File

advertisement
Routineonderzoek (voor week 13).









Hb.
Bloedgroep.
Rhesus-D factor.
Irreguliere antistoffen anders dan Rhesus, bijv. Kell.
Lues.
HBsAg.
Rubellatiter.
TSH en T4
o Combinatie van T3 en T4 worden samen schildklierhormoon genoemd.
o Tijdens de zwangerschap stijgt de totale hoeveelheid schildklierhormoon
terwijl de hoeveelheid in het vrije plasma daalt.
Rode bloedbeeld
o Hb.
 Wordt onderzocht met behulp van licht, de roodheid bepaald het
hb. (Intensiteit van de roodheid).
 Vrouw: 7,4 – 9,9 mmol/L.
 Zwangere (3e trimester): 6,3 mmol/L.
 Man: 8,7 – 11,2 mmol/L
o Ht.
 Het percentage cellen in volume van bloed.
 Als Ht bijv. 40 is. Heeft 1L bloed 400ml ery’s en 600ml plasma.
 De witte bloedcellen en bloedplaatjes verwaarloos je in deze
berekening omdat het er zo weinig zijn in verhouding.
o Erytrocyten.
 Nodig voor de aanmaak:
 IIzer
 VitB 12.
 Instrinsic Factor.
o Wordt aangemaakt in de maag, dit eiwit wordt vanuit
aminozuren gemaakt. Deze zorg voor opname van
vitamine B12.
 Foliumzuur.
 Erytropoetine.
 Wordt geproduceerd in de nieren bij een lage zuurstof
concentratie in de arterie … renalis. EPO stimuleert het
rode beenmerg in de aanmaak van bloedcellen. En dan
voornamelijk rode bloedcellen.
 Vit. B en Foliumzuur zijn nodig voor aanmaak nucleotiden
(ATGC-basen).
 Een tekort aan vit. B12 en/of foliumzuur remt de celdeling, iets wat
in de embryonale fase erg veel gebeurd. Groeivertraging kan
veroorzaakt worden door vit. B12 en/of foliumzuur tekort.
 Tekort aan foliumzuur en/of vit. B12 zal zich uiten in een laag Hb
omdat het rode beenmerg zich het snelst deelt van alle weefsels
(voornamelijk in de zwangerschap)





MCV - Mean Cellular Volume
 Het gemiddelde volume (grootte) van een cel (erytrocyt).
MCH - Mean Cellular Hemoglobin
 Gemiddelde hoeveelheid hemoglobine in mol per erytrocyt.
MCHC - Mean cellular hemoglobin concentration.
Hoeveelheid volume / concentratie = gemiddelde.
MCH/MCV.
MCV
-


Gemiddelde volume van de erytrocyt.
Berekening : MCV = Ht/Ery’s
Normaalwaarde: 80 – 100 Fl (femtoliter, 10-15 liter).
< 80 fL : microcytair, > 100fL: macrocytair. Tussen 80-100 is normocytair.
Verlaagd bij o.a. ijzergebreksanemie, verhoogd bij pernicieuze anemie door
gebrek aan foliumzuur en/of vitamine B12.
Bijv. (Je speekt van; microcytaire anemie of macrocytaire anemie.)
Een ijzergebreksanemie is een microcytaire anemie omdat de hoeveelheid
hemoglobine in de erytrocyt vermindert is. Hemoglobine is een eiwit .
COD (Colloid Osmotische Druk) wordt bepaald door de eiwit concentratie in
een vloeistof en is verantwoordelijk voor wateraantrekkend vermogen in een
vloeistof. De erytrocyt zal dus minder water aantrekken en blijft kleiner.
Pernicieuze anemie.
o Grote cellen, vitamine B12 tekort (AANVULLEN).
o Veel Hb maar in een grote cel. Dus concentratie is normaal.
o Macrocytair – normochroom.
o
MCHC
o Gemiddelde concenratie Hb in de erytrocyt.
o Normaalwaarde 19,3 – 22,5 mmol/L.
o Ongeveer 2 maal de [Hb].



Er ontstaan grotere cellen in het rode beenmerg, deze maken
weinig maar grotere rode bloedcellen.
In heel bloed (plasma + cellen) : Hb = 7
Als het hb in de cellen 14 is, en de helft van het hele bloed uit cellen
bestaat; is het Hb 14/
o Verlaagde MCHC heet hypochroom, verhoogd heet hyperchroom, of
normochroom (verhoogd, verlaagd of normale Hb concentratie in de
ery’s).
o
Een normale Hb verlaging tijdens de zwangerschap door hemodillutie is een
normocytaire, normochrome amemie.



De hoeveelheid hemoglobine stijgt fors tijdens de zwangerschap.
De concentratie hemoglobine daalt tijdens de zwangerschap omdat de
hoeveelheid plasma sterk toeneemt.
Er zijn minder erytrocyten per liter aanwezig tijdens een zwangerschap, het
volume van de erytrocyt en de hoeveelheid Hb blijft gelijk.
o MCV, MCH, MCHC blijft gelijk omdat hierbij naar 1 enkele erytrocyt wordt
gekeken.
Tijdens de zwangerschap wordt het Hb gecontroleerd op de volgende momenten:
- Tijdens de eerste controle.
- Rond 20 weken: indien risicogroep voor anemie.
- Rond 30 weken alle zwangeren.
- 3 – 6 weken na start behandeling (vervolgonderzoek).
Hb-referentiewaaren (p5-waarden) in mmol/L.
Preconceptineel
7,5.
Zwangerschap (in wk Am).
Tot en met 13
6,8
14 tot en met 17
6,5
22 tot en met 37
6,3
vanaf 38
6,5
Postpartum (in wk pp).
1–5
6,5
6
7,2
Risicogroepen met verhoogde kans op anemie in de zwangerschap (20 wkn controle).
- Zwangere tieners.
- Zwangere vrouwen van niet-Noord-Europese afkomst.
- Vrouwen die binnen een jaar na de geboorte van een vorig kind zwanger zijn.
- Zwangeren met slechte voedingsgewoonten.
- Zwangere vrouwen die bekend zijn met dragerschap van hemoglobinopathie.
- Vrouwen met een meerlingzwangerschap.
Thallasemie
Sikkelcelanemie
– vorm van anemie waarbij de ery’s verkleint zijn. Het lichaam
compenseert met de aanmaak van meer erytrocyten.
- Aanvullen.
IJzer zit voornamelijk in (rode) vleesproducten. Voordeel hiervan is dat het ijzer in de
Fe2+ . In de spinazie zit het ijzer in de Fe3+ vorm (non-heam), dit kan met o.a. vitamine C
(sterke reductor) gereduceerd worden naar Fe2+.
Hemochoromotose.
Eerste controle
Hemoglobine
>_ 7,1 (
ZIE SCHEMA’S.
5% van alle zwangeren met een anemie heeft een ijzer anemie.
14mg per dag nodig in zwangerschap. Voorraad in lever is 2 gram.
Het ontstaan van een erytrocyt
Pro-erythroblast  basofiele erythroblast.  Polychromatofiele erythroblast 
Normoblast  Reticulocyt + afgestoten kern  Erythrocyt.
Bij zwangeren is de waarde reticulocyten verhoogd omdat dit het voorstadium is van
erythrocyten. De aanmaak gaat via het stadium reticulocyt naar erythrocyt.
Bloedgroepen
Bloedgroep A
Bloedgroep B
Bloedgroep AB
Bloedgroep nul
= antigeen A op alle erytrocyten.
= antigeen B op alle erytrocyten.
= Antigeen A en B.
= Geen antigeen A en B.
Plasma A = antilichaam B.
Plasma B = antilichaam A.
Plasma AB = geen antilichamen.
Plasma 0 = Antilichamen A & B.
Antigeen betekend lichaamsvreemd.
Packed cells = cellen gescheiden van het plasma.
AB kan alles krijgen (packed cells zonder plasma)
0 kan aan iedereen geven (packed cells zonder plasma).
Bloedgroepen zijn rasbepaald, evolutionair gezien hebben hier vroeger voordelen aan
gehad.
-
Er bestaan meerdere Resusantigenen: D en c.
Bij 27 weken wordt in het moederlijk bloed naar de antigenen van het kind
gekeken. Het resusportret.
BSE
-
-
Bezinking Snelheid Erytrocyten.
Afhankelijk van de samenstelling van het plasma, vooral de aanwezigheid van
positief geladen eiwitten.
Wordt gebruikt voor het vaststellen van onstekingen: Ig’s (in het bijzonder
IgM’s), verhogen de BSE.
Reageert traag.
Onbetrouwbaar bij o.a. diabetes, afwijkende ery’s etc.
Verhoogd tijdens zwangerschap door toename van vooral fibinogeen.
Normaalwaarden vrouw: <20 mm/uur.
Zwangerschap 3e trimester: < 30 mm/uur.
-
CRP: C-reactieve protein.
Een acute fase-eiwit.
Wordt gevormd bij het ontstekingsproces.
Reageert zeer snel.
Is bij een ongecompliceerde zwangerschap niet verhoogd (kan wel).
Test is zeer gevoelig, dat is dan ook het nadeel.
Normaalwaarde: < 10 mg/ml.
-
CRP
Download