Méér zorgmedewerkers hebben zelf zorg nodig!

advertisement
nummer 3
2
JULI
2016
2016
Méér zorgmedewerkers
hebben zelf zorg nodig!
Special over onderzoek
­Zorggebruik 2015
2 INZICHT SPECIAL ZORGGEBRUIK | 2016
6
10
13
17
COLOFON
Ontwerp Gloedcommunicatie, Nijmegen
Inzicht Jaargang 22 | Nummer 3 | September 2016
Opmaak Gloedcommunicatie, Nijmegen
Inzicht is hét magazine over gezond werken in de zorg. Het wordt verspreid
Druk Van Eck & Oosterink communicatieregisseurs, Dodewaard
onder de relaties van Stichting IZZ en verschijnt viermaal per jaar.
Stichting IZZ
Redactie Lydia van Aert, Anouk ten Arve, Ed Coumans, Chris van der Hulst,
Christiaan Geurtsweg 3
Lucien Joppen, Erik Lelieveld, Wies Peters, Dirk van Sambeeck, Marjolein van
7335 JV Apeldoorn
Sas, Esther ­Schoenmakers, Marc Spoek, Cynthia van Wachem
055 - 750 65 00
Fotografie Studio 38c, Dewi Koomen, Marcel van Hoorn, Babet Hogervorst,
www.stichtingizz.nl
Hein Athmer
Illustraties Eva Stijnman
Wilt u Inzicht niet meer ontvangen?
Concept en realisatie Gloedcommunicatie, Nijmegen
Meld u dan af via www.stichtingizz.nl/inzicht-afmelden.
© 2016 Stichting IZZ Hoewel de inhoud van dit magazine zorgvuldig is samengesteld, kunnen er geen rechten aan worden ontleend.
3
INHOUD
4
6
8
‘Zorgmedewerkers gebruiken zelf
steeds meer zorg’
Directeur Stichting IZZ Dominique V
­ ijverberg
luidt de noodklok
DOSSIER FYSIOTHERAPIE
Reacties
9 Yvonne de Leeuw, voorzitter NVBF
10 Arno Timmermans, voorzitter RvB
Westfriesgasthuis
11 Hans Krikke, manager P&O Noordwest
Ziekenhuisgroep
DOSSIER PSYCHISCHE ZORG
Meer medewerkers in de knoop
3 trends
Reacties
13 Annemieke Osendarp, directeur Psychovitaal
14 Y
vonne Stallinga, project- en
beleidsadviseur Envida
15 Geert-Jan van Loenen, bestuurder LHV
16
17
18
19
20
aangenaam
Stichting IZZ is een collectief van werk­gevers en
­werknemers in de zorg. Hoe werken wij aan een
­gezondere zorgsector? En waarvoor kunt u als
­werkgever bij ons terecht?
Spreiding binnen zorgsector loopt op
Conclusies Jaarrapport Zorggebruik
Forse verschillen tussen organisaties
3 trends
12
STICHTING IZZ,
Collectieve zorgverzekering
Voor uw medewerkers regelen wij een collectieve
zorgverzekering. Over de inhoud, premie en service
van de verzekering maken we afspraken met de uitvoerend zorgverzekeraar (Coöperatie VGZ). 210.000
zorgmedewerkers hebben een IZZ Zorgverzekering.
Gezond werken in de zorg
Wij doen diverse onderzoeken naar gezond werken
in de zorg. Bijvoorbeeld het Onderzoek Zorggebruik,
waar dit magazine over gaat. De resultaten van onze
onderzoeken delen we via diverse kanalen met onder
andere zorgorganisaties, brancheorganisaties van
zorgverleners, sociale partners en kennispartners.
Pilotprojecten
In pilotprojecten toetsen wij in de praktijk manieren
om de gezondheid van uw medewerkers te verbeteren.
Zo wordt ons interventieprogramma ‘Gezond en
Veilig werken in de zorg’ momenteel getoetst bij tien
zorgorganisaties. Zie ook pagina 18 van deze Inzicht.
De zorg versus Nederland
Simulatiemodel
‘Te weinig aandacht voor preventie’
Marieke Schurink, directeur Vernet
Wat leveren investeringen in gezond werken uw
­organisatie op? Het simulatiemodel van Stichting
IZZ geeft u deze informatie snel en overzichtelijk.
Beter!
Pilot Gezond en Veilig werken in de zorg
Meer informatie?
Uw organisatie gezonder?
Simulatiemodel Gezond Werken
Het zorggebruik in uw organisatie
Organisatiespecifiek rapport
Via onze website www.stichtingizz.nl en ons
­magazine delen wij initiatieven die bijdragen aan de
gezondheid en inzetbaarheid van zorgmedewerkers.
Zorgsuccessen noemen we deze initiatieven.
4 INZICHT SPECIAL ZORGGEBRUIK | 2016
Alarmerende cijfers
‘Zorgmedewerkers geb
steeds meer zorg’
Méér zorgmedewerkers hebben zelf arbeidsrelevante zorg nodig. Hun
gezondheid wordt bovendien sterk beïnvloed door de organisatie waarvoor
ze werken. Dit maakt het Jaarrapport Zorggebruik 2015 van Stichting IZZ
duidelijk. Opvallend is dat de verschillen tussen zorgorganisaties groeien:
organisaties met lage zorggebruikcijfers hebben deze verder terug­gebracht,
terwijl ‘grootverbruikers’ nog meer zorg zijn gaan afnemen. Verontrustende
conclusies, vindt Dominique Vijverberg, directeur van Stichting IZZ.
JAARRAPPORT
ZORGGEBRUIK
Onderzoek door
Stichting IZZ naar de
zorg die IZZ-verzekerde
zorgmedewerkers
gebruiken: het
zorggebruik. Het
onderzoek in de
branches GGZ, GHZ,
VVT en ZKH focust
op fysiotherapie en
psychische zorg.
Wat valt u vooral op in
het Jaarrapport Zorggebruik?
“De enorme verschillen
tussen zorgorganisaties.
Gezonde organisaties
doen het steeds beter,
maar minder gezonde
organisaties scoren
slechter. Het verschil
tussen de top van de lijst
en de hekkensluiters
wordt groter. Dat geeft te
denken. De uitdaging is
het vinden van een verklaring. Maar wat deze
spreiding ook laat zien, is het feit dat het op veel
plekken goed gaat. Het kan dus wel. Laten we
­daarvan leren en vooral aan de slag gaan met
de oplossingen.”
Waar maakt u zich het drukst over?
“Vooral de toename van het aantal zorggebruikers
houdt me bezig. Om hun werk goed te kunnen
doen, is inmiddels een op de drie zorgmedewerkers
afhankelijk van fysiotherapie en een op de twintig
van psychische zorg. Dat vind ik onacceptabel.
In de zorg is bijvoorbeeld het percentage mede­
werkers dat fysiotherapie krijgt een kwart hoger
dan onder alle werkende Nederlanders.
Daarnaast maak ik me zorgen om de toenemende
verschillen in zorggebruik. De gezondheid van
zorgmedewerkers wordt blijkbaar sterk beïnvloed
door waar ze werken. Dat moet anders. Het kan
ook anders. Er moet echt meer aandacht komen
voor de gezondheid van de medewerkers.”
Wat kunnen zorgorganisaties concreet doen
met dit rapport?
“Zorgorganisaties met voldoende IZZ-leden in
dienst ontvangen een organisatiespecifiek rapport.
“De gezondheid van zorgmede­
werkers wordt blijkbaar sterk
­beïnvloed door waar ze werken”
Hierin kunnen zij zien wat het zorggebruik in hun
organisatie over meerdere jaren is. Daarnaast
kunnen ze de score van hun organisatie vergelijken
5
ruiken zelf
met het branchegemiddelde. Het inzicht in het
zorggebruik is een aanleiding om de bewustwording
rond fysieke en psychische arbeidsbelasting te
vergroten en de arbeidsomstandigheden verder
te verbeteren. De winst? Gezondere medewerkers,
hogere medewerkerstevredenheid, betere prestaties
en lagere kosten.”
Waarom houdt Stichting IZZ zich hiermee bezig?
“Ruim een vijfde van de mensen die in de zorg
werken is lid van IZZ. Als belangenbehartiger
onderzoeken en analyseren we sinds 2012 hun
zorggebruik. Om de IZZ Zorgverzekering beter in
te richten op hun behoeften. Maar vooral ook om
verklarende en beïnvloedbare factoren te vinden
en samen met zorgorganisaties oplossingen voor
verbetering te ontwikkelen én uit te proberen.
We kijken naar trends en de mogelijke relatie
tussen enerzijds het zorggebruik en anderzijds
ziekteverzuim, medewerkerstevredenheid, patiënttevredenheid en de kwaliteit van de zorg. Onze
drive is een zorgverzekering te organiseren, maar
tegelijkertijd willen we eraan bijdragen dat zorgmedewerkers die zo min mogelijk nodig hebben. We
willen er zijn voor de gezondheid van onze leden
en adviseren over de arbeids­omstandigheden die
dat stimuleren.”
Wat gebeurt er als er niets verandert
in de sector?
“Dan blijven onnodig veel medewerkers in de zorg
fysieke en psychische klachten houden, stijgt het
zorggebruik verder en lopen de zorgkosten hoog
op. Ter vergelijk: bij fysiotherapie gaat het in de
vier onderzochte branches GHZ, GGZ, VVT en ZKH
nu al om zo’n 110 miljoen euro. Voor psychische
zorg is dat bedrag meer dan 40 miljoen euro. En de
kosten voor verzuim en verminderd werkvermogen
zijn zelfs het tienvoudige van de zorgkosten. Iedere
duizend euro aan zorgkosten betekent dus tien­dui­
zend euro aan verzuimkosten en
productiviteits­verlies. Een enorme rekening
voor de bv Nederland. Bovendien komt de
kwaliteit van de zorg in het gedrang en
verliest de sector haar aantrekkingskracht
op de ­arbeidsmarkt. Niemand wil
dan meer werken bij organisaties
waar het zorggebruik hoog is.”
Wat is uw belangrijkste boodschap en tot wie richt u zich?
“Stichting IZZ is hier de klokkenluider en onze boodschap is
een uit­nodiging. Een dringende
uitnodiging aan werk­gevers,
werknemers, koepels en
overheid om niet af te wachten,
maar om er samen iets aan
te doen. De zorg is een zware
sector om in te werken en
meer belastend dan overige
sectoren. Stichting IZZ heeft
inmiddels veel zicht op trends,
oorzaken en verbanden en deelt
die inzichten graag. Laten we ook
de informatie over de verschillen
in alle openheid met elkaar
uitwisselen om te groeien in
arbeidsomstandigheden, inzetbaarheid van mensen, de kwaliteit
van de zorg en de tevredenheid
van zorg­­mede­werkers en patiënten.
Er bestaat geen gouden knop waar
je aan kunt draaien en de problemen
zijn ook niet morgen opgelost.
Maar we moeten als sector solidair
zijn en nu handelen. De praktijk laat
zien dat er genoeg kansen en zorg­
successen zijn.”
6 INZICHT SPECIAL ZORGGEBRUIK | 2016
Trendbreuk
Spreiding binnen
zorgsector loopt op
Bijna 30% van de zorgmedewerkers
krijgt fysiotherapie. En 5% gebruikt
psychische zorg. Het zorggebruik
door de zorgsector zelf is dus enorm.
Binnen de diverse zorgbranches zijn
er bovendien opvallende verschillen
te zien. Anouk ten Arve, programma­
manager bij Stichting IZZ, zet de
harde cijfers op een rij. En kijkt
­vooruit: wat nu?
Stichting IZZ onderzocht voor het vijfde achtereenvolgende
jaar de (geanonimiseerde) gegevens van haar leden. Dat zijn
er 210.000, op een miljoen zorgmedewerkers in totaal.
Het merendeel werkt in een van de grote zorgbranches:
Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ), Gehandicaptenzorg
(GHZ), Verpleging, Verzorging en Thuiszorg (VVT) en
Ziekenhuizen (ZKH). Binnen deze vier branches richt het
onderzoek zich op twee zorgsoorten: fysiotherapie en
psychische zorg.
Ten Arve legt uit waarom: “Klachten aan het beweging­s­
apparaat en psychosociale klachten als emotionele u
­ itputting
vormen de grootste zorgrisico’s voor zorg­medewerkers.
Er zijn ook veruit de meeste kosten mee gemoeid, denk
aan verzuim­kosten, kosten voor vervanging en producti­
viteitsverlies.”
Wat zijn de belangrijkste c­ onclusies van het
­Onderzoek Zorggebruik 2015?
7
1
Meer zorg
2
Grote spreiding t­ ussen zorg­organisaties
3
110 miljoen euro naar f­ ysiotherapie
4
5
Het zorggebruik in de zorgsector is over de gehele linie toegenomen, blijkt
uit het onderzoek van Stichting IZZ. Dat is slecht nieuws, weet Anouk ten
Arve: “Zorggebruik is een indicator voor de psychische en fysieke arbeids­
belasting die zorgmedewerkers ervaren. Na een daling in 2012 en 2013 is
het gebruik sinds 2014 weer aan het stijgen.”
Het zorggebruik neemt toe in de vier hoofdbranches, maar niet in alle
zorgorganisaties. Ten Arve: “Sterker nog: de organisaties met lage cijfers
zijn het nog beter gaan doen. De verschillen tussen zorgorganisaties zijn
daardoor groter geworden, want in veel andere organisaties is het zorg­
gebruik juist gegroeid.” Het meest extreem is de spreiding bij fysiotherapie:
die loopt uiteen van 11% tot 58%. Ten Arve trekt een positieve conclusie:
“Zorgorganisaties met dalende cijfers laten zien dat het kán: het mede­
werkersbestand gezonder maken. Bij Stichting IZZ onderzoeken we wat
hun ‘geheim’ is.”
Bijna 30% van de zorgmedewerkers krijgt fysiotherapie; in 2014 was dat
29%. “Passen we onze cijfers toe op de vier hoofdbranches als geheel,
dan kostte fysiotherapie voor zorgmedewerkers Nederland vorig jaar een
duizelingwekkende 110 miljoen euro”, rekent Ten Arve voor. De onderlinge
verschillen binnen de sector zijn groot: de VVT betaalt voor fysiotherapie
33.000 euro per 1.000 medewerkers méér dan de GGZ.
Zie ook pagina’s 8-11
5% krijgt psychische zorg
Ook het gebruik van psychische zorg door zorg­medewerkers nam toe: van
4,7% naar 5,0%. Dat is voor het eerst na dalende percentages sinds 2012.
De sterkste stijgers zijn de VVT en de geestelijke gezondheidszorg (GGZ).
Ten Arve: “Hoewel de gemiddelde kosten per gebruiker van psychische
zorg iets daalden, zijn de kosten voor de dure specialistische zorg fors
gestegen, vooral in de ziekenhuisbranche (ZKH).
Zie ook pagina’s 12-15
Meer zorg­gebruik = meer verzuim
De verschillen tussen organisaties zijn enorm. Daaruit blijkt dat werkgevers
zelf grip hebben op minstens een deel van de oplossing. Want volgens
Ten Arve zijn de verschillen niet te verklaren door factoren als branche
of omvang. “Wel weten we dat het organisatieklimaat van invloed kan
zijn. Daarom onderzochten we ook het verband tussen zorggebruik en
organisatieprestatie-­indicatoren. Bij zorg­organisaties waar relatief veel
medewerkers fysiotherapie of psychische zorg krijgen, is het ziekteverzuim
ook hoog. Bovendien is in organisaties waar relatief veel medewerkers
psychische zorg krijgen, de gemiddelde verzuimduur langer.”
Zie ook pagina 16
Wat
nu?
Interessant voor werkgevers is dat de
vraag naar zowel fysiotherapie als
psychische zorg samenhangt met de
werkomgeving. Zorgorganisaties
kunnen het gebruik dus terugdringen.
Ten Arve: “Uit onderzoek van Stichting
IZZ blijkt dat zorgorganisaties met een
laag zorggebruik iets gemeen hebben:
een organisatieklimaat waarin fysieke
en psychosociale veiligheid vooropstaat.
“We hebben het programma ‘Gezond
en Veilig werken in de zorg’ ontwikkeld,
dat het organisatieklimaat gezonder
maakt. Want zorgmedewerkers die
ervaren dat hun werkgever oog heeft
voor gezond werken, zijn gezonder en
vitaler. We toetsen het programma nu
bij tien zorgorganisaties en de eerste
indrukken zijn veelbelovend.”
Zie ook pagina’s 18-19
8 INZICHT SPECIAL ZORGGEBRUIK | 2016
Dossier fysiotherapie
FORSE
VERSCHILLEN
BINNEN DE
­SECTOR
In de hele sector gebruiken méér zorgmedewerkers
fysiotherapie dan in 2014. De onderlinge verschillen
zijn enorm: het slechtst scorende ziekenhuis telt
bijvoorbeeld vijf keer zo veel fysiotherapiegebruikers
als het best scorende ziekenhuis. Op deze pagina’s
vindt u de belangrijkste conclusies uit het Jaarrapport
Zorggebruik over fysiotherapie. Daarnaast spreken we
met drie betrokkenen uit het veld over verklaringen en
oplossingen: een bedrijfsfysiotherapeut, een manager
P&O en een bestuurder van de zorgorganisatie met
het laagste gebruik van fysiotherapie.
•Yvonne de Leeuw-van Zaanen
voorzitter NVBF
9
1
Percentage gebruikers fysiotherapie
Stijging fysiotherapie
zet door
Het aandeel zorgmedewerkers dat fysiotherapie
krijgt, nam toe van 28,8% in 2014 naar 29,7%
in 2015. Dit percentage is voor alle werkende
Nederlanders een stuk lager: 24%. De stijging trad
op in alle branches, maar was met 1,4 procentpunt
het hoogst in de ziekenhuizen. Het fysiotherapie­
gebruik steeg in 2014 ook al, na een forse daling
van bijna 7 procentpunt in 2013.
Vrouwen bezoeken de fysiotherapeut gemiddeld
vaker dan mannen. Bij beide seksen loopt het
gebruik op met de leeftijd. Uitzondering zijn
vrouwen vanaf 55 jaar, bij wie het daalt. Het
hoge gebruik van fysiotherapie is slechts deels te
verklaren door de leeftijdsopbouw van de branches.
In de VVT, waar de medewerkers met gemiddeld
49,6 jaar de hoogste leeftijd hebben, ging 33% naar
de fysio­therapeut in 2015. Maar de GHZ, met 46,8
jaar de ‘jongste’ branche, volgt direct met 32%.
Een stuk lager was het gebruik van fysiotherapie
in de branches GGZ en ZKH: beide 28%.
2015
2014
2013
2012
ZKH
27,8%
26,4%
25,8%
32,1%
VVT
33,0%
31,9%
31,0%
37,8%
GGZ
28,2%
27,2%
26,6%
32,9%
GHZ
32,4%
31,3%
30,4%
37,6%
Zorgsector
(gemiddeld)
29,7%
28,8%
28,0%
34,6%
Werkend Nederland
24%
23%
21%
23%
Percentage gebruikers fysiotherapie per branche, 2012 - 2015
Bron: Rabobank Cijfers en Trends 2016, gebruik fysiotherapie
‘Preventie en borging, dat helpt’
Een preventieprogramma kan de fysieke
belasting in zorgorganisaties verminderen,
zo stelt de Nederlandse Vereniging voor
Bedrijfs- en arbeidsfysiotherapeuten
(NVBF). Voorzitter Yvonne de Leeuw-van
Zaanen: “Daarin toetsen experts de
werk­belasting en pakken ze samen
met werkgever en medewerkers de
knelpunten aan. Borging is belangrijk,
daarbij kunnen ergocoaches helpen:
speciaal getrainde medewerkers die
risico’s signaleren op de werkvloer.”
De NVBF ziet dat ook het organisatie­
klimaat een rol speelt. “Met alleen
gedragsverandering bij medewerkers en
hulp­middelen zoals tilliften en glijzeilen
is een organisatie er niet. Zonder
beleidsmatige ondersteuning vinden
mede­werkers die problemen aangeven
geen gehoor. Dat demotiveert en werkt
averechts. Een betrokken algemeen
directeur kan al zo veel verschil
maken.”Als oorzaak van het toegenomen
fysiotherapiegebruik vermoedt De
Leeuw-­van Zaanen een combinatie van
factoren. “Zoals de oplopende leeftijd van
de mede­werkers en de onrust in de sector.
Om hier met zekerheid iets over te zeggen
is nader onderzoek nodig. De NVBF wil
dat graag met Stichting IZZ oppakken.”
Dat medewerkers in de branches VVT en
GHZ het meest naar de fysiotherapeut
gaan, verbaast de voorzitter niet. “Zij
werken vaker met relatief afhankelijke
patiënten met een hoge zorgzwaarte-­
indicatie. Verrassender is dat de
ZKH-branche de sterkste stijger is,
omdat juist ziekenhuizen vaak structureel
aandacht besteden aan werkbelasting.
Dat het Westfriesgasthuis het beste
scoort verbaast me niet: dit ziekenhuis
werkt met een preventieprogramma.”
10 INZICHT SPECIAL ZORGGEBRUIK | 2016
‘Anticiperen biedt de grootste kansen’
Net als een jaar eerder, was het
­Westfriesgasthuis in 2015 het ziekenhuis
waar de minste medewerkers naar de
fysiotherapeut gaan. Volgens Arno
Timmermans, voorzitter van de raad van
bestuur, spelen er ongetwijfeld vele factoren
mee. “Zo gaat men in West-­Friesland
sowieso minder vaak naar de dokter dan
gemiddeld: het is de regio met de laagste
zorgkosten. Niettemin zijn we blij met de
eerste plaats, omdat we hard werken aan
vermindering van werkbelasting.
Onze kracht ligt in de nauwe samen­
werking tussen bedrijfsfysiotherapeut
Martin Buijs en alle betrokkenen: leiding-
gevenden, medewerkers, bedrijfsarts,
arbo­coördinator en adviseur arbeid en
gezondheid. Belangrijk is ook de
werkgroep fysieke belasting, bestaande
uit functionarissen die de fysieke
belasting op de eigen afdeling in het
oog houden en verbeteren. We zetten
in op structurele voorlichting. Eén
keer uitleggen volstaat niet. Dan vervliegt
de kennis en zie je toch weer meerdere
verpleegkundigen aan een bed trekken
dat met één vinger bediend kan worden.
Gaat het toch mis, dan bieden we in huis
kortdurend fysiotherapie aan en kijken
we samen naar aanpassingen op de
Branche
Organisatie
% gebruikers
ZKH
Westfriesgasthuis
18,0%
VVT
Zorggroep Oude en Nieuwe Land
25,1%
GGZ
Verslavingszorg Noord Nederland
21,9%
GHZ
Stichting De Trans
23,8%
werkvloer. Zijn er meerdere klachten op
dezelfde afdeling, dan onderzoeken we
of de problemen structureel zijn. En
als het kostenplaatje het toelaat, zorgen
we voor hulpmiddelen of vervangen we
problematische apparatuur.
Onze aanpak verschuift hierdoor steeds
meer naar preventie. Een recent project
is aanpassing van de apparatuur voor
scopische of kijkoperaties. Deze is nog
veelal ontworpen voor grotere mannenhanden, terwijl er steeds meer vrouwelijke
chirurgen komen. Op dit vlak – het
anticiperen op problemen – liggen
de grootste kansen.”
Best scorende zorgorganisaties in fysiotherapiegebruik per branche
In de ranking zijn om privacyredenen alleen zorgorganisaties meegenomen
waar minimaal 25 medewerkers fysiotherapie gebruiken.
2
Meer chronische
klachten
Zorgmedewerkers die de fysiotherapeut
bezoeken, ondergingen in 2015 gemiddeld
14 behandelingen. In 2014 was dat 13,6. De
toename is volledig toe te schrijven aan een
stijging in de branche ZKH: van 13,1 bezoeken
in 2014, naar 14,4 in 2015. In de branches
VVT en GHZ was er juist een daling, met
respectievelijk 0,3 en 0,2 procentpunt. De GGZ
bleef stabiel op 12,8 staan, het kortste traject.
Opvallend is dat medewerkers vaker met
chronische klachten aankloppen bij de
fysiotherapeut. In 2015 kreeg 1 op de 9
zorgmedewerkers met fysiotherapie een
intensievere en langdurige behandeling,
tegenover 1 op de 10 in 2014. ZKH liet met
1 op de 8 de grootste uitschieter zien, een
mogelijke verklaring voor het toegenomen
aantal behandelingen in deze branche is
niet bekend.
•Hans Krikke manager P&O Noordwest
Ziekenhuisgroep
11
3
Fikse verschillen tussen
top en hekkensluiters
Fysiotherapie is voor de branches GGZ, GHZ, VVT en ZKH samen een
omvangrijke kostenpost van 110 miljoen euro. Dit bedrag is gebaseerd op
de fysiotherapiekosten die IZZ-leden maken, omgerekend naar het totaal
van de vier branches. Het valt daarbij op dat de kosten fors uiteenlopen tussen
de branches en organisaties. De branche ZKH is, met meer gebruikers én
behandelingen, de grootste stijger, terwijl de kosten voor de GHZ-branche
ongeveer gelijk zijn gebleven sinds 2014. In absolute zin liggen de branches
VVT en GGZ het verst uiteen: de eerste gaf per duizend medewerkers
€ 33.000 meer uit aan fysiotherapie dan de tweede. Maar ook binnen
de branches zijn de verschillen enorm. In de ZKH-branche lopen ze
uiteen van een ziekenhuis waar 11% van de medewerkers fysiotherapie
kreeg tot een ziekenhuis waar dat aandeel 58% was.
•Het Westfriesgasthuis zorgorganisatie
met het ­laagste fysiotherapiegebruik
Extrapolatie kosten
Aantal medewerkers
per branche
Gemiddeld aantal
behandelingen
per gebruiker
% gebruikers
Totale kosten
gebruik
fysiotherapie
ZKH
€ 209.416
14,4
27,8%
€28.165.614
VVT
€ 368.718
14,2
33,0%
€51.834.376
GGZ
€ 83.743
12,8
28,2%
€9.068.362
GHZ
€ 156.190
13,6
32,4%
€20.647.068
Totaal
€ 818.067
14,0
29,7%
€109.715.420
Extrapolatie totale kosten van fysiotherapie voor de vier hoofdbranches, 2015
Bron: Onderzoeksprogramma Zorg en Welzijn, azwinfo.nl
‘De trend van groeiend zorggebruik zal bijbuigen’
Waarom is het aantal fysiotherapiegebruikers in de ZKH-branche zo gegroeid
(van 26,4% naar 27,8%)? We vroegen
het aan Hans Krikke, manager P&O van
de Noordwest Ziekenhuisgroep. “De
sterke stijging loopt gelijk op met de
vergrijzing van het personeelsbestand in
de ziekenhuizen. Welke andere factoren
mee­spelen, is niet zeker. Wel was de druk
op het ziekenhuispersoneel de laatste jaren
hoog door de nadruk op kostenverantwoord werken en veilige patiëntenzorg.
Digitalisering en stroomlijning van
werk­processen moeten verlichting
brengen, al kunnen we daarvan pas over
een tijdje profiteren. Momenteel roept
de invoering ervan onrust op, zoals elk
veranderings­proces. Ik verwacht dat de
trend van groeiend zorggebruik daarna
zal bijbuigen. Wat ook meespeelt is dat
de formatie nu weer groeit na een periode
van bezuinigingen.
Dat neemt niet weg dat scholing en
vitaliteitsprogramma’s essentieel blijven.
Zo ook de jaarlijkse gesprekken tussen
medewerker en leidinggevende: voel je
je nog fit for the job? Zit je nog goed op je
plek? Zo niet, dan kan functiedifferentiatie
uitkomst bieden. In de toekomst zie ik
ook mogelijkheden voor uitwisseling van
personeel tussen de zorgbranches. De
VVT-branche kampt sinds de invoering
van zelfsturende teams bijvoorbeeld
met een overschot aan ondersteunend
personeel. Terwijl de ZKH-branche daar
juist een tekort aan heeft, door de
introductie van het centraal roosteren.
Door uit te wisselen, kunnen we mensen
behouden voor de zorg.”
12 INZICHT SPECIAL ZORGGEBRUIK | 2016
Dossier psychische zorg
MEER MEDE­
WERKERS
IN DE KNOOP
Na bewegingsklachten zijn psychische problemen
de grootste arbeidsgerelateerde zorgcategorie bij
medewerkers in de zorgsector. Het gebruik van
psychische zorg neemt toe, in het bijzonder van
de specialistische ggz. In dit dossier leest u de
hoofdconclusies over psychische zorg uit het
Jaarrapport Zorggebruik 2015, alsmede reacties
van een arbeidspsycholoog, de vereniging van
huisartsen en een zorgorganisatie die erin slaagt
haar medewerkers psychisch in balans te houden.
•Annemieke Osendarp directeur Psychovitaal
13
1
Meer psychische zorg voor
jonge medewerkers
In 2015 kreeg 5% van de zorgmedewerkers psychische zorg, in 2014 was dat
nog 4,7%. De toename betekent een trendbreuk na een gestage daling sinds 2012.
De stijging was het sterkst in de branches VVT en GGZ (0,4 procentpunt), maar het
gebruik was het hoogst in de GHZ: 6,1%. Relatief de minste psychische zorg ging
naar de branche ZKH (4,3%).
Vrouwen gebruiken gemiddeld meer psychische zorg dan mannen. Naarmate de
leeftijd vordert, daalt het gebruik bij zowel vrouwen als mannen. Jonge medewerkers
dragen in twee branches sterk bij aan de stijging. In de VVT verdriedubbelde in een
jaar het aantal mannen tot 25 jaar dat psychische zorg krijgt. In de GGZ ging het
aantal vrouwen tot 25 jaar met psychische zorg omhoog van 5,5% naar 8,5%.
Overigens deden jonge mannen het in de GHZ-branche juist goed, met een daling
van 5,3 procentpunt.
% gebruikers
2015
2014
2013
2012
ZKH
4,3%
4,0%
5,0%
6,2%
VVT
5,5%
5,1%
5,2%
6,1%
GGZ
5,0%
4,6%
5,9%
7,9%
GHZ
6,1%
6,0%
6,7%
7,9%
Zorgsector
(gemiddeld)
5,0%
4,7%
5,5%
6,7%
Nederland
8,9%
8,4%
Gebruik psychische zorg, 2012-2015
Bron: CBS 2016
‘Creëer een open organisatiecultuur’
“Dat meer zorgmedewerkers psychische
zorg krijgen, verbaast me niet”, zegt
Annemieke Osendarp, psycholoog en
directeur van PsychoVitaal, bureau voor
arbeidspsychologisch advies. “Prestatienormen in de zorg stijgen en daarmee
neemt de druk toe. Alle reorganisaties
doen daar nog een schepje bovenop.
Daarnaast spelen de razendsnelle digi­
talisering en technische ontwikkeling
een rol: veel mensen hebben moeite alle
innovaties op de werkvloer bij te benen.
Burn-out en overspannenheid liggen
hierdoor op de loer. En juist de behandeling van aanpassingsstoornissen en
werkgerelateerde klachten is al enkele
jaren uit het basispakket. Dat keert terug
in de cijfers: zorgmedewerkers gebruiken
minder zorg vanuit de basis-ggz en gaan
vaker naar de praktijkondersteuner bij
de huisarts.
Organisaties die hun medewerkers
psychisch gezonder willen maken, kunnen
het beste inzetten op mentale vitaliteit.
Loopbaanadvies, coaching en
psychische begeleiding versterken
veerkracht en zelfregie. Dat resulteert
in stabiele medewerkers die overbelasting
bespreekbaar durven te maken en kunnen
benoemen wat zij nodig hebben om op
de been te blijven. Het is essentieel
dat de organisatie het op haar beurt
waardeert dat de medewerker zich
kwetsbaar opstelt. Werk daarom aan
het creëren van een open organisatie­
cultuur, waarin medewerkers bij problemen
niet stilletjes doorploeteren, maar in
gesprek gaan. En denk mee: vaak is het
prima mogelijk om een medewerker met
een ziek gezinslid tijdelijk te ontlasten.
In het ideale geval ontstaat er een
dynamisch evenwicht, waarbij werkgever
en werk­nemer samen inspelen op
gebeurtenissen op de werkvloer en thuis.”
14 INZICHT SPECIAL ZORGGEBRUIK | 2016
2
Merendeel bezoekt
praktijkondersteuner
Psychische zorg is te verdelen in drie categorieën: POH-ggz (praktijk­
ondersteuning via de huisarts), basis-ggz en specialistische ggz. De
meeste (56,9%) zorgmedewerkers met psychische klachten lieten zich
behandelen bij de praktijkondersteuner van de huisarts. Het gebruik
van de basis-ggz kromp in 2015 met 7,6 procentpunt. Het gebruik van
specialistische ggz groeide juist van 17,1% naar 19,3%, terwijl dit in
2014 nog met bijna de helft daalde. Beide laatste bewegingen gaan in
tegen het streven van de overheid om zo veel mogelijk in de eerste lijn
te behandelen en de specialistische ggz af te bouwen.
•Geert-Jan van Loenen bestuurder LHV
Branche
Organisatie
% gebruikers
ZKH
Maxima Medisch Centrum
3,2%
VVT
Envida
4,3%
GGZ
GGZ Rivierduinen
4,1%
GHZ
Lunet zorg
4,0%
Best scorende zorgorganisaties in gebruik van psychische
zorg per branche
‘Zomaar interventies inzetten heeft geen zin’
Het Limburgse Envida staat op nummer
één in de ranglijst VVT-organisaties waar
werknemers weinig gebruikmaken van
psychische zorg. Project- en beleids­
adviseur Yvonne Stallinga van Envida is
verrast door deze uitslag. “We hadden
niet verwacht dat we zo goed zouden
scoren. Envida heeft namelijk nog geen
concreet beleid dat gericht is op psychisch
welbevinden. Wel begrijp ik uit de cijfers
dat jonge werk­nemers vaker psychische
hulp nodig hebben dan oudere. Daar kan
een deel van de verklaring liggen. Bij
Envida is een groot deel van de ruim
3.000 medewerkers namelijk 50-plus.
Iets waar we de afgelopen jaren sterk op
hebben ingezet, is bedrijfsfysiotherapie.
Ondanks forse investeringen in arbo-proof apparatuur en hulpmiddelen,
zagen we een stijging in fysieke klachten.
Nu is er een succesvolle combinatie actief
van een bedrijfsfysiotherapeut voor
medewerkers met klachten, en ergo­
therapeuten die op de afdeling adviezen
geven om klachten te voorkomen.
Ik denk dat de vergrote aandacht
voor fysieke gezondheid ook invloed
heeft op de psyche. Vooral als fysieke
klachten voortkomen uit psychische
stress, wat niet zelden het geval is.
We willen graag weten wat de reden is
dat we zo goed scoren en willen ook nog
meer inzicht in de oorzaken van verzuim.
Daarom zijn we een onderzoek gestart.
We sturen er namelijk graag op dat de
psychische gezondheid zo blijft of nog
verder verbetert. Zomaar interventies
inzetten heeft geen zin, daar gaat
grondig onderzoek aan vooraf.
Daar zitten we nu dus middenin.”
15
‘Het systeem moet niet ten onder gaan
aan zijn eigen succes’
De behandeling van patiënten met
psychische klachten in de huisartsen­
praktijk neemt toe. Dit blijkt zowel uit
het Jaarrapport Zorggebruik van Stichting
IZZ als uit eigen onderzoek van de
Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV).
LHV-­bestuurder Geert-Jan van Loenen
over deze ontwikkeling: “Enkele jaren
geleden is een start gemaakt met
huisartsen-ggz, bijvoorbeeld door
praktijk­ondersteuners (POH). De redenen
hiervoor waren het tegengaan van
overbehandeling en het betaalbaar
houden van de ggz. Inmiddels loopt
de huisartsen-ggz over. De eerste
oorzaak daarvan is volgens mij het
aangepaste financieringsstelsel. Behandeling van aanpassingsstoornissen door een
psycholoog wordt niet meer vergoed.
Patiënten blijven daarom liever in de
huisartsenpraktijk dan dat ze worden
doorverwezen. Aanpassingsstoornissen
lopen uiteen van werkstress tot rouw, dus
behandeling kan een langdurig traject zijn.
Tweede bottleneck is dat de wachtlijsten
in de specialistische ggz door bezuinigingen langer zijn. Een spoedverwijzing van
een patiënt met een ernstige depressie
Kosten per 1.000
medewerkers
2015
kan weken, maanden, soms wel een
jaar duren. Al die tijd blijft de patiënt
in de huisartsenpraktijk komen.
Ik denk zeker dat de POH-ggz een
belangrijke rol blijft houden. Maar we
moeten voorkomen dat het systeem ten
onder gaat aan zijn eigen succes. Dus:
een betere verdeling van patiënten over
huisartsen-ggz, basis-ggz en specialistische
ggz is nodig. Én de vergoeding van
specialistisch ggz bij aanpassings­
stoornissen moet terugkomen. Liever
vandaag dan morgen.”
2014
ZKH
€
39.818
€
39.360
VVT
€
50.655
€
47.353
GGZ
€
51.350
€
51.198
GHZ
€
53.619
€
52.995
Totaal
€
48.518
€
46.789
Kosten van psychische zorg per 1.000 medewerkers, 2014 en 2015
3
Kosten voor specialistische
ggz bijna verdubbeld
Per branche lopen de uitgaven voor psychische zorg uiteen van € 39.818 per
1.000 medewerkers in de ZKH tot € 53.619 in de GHZ. Rekenen we de
gegevens van Stichting IZZ om naar de vier hoofdbranches, dan komen de
totale ggz-kosten voor de sector op bijna 40 miljoen euro per jaar. Opvallend is
dat de kosten voor specialistische ggz – die de overheid juist wil afbouwen –
bijna zijn verdubbeld. In de ZKH zijn ze het sterkst gestegen: van € 970.000
in 2014 naar € 2.600.000 in 2015.
•Envida VVT-organisatie met het laagste
gebruik van psychische zorg
16 INZICHT SPECIAL ZORGGEBRUIK | 2016
DE ZORG
VERSUS
N
­ EDERLAND
Hoe scoort de zorg in vergelijking met heel
werkend Nederland? Betekent meer zorggebruik ook meer verzuim?
Stichting IZZ ging op zoek naar de antwoorden en combineerde
de zorggebruikcijfers van 246 zorgorganisaties (via jaarverslagen
Interkoop) met verzuimgegevens (via Vernet). Met de antwoorden
kan Stichting IZZ zorgorganisaties beter adviseren over de preventie
van ­gezondheidsklachten.
Het antwoord op de tweede vraag luidt ja: er blijkt verband tussen het
gebruik van fysiotherapie en psychische zorg en ziekteverzuim. Anders
gezegd: bij zorgorganisaties waar relatief veel medewerkers deze zorg
krijgen, is het ziekteverzuim ook hoog. Er is zelfs verband met de lengte
van het ziekteverzuim. Zo is in organisaties waar relatief veel mede­
werkers psychische zorg krijgen, de gemiddelde verzuimduur langer.
VAKER EN
­LANGER ZIEK
MEER VERZUIM
DAN ­GEMIDDELD
IN ­NEDERLAND
Medewerkers in de zorg meldden zich in
2015 gemiddeld 1,2 keer ziek en bleven
ruim 9 dagen ziek thuis. Deze cijfers liggen
boven het landelijk gemiddelde van 1,0
ziekmelding en bijna 7 dagen ziekte.
Ongeveer 20% van het verzuim is (deels)
veroorzaakt door het werk. Het verzuim
neemt sinds 2014 toe. Onder ouderen is
de stijging het hoogst.
Het ziekteverzuimpercentage in de
gezondheids- en welzijnszorg is hoger
dan het gemiddelde verzuim in Nederland.
5,8%. Dat is 1,5 procentpunt hoger dan
het gemiddelde verzuim in Nederland. En
ook nog eens het grootste verschil sinds
eind 2005, zo meldt het CBS. De VVT­branche spande de kroon met 6,1%.
17
Vernet-directeur Marieke Schurink is niet verrast:
‘Te weinig aandacht voor
preventie’
Nee, het verrast haar niet, de uitkomsten van het Jaarrapport Zorggebruik
2015. “We zagen het al een tijdje
aan­komen. De stijging van met name
het langdurig verzuim in 2014 was de
ommekeer. Een trendbreuk.” Aan het
woord is M
­ arieke Schurink, directeur
van Vernet, het onderzoeks­bureau en
kennisnetwerk voor verzuim in de
zorg.
Ieder kwartaal maakt Vernet voor de
450 aangesloten zorgorganisaties
een analyse op brancheniveau.
“Zo kunnen onze klanten zichzelf
vergelijken met de branche of
hun eigen ontwikkeling in de tijd
volgen”, licht Schurink toe. “Tot
op leeftijdscategorieën. In alle
leeftijdsklassen zie je vanaf 2014
het langdurig verzuim toenemen.
Behalve bij de jongeren onder de 26
jaar. Hier zie je wel meer kortdurend
verzuim. Maar daar zitten niet de
grootste kosten. Die zitten in het
langdurig verzuim”, aldus Schurink.
“Het beeld dat Stichting IZZ schetst
verbaast ons dus niet”, vervolgt ze.
“Ik ben eerlijk gezegd ook niet gerust
op de toekomst. De zorg bezuinigt,
verandert en verzakelijkt. Er staat druk
op. Handelingen worden complexer.
Technischer ook. En uren moeten
declarabel zijn. Tegelijk hebben zorg­
medewerkers doorgaans een enorm
commitment. Die melden zich niet
zomaar ziek. Sterker nog, de toenemende
druk op de mantelzorg komt veelal ook
weer bij hen terecht. Sommige organisaties zijn daarom nu gestart met een
spreekuur mantelzorg. Het illustreert
dat er nog steeds meer aandacht is voor
curatie dan voor preventie.”
Andere ogen
Schurink stelt dat de bestuurder met
andere ogen naar verzuim kijkt dan
de medewerker. “De medewerker wil
gewoon gezond blijven en zijn rol
kunnen spelen. Thuis en op het werk.
De bestuurder kijkt snel naar de bedrijfsvoering en de kosten. Tegen hem zou ik
willen zeggen: probeer eens een andere
taal te spreken. Ga meer echt in gesprek
met de medewerkers. Kruip er dichter
naartoe. Medewerkers weten heel goed
waar kansen voor verbeteringen liggen.
De verschillen in zorggebruik tussen
zorgorganisaties zijn niet voor niets zo
groot. De betere organisaties zijn naar
mijn idee meer in gesprek met de
medewerkers.” In zelfsturing als
oplossingsrichting ziet Schurink
wel heil. “Maar niet als bezuiniging.
Zelfsturing vraagt om tijd, kennis
en vaardigheden.”
Van elkaar leren
Sinds twee jaar levert Vernet niet alleen
data over verzuim en inzetbaarheid op,
maar beoogt ze ook kennisnetwerk te
zijn voor verzuim en inzetbaarheid
binnen de zorg. Schurink daarover:
“Organisaties weten zelf vaak heel
goed wat ze kunnen doen. Die kennis
en ervaring willen we graag onderling
delen. We kunnen veel van elkaar leren
en daardoor verbeteren. Zo zijn we met
een aantal zogeheten co-creatiegroepen
gestart. Bijvoorbeeld over verzuim met
een psychische achtergrond of over
eigen regie van medewerkers.”
18 INZICHT SPECIAL ZORGGEBRUIK | 2016
Beter!
Tien zorgorganisaties gaan voor gezonder
werken in pilot
Hoe maakt de zorgsector haar ­mede­werkers
gezonder? De sleutel ligt in het organisatie­
klimaat: zorgmedewerkers die ervaren dat
hun werkgever oog heeft voor gezond
­werken, zijn gezonder en vitaler. Om het
organisatieklimaat te ver­beteren, ontwik­kel­
den Stichting IZZ en de Erasmus Universiteit
Rotterdam het interventieprogramma
­‘Gezond en Veilig werken in de zorg’.
Alle partijen worden beter van laag zorggebruik.
De medewerkers omdat ze gezonder en tevredener
zijn. En de werkgever omdat gezondere medewerkers beter inzetbaar en productiever zijn.
Marc Spoek, Manager Projecten Gezond Werken
van Stichting IZZ, ziet twee constanten in dat
zorggebruik. “Het is hoger dan in andere sectoren
én er zijn grote verschillen tussen zorgorganisaties.
Verschillen die niet verklaarbaar zijn door factoren
als regio of schaalgrootte. Dat laatste is interessant.
Wat is het geheim van de zorgorganisaties met een
laag zorggebruik? Stichting IZZ en de Erasmus
Universiteit deden daar in 2014 onderzoek naar
onder ruim 15.000 zorgmedewerkers.” De gemene
deler bleek het organisatieklimaat: de perceptie dat
de organisatie werkelijk belang hecht aan gezond
werken. Een goed organisatieklimaat resulteert in
vitale, productieve medewerkers. “Dat is mooi
nieuws voor zorgorganisaties die het zorggebruik
willen verlagen, want het organisatie­klimaat is
beïnvloedbaar. Samen met de Erasmus Universiteit
Rotterdam hebben we een interventieprogramma
ontwikkeld. De inzet: gedragsverandering in alle
lagen van de organisatie.”
Veelbelovende eerste indruk
De interventies stimuleren zelfregie: medewerkers
discussiëren aan de hand van stellingen over
werkbelasting en zoeken vervolgens, gecoacht
door de leidinggevende, zelf naar oplossingen.
Ook zijn er gesprekken tussen de teams en het
hoger management. Spoek: “Momenteel testen
tien zorgorganisaties uit de vier hoofdbranches het
programma. De gezondheid van de teams die de
interventies doorlopen, vergelijken we gedurende
anderhalf jaar met die van controleteams. De eerste
indruk is veelbelovend: werkbelasting is onderwerp
van gesprek, de zelfsturing neemt toe en het
management waardeert de directe lijn met de
werkvloer.” Begin 2017 komen de eerste ‘harde’
onderzoeksresultaten naar buiten. Hoe gaat het
dan verder? Spoek: “Op termijn willen we het
interventieprogramma beschikbaar maken voor
de hele zorgsector.”
19
Welke organisaties
doen mee
aan de p
­ ilot?
Amarant (Tilburg, GHZ)
Brabantzorg (Oss, VVT)
Cordaan (Amsterdam, VVT)
Ipse de Bruggen (Zoetermeer, GHZ)
Noordwest Ziekenhuisgroep
(Alkmaar, ZKH)
Pluryn (Nijmegen, GHZ)
Prisma (Waalwijk, GHZ)
Pro Persona (Wolfheze, GGZ)
Respect Zorggroep (Den Haag, VVT)
Van Neynsel (’s-Hertogenbosch, VVT)
Hoe maakt u uw medewerkers
gezonder?
Wilt u de pilot niet afwachten, maar nu al aan de
slag voor gezondere medewerkers? Bereken dan
eerst welk rendement de diverse interventies
hebben die de gezondheid van medewerkers
bevorderen. Deze berekening maakt u met het
Simulatiemodel Gezond Werken, een weten­­­­­­­­sch­ap­
pelijk onderbouwde methode van Stichting IZZ.
Nieuw in het model is de mogelijkheid een optimum
te bepalen. U stelt een budget en een doel vast,
bijvoorbeeld het terugdringen van verzuim, en het
model becijfert vervolgens welke interventie het
hoogste effect sorteert.
MEER INFORMATIE:
WWW.STICHTINGIZZ.NL/SIMULATIEMODEL
Meer weten?
Het Jaarrapport Zorggebruik 2015 bespreekt
onder andere de volgende trends:
• De spreiding neemt toe
Zorgorganisaties met een laag zorg­
gebruik zijn minder zorg gaan ­afnemen,
organisaties met een hoog gebruik
nog méér.
• Trendbreuk
Daling voorbij; zorggebruik stijgt
door in 2015
• De zorgsector vs. BV Nederland
Het ziekteverzuim is in de zorg hoger
dan gemiddeld.
Meer informatie vindt u op
www.stichtingizz.nl/zorggebruik.
Drs. Klaas Visser
Manager Projecten Gezond
werken in de zorg
Regio noord/oost
06 57 57 44 86
[email protected]
Hoe hoog is het zorggebruik
in uw organisatie?
Cijfers over zorggebruik zijn relevant
voor uw zorgorganisatie. Zorgorgani­
saties die meer dan 25 medewerkers
met een collectieve IZZ Zorgverzeke­
ring hebben, krijgen krijgen van
Stichting IZZ een organisatiespecifiek
rapport, dat uw organisatie afzet
tegen zorg­sector, branche en
branche­genoten van vergelijkbare
schaalgrootte.
De managers projecten Gezond
Werken van Stichting IZZ komen
graag kosteloos bij u langs om samen
te bespreken hoe uw organisatie
gezonder kan werken. De winst?
Gezondere medewerkers in de zorg.
Drs. Marc Spoek
Manager Projecten Gezond
werken in de zorg
Regio zuid/west
06 30 01 46 34
[email protected]
Download