Vragen Is terugbetaling exclusief afhankelijk van een wettelijk kader van psychotherapie? Wat met mensen die een bachelor WUG titel hebben + een erkende 4-jarige opleiding psychotherapie? Stel dat minister De Block de psychotherapie links laat liggen en het arrest van het grondwettelijk hof naast zich neerlegt, kan men dan ook niet spreken van broodroof? En kan dit opnieuw aangevochten worden bij het grondwettelijk hof? Hoeveel ‘Toegetreden Leden’ heeft de BWP? Hoe zit het met psychotherapeuten die momenteel nog geen lid zijn van de BVRGS? Zullen zij automatisch toegetreden leden worden van de BWP of gaat het enkel om mensen die nu al lid zijn? Zullen de toelatingsvoorwaarden voor de BVRGS in de nabije toekomst ook weer veranderd worden? Is er zicht op de werkvoorwaarden voor terugbetaling? M.a.w. moet er beperkt en strikt protocollair worden gewerkt? Bv. 10 sessies voor depressie e.d.m.? Stel dat BWP wordt toegelaten tot de federale raad, wat van de belangen van de toegetreden leden gaan jullie verdedigen en hoe? Moeten we de wet blijven nahollen of moeten we opkomen voor de redding van de psychotherapie? Wat wordt precies verstaan onder het begrip ‘overgangsmaatregelen? Betekent dit ‘tijdelijke maatregelen’? Of zijn het definitieve maatregelen die verschillend zijn voor de verschillende beroepsgroepen? Hoe kan je aantoonbare praktijkervaring bewijzen? Is een bachelor toegepaste psychologie een WUG? Wat zijn 70 ECTS punten? Is de BWP nu al vertegenwoordigd in de federale raad? Wat is volgens de wet ‘psychotherapie uitoefenen’ en ‘psychotherapeut’? Wie mag het uitoefenen? Kunnen toekomstige leden van de BVRGS en niet-leden nog aansluiten bij de BVRGS? Antwoorden In verband met terugbetaling is alles nog erg onzeker. Er is waarschijnlijk erg weinig geld hiervoor. Officieel is er geen duidelijk standpunt. Men vermoedt dat de drie erkende beroepsgroepen (klinisch psychologen en orthopedagogen want artsen werken reeds met terugbetaling) eerst aan de beurt komen voor een statuut van terugbetaling, maar dit is lang niet zeker. Door de opschorting van art. 11 werkt de federale raad verder in functie van de drie beroepsgroepen. De inhoud van autonoom versus onder toezicht werken dient door de federale raad verder uitgeklaard te worden. Dit is nu nog niet concreet. De BWP is nu nog niet vertegenwoordigd in de federale raad. De zitjes zijn nog niet verdeeld. De BWP is als beroepsvereniging wel erkend en heeft zich kandidaat gesteld om vertegenwoordigd te zijn in de federale raad. Waarschijnlijk zal voor de zomervakantie de federale raad samengesteld zijn. De voorzitter van de federale raad is al gekend: prof. Nady Van Broeck. In de wet wordt psychotherapie gezien als een specialisatie van beroepsgroepen die gemachtigd zijn om de psychotherapie te beoefenen. De overheid zal mensen erkennen die gemachtigd zijn om psychotherapie te beoefenen. De BVRGS kan geen mensen erkennen als psychotherapeut. Hoeveel ‘Toegetreden Leden’ de BWP in totaal heeft weten we niet. De BVRGS telt nu ongeveer 330 ‘Werkende Leden’ en ongeveer 560 ‘Toegetreden Leden’ voor de BWP. De BVRGS levert verreweg de meeste Toegetreden Leden’ aan de BWP. Hoe men zijn praktijkervaring dient aan te tonen, zal door de federale raad uitgewerkt worden. Vermoedelijk zal iedereen persoonlijk een dossier moeten indienen met gegevens, bepaald door de federale raad, en zal een commissie beslissen. 70 ECTS punten omvat ongeveer 2100 uren verdeeld over een aantal contacturen met een opleider of docent en een aantal zelfstudie-uren (o.a. praktijk (stage) + studie-uren + uren voor een eindwerk…). [ECTS credits represent the workload and defined learning outcomes ("what the individual knows, understands and is able to do") of a given course or programme.] De BVRGS zal zeker de ‘Toegetreden Leden’ verdedigen door te pleiten voor een ruime interpretatie van de overgangsmaatregelen. De BVRGS wil al haar aangesloten leden meenemen en heeft hier al hard voor gevochten. Dit was niet vanzelfsprekend voor andere verenigingen. Binnen de BWP is er nu een consensus dat iedere vereniging al haar door hen erkende leden mag vertegenwoordigen en dat die leden zich psychotherapeut mogen noemen (in wettelijke termen: gemachtigd zijn de psychotherapie te beoefenen). De BWP is de grootste beroepsvereniging die de psychotherapie vertegenwoordigt en verdedigt. Anderen vertegenwoordigen meer hun beroepsgroep: artsen vertegenwoordigen artsen, klinisch psychologen vertegenwoordigen psychologen… . BWP vertegenwoordigt de psychotherapie. Toch blijft er een zekere dubbelheid: sommige beroepsgroepen/diploma’s, masters én bachelors, WUG en niet-WUG, zullen binnen een aantal jaren geen erkenning kunnen aanvragen om de psychotherapie te mogen uitoefenen. Wie nu binnen de overgangsmaatregelen erkend wordt, blijft definitief erkend. Een bachelor vindt dat de BVRGS in dit verband een dubbel signaal geeft ten aanzien van bachelors-psychotherapeuten: BVRGS komt op voor alle leden en toch blijft er een verschil met master klinische psychologie, masters orthopedagogie en artsen. Prof. G. Loots stelt dat deze wet een verenging betekent van de psychotherapie door ze exclusief binnen een medisch kader te plaatsen: een behandelingsmethode van artsen, klinisch psychologen en orthopedagogen. Psychotherapie is veel meer. Is ook filosofie, antropologie, sociologie, communicatiewetenschap enz. Deze rijkdom en diversiteit dreigt met deze wet verloren te gaan voor de psychotherapie. Iemand stelt dat je in het academiejaar 2016-2017 nog mag starten met een bachelor basisopleiding en later toch erkend kan worden voor de psychotherapie, mits het volgen van een psychotherapie opleiding. Volgens anderen kan men in het academiejaar 2016-2017 nog starten met een psychotherapieopleiding. Wie in het verleden een psychotherapieopleiding heeft gevolgd, voldoet. Opleidingen zullen vanaf 2017 waarschijnlijk wel veranderen. Hoe gaat de federale raad de kwaliteit bewaken? De ingangspoort voor psychotherapie is ‘een stoornis’, diagnostiek, een label. Zeker systeemtherapeuten kijken niet op deze manier naar cliënten. Wie geeft dit label dan? Dit moet uitgeklaard worden door de federale raad. Hopelijk kijkt men niet te veel naar het Nederlands model. Dit is te rigide, regulerend en controlerend en dit werkt niet goed voor psychotherapie. Vlaanderen kijkt te vaak hier naar op. De Franstaligen zijn hier veel breder in. Zoals nu alle leden van de BVRGS hebben kunnen kiezen om geen lid te zijn van de BWP, zullen alle nieuwe leden in de toekomst deze vraag krijgen. De BVRGS heeft momenteel geen weet van een vraag tot aansluiting van de Gestalttherapeuten. De BWP staat naar de toekomst open voor andere verenigingen die een wetenschappelijke onderbouwde psychotherapie vertegenwoordigen. Er heerst veel bezorgdheid dat alles zeer lineair – klinisch gaat worden. Men is bezorgd dat alleen klinisch psychologen psychotherapie beoefenen en dat zou een grote verarming zijn van het veld. De vraag is of terugbetaling wel zo een goede zaak is. Daar zitten ook veel consequenties aan die wellicht niet zo wenselijk zijn: per diagnose een beperkt aantal sessies, mogelijks een zeer lage terugbetaling maar alles moet wel geregistreerd worden… Wat met de counselors. BVRGS heeft het initiatief genomen om de vier verenigingen in vergadering te krijgen om afspraken te maken, af te stemmen, overleg te plegen met betrekking tot toelatingsvoorwaarden, opleiding, opleidingen… voor counselors. De andere verenigingen waren hier dadelijk mee akkoord. De eerste contacten worden gelegd. Wat met de kwaliteitsbewaking van de niet-WUG? BVRGS hanteert voor haar leden strenge toelatingsvoorwaarden, wil haar leden stimuleren tot permanente bijscholing, heeft strenge criteria voor de erkenning van opleiders, supervisors en opleidingen. De BVRGS gaat er vanuit dat leden goed opgeleid zijn om de psychotherapie op een kwalitatieve manier te beoefenen. De nieuwe wet is ook het resultaat van een politiek spel waar de psychotherapie uiteindelijk de gevolgen van draagt. Heel wat belangengroepen hebben een grote rol gespeeld.