Pompei - College Essen 101

advertisement
Tom Devolder
Latijn
4A
nr: 6
18/03/’11
Persoonlijk Werk - Pompei
Naam: Tom Devolder
Opdracht persoonlijk werk – Pompei
4A
1. Zoek een plan van een Romeinse villa, duid de verschillende vertrekken hierin aan en
omschrijf de bedoeling, bestemming ervan
1) Vestibulum: De hoofdingang van het huis.
2) Atrium: Een soort binnenhof dat ook als ontvangstkamer werd gebruikt. In het midden van
het dak zat een opening, het complúvium, waardoor licht naar binnen kwam. Het regenwater werd
opgevangen in een waterbassin in de vloer, het implúvium.
3) Tablinum: Een kamer tussen het atrium en de tuin in. Omdat daar de administratie was
opgeslagen, werd deze kamer ook wel als werkkamer of studeervertrek gebruikt.
4) Peristylum: een ommuurde tuin met een overdekte zuilengang die je beschermde tegen
de zon. In de tuin groeiden allerlei soorten planten, zoals druiven, vijgen en keukenkruiden.
5) Triclinium: Een soort eetkamer waarin de Romeinen liggend aten.
6) Cubiculum: Een slaapkamer/slaapkamers die meestal gelegen is/zijn aan het atrium.
7) Taberna: Winkeltjes of werkplaatsen die soms verhuurd werden.
8) Culina: Een keuken, meestal vrij klein, waar het eten werd bereid.
Naam: Tom Devolder
Opdracht persoonlijk werk – Pompei
4A
2. Beschrijf kort een villa die in Pompei werd teruggevonden (naam, opvallende kenmerken,
zinvolle afbeelding, …)
Op de locatie van Oplontis (een Romeinse plaats, eerder een wijk van Pompei) zijn enkele
luxueuze villa’s teruggevonden. Verreweg de belangrijkste daarvan is de Villa van Poppaea.
Poppaea Sabina was de tweede vrouw van keizer Nero. Zij of haar familie wordt beschouwd
als eigenaar van de villa tijdens de uitbarsting van de Vesuvius in 79 n.Chr.
De villa is gebouwd in de eerste eeuw v.C. Hij heeft een grote ontvangsthal, waarachter een
peristylium en een atrium liggen. Aan de westkant daarvan ligt het thermen-gedeelte, aan
de oostkant liggen verschillende vertrekken rond een tweede ‘rustiek’ peristylium. Deze
waren o.a. bedoeld voor de opslag van landbouwproducten. Tuinen en een groot
openluchtzwembad maakten deel uit van het complex. De villa is vooral beroemd om zijn
rijke, goed bewaarde muurschilderingen, die behoren tot de tweede en derde Pompejaanse
stijl.
 Het caldarium (vertrek met een warm bad) van de Villa van Poppaea met muurschilderingen in de derde Pompejaanse stijl.
Naam: Tom Devolder
Opdracht persoonlijk werk – Pompei
4A
 Het rustieke peristylium van de Villa van Poppaea.
3. De fresco’s van Pompei:
a) Geef van elk van de 4 stijlen de kenmerken, een voorbeeld en een afbeelding.
1. De oudste, eerste stijl (200-80 v.Chr.) (=incrusatiestijl)
Men probeerde simpel met verf duur marmer en
andere steensoorten te imiteren. Het is afkomstig
van de Grieken en geïnspireerd door oudere
bouwkunsten, veelkleurig pleisterwerk,
vooruitspringende onderdelen zoals sokkels,
centrale panelen, kroonlijsten en soms pilaren die
dienen om de wanden op juiste maat te brengen.
Bijzonder is het gebruik van hoogkwalitatief
marmer.
Naam: Tom Devolder
Opdracht persoonlijk werk – Pompei
4A
2. De tweede stijl (80-27 v.Chr.) (=Bouwkunststijl)
In de tweede stijl werd de eerste stijl vervolmaakt.
De geschilderde neppilaartjes en randen werden
een hele architectuur. Pilaren en bogen werden zo
geschilderd dat het net leek of je kamer wel twee
keer zo groot was als in werkelijkheid. Later in de
stijl werden ook "doorkijkjes" geschilderd. Nu is
het net of je echt naar een andere kamer of naar
buiten kijkt. Er werden nepkamers en vooral
neptuinen geschilderd.
 Dit is een fresco uit een slaapkamer van
Fabius Rufus. Het is een afbeelding van de
Venus Fisica Pompeiana, geschilderd in de
tweede stijl.
3. De derde stijl (20-54 n.Chr.) (=Versierende stijl)
De "doorkijkjes" die al waren veranderd
in scènes uit de mythologie worden
steeds belangrijker. De zogenaamde
architectuur werd naar de achtergrond
gedrongen. In het laatste deel van de
derde stijl werd vooral de muur boven de
schilderijen weer gebruikt om
zogenaamde architectonische doorkijkjes
te schilderen. Maar deze waren niet als
"net echt" bedoeld, zoals in de tweede
stijl, maar als (nog meer) decoratie.
Naam: Tom Devolder
Opdracht persoonlijk werk – Pompei
4A
4. De vierde stijl (41-79 n. Chr.) (=Eclectis)
Er werd een complete fantasiewereld geschilderd die
niets meer met de werkelijkheid van doen had. Ze leek
op een theaterachtergrond waar de kamer zelf het
podium was. Deze had veel kenmerken met 2e en 3e
stijl. De aandacht werd vooral getrokken door
mythologische taferelen, vaak impressionistisch
geschilderd.
b) Beschrijf één fresco nauwkeurig.
Op deze fresco is een landschap in
Napels te zien in en bevindt zich
nu in het Nationaal Archeologisch
Museum. Sommige, zoals deze,
zijn erg indrukwekkend, vooral de
felle kleuren, die nog steeds
levendig na bijna twee duizend
jaar. Het heeft een aantal
kenmerken van de vierde-stijl, het
bevat landschappelijke en
architectonische elementen, maar
is ook ingelijst, waarvan een
gedeelte zichtbaar is aan de
rechterkant.
Naam: Tom Devolder
Opdracht persoonlijk werk – Pompei
4A
4. Geef 3 voorbeelden van openbare gebouwen in Pompei en omschrijf hun bestemming.
Geef telkens een afbeelding.
1. Een bakkerij: In Pompei zijn er tot nog toe een veertigtal bakkerijen teruggevonden. Een
bakkerij omvat een ruimte om graan te malen, één om deeg te kneden, één om te bakken en
één om te verkopen
2. Het amfitheater: Het amfitheater is gebouwd omstreeks 80 voor Chr., en is het oudste
stenen amfitheater in de Romeinse wereld. Wegens gebrek aan ruimte binnen de
stadsmuren werd het amfitheater tegen een hoek van de stadsmuren aangebouwd. Ook dit
grote gebouw kon met een zeil worden afgeschermd. De Pompejanen waren, zoals bijna alle
Romeinen, gek op spelen.
3. De thermen: De thermen of baden nabij het forum gaan terug tot de tijd van Sulla; er was
een afdeling voor mannen en één voor vrouwen. De mannenafdeling omvat een
kleedkamer, een koudwaterbad, en overgangsruimte van koud naar warm, en een
warmwaterbad. Daar kon men, gezien de hoge temperatuur die er heerste, verfrissing
zoeken aan het koude water van het fonteinbekken.
5. Zoek 3 voorbeelden van overblijfselen die gevonden zijn in Pompei (voorwerpen,
sieraden, schilderijen, …) waaruit je iets kan leren over het dagelijks leven van de Romeinen
en leg kort uit.
1. Overblijfselen van de stad Pompei. Hiernaast zie je
een weg, maar er lopen stenen over. Deze stenen
waren handig als het hard regende. Zo kon je over de
stenen lopen en dus geen natte voeten oplopen. Je
kan nog duidelijk de sporen van wagenwielen zien
op de voorgrond. Langs de straten van Pompei
stonden allerlei winkels en bars. De weg liep schuin
af, zodat het regenwater en het rioolwater in de
goten liep.
Naam: Tom Devolder
Opdracht persoonlijk werk – Pompei
4A
2. Een Romeinse vaas met als opschrift: ‘In het Nocerino’.
Nocerino was een stadje gelegen aan de rivier de Sarno,
ongeveer 13 km ten oosten van Pompei. De stad was ongeveer
gesticht in 600 v.Chr. door de Etrusken. De Romeinen gebruikte
deze vaas waarschijnlijk om water te gaan halen uit de rivier.
3. Sieraden en juwelen : De Romeinen besteedden dus ook duidelijk aandacht aan hun
voorkomen en uiterlijk. Ze bezaten sieraden, juwelen, oorbellen, …
6. Geef 1 voorbeeld dat betrekking heeft op de godsdienst en specificeer nader.
=> Dit is een bronzen beeld van de Faun (Romeinse veld- of bosgod). Een
Faun is een mythologisch wezen waarvan vooral de mannen worden
afgebeeld als bezitters van hoorns en bokkenpoten. Het was een god uit
de Romeinse sagenleer. Een faun heeft de achterpoten van een paard
of een geit en het bovenlichaam van een mens. Vaak heeft de faun een
panfluit of fluit. Het origineel is in het archeologisch museum in
Napels; het huis van de Faun is het grootste huis in Pompeii.
Naam: Tom Devolder
Opdracht persoonlijk werk – Pompei
4A
7. Na het bekijken van de film ‘De laatste dagen van Pompei’:
a) Geef minstens 3 beroepen die je in de film duidelijk herkend hebt.
1. Een voller/volder
2. Een gladiator (gladiatorengevechten)
3. Een admiraal
b) Probeer in onze huidige maatschappij een beroep te vinden dat het dichtst hiermee
overeenkomt.
1. Wasserettes, wasmachine, … : Machines of mensen die kleren proper maken. Dit is
een deel van wat een voller/volder deed want het vollen was niet enkel bedoeld om de
het vuil uit de vezels te krijgen maar ook om de vezels dichter ineen te werken, waardoor
een stevige, waterdichte stof ontstaat die minder vatbaar is voor krimp.
2. Gevechtssporten: Gladiatorengevechten kunnen we gedeeltelijk vergelijken met de
hedendaagse gevechtssporten. Het vertoont natuurlijk nog vrij veel verschillende maar in
groten lijnen kunnen we ze gelijkstellen.
3. Admiraal: Het beroep is onveranderlijk gebleven en is nog steeds de hoogste militaire
rang in de meeste zeemachten. Admiraal is een viersterrenrang, gelijkwaardig aan de
generaal bij het leger.
8. Zoek op het internet informatie over onderstaande trefwoorden in verband met
vulkanologie in de baai van Napels (of wereldwijd). De informatie mag slechts de XXe of
XXIe eeuw betreffen. Geef per trefwoord kernachtige informatie in 2 tot maximum 4
regels en zorg voor een afbeelding.
a) La Solfatara
De Solfatara is een vulkaan in Italië, gelegen in
Pozzuoli bij Napels. De naam is afgeleid van solfa
(zwavel) en terra (aarde). De vulkaan is onderdeel
van de Campi Flegrei, de Brandende Velden, een
caldera die verantwoordelijk is voor het ontstaan
van de baai van Napels.
Naam: Tom Devolder
Opdracht persoonlijk werk – Pompei
4A
b) Vulkanische meren
Deze meren ontstaan doordat er zich onder de ijskap een magmakamer bevindt, die
het bovenliggende ijs doet smelten. Deze meren kunnen modderlawines
veroorzaken. De vulkaan zelf bevindt zich meestal onder deze meren.
c) Aardbevingen (bij vulkaanuitbarstingen, vooral de Vesuvius)
Een aardbeving is een trilling of schokkende beweging van de aardkorst.
Aardbevingen vinden plaats als er in de aardkorst plotseling veel energie vrijkomt.
Kleine aardbevingen zijn meestal het gevolg van vulkanische activiteit (=vulkanische
aardbevingen).
Naam: Tom Devolder
Opdracht persoonlijk werk – Pompei
4A
d) Pozzuoli (daling van de bodem)
Pozzuoli is een van oorsprong Griekse stad
aan de baai van Napels. Door zijn beschutte
ligging en aangename klimaat groeide de
stad al in de Griekse tijd uit tot een
havenplaats van belang. De vulkaan
‘Solfatara’ is gelegen in dit gebied. De
bodem in dit gebied stijgt en daalt soms
spectaculair. In Pozzuoli steeg de bodem in
de lente van 1990 met enkele centimeters
per maanden tussen 1982 en 1984 met
bijna twee meter.
e) Kies zelf een (uitbarsting van een) pyroclastische vulkaan, waar ook ter wereld.
=> Gloedwolk tijdens een uitbarsting van de Mayon op de Filipijnen in 1984.
Bij de elf uitbarstingen na die van 1897 vielen geen slachtoffers. In 1984 werden 73.000
omwonenden op advies van wetenschappers van het Philippine Institute of Volcanology
and Seismology geëvacueerd. Er ontstond een eruptiekolom van hete vulkanische as tot
een hoogte van zo'n zestien kilometer. Ook ontstonden pyroclastische stromen aan de
oost en zuidoostzijde van de vulkaan.
Naam: Tom Devolder
Opdracht persoonlijk werk – Pompei
4A
Download