Preek in M-S Word

advertisement
"Ik zie de koning komen, die op een ezel rijdt."
16 maart - Palmzondag
----------------Welke tv-ploeg was van dienst op Palmzondag van het jaar 30? Wat heeft ze ’s avonds in de
nieuwsuitzendingen vermeld? Wellicht heeft ze niets gebracht over die gebeurtenissen bij de tempel. Een
opstootje aldaar was geen uitzondering. Nu en dan dacht wel iemand de Messias te zijn. De Romeinse
bezetter was rond feestdagen alert, maar maakte zich weinig zorgen over die stoet Galileërs. Van een
man op een ezel kan niet veel gevaar uitgaan. Te paard zou hij meer argwaan gewekt hebben.
-------------------Toch was er die dag enige commotie in de stad. De bewoners van Jeruzalem hadden vragen over die
man. Wie is hij? De scepsis overheerste. De hogepriesters waren er niet zo gerust in. Jezus veroorzaakte
vooral opschudding in de voorhof van de tempel, waar hij in aanvaring kwam met geldwisselaars en
duivenhandelaars.
Tv of geen tv, de vrienden van Jezus vergaten die dag niet. Hij had mensen bijeen gebracht. Dit doet hij
nog vandaag. Mensen komen naar de kerk voor een palmtakje. Ze gaan mee in de palmprocessie.
Jongerenpastoraal organiseert de dag vóór Palmzondag een ontmoeting in Koekelberg als aanloop naar
de WJD in Sydney en de Europese jongerenontmoeting van Taizé in Brussel.
Vanaf Palmzondag speelde het leven van Jezus zich af in en rond Jeruzalem. Volgens Matteüs kwam
Jezus op die dag voor het eerst in de hoofdstad. Dertig jaar voordien had zijn geboorte daar al voor enige
onrust gezorgd. Magiërs kwamen toen informeren naar een pas geboren koning van de Joden.
Voor de evangelist en zijn gemeente bestaat er geen twijfel dat Jezus een man is met koninklijke allures.
Hem is alle macht gegeven op hemel en aarde. Het verwondert hun helemaal niet dat hij een ezelin met
haar veulen opeist.
Het was die dag alweer klaar dat Jezus vervulde wat profeten in het oude testament over hem hadden
voorspeld. Hij was een zachtmoedige koning. Een ezel mag dan een koppig dier zijn. Wie met zulk dier in
de stad komt is alleszins een nederig mens. Matteüs heeft vaak onderstreept dat Jezus zachtmoedig was.
Jezus bleef een ganse dag in Jeruzalem. Een aantal juichte hem toe. Aan hen danken wij de lofzang die
we in elk eucharistisch hooggebed zingen: Hosanna. Jezus komt naar de mensen toe en de hemel zingt
mee.
Jezus trok de tempel binnen. Daar toonde hij zich gedreven voor de zuiverheid van de tempel. Wat
hebben die handelaars en geldwisselaars misdaan? Als je offers wilt brengen moet je die toch ergens
kunnen kopen. Als je de passende muntstukken niet bezit, moet je omwisselen. Was Jezus geërgerd door
de misbruiken daarbij? De prijs werd omhoog gedreven, zodat arme mensen met moeite duiven konden
kopen om te offeren. Jezus hekelde allen die de tempel voor eigen profijt opeisten. Hij kwam op voor de
zuiverheid van de eredienst. Zijn Vader vraagt een zuiver en deemoedig hart. Hij wil geen offers van
dieren. Die discussie liet de mensen van de tempel niet onberoerd.
In de tempel te Jeruzalem deed Jezus wat hij zo vaak voordien had gedaan: zieken genezen. Blinden en
lammen hadden bij hem gehoor. Daar hadden die hogepriesters en schriftgeleerden meer moeite mee.
Ontzegden ze aan gehandicapten de toegang tot de tempel? Door deze te genezen verklaarde Jezus dat
elke vrome de tempel binnen mocht. De tegenstanders van Jezus waren verder gestoord omdat kinderen
hem lof toebrachten. Maar juist de kleinen kregen zijn voorkeur.
De eerste volle dag van Jezus te Jeruzalem werd een bewogen dag. Conflicten, en de week was nog
maar pas begonnen. Jezus verliet Jeruzalem en ging naar Betanië overnachten. Wat heeft hij daar ‘s
avonds met zijn leerlingen besproken? Wat denken wij na zulke dag? Waar stonden wij? Hoe groot was
ons enthousiasme en onze durf om mee te gaan? Stonden wij langs de kant te kijken? Met welke
gevoelens en gedachten?
Matteüs brengt dit verhaal opdat wij zelf met Jezus mee zouden gaan. Wij mogen ons niet schamen over
die nederige man. Jezus kwam als een arme Jeruzalem binnen. Hij zat op een ezel, die hij ontleend had.
“Jezus rijdt vandaag niet op een ezel. Hij bezit nog minder en is nog armer. Hij komt tot ons met zijn
woord” (Maarten Luther). Zijn wij bereid naar hem te luisteren en onze deur voor hem te openen?
Protestanten horen in dit verhaal Adventsklanken. Het verhaal leent zich tot veel verwerkingsvormen.
De enen zien in Palmzondag de overwinning van Pasen; anderen zien meer het kruis en de armoede van
de genadige Christus. U. Luz is als protestant onder de indruk van de kracht die besloten ligt in de
katholieke processie op Palmzondag. Dit is een narratief omgaan met de tekst om hem te begrijpen en te
beleven. Naar de palmwijding toe neemt hij echter afstand. Gewijde palmtakjes mogen geen magie zijn.
Schilderen, uitbeelden, zingen en musiceren, dit alles draagt bij om deze tekst beter te verstaan. “Laat
ons als weleer de kinderen der Joden een zegeweg bereiden voor de Heer en met palmen in de hand
hem tegemoet gaan” (ZJ 366).
Antoine Rubbens
Download