Schema voor de berekening van de beroepskracht

advertisement
Schema voor de berekening van de beroepskracht-kind ratio bij groepen dagopvang, op grond van artikel
3, tweede en derde lid, van de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang.
Leeftijd / Beroepskrachten / Maximale aantal kinderen
0 tot 1 / 1 / 4
1 tot 2 / 1 / 5
2 tot 3 / 1 / 6
3 tot 4 / 1 / 8
0 tot 2 / 1 / 4,5
0 tot 3 / 1 / 5
0 tot 4 / 1 / 5,75
1 tot 3 / 1 / 5,5
1 tot 4 / 1 / 6,33
2 tot 4 / 1 / 7
Bij de berekening van het maximale aantal kinderen in een groep en het minimaal vereiste aantal
beroepskrachten, wordt bij groepen, samengesteld uit kinderen van verschillende leeftijden, een vaste
volgorde aangehouden. De eerste stap daarbij is dat het maximale aantal kinderen per
leeftijdscategorie wordt berekend, bijvoorbeeld maximaal vier baby’s (“0-jarigen”) per beroepskracht.
De tweede stap is vervolgens de berekening van het resterende aantal kinderen en de daarbij behorende
maxima. Er wordt naar boven afgerond; bij een rest van 0,5 of hoger wordt naar 1 afgerond. Een rest
lager dan 0,5 zal naar beneden worden afgerond.
Schema voor de berekening van de beroepskracht-kind ratio bij samengestelde groepen dagopvang en
buitenschoolse opvang.
Convenantpartijen hebben afgesproken dat voor gemengde groepen dagopvang en buitenschoolse
opvang een gemiddelde wordt gehanteerd voor de vaststelling van het aantal kinderen per pedagogisch
medewerker, waarbij een maximum wordt gesteld aan het aantal 0-4 jarigen in een groep. In deze bijlage
is een uitwerking gegeven aan deze afspraak van Convenantpartijen.
In het kader van kwaliteit van kinderopvang is een samengestelde groep in de brede leeftijdscategorie van
0-13 jaar geen voorkeursoptie van Convenantpartijen. Maar in sommige situaties kan de kleinschaligheid
een dergelijke groepssamenstelling noodzakelijk maken, waarbij bijvoorbeeld kinderen in de BSO-leeftijd
voor een deel van de dag worden
samengevoegd met de kinderen in de dagopvang. Met een goede, naar leeftijd gedifferentieerde
werkwijze kan er dan nog steeds sprake zijn van kwalitatief verantwoorde kinderopvang. Gecombineerde
groepen dagopvang en buitenschoolse opvang kunnen in pedagogisch opzicht waardevol zijn,
bijvoorbeeld wanneer de jongste BSO-kinderen en de oudste kinderdagverblijfkinderen in een
samengestelde groep verblijven, en hier in de pedagogische werkwijze nadrukkelijk condities aan worden
gesteld.
Bij de uitwerking van de beroepskracht-kind ratio in samengestelde groepen zijn onderstaande
uitgangspunten gehanteerd:
- Voorondersteld wordt dat er sprake is van een gelijkmatige verdeling van de verschillende leeftijden over
de groep.
- Vervolgens is het gemiddelde bepaald zoals opgenomen in Convenant, waarbij het aantal kinderen in
relatie tot één pedagogisch medewerker de basis van de berekening vormt.
- In deze berekening heeft alléén aan het eind van de berekening afronding naar boven plaatsgevonden;
het ‘doorrekenen’ gaat uit van onafgeronde getallen.
- De tabel 0 tot en met 3-jarigen blijft onverkort van toepassing.
- Indien met samengestelde groepen dagopvang en buitenschoolse opvang wordt gewerkt, moet in het
pedagogisch beleidsplan een duidelijke, naar leeftijd gedifferentieerde, beschrijving gegeven worden van
de activiteiten en dagindeling van deze groep.
Leeftijd / Beroepskrachten / Maximale aantal kinderen
0 tot 1 / 1 / 4
1 tot 2 / 1 / 5
2 tot 3 / 1 / 6
3 tot 4 / 1 / 8
4 tot 13 / 1 / 10
4 tot 8 / 1 / 10
8 tot 13 / 1 / 10
Leeftijd / Beroepskrachten / Maximale aantal kinderen
0 tot 13 / 1 / 7 (29)
1 tot 13 / 1 / 8 (30)
2 tot 13 / 1 / 8 (31)
3 tot 13 / 1 / 9 (32)
Voetnoot:
29: Waarvan maximaal vier 0 tot en met 3-jarigen, waarvan maximaal twee 0-jarigen.
30: Waarvan maximaal vier 1 tot en met 3-jarigen, waarvan maximaal twee 1-jarigen.
31: Waarvan maximaal vijf 2 tot en met 3-jarigen.
32: Waarvan maximaal zes 3-jarigen
Bij de berekening van het maximale aantal kinderen in een groep en het minimaal vereiste aantal
beroepskrachten, wordt bij groepen, samengesteld uit kinderen van verschillende leeftijden, een vaste
volgorde aangehouden.
De eerste stap daarbij is dat het maximale aantal kinderen per
leeftijdscategorie wordt berekend, bijvoorbeeld maximaal vier baby’s (“0-jarigen”) per beroepskracht.
De tweede stap is vervolgens de berekening van het resterende aantal kinderen en de daarbij behorende
maxima
Download