Het belang van de patient komt eerst Onafhankelijke cliëntondersteuning vastgelegd in de Wet Langdurige Zorg De vader van staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) gaf stevige kritiek op de Haagse zorginstelling waar zijn dementerende vrouw verblijft. Er was volgens hem soms urenlang geen toezicht en de verzorging liet te wensen over. In februari van dit jaar vertelde de staatssecretaris in het tvprogramma Jinek dat de instelling de kritiek goed oppakte. De Wet langdurige zorg (Wlz), sinds 2015 de afgeslankte versie van de vroegere AWBZ, regelt permanent toezicht en/of 24 uur in nabijheid. De casus van de moeder van Van Rijn roept de vraag op waar mensen met een minder bekende naam of faam aan de bel kunnen trekken als ze ondersteuning nodig hebben om falende zorgverlening aan te kaarten. Of nog beter: ondersteuning om misstanden te voorkomen. Sinds 2015 is de onafhankelijke ondersteuning voor cliënten verankerd in de wet langdurige zorg. Veilige en verantwoorde zorg Margriet* (58) uit Voorthuizen is de wettelijke vertegenwoordiger (mentor) van haar jongere zus Yvonne. Yvonne heeft een verstandelijke beperking, woont in Voorthuizen in een zorginstelling en heeft dagbesteding in Barneveld. Yvonne komt iedere week bij Margriet en haar man Niek thuis. “Ik moest van haar tegen jou zeggen dat ze hier in huis al zeven jaar slaapt”, zegt Margriet. Van heel veel zaken heeft de 54-jarige Yvonne geen weet, maar dat er een bed voor haar bij haar zus en zwager staat vindt ze belangrijk en dat wil ze wel gezegd hebben. Het geeft aan dat ze zich thuis voelt bij Niek en Margriet. Margriet verzorgt Yvonne als ze bij hen logeert. De jarenlange intensieve zorg van het echtpaar voor Yvonne maakt dat ze haar van haver tot gort kennen. Ze maken zich zorgen over Yvonne: “Yvonne is lief, altijd vrolijk en oogt veel jonger dan ze is. Ze is erg gestructureerd en soms in zichzelf gekeerd. Dingen die haar dwars zitten uit ze alleen bij ons omdat wij zagen dat het niet zo goed ging met haar”. Margriet en Niek merkten dat aan gedrag van Yvonne, maar ook aan letsel dat in de medische rapportage van de zorginstelling wel vermeld maar niet echt verklaard werd. Het management van de zorginstelling doet, aldus Margriet, hun zorgen over Yvonne af met reacties als ‘Wij hebben verantwoorde keuzes gemaakt’. Maar die keuzes werden niet naar Margriet verantwoord terwijl zij de wettelijk vertegenwoordiger van Yvonne is en betrokken is bij het zorgplan. Ook kreeg Margriet geen antwoord op de vragen die ze stelde. Daarom maakt Margriet sinds kort gebruik van een onafhankelijk cliëntondersteuner van Zorgbelang Gelderland bij het bijstellen van een zorgplan voor Yvonne waarin het aspect veilige en verantwoorde zorg nadrukkelijker benoemd zal worden. Margriet is daar blij mee: “Door de cliëntondersteuner weet ik dat het zorgplan bedoeld is voor de behoeften van de cliënt, niet de problemen van de zorgaanbieder. Onze cliëntondersteuner zei: Ze mogen niet met jullie over bezuinigingen praten en wat er daardoor niet mogelijk is aan hulp”. De cliëntondersteuner heeft Margriet ondersteunende gesprekken en, als dat nodig mocht zijn, bemiddelingsgesprekken aangeboden in het contact met de zorginstelling. Margriet denkt er nog over na of ze daarvan gebruik gaat maken. De cliëntondersteuner van Margriet c.q. Yvonne beaamt dat zorginstellingen de neiging hebben om bezuinigingen als argument te gebruiken om bepaalde zorg of toezicht niet te verlenen: “Met een Wlz-indicatie heb je als cliënt recht op de zorg waarvoor je een indicatie hebt gekregen. Het praten over bezuinigingen met de cliënt of diens vertegenwoordiger is volkomen misplaatst. Het geeft feitelijk aan dat de zorginstelling niet capabel is om de gewenste zorg te verlenen. Als de zorginstelling problemen ervaart door bezuinigingen moeten ze daarover met het zorgkantoor praten, niet met de cliënt”. *De namen van de betrokkenen zijn gefingeerd. Zorgplan en signalering Zorgbelang, MEE en de zorgkantoren leveren onafhankelijke professionele cliëntondersteuners. Deze dienstverlening is kosteloos voor de cliënt en wordt uiteindelijk, via de zorgkantoren, door het Rijk betaald. De onafhankelijke positie van de ondersteuners is nu vastgelegd in de nieuwe wetgeving. En het belang van de cliënt staat voorop. “De zorgaanbieder respecteert een weloverwogen wens van de verzekerde met betrekking tot de wijze waarop de verzekerde zijn leven wenst in te richten”, aldus artikel 8 van de Wet langdurige zorg (Wlz). Cliëntondersteuners voor de Wlz hebben een informerende en adviserende taak, kunnen helpen bij het kiezen van een goede zorgaanbieder en het opstellen, bijstellen of evalueren van een persoonlijk plan of een zorgplan (bij verblijf in een instelling). En als de zorgaanbieder en cliënt of diens vertegenwoordiger er samen niet uitkomen kunnen onafhankelijke cliëntondersteuners desgewenst ook bemiddelen. De cliëntondersteuning heeft daarnaast nog een signalerende taak richting het Zorgkantoor. Dit betekent dat, in het geval er vaker vergelijkbare misstanden zich voordoen bij een en dezelfde zorgaanbieder, de cliëntondersteuners dit moeten melden aan het Zorgkantoor. Overigens kan men ook thuis hulp vanuit de Wet Langdurige Zorg ontvangen: via het Volledig Pakket Thuis (VPT) of via het Modulair Pakket Thuis (MPT). Bij een VPT ontvangt de cliënt deze intensieve zorg thuis in plaats van in een zorginstelling. Deze zorg in natura wordt geregeld via het Zorgkantoor. Bij een MPT kan de cliënt zorg in natura combineren met een persoonsgebonden budget (PGB). Jellie Kiefte / Tekstenzorg.nl