‘Poortwachter’ en de CAO: Aandachtspunten Inleiding In een aantal CAO’s zijn afspraken gemaakt die nu als gevolg van invoering van de Wet Verbetering Poortwachter moeten worden aangepast. Dit omdat in die wet een aantal bepalingen zijn opgenomen waardoor afspraken in CAO’s op dat gebied in strijd kunnen zijn met de Wet Verbetering Poortwachter. Onder ‘1. Herziene afspraken’ treft u de onderdelen aan die als gevolg de invoering van Poortwachter moeten worden herzien. Ook is het mogelijk om in CAO’s nieuwe afspraken te maken met betrekking tot de Wet verbetering Poortwachter. Deze afspraken zijn niet verplicht, maar kunnen een aantal Poortwachtersverplichtingen op CAO-niveau regelen. Onder ‘2. Suggesties voor nieuwe CAO afspraken’ wordt een aantal mogelijkheden aangegeven. 1. Herzien bestaande afspraken Door de invoering van Poortwachter moet een aantal CAO-teksten worden herzien: Periode loondoorbetaling In de meeste CAO’s wordt gesproken over een ‘recht op loondoorbetaling over een periode van maximaal 52 weken’. Deze zinsnede moet worden aangepast: sancties van het UWV kunnen ertoe leiden dat de loondoorbetalingsperiode langer blijft bestaan, waardoor de werknemer recht heeft op een langere periode van loondoorbetaling. In dit kader is het verstandig om te kijken naar andere beloningscomponenten, zoals (extra) vakantiedagen of een automatische jaarlijkse salarisverhoging: moeten deze blijven bestaan indien de loondoorbetalingsperiode wordt verlengd? Plichten van werkgever en werknemer In sommige CAO’s worden de plichten van werkgever en werknemer bij ziekte expliciet vermeld. Vaak betreft het een herhaling van rechten en plichten conform Burgerlijk Wetboek en Ziektewet. Deze paragrafen verschillen sterk per cao en moeten afzonderlijk goed bekeken worden. Indien CAOpartijen streven naar volledigheid in deze paragrafen, zullen deze op een aantal punten worden aangepast. Zie ook ‘meewerken aan reïntegratie’. Ziekteverzuimreglement In sommige CAO’s is een model-verzuimreglement opgenomen. Ten gevolge van Poortwachter moet het reglement aangepast worden. In de brochure Model-verzuimreglement vindt u een ‘poortwachterproof’ modelreglement (dat is gebaseerd op het verzuimreglement uit de brochure Personeelsmanagement van het HBD). Daarin is aangegeven welke aanpassingen moeten plaatsvinden. Bovenwettelijke uitkering bij WAO In veel CAO’s is afgesproken dat de werknemer een aanvulling krijgt op zijn WAO-uitkering. Indien deze aanvulling tijdelijk is, zal de ingangsdatum opnieuw moeten worden gespecificeerd. Vaak wordt gesproken over een aanvulling ‘tijdens het eerste WAO-jaar’. Door de flexibilisering van het moment van WAO-intrede (door mogelijke sancties, maar ook door een vrijwillig uitstel van uitkering) is niet expliciet wanneer de uitkering plaatsvindt: tijdens het tweede ziektejaar of het eerste jaar van WAOuitkering? Het is verstandig om hierover met de verzekeraar te overleggen. 1 Registratie wachtdagen Het inhouden van wachtdagen bij ziekte vereist een goede registratie van het ziekteverzuim. Nu werkgevers niet meer verplicht zijn om de ziekmelding direct op de 1e dag door te geven (Poortwachter regelt alleen dat dit tijdig moet gebeuren), zal kortdurend verzuim minder vaak aan de arbodienst gemeld worden. Dit terwijl veel kleine werkgevers niet of nauwelijks een verzuimregistratie bijhouden. Daarom kan het verstandig zijn om in de cao vast te leggen dat de ziekmelding op de 1e dag moet worden doorgegeven. Zo blijft een correcte verzuimregistratie bestaan, op basis waarvan eventuele wachtdagen kunnen worden ingehouden. Een minder verstrekkende oplossing is om een model-verzuimkaart als bijlage aan de cao toe te voegen. Eigen bijdrage of terugbetalingsregeling opleidingen In sommige CAO’s is een eigen bijdrage voor opleidingen vastgelegd, of terugbetalingsregeling indien de werknemer het bedrijf verlaat. Een opleiding kan ook deel uitmaken van het reïntegratietraject. Kosten die te maken hebben met de reïntegratie, kunnen echter niet bij de werknemer in rekening worden gebracht (de werkgever kan er immers subsidie voor krijgen). Verouderde termen en begrippen In sommige CAO’s worden verouderde termen en begrippen gebruikt. Een expliciet voorbeeld is dat de ziekmelding ‘zo snel mogelijk moet worden doorgegeven aan de uitvoeringsinstelling’. Met Poortwachter dient de ziekmelding pas in de 13e week te worden doorgegeven aan het UWV. Ook komen verouderde termen als ‘lekencontrole’, ‘bedrijfsvereniging’ of ‘WAGW’ nog veelvuldig voor. 2. Suggesties voor nieuwe CAO-afspraken Naast noodzakelijke aanpassingen kan Poortwachter ook aanleiding geven tot nieuwe CAO-afspraken. CAO-partijen kunnen ervoor kiezen om de Poortwachtersverplichtingen expliciet in de cao te benoemen en deze verder in te vullen. Denk hierbij aan de volgende mogelijkheden: Meewerken aan reïntegratie De verplichtingen van werkgevers en werknemers kunnen in de cao worden opgenomen (in een aantal CAO’s is dit al langer een onderdeel). Dit kan eventueel in een bijlage (in een modelverzuimreglement). Denk hierbij aan procedures bij ziek- en hersteldmelding en controlevoorschriften. In sommige CAO’s is ook expliciet benoemd dat de werknemer actief moet meewerken aan zij reïntegratie, hetzij in sanctionerende vorm (geen loondoorbetaling indien de werknemer zijn genezing belemmert, als ziekte door opzet is veroorzaakt, etcetera). Sociale partners kunnen er in dit kader voor kiezen om de verplichte medewerking uit Poortwachter te herhalen. Bijvoorbeeld: ‘Bij ziekte is de werknemer verplicht om alle redelijke voorschriften en maatregelen die erop gericht zijn om passende arbeid te verrichten, op te volgen, alsmede om-, her- of bijscholing te volgen om daarmee geschikt te worden voor passende arbeid.’ Een dergelijke verplichting kan ook worden geformuleerd voor de werkgever: ‘De werkgever biedt de arbeidsongeschikte werknemer passende arbeid aan. De werkgever hoeft niet aan deze verplichting te voldoen als hij kan aantonen dat er geen geschikte functie beschikbaar is of op korte termijn komt; er geen geschikte functie te maken is door aanpassing van werkzaamheden of werkplek.’ (bron: CAO Wonen). - 2 - Omwille van de Poortwachterssancties verdient het aanbeveling om in deze paragrafen géén termijn te benoemen (zoals ‘het eerste jaar van ziekte’). Op deze manier anticipeert de cao ook op SUWI (waarmee de reïntegratieverantwoordelijkheid voor zieke werknemers wordt uitgebreid tot einde dienstverband). Sancties bij niet-meewerken Stopzetting van loondoorbetaling bij niet-meewerken is een sanctie die al langer bestaat en al in een aantal CAO’s is opgenomen. In sommige CAO’s wordt ook de mogelijkheid van een gedeeltelijke stopzetting geboden (nl. alleen voor de bovenwettelijke aanvulling). Sociale partners kunnen er ook voor kiezen om procedureafspraken te maken omtrent stopzetting. Bijvoorbeeld vermelden dat de werkgever eerst een schriftelijke waarschuwing moet afgeven, of het benoemen van criteria op grond waarvan op gehele of gedeeltelijke stopzetting mag worden overgegaan. Werknemers kunnen werkgevers niet sanctioneren, maar wel kan worden gekozen voor procedureafspraken indien de werkgever zijn verplichtingen niet nakomt. Bijvoorbeeld: eerst mondeling overleg tussen werkgever en werknemer (waarvan de resultaten schriftelijk moeten worden vastgelegd), vervolgens de aanvraag van een second opinion en daarna de gang naar de kantonrechter. Passende arbeid Het begrip ‘passende arbeid’ is voor vele interpretaties vatbaar. Partijen kunnen ervoor kiezen om de letterlijke wetstekst te herhalen: ‘alle arbeid die voor de krachten en bekwaamheden van de werknemer is berekend, tenzij aanvaarding om redenen van lichamelijke, geestelijke of sociale aard niet van hem kan worden gevergd’ (en deze eventueel te populariseren, maar let hierbij op de juridische consequenties). Een verdere invulling of het formuleren van criteria voor passende arbeid is moeizaam: dit hangt af van functie, bedrijf en persoonlijke omstandigheden. Daarom zal dit per individuele zieke medewerker bekeken moeten worden. Het formuleren van criteria in de cao kan onbedoeld tegenwerken: het kan reïntegratiemogelijkheden uitsluiten. Procedureafspraken plan van aanpak Ook voor het plan van aanpak kunnen procedureafspraken worden gemaakt. Voorbeelden: Het gebruik van een uniform plan van aanpak (bijvoorbeeld de format van het UWV) of het stellen van aanvullende eisen aan het plan van aanpak. Verplicht overleg tussen werkgever en werknemer (in plaats van afzonderlijk doornemen) over de inhoud, al dan niet in aanwezigheid van de bedrijfsarts. Het benoemen van de status van het plan van aanpak (verplichte ondertekening bij akkoord en verplichting tot uitvoeren van afspraken). Procedureafspraken verzuim-/reïntegratiedossier Het verzuimdossier moet voldoen aan de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Dit kan in de cao worden benoemd en eventueel worden geëxpliciteerd (in een afgesloten kast bewaren, alleen toegang voor casemanager, etcetera). Ook kan worden vastgelegd dat de werknemer een kopie krijgt van alle documenten die in het dossier zijn vastgelegd. Zo ontstaan geen misverstanden doordat de werknemer geen toegang heeft tot voor hem relevante informatie. Procedureafspraken aanwijzing casemanagement De werknemer heeft het recht om zelf een casemanager te benoemen. Om onhandige situaties te voorkomen (‘de buurman als casemanager’), is het wellicht verstandig om hierover procedureafspraken te maken. 3 Rol arbodienst bij langdurig verzuim In Poortwachter staat dat langdurig zieken regelmatig contact moeten hebben met de arbodienst. Men kan ervoor kiezen om de frequentie nader te specificeren (‘minimaal eens in de vier of zes weken’). Ook kunnen sociale partners afspreken dat een aantal ondersteunende diensten worden ingekocht. Denk hierbij aan het vervaardigen van een concept-plan van aanpak, hulp bij het invullen van een reïntegratieverslag of meer uitgebreide informatie aan de werknemer over zijn rechten en plichten. Afstemming tussen huisarts en bedrijfsarts is in de praktijk vaak een knelpunt. Om dit te vergemakkelijken, kan worden vastgelegd dat ‘de Arbodienst door middel van een machtigingsformulier schriftelijk toestemming vraagt aan de werknemer om sociale en medische gegevens uit te wisselen met de huisarts of specialist’. Hetzelfde kan worden geregeld voor afstemming tussen arbodienst en reïntegratiebedrijf. Rol reïntegratiebedrijf bij langdurig verzuim Ook over de rol van reïntegratiebedrijven kunnen afspraken worden gemaakt. Deze komen aan de orde in de brochure ‘Checklist SUWI en de CAO’. (Gedeeltelijk) aan het werk Het is verstandig om in de cao een positieve toonzetting te hanteren bij afspraken over ziekte en (gedeeltelijke) werkhervatting. Paragrafen als ‘De werknemer dient tijdens zijn ziekte geen arbeid te verrichten, behalve….’ kunnen beter in positieve zin worden geformuleerd. Beter is te benoemen dat de werknemer niet hoeft te wachten op toestemming van de bedrijfsarts om weer aan het werk te gaan. Tijdelijk ander werk De CAO-bepaling dat ‘de werknemer alleen verplicht kan worden om tijdelijk te werken in een onderneming die commercieel samenhangt met de onderneming waar de werknemer werkzaam is’ kan belemmerend werken voor reïntegratie. Tijdelijke werkzaamheden in een andere organisatie kunnen een goede oplossing zijn, zowel voor werkgever als werknemer. Het advies is om tijdelijk werk t.g.v. arbeidsongeschiktheid uit te zonderen en hiervoor te verwijzen naar een apart reïntegratieprotocol, waarin rechten en plichten bij reïntegratie worden geregeld. Per 1-1-2003 wordt de reïntegratieverantwoordelijkheid van werkgevers uitgebreid. Werkgevers zijn dan ook verantwoordelijk voor reïntegratie van zieke werknemers als zij niet meer aan het werk kunnen bij de eigen organisatie. Dit is vastgelegd in de Invoeringswet SUWI. Kijk ook op www.aan-twerk.nl bij‘Checklist SUWI en de CAO’. © Projectgroep Aan ’t Werk, 2002 Hoofdbedrijfschap Detailhandel / Hoofdbedrijfschap Ambachten Hoewel aan de samenstelling van deze uitgave de grootst mogelijke zorg is besteed, kunnen de samenstellers geen aansprakelijkheid aanvaarden voor (de gevolgen van) eventuele onjuistheden of onduidelijkheden in de tekst of het ontbreken van informatie. 4