Griffie Ad-hoc Commissie voor Europa, Internationale Samenwerking en Belangenbehartiging Datum commissievergadering : - DIS-stuknummer : : : : : : Behandelend ambtenaar Directie/afdeling Nummer commissiestuk Datum Bijlagen 1146587 W. de Graaff Stafbureau Algemeen Directeur EIB-0020 22 november 2005 - Onderwerp: Informatie over IPO-aangelegenheden Voorstel van GS aan PS: X Ter kennisneming Opmerkingen van het Presidium/Griffie: Griffier van Provinciale Staten, namens deze, ing. A.J. Brul uitvoerende rol Notitie ten behoeve van de commissie voor Ad-hoc Commissie voor Europa, Internationale Samenwerking en Belangenbehartiging Regelmatig bereiken ons signalen dat de leden van uw Staten zich onvoldoende geïnformeerd voelen over de activiteiten die in IPO-verband (InterProvinciaal Overleg) plaatsvinden. Onderstaand doen wij u een voorstel om uw Staten meer te betrekken bij de IPO-activiteiten, daarbij de verschillende rollen van uw Staten en ons college respecterend. Het IPO is een vereniging waarvan alle Nederlandse provincies lid zijn. De leden hebben zitting in het bestuur en de adviescommissies zonder last en ruggespraak. Dit laatste is bepalend geweest bij de keuze voor de juridische vorm van het IPO. Tot 2003 kende het IPO de rechtsvorm gemeenschappelijke regeling. Deze rechtsvorm kenmerkt zich door lange procedures. Door te kiezen voor een vereniging kunnen de leden zonder last en ruggespraak aan de overleggen deelnemen. In de praktijk betekent dit een aanzienlijke versnelling van procedures. Stukken worden kort voor vergaderingen verspreid, waardoor snel inspelen op actuele ontwikkelingen mogelijk is. Wij zijn ons ervan bewust dat uw Staten daardoor inderdaad minder dan in het verleden automatisch betrokken bij IPO-aangelegenheden. Gelet op de verschillende rollen van GS en PS en daarbij genomen de praktische mogelijkheden, is het niet meer mogelijk voorafgaand aan vergaderingen van het IPO over de te bespreken onderwerpen vooroverleg te voeren en gelet op de verschillende rollen is dit ook onwenselijk (uitvoering/kaderstelling). Wel kunnen zich situaties voordoen, waarbij dit wel noodzakelijk is. Echter het toezenden van de Brabantse inzet in IPO-vergaderingen is, gelet op het streven naar gemeenschappelijke standpunten binnen het IPO, strijdig met de nieuwe rechtsvorm en werkmethode. Wel kan zonodig achteraf worden toegelicht hoe een in IPO-verband genomen besluit al dan niet past in de Brabantse context. Om u te informeren zullen wij zowel de agenda als de openbare besluitenlijsten van de vergaderingen van bestuur en adviescommissies ter kennisname aan de functionele statencommissies toesturen. Ten aanzien van de openbare besluitenlijst hebben wij het bestuur van het IPO overigens verzocht toe te zien op spoedige publicatie na de vergadering. Uiteraard kunt u via de Griffie verzoeken om bespreking in commissievergaderingen. Vanzelfsprekend is ons college bereid om desgevraagd zaken toe te lichten. 's-Hertogenbosch, 22 november 2005 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant 1/1