Driejarigen 3-jarigen in het basisonderwijs Leeftijdsgroepen in het Montessorionderwijs • • • • Maria Montessori beschrijft ontwikkelingsfasen: 3 tot 6 jaar 6 tot 9 jaar 9 tot 12 jaar • • • • Waarom deze groepen? Kinderen maken dezelfde ontwikkeling door Samenstelling weerspiegelt gezinssituatie Roulerende rollen: – Jongste leert van oudste – Oudste neemt verantwoordelijkheid – Middelste meer op zichzelf gericht Ontwikkeling • Van 0 tot 3: – Aanleren vaardigheden (lopen, spreken) – Onbewust leren – Rond het derde levensjaar verandering……… Wat gebeurt er met een 3-jarige? • • • • Onbewust naar bewust Vaardigheden worden doelgericht Gericht op andere (oudere) kinderen Richt zich intens op zijn omgeving Eigenschappen van een 3-jarige • • • • • • Nieuwsgierigheid Actief omgaan met omgeving Geconcentreerd Herhaling Afsluiting Moeiteloos leren Gevoelige perioden • Bepaalde tijd waarbinnen kinderen een vaardigheid kunnen verfijnen op ongeëvenaard niveau: – – – – Verfijning van de motoriek (0 – 4,5 jaar) Ontwikkeling van de orde (0 – 4,5 jaar) Verfijning van zintuiglijke waarneming (0-4,5 jaar) Ontwikkeling van taal (0 – 6 jaar) – Dus 3e levensjaar is cruciaal – Op 4-jarige leeftijd zijn deze perioden AFGELOPEN Ontwikkeling van taal • Uitbreiding van woordenschat – Van 200 (2jarige) tot 7000 (6-jarige) woorden – Ervaring gaat de taal vooraf: voorbereide omgeving – Zelfverzekerde spreker en luisteraar: • Oudere kinderen spelen een belangrijke rol Geschreven taal • 3-jarigen : gevoelige periode: – Materiaal prikkelt zintuigen – Blootstelling aan boeken: • Kinderen lezen samen boeken (voorlezen) • Oudere kinderen zijn met letters bezig – Grote interesse bij 3-jarigen gewekt Concluderend • -Pas op 4-jarige leeftijd in de onderbouw: – Heeft merendeel van gevoelige perioden al achter zich – Krijgt materiaal aangeboden waar het niet meer gevoelig voor is – Helaas geen drie jaar in de onderbouw – Al met 3 jaar in de onderbouw: • • • • Voorbereide omgeving: maximaal leerrendement Krijgt materialen op het “gevoelige” moment aangeboden Ontwikkelt snel een werkhouding (geboeid door omgeving) Leert ordelijk te handelen Organisatie • Contract met externe organisatie ten behoeve van Voor-, Tussen- en Naschoolse Opvang • Inclusief peutergroep voor 2- en 3-jarigen • Op 3-jarige leeftijd keuze tussen peutergroep of kleutergroep basisschool • Geleidelijke instroom in de basisschool, kijkend naar de ontwikkeling • Leidster peutergroep 3 ochtenden per week beschikbaar voor de kleutergroep(en) Ervaringen • Ouders : positief, maar ook kritisch;kind krijgt volop de ruimte om zich te ontwikkelen in een rijke leeromgeving • Geruisloze instroom : instroom van een 3• Of van een 4-jarig kind maakt geen verschil : het kind voelt zich thuis • Leerkrachten: positief • Meer handen in de klas • Verslag via het Leerlingvolgsysteem Voorwaarden • Onder 1 dak • Intensieve samenwerking tussen externe organisatie en de school • Zeer regelmatig overleg op 3 niveaus: – Met de onderbouw – Met vertegenwoordiging uit de hele school – Bestuurlijk overleg – Zelfde “lesrooster” blijven hanteren Zorg • Zorg wat de betreft de kwaliteit van de kinderopvang in het kader van bezuinigingen • Bekostiging : de 3-jarigen brengen geen geld in het laadje (aansluitend bij de uitgangspunten / filosofie van de school)