waar
ze tegenover staan.
5. Verwijder intellectuele eigendomsrechten en handelsbeperkingen die strenge beperkingen
opleggen aan de toegang voor het volk tot klimaatvriendelijke technologieën, en de mogelijkheid
om koolstof arme alternatieven te promoten.
6.
Verwerp het opleggen van schuld creërende klimaatfondsen en het neoliberale beleid verbonden
aan de toegang tot deze fondsen.
3) Verwerp valse oplossingen die Noordelijke staten en ondernemingen de gelegenheid geven om de
leefomgeving en de gemeenschappen te blijven schaden, om nieuwe en grotere winstkansen te vinden,
en om de greep van de bedrijven op de natuurlijke rijkdommen en technologieën te versterken en uit
te breiden.
1. Schaf alle koolstofmarkten af. Maak onmiddellijk een einde aan emissiehandel en compensaties
als mechanismen voor Noordelijke landen en bedrijven om hun emissieverbintenissen na te
komen. Het “cap and trade” (aftoppen en verhandelen) systeem heeft gefaald inj het tot stand
brengen van de beperkte uitstootverminderingen die de rijke landen beloofd hadden; en heeft de
dampkring geprivatiseerd en tot handelswaar teruggebracht. De Noordelijke koolstofmarkten
laten grote historische vervuilers toe zich te onttrekken aan grote uitstootverminderingen,
doordat ze onder elkaar rechten om de dampkring te vervuilen verhandelen; die ze gratis van
Noordelijke regeringen gekregen hebben. Koolstofcompensaties laten Noordelijke bedrijven toe
te blijven vervuilen door ecologisch en sociaal twijfelachtige projecten in ontwikkelingslanden te
betalen, waardoor ze de verantwoordelijkheid voor het verminderen van de uitstoot en de
risico’s die erbij horen, doorschuiven naar het Zuiden.
2. Weer de uitbreiding af van koolstofcompensaties, die de last van emissievermindering
doorschuiven naar het Zuiden, de grote vervuilers belonen, en inspanningen van het Noorden om
zijn uitstoot in te tomen met verplichtende maatregelen, verder verzwakt en uitstelt. Verzet u
tegen de uitbreiding van dit systeem naar het Zuiden, met inbegrip van:
a. wouden, wat het gevaar meebrengt dat inheemse volkeren en van het woud afhankelijke
gemeenschappen worden verjaagd, dat oude wouden in handen van private bedrijven
9
vallen, dat de uitbreiding van monocultuur boomplantages gepromoot wordt, die de
rijkdom aan soorten en ecosystemen schaadt, en dat ontbossers beloond worden;
b. landbouwgronden, wat het gevaar meebrengt dat wouden verder uitgedund worden en
land bestemd voor voedselproductie verdwijnt, dat gemeenschappelijke gronden
ontnomen worden en boeren en boerengemeenschappen verjaagd worden; dat
grootgrondbezitters en multinationale landbouwbedrijven beloond worden en nog meer
grond onder hun beheer brengen; en dat de industriële landbouw intensifieert. Verzet u
tegen de grootschalige ontplooiing van technologieën in handen van bedrijven, zoals
biochar en “no-till”(geen bewerking) landbouw, wat het insluiten van gronden in de
koolstofcompensatie mechanismen zal bevorderen.
3. Maak een einde aan de grootschalige commerciële aanmaak en gebruik van biobrandstoffen.
Grootschalige aanmaak van biobrandstof verergert de uitstoot van broeikasgassen door het
forceren van uitgebreide omschakeling van goede landbouwgronden, wouden en graslanden tot
plantages die koolstof in de dampkring afgeven – en waardoor bovendien de voor
voedselproductie beschikbare landbouwgrond vermindert, wat leidt tot een stijging van de
voedselprijzen, de voedselonzekerheid vergroot, en de in het woud en op het platteland
wonende gemeenschappen verplaatst.
4. Verwerp ‘zuivere steenkool’ en het opvangen en opslaan van koolstof, kernenergie en
reusachtige stuwdammen ter vervanging van fossiele brandstoffen als energiebron. Die projecten
zijn bedoeld om in de groeiende energienoden van multinationale bedrijven en de mondiale elite
te voorzien, maar ze verhelpen niet de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en de toename
in de uitstoot van broeikasgassen. Ze vormen ook een groot gevaar voor de veiligheid en de
gezondheid van gemeenschappen, en de stabiliteit van ecosystemen.
5. Verzet u tegen grote geo-engineeringprojecten die de leefomgeving manipulerenen de
natuurlijke systemen op grote schaal wijzigen. Die slecht ontworpen plannen kosten vreselijk veel
geld, zijn erg ingewikkeld en bovendien gevaarlijk. Ze negeren gezondere, realistische en
toepasbare maatregelen om de klimaatverandering een halt toe te roepen. Tot dat soort
vergaande technologische ingrepen rekenen we onder andere het bemesten van de oceanen, het
verstuiven van sulfaten in de dampkring, het plaatsen van zonneschermen in de ruimte, en het
met plastic bedekken van woestijnen.
6. Verwerp genetisch gewijzigde ‘klimaatbestendige’ gewassen met intellectueel eigendomsrecht.
Stop de uitbreiding van intellectuele eigendomsrechten door biotechnologische en
landbouwscheikundige bedrijven op door boeren ontwikkelde klimaatbestendige zaden, die
kleine boeren de mogelijkheid ontzeggen om de negatieve impact van de klimaatverandering het
hoofd te bieden. Maak een einde aan de genetische manipulatie van gewassen door bedrijven, en
bevorder een grotere landbouwkundige verscheidenheid als een doeltreffende manier om de
veerkracht van de landbouw tegen grillig en buitengewoon weer te vergroten.
4) Strijd voor ecologisch duurzame, maatschappelijk rechtvaardige, mensvriendelijke en langdurige
oplossingen
10
1. Verzeker u ervan dat de officiële bestuurslichamen voor klimaatactie democratische,
participatieve en rechtvaardige instellingen worden. Laat toe dat in elke sector de meest
kwetsbare groepen voor klimaatverandering (waaronder vrouwen, inheemse volkeren, kleine
eilandstaten en woestijnstaten, de jongeren, boeren, vissers) vertegenwoordigd zijn en mee
beslissen in het bestuur van die instellingen en het aanreiken van steun en oplossingen.
2. Kom op voor de volksmacht en het democratische controle over de hulpbronnen en
productiemiddelen van onze planeet, en de billijke verdeling van de rijkdom die uit het gebruik
voortvloeit. Naties, gemeenschappen en sectoren dienen in staat te zijn hun hulpbronnen te
gebruiken om in hun maatschappelijke noden te voorzien, en om onafhankelijke en ecologisch
duurzame wegen naar ontwikkeling te bewandelen.
a. Draai de neoliberale globalisering terug
b. Vorm internationale economische en beleidsinstellingen om, of vervang ze door
democratische en toerekenbare instellingen die het nationale zelfbeschikkingsrecht en de
rechten van het volk eerbiedigen, en benadruk internationale gelijkheid en solidariteit.
c. Schaf ongelijke handels en investeringsovereenkomsten af die teugelloze Noordelijke
uitbuiting, privatisering en vernietiging van de natuurlijke hulpbronnen van het Zuiden
toelaten en de Zuidelijke economieën afhankelijk maken van exportgerichte ontginning
en industriële landbouw die voorrang geven aan de Noordelijke en multinationale vraag,
eerder dan de binnenlandse noden en tegelijk zware bronnen van broeikasgas emissie
zijn.
d. Herschik de internationale handels- en investeringsrelaties volgens regels die meer
waarde hechten aan economisch zelfbeschikkingsrecht, onafhankelijkheid, de rechten
van het volk en samenwerking, dan aan kritiekloze integratie, afhankelijkheid, macht van
bedrijven, en verspillende na-ijver.
e. Hervorm binnenlandse handels- en investeringsregels ten voordele van de rechten van
het volk en zijn zeggenschap over natuurlijke hulpbronnen. Reglementeer de
eigendomsrechten van buitenlandse ondernemingen, en het uitbaten van natuurlijke
hulpbronnen, en zorg dat ondernemingen zich houden aan strikte richtlijnen aangaande
eerbied voor de leefomgeving en de gemeenschap.
f. Bevorder duurzame voedselproductie door de gemeenschap gericht op zelfvoorziening
en beschikkingsrecht over het eigen voedsel.
g. Landen, vooral uit het Zuiden, dienen een uitgebreid landelijk beleidskader aan te nemen
voor economische verscheidenheid, en ter beantwoording aan de gemeenschappelijke
noden van de huidige en de komende generaties, in het bijzonder de armen en diegenen
die in de samenleving aan de kant geschoven zijn.
3. Herorganiseer bedrijven en fabrieken volgens democratische en op de gemeenschap
gegrondveste vormen van eigenaarschap en bestuur. Vervang het najagen van winst en private
11
accumulatie als doelstelling voor de productie door het invullen van maatschappelijke noden
en bredere maatschappelijke doelstellingen zoals opleiding, gezondheid en voedselveiligheid.
4. Stel democratische planning en participatief management in over het gebruik en het behoud van
hulpbronnen voor huidige en toekomstige productie, consumptie en andere maatschappelijke
toepassingen. Maatschappelijke planning zorgt ervoor dat hulpbronnen op zo’n manier gebruikt
wordt, dat de rechten van het volk beschermd worden, en maatschappelijke noden op ecologisch
duurzame wijze gelenigd worden. Planning en beheer dienen wetenschappelijke en aan de plaats
aangepaste kennis en kunde te omsluiten. Het behoud van gemeenschappelijke rijkdommen
dient bevorderd te worden.
5. Besteed meer openbare middelen aan onderzoek en ontwikkeling naar ecologisch duurzame
energie, productie, en transportsystemen. Heroriënteer wetenschap, opleiding, onderzoek en
ontwikkeling, van hun huidige op handel en eigendom gericht karakter, naar het produceren van
kennis die van belang is voor welvaart en ontwikkeling. Bevorder onderwijs over leefomgeving en
maatschappelijk verantwoorde consumptie.
6. Stel samenwerkingsovereenkomsten met andere landen in aangaande het rentmeesterschap
over wereldomvattende zaken en gemeenschappelijke rijkdommen, zoals oceanen, rivieren,
wouden en het klimaat, gegrondvest op solidariteit en gedeelde verantwoordelijkheid.
5) Versterk de volkse beweging over klimaatsverandering
Het is duidelijk dat het oplossen van de klimaatcrisis een verregaande omvorming van de
maatschappij vereist. Ongelijke machtsverhoudingen die achter onrechtvaardigheden als armoede,
honger, uitbuiting en kolonialisme zitten zijn dezelfde die ook de vernietiging van het leefmilieu en de
klimaatverandering veroorzaken. Net als andere onrechtvaardigheden kunnen de klimaatcrisis en
haar wortels alleen verholpen worden door politieke strijd door het volk.
Wij bevestigen het belang van basisvorming, het organiseren en het mobiliseren van om onze
alternatieve visie en programma te promoten en te verwezenlijken. We blijven oplettend, zelfs op
plaatsen waar de regeringen hun steun voor een vooruitstrevend werkplan hebben uitgedrukt: we
houden hen aan hun woord door deelname en inzet van het volk. We zijn steeds kritisch als
toegevingen worden gedaan die de belangen in gevaar brengen van de meerderheid en hen die aan
de kant geschoven zijn.
Wij nemen ons voor verder te bouwen aan de krachtige netwerken van klimaatactie bewegingen die
overal ter wereld ontstaan. Plaatselijke acties tegen de uitstoot van broeikasgassen hebben zich over
de gehele wereld verspreid en de dagdagelijkse strijd voor ontwikkeling uitgediept.
Wij zullen verder werken aan een sterke, brede, wijdverbreide volksbeweging tegen de
klimaatverandering, in verbondenheid met andere maatschappelijke bewegingen, ter promotie van
de volkse agenda voor klimaatactie en sociale transformatie, en vechten voor oplossingen die
rechtvaardigheid en democratische rechten van het volk veilig kunnen stellen, en die sterker zullen
blijken dan de inspanningen van een machtige elite en bedrijfsbelangen die proberen onze beweging
van richting te doen veranderen, en te ondermijnen
23 november 2009
12
Download