Pacem in terris Een studie naar de onafhankelijke bemiddelende rol

advertisement
Pacem in terris
Een studie naar de onafhankelijke bemiddelende rol van de
Heilige Zetel binnen de interstatelijke betrekkingen
Bas Elskamp (3998088)
[email protected]
Bachelorscriptie Geschiedenis
OSIII: ‘Diplomatieke praktijken’
4 januari 2016
Docent: Christ Klep
Aantal woorden: 8425
Inhoudsopgave
Inleiding
1. Diplomatieke mogelijkheden
1.1. Het verdrag van Lateranen (1929)
1.2. Het verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer (1961)
1.3. Besluit
2. Religieuze waarden
2.1. De dualiteit van de nuntius
2.2. De rol van bisschoppen
2.3. Besluit
3. Invloed en macht
3.1. Pauselijke invloed
3.2. Lokale invloed
3.3. Werkwijze en resultaten
3.4. Besluit
Conclusie
Literatuurlijst
3
6
6
8
10
12
12
14
15
17
17
19
21
23
24
27
Inleiding
In 1963 werd de pauselijke encycliek Pacem in terris (Vrede op aarde) uitgegeven door paus
Johannes XXIII. Personen en staten moeten volgens de encycliek een actieve houding aannemen
om vrede te bewerkstelligen. Vrede moest gehandhaafd worden en volgens de paus kon de
katholieke kerk hieraan bijdragen. Deze boodschap zou een enorm effect hebben op het Tweede
Vaticaanse Concilie (1962-1965) en de initiatieven die in de decennia daarna genomen zouden
worden op het gebied van vredesopbouw vanuit de katholieke kerk. Het verdedigen van
mensenrechten als basis van vrede zou voortaan centraal staan.1 Tevens wordt duidelijk uit de
encycliek dat relaties tussen staten gebaseerd zouden moeten worden op het algemeen belang
van de mens: ‘And lastly one must bear in mind that, even when it regulates the relations
between States, authority must be exercised for the promotion of the common good. That is the
primary reason for its existence.’2 Door dit na te streven dient diplomatie een hoger doel dan
statelijke ambities.
Als de media-aandacht voor huidige pauselijke statements bestudeerd wordt, komt
hieruit niet alleen een grote spirituele, maar ook een grote wereldlijke invloed van de paus naar
voren. Wanneer er echter naar de specifieke diplomatieke positie van de paus wordt gekeken,
blijkt dat het Vaticaan niet ingericht is als elke andere traditionele staat. Een boodschap van de
paus is dan ook doorgaans niet gericht op inwoners of burgers van een specifieke staat. Hij richt
zich voornamelijk op religieuze volgelingen over de hele wereld. De Heilige Zetel heeft vanaf de
uitgifte van de encycliek van paus Johannes XXIII ontwikkelingen doorgemaakt op het gebied
van vredesopbouw en diplomatie. De vraag doet zich dan ook voor of zij niet ook een rol kunnen
spelen binnen de interstatelijke betrekkingen. De centrale kwestie die onderzocht zal worden is
dan ook of de Heilige Zetel geschikt is voor een onafhankelijke bemiddelende rol binnen de
betrekkingen tussen staten.
Het onderzoek naar deze bemiddelende rol zal bestaan uit een aantal aspecten. In het
eerste hoofdstuk zal de speciale diplomatieke positie waarin pauselijke diplomaten zich
bevinden geanalyseerd worden. Het zal duidelijk worden dat hen aparte diplomatieke rechten
zijn toebedeeld, wat kan zorgen voor een voorsprong op diplomaten van andere staten wanneer
er bemiddeling nodig is. Een ander belangrijk thema waar in het tweede hoofdstuk inzicht in zal
worden geboden, is het religieuze aspect van de katholieke kerk. Zo zal blijken dat bepaalde
religieuze standpunten effect hebben op de diplomatieke posities van diplomaten van de Heilige
United States Institute of Peace, Special report: catholic contributions to international peace (Washington
DC 2001) 3. Online beschikbaar: http://www.usip.org/sites/default/files/sr69.pdf (1 januari 2016).
2 Het Vaticaan, ‘Pacem in terris. Encyclical of pope John XXIII on establishing universal peace in truth,
justice, charity, and liberty’ (versie onbekend), http://w2.vatican.va/content/johnxxiii/en/encyclicals/documents/hf_j-xxiii_enc_11041963_pacem.html (1 januari 2016).
1
3
Zetel. Deze religieuze overtuigingen zullen dan ook belangrijk zijn voor het slagen of falen van
bemiddelingspogingen. In het derde en laatste hoofdstuk zullen de invloed van status en macht
van de katholieke kerk in de huidige wereld onderzocht worden. Een belangrijk onderdeel van
dit hoofdstuk is de invloed op het bemiddelingsproces. Verder zal binnen dit hoofdstuk de rol en
invloed van de paus als statelijk en spiritueel leider gewogen worden bij de bemiddeling tussen
staten. Tot slot zullen in dit deel ook verschillende organisaties aan bod komen die lokale
initiatieven ondernemen en hiermee een andere vorm van katholieke bemiddeling uitoefenen. In
de conclusie zal een antwoord worden gegeven op de hoofdvraag. Hiernaast zal de mogelijke rol
van katholieke organisaties binnen lokale bemiddeling worden geanalyseerd, waarna de
pauselijke bemiddeling en lokale bemiddeling met elkaar vergeleken zullen worden. Tot slot
zullen enkele perspectieven voor vervolgonderzoek worden uitgediept.
Wanneer valt er echter vast te stellen dat een bemiddelende rol is weggelegd voor een
staat? Voordat onderzocht kan worden of een staat in gunstige of ongunstige omstandigheden
verkeert om te bemiddelen zal er eerst een bepaalde kwalificatie moeten worden gesteld aan
een potentiële bemiddelende staat. De Britse hoogleraar politieke wetenschappen Geoffrey R.
Berridge doet dit in zijn boek Diplomacy. Theory and practice. Hij stelt een theorie op waarin hij
een aantal karakteristieken opstelt die zouden leiden tot ‘de ideale bemiddelaar’. Belangrijk is
om te onthouden dat Berridge inziet dat elke situatie vraagt om een afzonderlijke aanpak. Echter
kunnen deze algemene karakteristieken wel leiden tot de grootste slagingskans bij een poging
tot bemiddeling. Een eerste karakteristiek is dat de bemiddelende partij als onpartijdig gezien
moet worden door de verdeelde partijen. Daarnaast moet de bemiddelaar invloed of effectieve
macht hebben ten opzichte van de andere partijen. Een derde punt is dat de bemiddelaar de
mogelijkheid moet hebben om constante aandacht aan het conflict te besteden. Ten slotte moet
de bemiddelende partij ook gedreven zijn om tot een blijvende oplossing te komen.3 Berridge
benadrukt daarnaast, onder bepaalde voorwaarden, de voordelen van een mogelijke
bemiddelende rol van de Heilige Zetel: ‘[T]he Holy See is, in principle, well-suited to the
mediation of a conflict between two Catholic states, provided the exertion of material power
over them is not required.’4 De karakteristieken die Berridge noemt, zullen later in het
onderzoek verder uitgediept en toegepast worden op de speciale positie van de paus. Hierdoor
kan aangetoond worden dat de speciale positie van de paus en de katholieke kerk binnen de
internationale diplomatie gekoppeld kan worden aan de benodigde eigenschappen voor
bemiddeling.
Een onderzoek naar een geschikte staat of instantie om bemiddeling uit te voeren is zeer
gewenst, aangezien een voorsprong wat betreft bemiddeling op andere staten kan leiden tot een
3
4
G.R. Berridge, Diplomacy. Theory and practice (Basingstoke 2010) 246.
Ibidem, 245.
4
grotere succeskans van de bemiddelingspoging. Het is daarnaast belangrijk om op dit vlak
vooruitgang te boeken en bemiddeling uit te laten voeren door de meest geschikte staten of
instanties, mochten deze aanwezig zijn. Bemiddeling is een oplossing om conflicten tot een einde
te brengen, maar ook andere theorieën over conflictbeslechting hebben voorstanders. Om
bemiddeling reëel en attractief te houden ten opzichte van deze andere theorieën zullen
bemiddelingspogingen tot een goed einde gebracht moeten worden en hiervoor zijn de beste
bemiddelaars nodig.
Een ander belangrijk punt om te onthouden is dat dit onderzoek niet gericht is op de
bredere vraag of het moreel gerechtvaardigd is voor een religieuze instantie om zich bezig te
houden met diplomatie en als bemiddelaar op te treden tussen staten op een internationaal
toneel. Dit onderzoek richt zich puur op het vraagstuk of de katholieke morele gedachtegang,
internationale regels en kerkelijke invloed een perspectief bieden voor een bemiddelende rol
van de Heilige Zetel. Het morele vraagstuk of zij dit ‘zouden moeten doen’ komt hierbij dus niet
aan de orde.
De gebruikte bronnen benadrukken dan ook concreet de speciale positie van de Heilige
Zetel en zijn diplomaten binnen het internationale diplomatieke verkeer. Een aantal primaire
bronnen, zoals het Verdrag van Lateranen uit 1929 en het Verdrag van Wenen inzake
diplomatiek verkeer uit 1961, benadrukken dit. Secundaire bronnen analyseren deze speciale
positie van de paus ten opzichte van andere staten grondiger en zijn dan ook gebruikt om het
totaalbeeld te complementeren. Dit onderzoek kan dan ook beschreven worden als een
literatuuronderzoek.
5
1
Diplomatieke mogelijkheden
Voordat de diplomatieke positie van pauselijke diplomaten weergegeven wordt, zal eerst ter
opheldering kort worden ingegaan op enkele definities binnen de diplomatie in het algemeen en
binnen het pauselijke bestuur. Zo wordt bijvoorbeeld een diplomaat in dienst van de paus een
(apostolisch) nuntius genoemd. Verder worden vaste residenties van de paus in andere staten
geen ambassades genoemd, maar apostolische nuntiaturen.5 Tot slot wordt er vaak gesproken
over ‘het diplomatieke korps’. Alle binnenlandse en buitenlandse diplomaten binnen één staat
vormen samen een gemeenschap van diplomaten binnen die staat. Deze gemeenschap van
diplomaten wordt ook wel het diplomatieke korps genoemd.6
In dit hoofdstuk zal de diplomatieke positie van nuntiussen binnen het internationale
diplomatieke korps geanalyseerd worden. Dit zal gedaan worden aan de hand van twee
belangrijke historische verdragen. Ten eerste zal het verdrag van Lateranen uit 1929 gebruikt
worden om de speciale band tussen de paus en het Vaticaan te verklaren. Vervolgens zal deze
speciale relatie tussen de paus en het Vaticaan gebruikt worden om te beschrijven welke
voordelen dit kan bieden voor een bemiddelende rol. Aansluitend zullen de belangrijkste punten
uit het verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer uit 1961 bestudeerd worden. Hiermee
kan de aparte positie van de nuntius ten opzichte van diplomaten van andere staten verhelderd
worden en afgewogen worden of en op welke manier de nuntius tijdens een bemiddeling
voordeel kunnen halen uit zijn positie.
1.1 Het verdrag van Lateranen (1929)
Het verdrag van Lateranen uit 1929 is opgesteld tussen de Heilige Zetel en de Italiaanse
regering. Sinds 1870 werden de pauselijke bezittingen officieel aangeduid als Italiaans
grondgebied en werd de paus gezien als een gevangene binnen het Vaticaan. Om deze kwestie op
te lossen werden afspraken gemaakt tussen de Heilige Zetel en Italië die vastgelegd zouden
worden binnen een verdrag. Een Engelse versie van het verdrag van Lateranen kan gevonden
worden op de officiële website van het Vaticaan. Deze versie is gebruikt om de unieke positie
van de paus en de katholieke kerk binnen Vaticaanstad te analyseren. In dit verdrag is de
soevereiniteit van de Heilige Zetel officieel erkend door Italië. Om te verzekeren dat de
soevereiniteit van de paus ook internationaal erkend zou worden is Vaticaanstad opgericht,
waarover de paus absolute macht verkreeg. Er wordt duidelijk gesteld dat de Italiaanse regering
E. Pentin, ‘Vatican diplomacy’, Diplomat Magazine (versie onbekend),
http://www.diplomatmagazine.com/issues/2010/march/253-vatican-diplomacy-v15-253.html (1
december 2015).
6 Berridge, Diplomacy, 106-107.
5
6
geen autoriteit heeft binnen het grondgebied dat toegekend is aan de Heilige Zetel.7 Deze macht
van de paus reikt echter verder dan alleen het grondgebied van Vaticaanstad. Zo wordt in artikel
10 van het verdrag aangegeven dat geestelijken die in dienstverband van het Vaticaan buiten het
grondgebied komen van Vaticaanstad niet mogen worden gehinderd, onderzocht of gestoord
door de Italiaanse autoriteiten. Ook wordt in artikel 11 benadrukt dat de Italiaanse staat zich op
geen enkele manier mag bemoeien met het centrale geheel van de katholieke kerk.8 Zoals later
zal blijken wanneer het verdrag van Wenen geanalyseerd wordt tonen dergelijke maatregelen
en uitzonderingen overeenkomsten met de bijzondere rechten die diplomaten en ambassades
hebben verkregen. De speciale privileges die de Heilige Zetel al vroeg heeft verkregen worden
hierdoor benadrukt.
Daarnaast zijn er ook artikelen opgesteld die de omgang van de Heilige Zetel binnen het
internationale diplomatieke verkeer versoepelen. Zo wordt in artikel 12 vastgelegd dat gezanten
van buitenlandse regeringen naar de Heilige Zetel binnen Italië alle voorrechten en
immuniteiten zullen behouden die diplomaten kennen onder het internationale recht. Daarnaast
mag hun verblijf, dat ook immuniteit kent volgens het internationale recht, binnen Italiaans
grondgebied liggen, ook als de buitenlandse staat geen diplomatieke relaties heeft met Italië.9
Een belangrijk tweede thema dat wordt aangestipt in artikel 19 is het feit dat diplomaten van het
Vaticaan of diplomaten van buitenlandse regeringen die zijn toegewezen aan het Vaticaan
zonder problemen of hinder het Vaticaanse grondgebied moeten kunnen bereiken via Italiaans
grondgebied. Hiervoor is geen andere formaliteit vereist dan het laten zien van een paspoort
waarin een visa aanwezig is van de buitenlandse pauselijke vertegenwoordiger.10 Deze twee
artikelen dragen enorm bij aan de bewegingsvrijheid van buitenlandse diplomaten binnen Italië
richting het Vaticaan en zorgen ervoor dat de Heilige Zetel op het internationale diplomatieke
toneel meer mogelijkheden heeft. Diplomatiek overleg binnen zowel Vaticaanstad als Italië
wordt door deze artikelen mogelijk gemaakt en zorgt ervoor dat vaste residenties van
buitenlandse staten binnen Italië toegewezen aan de Heilige Zetel mogelijk blijven. Tot slot
wordt de van oorsprong neutrale diplomatieke positie van de Heilige Zetel benadrukt binnen het
verdrag:
[…] the Holy See declares that it desires to remain and will remain outside of any temporal
rivalries between other States and the international congresses called to settle such matters,
Het Vaticaan, ‘Treaty between the holy see and Italy. In the name of the most holy trinity’ (versie
onbekend), http://www.vaticanstate.va/content/dam/vaticanstate/documenti/leggi-edecreti/Normative-Penali-e-Amministrative/LateranTreaty.pdf (31 december 2015) 1-2.
8 Ibidem, 5.
9 Ibidem, 6.
10 Ibidem, 9.
7
7
unless the contending parties make a mutual appeal [mijn cursivering] to its mission of peace; it
reserves to itself in any case the right to exercise its moral and spiritual power.11
Door dit uitgangspunt vast te leggen in een artikel van het verdrag wordt een neutrale houding
van de Heilige Zetel bij bemiddeling tussen partijen geloofwaardiger. Ook wordt duidelijk dat er
al in 1929 werd nagedacht over de algemene bevordering van de vrede door de katholieke kerk
en hoe deze in de praktijk toegepast kon worden bij bemiddeling tussen staten, zonder de
neutraliteit van het Vaticaan te schenden. Om deze neutraliteit te waarborgen en geloofwaardig
te houden werd er zo gehamerd op het principe dat staten in conflict gezamenlijk om
bemiddeling moesten verzoeken. Er kan gesteld worden dat het verdrag van Lateranen de
Heilige Zetel in staat stelt om actief op te treden op het diplomatieke toneel zonder daarbij veel
belemmeringen te ondervinden van de Italiaanse staat. Zonder dit verdrag was constant
diplomatiek verkeer niet mogelijk, laat staan bemiddeling op een hoog niveau.
1.2 Het verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer (1961)
Het verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer uit 1961 is opgesteld door lidstaten binnen
de Verenigde Naties om de rechten en immuniteiten van diplomaten en diplomatieke
vertegenwoordigingen vast te leggen. Deze rechten en immuniteiten waren al wel eerder
vastgelegd, zoals bij het Congres van Wenen in 1815, maar dit was op veel kleinere schaal en
niet duidelijk genoeg. Wanneer het verdrag van Wenen grondiger geanalyseerd wordt, blijkt dat
een aantal artikelen binnen dit verdrag zeer belangrijk zijn voor de diplomatieke positie van de
Heilige Zetel op internationaal niveau. Ten eerste wordt in artikel 14 van het verdrag specifiek
de rol van de nuntius benoemd.12 De nuntius is in rang gelijk aan een ambassadeur. Vervolgens
staat de rol van internuntius gelijk aan die van gevolmachtigd ministers. Het feit dat de
pauselijke diplomaten binnen het verdrag speciaal genoemd moeten worden en een plaats
moeten krijgen ten opzichte van gewone diplomaten geeft aan dat hun rol binnen de diplomatie
uitzonderlijk was al voordat het verdrag werd opgesteld. Nu werd de speciale status van de
nuntius juist door een aantal artikelen binnen het verdrag vastgelegd.
In artikel 16.1 van het verdrag wordt aangegeven dat het langst zittende hoofd van een
missie binnen een staat precedence krijgt binnen hun rangverdeling zoals deze is weergegeven
in artikel 14.13 Precedence moet gezien worden als een voorrang op andere hoofden van missies.
Het heeft dus een hiërarchische betekenis. Dit hoeft niet alleen functioneel te zijn, maar kan ook
Het Vaticaan, ‘Treaty between the holy see and Italy. In the name of the most holy trinity’ (versie
onbekend), http://www.vaticanstate.va/content/dam/vaticanstate/documenti/leggi-edecreti/Normative-Penali-e-Amministrative/LateranTreaty.pdf (31 december 2015) 10.
12 De Verenigde Naties, ‘Vienna convention on diplomatic relations. Done at Vienna, on 18 April 1961’, in:
De Verenigde Naties, Treaty Series 500 (New York 1965) 104.
13 Ibidem.
11
8
een symbolische of ceremoniële waarde hebben. Zoals eerder aangeven vormt de gemeenschap
van diplomaten die meerdere staten vertegenwoordigen binnen één staat het diplomatieke
korps. Het hoofd van het diplomatiek korps als geheel wordt een deken genoemd. Belangrijk is
dat in artikel 16.1 wordt verwezen naar artikel 13, waarbij de volgorde van het aanbieden van
referenties van diplomaten bepaald wordt door de datum en tijd waarop zij gearriveerd zijn als
hoofd van een missie. Alle aspecten van het verdrag zijn dus ingericht om het langst zittende
hoofd van een missie ook het hoofd van het diplomatieke korps bij een staat te maken.
Artikel 16 eindigt echter met een derde punt waarin een algemene opmerking verwerkt
is die cruciaal is voor de rol van pauselijke diplomaten: ‘This article is without prejudice to any
practice accepted by the receiving State regarding the precedence of the representative of the
Holy See.’14 Voordat het verdrag werd opgesteld was het namelijk voor veel katholieke staten
gebruikelijk om de nuntius te benoemen tot hoofd van een diplomatiek korps bij een staat. De
duur van hun verblijf binnen de staat speelde hierbij geen rol. Al tijdens het Congres van Wenen
in 1815 was de bepaling van hiërarchie op basis van diplomatieke anciënniteit vastgesteld. Hier
werd echter nog de uitzondering toegevoegd dat deze bepaling geen invloed zou hebben op de
diplomatieke vertegenwoordiging van de paus.15 Dit was een teken van respect richting de
katholieke kerk en de paus. De toevoeging van deze regel binnen het congres zorgt ervoor dat
het toepassen van deze vorm van respect nog steeds mogelijk blijft. Ook uit het verdrag van
Lateranen blijkt dat deze vorm van respect vaak zwaarder weegt dan een hiërarchie op basis van
diplomatieke anciënniteit. Zo wordt vastgelegd in artikel 12:
The Contracting Parties [de Heilige Zetel en Italië] commit themselves to establish normal
diplomatic relations between them, by means the accreditation of an Italian Ambassador to the
Holy See and of a Papal Nuncio to Italy, who will be Dean of the Diplomatic Corps, in accordance
with the customary right recognized by the Congress of Vienna by the Act of 9 June 1815. 16
Met de opschriftstelling van deze drie verdragen heeft de katholieke kerk zijn bijzondere positie
weten te behouden, waarbij staten als uitzondering op de ‘normale regels’ kunnen afwijken van
de diplomatieke anciënniteit. Wel kan gesteld worden dat de uitingen ten opzichte van de
bijzondere positie van de katholieke kerk stelliger waren binnen het Congres van Wenen en het
verdrag van Lateranen. Zo werden in de tekst van het Congres nog de woorden ‘geen invloed’
De Verenigde Naties, ‘Vienna convention on diplomatic relations’, 104.
Congres van Wenen, Translation of the general treaty, signed in congress, at Vienna, June 9, 1815: with the
acts thereunto annexed. Presented to both houses of parliament, by command of his royal highness, the
prince regent, February, 1816 (Londen 1816) 147-148. Online beschikbaar: http://liberalism-inamericas.org/47/ (31 december 2015).
16 Het Vaticaan, ‘Treaty between the holy see and Italy. In the name of the most holy trinity’ (versie
onbekend), http://www.vaticanstate.va/content/dam/vaticanstate/documenti/leggi-edecreti/Normative-Penali-e-Amministrative/LateranTreaty.pdf (31 december 2015) 6.
14
15
9
opgenomen wanneer de rol tussen diplomatieke anciënniteit en diplomatieke pauselijke
vertegenwoordiging werd beschreven. Ook werd in het verdrag van Lateranen onontkoombaar
vastgesteld met de woorden ‘who will be’ dat de pauselijke vertegenwoordiger de deken van het
diplomatieke korps zou zijn in Italië. In het verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer zien
we middels de tekst ‘without prejudice’ in artikel 16.3 al een onpartijdigere houding ten
opzichte van pauselijke vertegenwoordigers. Hoewel het nog steeds mogelijk is om pauselijke
diplomaten een hogere hiërarchische rang te verschaffen op basis van respect, status en traditie,
zal deze beslissing plaats moeten vinden op basis van keuzes van staten, niet op basis van
internationaal vastgelegde regels. In de tussenliggende periode heeft de katholieke kerk zijn
speciale diplomatieke positie dus met succes weten te behouden, maar is de optie voor staten
om dit respect te verlenen veranderd van een ongeschreven regel naar een diplomatieke
keuzemogelijkheid.
Wanneer de situatie van vandaag de dag geanalyseerd wordt kan opgemaakt worden dat
er nog weinig veranderd is aan deze positie van de Heilige Zetel op diplomatiek gebied binnen
het diplomatieke korps. Veel katholieke staten binnen Europa en Zuid-Amerika maken nog
steeds gebruik van artikel 16.3 om de nuntius speciale privileges te verschaffen en sommigen
zijn dan ook hoofd van het diplomatieke korps.17 Deze positie zorgt voor meer mogelijkheden
wanneer een bemiddelende rol benodigd is. Zij worden in deze staten namelijk beschouwd als
hoogste diplomaat binnen het diplomatieke korps en genieten veel respect. Hun invloed is
daardoor relatief groot binnen deze staten. De totstandkoming van het verdrag van Wenen
inzake diplomatiek verkeer uit 1961 droeg zo bij tot nog meer voordelen voor de Heilige Zetel
binnen de internationale diplomatie, waarbij de geschiktheid van de Heilige Zetel als
bemiddelaar alleen maar toenam. Door de rol van de nuntius formeel vast te leggen kunnen
misverstanden over zijn status niet meer ontstaan.
1.3 Besluit
Nu de belangrijkste artikelen binnen beide verdragen geanalyseerd zijn kan er na worden
gegaan welke inzichten een rol kunnen spelen bij het vraagstuk van bemiddeling. Uit beide
verdragen is gebleken dat zij er niet direct toe zullen leiden dat de Heilige Zetel de ideale
bemiddelaar is, echter brengen de afspraken binnen de verdragen wel voordelen met zich mee
die de Heilige Zetel geschikt maken voor een bemiddelende positie. Zo heeft het verdrag van
Lateranen gezorgd voor diplomatieke bewegingsvrijheid van nuntiussen binnen Italië richting
het Vaticaan. Ook buitenlandse diplomaten kunnen het Vaticaan eenvoudiger bereiken zonder
Pentin, ‘Vatican Diplomacy’, Diplomat Magazine (versie onbekend),
http://www.diplomatmagazine.com/index.php?option=com_content&view=article&id=253 (1 januari
2016).
17
10
hinder. De eerste stap om op grote schaal diplomatieke banden aan te gaan is hiermee in 1929
genomen. Uit het verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer is gebleken dat de positie van
de nuntius in een universeel geldend document bevestigd werd. Waar eerder onenigheid kon
bestaan in staten over hiërarchie, is de positie van de nuntius nu vastgelegd. Verder is het
respectvolle gebruik om de nuntius deken van het diplomatieke korps te maken blijven bestaan
in veel staten, ondanks de gemaakte afspraken in het verdrag. De opname van artikel 16.3 is hier
cruciaal voor geweest. Binnen een bemiddeling kan een hogere diplomatieke rang op basis van
respect voordelen met zich meebrengen waardoor de slagingskans groter wordt. De verdragen
mogen dus beschouwd worden als ‘diplomatieke mogelijkheden’ voor de Heilige Zetel om in de
toekomst een betere rol te kunnen vervullen bij bemiddeling.
11
2
Religieuze waarden
In dit hoofdstuk zal geanalyseerd worden hoe de religieuze leer van de katholieke kerk
bemiddelingspogingen kan beïnvloeden. Ten eerste zal hiervoor de duale rol van de nuntius
bestudeerd worden aan de hand van een analyse van de Pauselijke Ecclesiastische Academie
waaraan zij hun opleiding volgen. Vervolgens zal het effect van deze duale rol van de nuntius op
een bemiddelingsproces besproken worden. Hiervoor zullen twee karakteristieken van de ideale
bemiddelaar die aangegeven zijn door Geoffrey R. Berridge getoetst worden. Tot slot zal de
lokale rol van bisschoppen binnen bemiddeling aan bod komen, om een beter beeld te schetsen
van de rol van religie bij katholieke bemiddelingspogingen.
2.1 De dualiteit van de nuntius
Een belangrijk verschil tussen nuntiussen en diplomaten van andere staten is het feit dat de
oorspronkelijke functie van een nuntius tweeledig is. Een kenmerkende eigenschap voor
professionele
diplomaten
is
het
feit
dat
zij
hun
eigen
staat
en
zijn
belangen
vertegenwoordigen.18 Nuntiussen hebben echter een tweede belangrijke functie die uitgevoerd
moet worden. Naast het vertegenwoordigen van de belangen van de Heilige Zetel vervullen zij
ook de religieuze functie van het controleren van de nationale kerk.19 Het doel van deze
controlefunctie is het volbrengen van de hun toevertrouwde religieuze missie in deze staten.
Wanneer deze taken van de nuntius grondiger bestudeerd worden, blijkt dat de religieuze
controlefunctie meer is dan alleen een functie van symbolische waarde. Dit blijkt bijvoorbeeld
uit een interview dat in 2006 plaatsvond tussen een vertegenwoordiger van het Thomas
Aquinas College in California en aartsbisschop en voormalig permanente waarnemer van de
Heilige Zetel bij de Verenigde Naties Celestino Migliore. In dit interview beschrijft Migliore de
speciale opleiding die nuntiussen volgen. De Pauselijke Ecclesiastische Academie in Rome is een
instelling die compleet is ingericht om diplomaten op te leiden voor diplomatieke functies in
dienst van de Heilige Zetel. Over de opleiding zelf geeft Migliore het volgende aan:
These candidates enter after having been ordained priests. Therefore, all of them already possess a
degree in theology. Many also possess another degree in various disciplines, specifically in Canon Law.
The academic curriculum consists of two years of specialized studies: ecclesiastical diplomacy,
international law, monographs on international organizations and on techniques of negotiations; the
Berridge, Diplomacy, 107.
Auteur onbekend, ‘Papal diplomacy. God’s ambassadors’, The Economist (versie 19 juli 2007),
http://www.economist.com/node/9516461 (30 november 2015).
18
19
12
history of ecclesiastical diplomacy, diplomatic styles, courses on great modern cultural and
theological strains; and economic and social questions. 20
Uit de beschrijving van Migliore kan opgemaakt worden dat de nadruk binnen de diplomatieke
scholing van nuntiussen niet alleen ligt op een puur wereldlijk aspect. Binnen zijn beschrijving
van de scholing van nuntiussen in de Pauselijke Ecclesiastische Academie lijkt het religieuze
aspect een dominante factor. Niet alleen Migliore, maar ook paus Franciscus benadrukte tijdens
een speech bij dezelfde Academie hoeveel waarde de religieuze functie heeft binnen
diplomatieke posities. Zo geeft hij aan dat carrièredrang niet de belangrijkste drijfveer moet zijn
van nuntiussen. Ambitie en persoonlijke belangen zouden onderdrukt moeten worden, volgens
hem. Belangrijker zou zijn om het evangelie als drijfveer te gebruiken en om de missie te
volbrengen die hen is toevertrouwd.21 Ook hier is te zien dat de religieuze functie van de nuntius
de boventoon voert bij discussies over hun belangrijkste taken en missies. Deze nadruk op de
religieuze functie van de nuntius wordt benadrukt in het boek The Holy See and the international
order uit 1976. Het boek is geschreven door de Italiaan Hyginus Eugene Cardinale. Hij was
destijds de titulair aartsbisschop van Nepte en apostolisch nuntius van België, Luxemburg en de
Europese
Gemeenschap.
Het
uiteindelijke
doel
van
het
systeem
van
pauselijke
vertegenwoordiging zou niet politiek maar spiritueel zijn. Door gerechtigheid en barmhartigheid
na te streven wordt internationale harmonie en vrede nagestreefd.22 Dit is ook de reden dat paus
Franciscus het idee van soberheid en een simpele leefwijze zo benadrukt richting de nuntiussen.
Hoe kunnen de verschillende functies die de pauselijke vertegenwoordigers zijn
toevertrouwd echter bijdragen tot een betere slagingskans van bemiddelingspogingen?
Wanneer de Heilige Zetel of zijn vertegenwoordigers bemiddelen tussen staten in conflict, blijkt
dat de gedrevenheid die hen stuurt niet puur gebaseerd is op nationale belangen. De religieuze
functie die nuntiussen vervullen naast het vertegenwoordigen van de belangen van de Heilige
Zetel, zorgt er voor dat zij andere belangen in ogenschouw nemen. Zo kan ‘de gedrevenheid om
de missie te volbrengen die hen is toevertrouwd’, waar de paus over sprak, leiden tot de
benodigde gedrevenheid voor een blijvende oplossing die de al eerder genoemde Geoffrey R.
Berridge aanhaalt als belangrijke karakteristiek van een ideale bemiddelaar. Religieuze
overtuigingen, in de vorm van het evangelie, dragen op deze manier indirect bij aan een
succesvolle bemiddeling.
Thomas Aquinas College, ‘An interview with archbishop Migliore’ (versie onbekend),
http://thomasaquinas.edu/news/interview-archbishop-migliore (30 november 2015).
21 A. Tornielli, ‘Francis steers future Vatican diplomats away from careerism’, La Stampa (versie 6 juni
2013), http://vaticaninsider.lastampa.it/en/the-vatican/detail/articolo/nuzi-nucio-papa-el-papa-popebergoglio-roncalli-25431/ (30 november 2015).
22 H.E. Cardinale, The Holy See and the international order (Londen 1976) 54.
20
13
Een andere belangrijke karakteristiek van Berridge die besproken is in de inleiding van
dit onderzoek is dat de bemiddelaar als onpartijdig gezien moet worden door de verdeelde
partijen. In dit geval behoort de religieuze visie en de neutrale houding die is opgenomen in het
verdrag van Lateranen, zoals beschreven in hoofdstuk 1, voor een onpartijdige houding te
zorgen. Los van de vraag of zij daadwerkelijk neutraal zijn, geeft de katholieke kerk aan dat alle
mensen gelijk zijn in Gods ogen.23 Uit morele en religieuze overtuigingen zullen zij hier dan ook
naar handelen en een afzijdige houding aannemen. Of de verdeelde staten overtuigd zijn door
deze onpartijdige positie van de Heilige Zetel is afhankelijk van de waarde die zij hechten aan de
morele en religieuze overtuigingen van het katholieke geloof. De positie van de Heilige Zetel met
betrekking tot deze belangrijke succesfactoren voor bemiddeling die Berridge noemt wordt
nader toegelicht in het boek van Cardinale. Hij onderstreept de speciale rol die de Heilige Zetel
kan hebben binnen de internationale diplomatie: ‘It is only if the contending parties make a
unanimous appeal for its intervention as a disinterested arbitrator, that the Holy See reserves to
itself the right to intervene, taking into account the overriding interests of the common good.’24
Hiermee wordt zowel de onpartijdigheid als de gedrevenheid om de missie te volbrengen
aangestipt. Hoewel Cardinale over arbitrage spreekt en niet over bemiddeling, kunnen deze
karakteristieken – die overeenkomen met die van Berridge – ook worden toegeschreven aan de
Heilige Zetel wanneer deze optreedt in een bemiddelende rol.
Vanzelfsprekend kan gesteld worden dat de onpartijdige positie van de Heilige Zetel
binnen staten met een overwegend katholieke bevolking als geloofwaardiger over zal komen,
gezien het vertrouwen dat de katholieke kerk doorgaans geniet van deze staten. Zoals echter is
gebleken uit de recente bemiddeling van de paus tussen de Verenigde Staten en Cuba, zijn
sommige ‘protestantse staten’, zoals in dit geval de Verenigde Staten, ook overtuigd van de
neutrale positie van de Heilige Zetel.25 Om staten hiervan te overtuigen zijn goede diplomatieke
banden een belangrijke aspect.
2.2 De rol van bisschoppen
Naast deze karakteristieken voor bemiddeling is er ook voor bisschoppen een bemiddelende rol
weggelegd. Dit wordt duidelijk uit een toespraak van John Onaiyekan, de aartsbisschop van
Abuja te Nigeria. Onaiyekan sprak tijdens een conferentie in 2008 over de toekomst van
katholieke vredesopbouw. Deze conferentie vond plaats in de Amerikaanse universiteit van
S. Adams, ‘Paus: Wij zijn allen gelijk in Gods ogen’, Katholiek Nieuwsblad (versie 27 juni 2013),
http://www.katholieknieuwsblad.nl/woord-van-de-paus/item/4136-paus-wij-zijn-allen-gelijk-in-godsogen.html (1 december 2015).
24 Cardinale, The Holy See and the international order, 34.
25 Auteur onbekend, ‘Vatican mediation in US-Cuba relations applauded’, Voice of America News (18
december 2014), http://www.voanews.com/content/reu-vatican-mediation-in-us-cuba-relationsapplauded/2564401.html (1 januari 2016).
23
14
Notre Dame. De conferentie werd georganiseerd door het Catholic Peacebuilding Network, dat in
hoofdstuk 3 uitvoeriger aan bod zal komen. Bij deze conferentie waren 275 deelnemers
aanwezig uit 28 verschillende staten. De bijdrage van Onaiyekan aan deze conferentie was
getiteld The role of bishops in peace building. Volgens hem is de rol van de bisschop op de eerste
plaats religieus en moet hij als spiritueel leider voor de mensen fungeren. Deze spirituele rol
moet echter wel binnen een bepaalde socio-politieke context uitgevoerd worden. Dit wordt
volgens Onaiyekan het meest duidelijk op het gebied van vredesopbouw.26
In deze toespraak wordt het accent gelegd op de rol van de bisschop, die zou moeten
bestaan uit de missie van de priester, de profeet en de koning. De rol van profeet moet niet
letterlijk geïnterpreteerd worden maar gezien worden als een rolinvulling die mensen de
boodschap van God brengt, namelijk de boodschap van vrede en verzoening. De rol van koning is
een meer praktische taak. Als leider van de gemeenschap moet de bisschop betrokken zijn bij
gebeurtenissen om hem heen en moet hij een bemiddelaar zijn tussen conflicterende partijen en
hen tot vrede en verzoening brengen. Het priesterlijke aspect wijst op de spirituele rol die
toegepast moet worden om verzoening en vrede te bewerkstelligen.27 De belangrijkste rol die
Onaiyekan aanwijst bij bemiddeling van de katholieke kerk is in dit geval de koning. Via
praktische wegen kunnen bisschoppen hiermee invloed hebben op conflicterende partijen. ‘In
situations of open conflict, he [de bisschop] may have as his major priority the task of conflict
resolution. This often entails mediation, not excluding even dangerous interventions among
belligerent groups’28, aldus Onaiyekan.29 Onaiyekan spreekt in zijn betoog over vredesopbouw in
het algemeen, maar het wordt duidelijk dat bemiddeling een plaats krijgt toegewezen binnen
lokale kerkgemeenschappen. Naast bemiddeling op een hoog niveau kan de katholieke kerk dus
ook op een lokaal niveau een bemiddelende rol uitoefenen tussen conflicterende partijen via
bisschoppen.
2.3 Besluit
De belangrijke religieuze rol die is toegekend aan nuntiussen naast het vertegenwoordigen van
de belangen van de Heilige Zetel zorgt ervoor dat zij tijdens een bemiddelingsproces kunnen
beschikken over de vereiste gedrevenheid voor een blijvende oplossing die Berridge beschrijft
in zijn theorie over de ideale bemiddelaar. Een andere belangrijke factor is de onpartijdige
houding die de Heilige Zetel zou moeten bezitten om een succesvolle bemiddelingsrol te kunnen
vervullen. De morele en religieuze overtuigingen van het katholieke geloof, waarbij ieder mens
J. Onaiyekan, ‘The role of bishops in peace building’, Conference on the future of catholic peacebuilding
(Notre Dame 2008) 1. Online beschikbaar: http://cpn.nd.edu/assets/14631/onaiyekannd2.pdf (31
december 2015).
27 Ibidem, 1-2.
28 Ibidem, 2.
29 Ibidem.
26
15
gelijk is, zou deze rol geloofwaardiger moeten maken. Daarnaast moet de neutrale positie die
door het Vaticaan wordt vastgelegd in het verdrag van Lateranen zorgen voor een officiële
bevestiging hiervan op het internationale diplomatieke toneel. Naast het religieuze aspect, die de
geschiktheid van de bemiddelende rol van de katholieke kerk aannemelijker maakt, is ook de rol
beschreven van bisschoppen binnen lokale bemiddeling. Hieruit kan opgemaakt worden dat
katholieke vredesopbouw en bemiddeling niet alleen een mogelijke rol kan hebben op pauselijk
niveau, maar ook op een lokaal niveau. De verschillende soorten bemiddeling zullen in het
volgende hoofdstuk verder uitgediept worden aan de hand van katholieke organisaties die
lokaal opereren en pauselijke invloed dat kan zorgen voor een bemiddeling op een hoog niveau.
16
3
Invloed en macht
Om te bepalen welke rol de Heilige Zetel daadwerkelijk speelt binnen bemiddelingsprocessen
zal dit hoofdstuk ingaan op de invloed die uitgeoefend kan worden op staten en personen. Ten
eerste zal hiervoor de pauselijke invloed geanalyseerd worden en zal bestudeerd worden welk
instrumentarium de paus tot zijn beschikking heeft om staten te sturen. Daarnaast zal gekeken
worden of de Heilige Zetel voldoet aan de andere twee karakteristieken die Berridge geduid
heeft. Een tweede belangrijk onderdeel van dit hoofdstuk is dat de lokale invloed van katholieke
bemiddeling verder uitgediept zal worden. Waar in het vorige hoofdstuk de rol van bisschoppen
al beschreven is, zal in dit hoofdstuk de rol van bemiddelende katholieke organisaties nader
verklaard worden. Een laatste onderwerp dat aangesneden zal worden in dit hoofdstuk is de
werkwijze die gehanteerd wordt door de katholieke organisaties en de resultaten die behaald
worden.
3.1 Pauselijke invloed
Het is belangrijk om in ogenschouw te nemen dat de paus zowel spiritueel als statelijk leider van
de katholieke kerk is. De beslissing of diplomatieke relaties wel of niet moeten worden
aangegaan hangen dan ook af van zijn eindoordeel, waarbij meer dan alleen statelijke belangen
een rol spelen. Naast deze pauselijke heerschappij op twee vlakken heeft de paus andere
middelen tot zijn beschikking. Een krachtig middel dat gebruikt kan worden om mensen of
staten binnen de wereld te beïnvloeden is het uitgeven van encyclieken. Hierin worden principes
weergeven die katholieken in de wereld moeten leiden en een bepaald spiritueel, moreel,
politiek, economisch of sociaal probleem aankaarten. Een voorbeeld van een recente encycliek is
de uitgave van Laudato si’ (Geprezen zijt gij) uit 2015 van paus Franciscus over de
milieuproblematiek.30 In deze encycliek van bijna 200 pagina’s wijst Franciscus op de
milieuproblemen in de wereld en geeft daarbij richtlijnen die nageleefd kunnen worden. Het
encycliek is niet alleen gericht aan katholieken, maar aan iedereen. Verder stuurt de paus de
bisschoppen aan. Hoewel zij vaak zelf actie ondernemen zijn er pauselijke richtlijnen vastgesteld
waaraan bisschoppen zich houden en hun acties op baseren. Ten slotte wordt de activiteit van
leken beïnvloed door de paus. Christelijke principes worden daarnaast door hem vastgesteld.
Leken proberen vaak te handelen op basis van deze principes, en enige mate van sturing vanuit
het Vaticaan is dan ook mogelijk.31
Het Vaticaan, ‘Encyclical letter laudato si’ of the Holy Father Francis on care for our common home’
(versie 24 mei 2015), http://w2.vatican.va/content/francesco/en/encyclicals/documents/papafrancesco_20150524_enciclica-laudato-si.html (1 januari 2016).
31 Cardinale, The Holy See and the international order, 32-33.
30
17
Een probleem doet zich echter voor met de paus als zowel statelijk als spiritueel hoofd
van de kerk. In hoofdstuk 2 is al de duale functie van nuntiussen geanalyseerd. Deze functie
bestaat ook voor de paus zelf, waarbij zijn spirituele rol als zijn missie beschouwd wordt, en zijn
statelijke rol als functie waarbij hij de nationale belangen van het Vaticaan nastreeft. Zoals elk
statelijk leider kan ook de paus zich bij tijd en wijle ‘ondiplomatiek’ uitlaten over een bepaald
onderwerp.32 Problematisch voor nuntiussen is echter dat een dergelijke uitval vaak gerelateerd
is aan een religieus onderwerp. Wanneer er gekeken wordt naar de diplomatieke invloed en
macht van pausen dan zijn zulke uitlatingen schadelijk voor mogelijke bemiddelingsprocessen.
Staten vinden dergelijke uitspraken vaak aanstootgevend, wat kan zorgen voor een stroevere
positie voor de Heilige Zetel bij toekomstige bemiddelingspogingen. Met het oog op een
mogelijke rol bij bemiddeling kan er dan ook gesteld worden dat een paus die gematigd is in zijn
religieuze uitspraken het meest kan bijdragen aan een rol van de Heilige Zetel bij dergelijke
bemiddeling.
Een kenmerkend voorbeeld van de invloed die de paus kan hebben op de internationale
diplomatie is de periode waarin Johannes Paulus II het pausschap bekleedde. Zo had de Heilige
Zetel bij zijn verkiezing in 1978 diplomatieke banden met 85 staten, maar toen hij stierf in 2005
was dit aantal uitgebreid tot een totaal van 174. Deze uitbreiding van het diplomatieke apparaat
zorgde voor hernieuwde twijfel over de dubbele status van de paus als zowel spiritueel en
statelijk leider. Nadat Johannes Paulus II de katholieke kerk een meer globaal profiel had
gegeven waren deze twijfels bij veel staten echter juist aanzienlijk geslonken. Diplomatieke
banden aangaan met de Heilige Zetel bood namelijk voordelen voor staten.33
Het wordt evenzeer duidelijk dat paus Franciscus direct bijdraagt aan de diplomatieke
positie van de Heilige Zetel op het internationale toneel als zijn rol geanalyseerd wordt. Binnen
de eerste twaalf maanden van zijn pontificaat kaartte hij duidelijk meer misstanden aan bij
diplomaten van andere staten dan zijn voorganger paus Benedictus XVI. Van groot belang hierbij
is dat naar Franciscus geluisterd wordt. Zijn invloed wordt erkend door de politieke leiders van
staten. Deze invloed werd nog eens bevestigd door de bemiddeling van Franciscus via een brief
tijdens de top van de G20 in Sint-Petersburg in 2013. Met de brief, gericht aan president Poetin
van Rusland, riep paus Franciscus de wereldleiders op om geen internationale militaire actie te
ondernemen in Syrië en om verder te onderhandelen over een vreedzame oplossing.34 Verder
nam Franciscus zelf ook een actieve diplomatieke houding aan ten opzichte van het conflict in
Auteur onbekend, ‘Papal diplomacy. God’s ambassadors’, The Economist (versie 19 juli 2007),
http://www.economist.com/node/9516461 (1 januari 2016).
33 Ibidem.
34 Het Vaticaan, ‘Letter of pope Francis to H.E. mr. Vladimir Putin, president of the Russian Federation, on
the occasion the G20 St. Petersburg summit’ (4 september 2013),
https://w2.vatican.va/content/francesco/en/letters/2013/documents/papa-francesco_20130904_puting20.html (1 januari 2016).
32
18
Syrië. Een concept van een vredesplan werd opgesteld.35 Zo wordt zijn handelen in de Syriëcrisis door Brits journalist Edward Pentin positief weergegeven: ‘The Pope was quick to sense a
diplomatic and political void, contributing decisively to stop a military attack.’36
Nu de invloed en de mogelijkheden van de paus verduidelijkt zijn, kunnen Berridge’s
andere twee karakteristieken voor een ‘ideale bemiddelaar’ die eerder benoemd zijn in de
inleiding toegepast worden op de Heilige Zetel. Zo is de eerste notie, dat een bemiddelaar
invloed of effectieve macht moet hebben, duidelijk van toepassing op het Vaticaan. Waar het
geen grote militaire macht of een wereldeconomie bezit, is gebleken dat zijn invloed wel enorm
is. De eerder genoemde journalist Pentin analyseert de invloed van de Heilige Zetel in zijn artikel
‘Vatican Diplomacy’ voor Diplomat Magazine: ‘Yet many outsiders make the mistake of confusing
the Holy See with the Vatican City State, viewing it as a merely 0.2 square miles of land in Rome.
“They just don’t see the global reach,” says one Roman diplomat accredited to the Holy See.’37 Dit
globale bereik kan ook wel omschreven worden als de alomtegenwoordigheid van de katholieke
kerk. Hoewel de tastbare macht van de katholieke kerk beperkt lijkt, bestaat haar macht uit een
groot netwerk van missionarissen, prelaten (een geestelijke binnen een ambt met
bestuursmacht, zoals een bisschop) en leken, waardoor ze vanuit de hele wereld informatie
ontvangt. Nuntiussen zijn daardoor vaak bijzonder goed geïnformeerd en bekwaam om te
bemiddelen binnen conflicten. De opvatting dat de katholieke kerk een grote mate van invloed
bezit wordt duidelijk gedeeld door staten. Zoals uit de hedendaagse invloed van paus Franciscus
blijkt houden staten wel degelijk rekening met de invloed van de Heilige Zetel. Ook is Berridge’s
eigenschap dat een bemiddelaar genoeg aandacht moet kunnen besteden aan een dispuut van
toepassing op de Heilige Zetel. Met een relatief groot administratief apparaat voor een relatief
kleine staat kan zij veel tijd besteden aan interstatelijke betrekkingen. Verder kan een grote
groep van bisschoppen en nuntiussen ingezet worden om bemiddeling toe te passen.
3.2 Lokale invloed
Naast deze belangrijke rol die is weggelegd voor de paus heeft de katholieke kerk ook een zeer
grote (mogelijke) invloed op lokaal niveau. In het tweede hoofdstuk is al kort de lokale rol van
bisschoppen naar voren gekomen binnen een conferentie georganiseerd door het Catholic
Peacebuilding Network, maar er bestaan meerdere soortgelijke organisaties die ontstaan zijn
vanuit katholieke initiatieven. De belangrijkste organisaties hiervan zijn de Catholic Relief
E. Pentin, ‘Papal diplomacy and the “Francis effect”’, National Catholic Register (versie 13 maart 2014),
http://www.ncregister.com/daily-news/papal-diplomacy-and-the-francis-effect/#ixzz2vsyqWlmR (30
december 2015).
36 Ibidem.
37 Pentin, ‘Vatican diplomacy’, Diplomat Magazine (versie onbekend),
http://www.diplomatmagazine.com/issues/2010/march/253-vatican-diplomacy-v15-253.html (1
januari 2016).
35
19
Services (CRS) en Caritas Internationalis. Dergelijke organisaties, die proberen een conflict te
beslechten door een bemiddelende rol aan te nemen, worden ook wel gedefinieerd als track twomediators. Dit geeft aan dat zij geen officiële instantie zijn met een bemiddelende rol.38 Bij
bemiddeling op hoog niveau (track one) wordt vaak gesproken over ‘het goede moment
aangrijpen’. De kans op succes zou bij deze laatste vorm van bemiddeling verkleind worden als
het verkeerde moment wordt aangegrepen. Bij track two-mediators is dit niet het geval. Deze
vorm van bemiddeling vindt plaats op relatief kleine schaal waardoor het idee bestaat dat het
opbouwen van vertrouwen belangrijker is en dat een verslechtering van de situatie niet snel zal
plaatsvinden.39
De gedachtegang van deze eerder genoemde katholieke organisaties is voornamelijk
gebaseerd op de ideeën van de Amerikaanse theoloog Thomas Merton, die theologie en
praktische vredesopbouw met elkaar verbond. Katholieke pogingen om te bemiddelen binnen
een conflict en om vrede te bewerkstelligen werden zo gelegitimeerd.40 Binnen de Catholic Relief
Services lag initieel de nadruk op ontwikkelingshulp. Vredesopbouw was geen onderdeel van de
organisatie. Na de genocide in Rwanda in 1994 kwam hier verandering in en wijzigde de
organisatie zijn doelen en aanpak. Vredesprogramma’s werden opgezet om in conflictgebieden
partijen dichter bij elkaar te brengen. Hoewel deze rol verder reikt dan alleen bemiddeling
tussen partijen, blijft dit een belangrijk onderdeel van de organisatie om tot een stabiele vrede te
komen.41 De werkwijze van de organisatie Caritas Internationalis kan duidelijker getypeerd
worden als bemiddelend. Ook zij was eerst gefocust op ontwikkelingshulp, maar veranderde
haar visie rond 1995. Een ‘Peace and Reconciliation Working Group’ werd door de organisatie
opgericht om partijen binnen conflictgebieden dichter tot elkaar te brengen. Ook moest deze
groep zorgen voor een beter netwerk tussen de partijen die probeerden een vrede te
bewerkstelligen in een gebied.42 Caritas Internationalis omschrijft haar eigen rol binnen
conflicten als volgt: ‘Caritas also forges dialogue to prevent the conflicts which cause suffering
and loss and works to transform active conflicts into peaceful settlements.’43 In de ‘Caritas
manual working for reconciliation’ staat een werkwijze beschreven waarin lokale bemiddeling
vaak anders aangepakt wordt in de gebieden waar zij opereren. Ze werken vaak in culturen
waar het Westerse idee dat je als bemiddelaar compleet neutraal en buiten het conflict moet
Berridge, Diplomacy, 243.
Ibidem, 249.
40 W. Headley, ‘Beyond Merton: Catholic Relief Services, Caritas Internationalis and Catholic Peacebuilding
Network as “Practical Peacebuilders”’, Ninth general meeting of the international Thomas Merton society
(San Diego 2005) 3. Online beschikbaar: http://cpn.nd.edu/topics-in-catholic-peacebuilding/peaceprocesses-and-mediation/ (22 december 2015).
41 Ibidem, 4-5.
42 Ibidem, 6.
43 Caritas Internationalis, ‘What we do: Conflicts and Disasters’ (versie onbekend),
http://www.caritas.org/what-we-do/conflicts-and-disasters/ (22 december 2015).
38
39
20
staan averechts werkt. Er wordt dan ook vaak een benadering gebruikt waarbij Caritas al in het
conflict betrokken is en tot op zekere hoogte verbonden is met een partij binnen het conflict. Zo
zou zij beter begrepen worden en zouden de partijen haar meer vertrouwen bij een
bemiddeling.44 De laatste organisatie die een grote rol speelt bij lokale bemiddeling is het
Catholic Peacebuilding Network. Dit netwerk is pas in 2002 opgericht en bestaat voornamelijk
uit burgers van de Verenigde Staten.45 Het doel van deze organisatie is om theorie en praktijk
aangaande vredesopbouw en bemiddeling binnen conflictgebieden te bevorderen en dichter bij
elkaar te brengen. De conferentie die plaatsvond in de universiteit van Notre Dame, zoals
weergegeven in hoofdstuk 2, is hier een voorbeeld van. Het is dus duidelijk dat op lokaal niveau
meerdere initiatieven door verschillende organisaties zijn opgezet om vrede te bewerkstelligen,
waarbij bemiddeling een belangrijk onderdeel is van deze vredesinitiatieven.
3.3 Werkwijze en resultaten
Kan deze lokale invloed van de katholieke kerk ook daadwerkelijk worden omgezet in resultaten
en gezien worden als een teken van diplomatieke macht? Om hier een beter beeld van te krijgen
zal vooral het speciale rapport van het United States Institute of Peace (USIP) worden gebruikt
uit 2001. Dit rapport, genaamd ‘Catholic Contributions to International Peace’, geeft een beter
beeld van specifieke initiatieven die genomen zijn door organisaties in diverse staten.
Voorafgaand aan de opstelling van het rapport heeft een speciale workshop plaatsgevonden
over
katholieke
vredesopbouw
waarin
casussen
van
internationale
katholieke
vredesorganisaties uitgelicht werden om zo een beter overzicht te krijgen van de internationale
katholieke initiatieven. Organisaties zoals Catholic Relief Services, de Gemeenschap van
Sant’Egidio en de United States Conference of Catholic Bishops waren vertegenwoordigd bij deze
workshop.
Hoewel het rapport een compleet overzicht geeft van vredesopbouw in het algemeen
wordt ook bemiddeling uitgelicht. Zo wordt aangegeven: ‘Although not a structural change, a
third contribution of the Catholic hierarchy to peacemaking should be noted – the role of
individual bishops as conciliators and mediators.’46 Dit wordt onderverdeeld in drie niveaus. Het
eerste niveau is het pausschap, waarbij Johannes Paulus II een centrale rol speelde. Het tweede
niveau is episcopale conferenties, waarin bisschoppen als groep invloed kunnen hebben op het
promoten van onderhandelingen. Bemiddelingspogingen van bisschoppen in Guatemala tijdens
Caritas Internationalis, ‘Caritas manual working for reconciliation’ (versie onbekend),
http://cpn.nd.edu/assets/13377/caritas_manual_working_for_reconciliation.pdf (22 december 2015) 6768.
45 Headley, ‘Beyond Merton’, 7. Online beschikbaar: http://cpn.nd.edu/topics-in-catholicpeacebuilding/peace-processes-and-mediation/ (22 december 2015).
46 United States Institute of Peace, Special report, 6. Online beschikbaar:
http://www.usip.org/sites/default/files/sr69.pdf (1 januari 2016).
44
21
de burgeroorlog tussen 1960 en 1966 en de algemene episcopale conferenties van bisschoppen
in de Verenigde Staten worden als voorbeelden aangehaald die met succes zijn afgesloten. Het
laatste en misschien wel belangrijkste niveau zijn bisschoppen met een bemiddelende rol. Zoals
eerder aangegeven in hoofdstuk twee, spelen individuele bisschoppen een rol binnen
bemiddeling. Tot 1990 hebben ongeveer 35 bisschoppen de rol van bemiddelaar aangenomen
binnen hun land. Successen zijn behaald in Mexico, Oost-Timor en Jeruzalem.47 Zo wordt een
mogelijke vervolgstap van deze successen vastgesteld in het rapport:
In the next decade, the larger church (the Vatican, the major episcopal conferences, the major
Catholic donor agencies like Catholic Relief Services) will need to implement programs to provide
the training, staffing, and infrastructure to help bishops on the frontlines to contribute more
substantially to peacemaking efforts.48
Hoewel resultaten dus al zeker geboekt zijn, zou een actieve houding van de katholieke kerk
moeten zorgen voor een professionalisering van de bisschoppen op het vlak van vredesopbouw
en bemiddeling. In het rapport wordt daarnaast uiteengezet welke initiatieven de organisaties
Catholic Relief Services en de Gemeenschap van Sant’Egidio opgezet hebben.49 Hiermee worden
de werkwijze, de omvang en het werkveld van de organisaties verduidelijkt, maar moeten de
resultaten van deze organisaties niet enkel gebaseerd worden op deze overzichten, aangezien
deze overzichten gebaseerd zijn op presentaties van hooggeplaatste personen binnen de
katholieke organisatie zelf. De betrouwbaarheid van de resultaten moet daarom ook met een
kritische blik bekeken worden.
Los van de resultaten kunnen er echter wel twee belangrijke conclusies worden
verbonden aan het rapport van de USIP met betrekking tot de werkwijze van de katholieke
organisaties. Een eerste opmerkelijke uitkomst van het rapport is het feit dat de nadruk van
katholieke vredesopbouw voornamelijk gericht is op bemiddeling op hoog niveau. Hoewel
katholieke organisaties vaak een persoonlijke aanpak benadrukken, ligt de focus van de
organisatie vaak op een hooggeplaatst officieel vredesakkoord.50 Een tweede conclusie die
getrokken wordt binnen het rapport is de bevestiging van de heilzaamheid van het theologische
aspect binnen vredesopbouw en bemiddeling: ‘Peace for the sake of peace is not worthy of
pursuit unless peace can be founded on principles of justice and adherence to basic norms of
United States Institute of Peace, Special report, 6-8. Online beschikbaar:
http://www.usip.org/sites/default/files/sr69.pdf (1 januari 2016).
48 Ibidem, 8.
49 Ibidem, 9-11.
50 Ibidem, 11.
47
22
human rights.’51 Het principe van het naleven van de fundamentele mensenrechten is in het
geval van deze katholieke organisaties gestoeld op theologische aspecten.
Besluit 3.4
Invloeden van de katholieke kerk zijn op verschillende niveaus aan bod gekomen in dit
hoofdstuk. Zo kan er een onderscheid gemaakt worden tussen pauselijke bemiddeling (track
one-mediation) en bemiddeling van katholieke organisaties (track two-mediation). Om te
bepalen welke vorm van bemiddeling het meest geschikt is voor een bepaalde situatie, moet
rekening worden gehouden met het de belangrijke factor ‘het goede moment aangrijpen’. Er kan
gesteld worden dat voor pauselijke bemiddeling het moment van ingrijpen voor het voeren van
een bemiddeling cruciaal is. Pauselijke bemiddeling vindt vaak plaats op een hoog niveau en is
dan ook doorgaans een ‘alles of niets’ ingreep. Bemiddeling op een lokaal niveau vindt plaats op
een lager niveau en heeft vaak de intentie om vertrouwen te wekken en daarna pas over te gaan
op het boeken van tastbare resultaten. Voor pauselijke bemiddeling zal dus goed afgewogen
moeten worden wanneer een bemiddelende rol aangenomen moet worden tussen
conflicterende partijen. Voor een geschikte bemiddeling van de Heilige Zetel zal er dus een paus
aanwezig moeten zijn die dergelijke momenten aan kan grijpen. Paus Franciscus heeft in zijn
eerste jaren met zijn vredesplannen voor het conflict in Syrië en zijn bemiddeling tussen de
Verenigde Staten en Cuba laten zien over zulke kwaliteiten te beschikken.
51
Ibidem.
23
Conclusie
De hoofdvraag van dit onderzoek is of de heilige Zetel geschikt is voor een onafhankelijke
bemiddelende rol binnen de interstatelijke betrekkingen. Het verdrag van Lateranen uit 1929 en
het verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer uit 1961 bevatten artikelen die de Heilige
Zetel een gunstige positie hebben verschaft binnen het internationale diplomatieke verkeer om
deze rol te vervullen. Zo heeft het verdrag van Lateranen gezorgd voor de vrijheid die de Heilige
Zetel zocht om diplomatieke banden aan te gaan met staten en relaties te onderhouden via vaste
residenties. Daarnaast heeft het verdrag van Wenen de pauselijke diplomaten speciaal uitgelicht
waardoor zij speciale privileges en tekenen van respect nog steeds ontvangen binnen staten.
Hoewel deze inhoud van verdragen zorgt voor een gunstige positie van nuntiussen ten opzichte
van andere diplomaten, is de geschiktheid voor een bemiddelende rol van de Heilige Zetel niet te
motiveren op basis van alleen deze verdragen. Zoals gebleken is uit de eisen die Berridge gesteld
heeft voor zijn ‘ideale bemiddelaar’, valt te beargumenteren dat de Heilige Zetel aan alle
karakteristieke eigenschappen voldoet om hiervoor in aanmerking te komen. Belangrijk is
hierbij dat de paus zijn invloedrijke positie op het internationale toneel vast weet te houden,
aangezien zijn effectieve macht (‘hard power’) ten opzichte van andere staten relatief laag is. Het
lijkt er echter op dat de doorslaggevende factor die bepaalt of de Heilige Zetel wel of niet
geschikt is voor bemiddeling de paus zelf is. Paus Johannes Paulus II bewees binnen zijn
pontificaat hoe belangrijk de houding van een paus kan zijn binnen de internationale diplomatie.
Ook vandaag de dag, tijdens het pontificaat van paus Franciscus, wordt opnieuw bewezen welke
diplomatieke invloed een paus kan hebben als hij daarvoor openstaat. Er kan dan ook
geconcludeerd worden dat de relevante artikelen binnen verdragen, de invloed van de
katholieke kerk en neutraliteit van het Vaticaan bijdragen aan een geschikte bemiddelende rol
voor de Heilige Zetel. De werkelijke cruciale factor is echter de bereidheid van de paus zelf om
deel te nemen aan de internationale diplomatie en om diplomatieke en politieke leegtes aan te
voelen.52
Naast de bemiddelende rol die de Heilige Zetel kan vervullen is gebleken uit het
onderzoek dat ook lokale organisaties een belangrijke bemiddelende rol kunnen vervullen
binnen een conflict. Verschillende netwerken van katholieke organisaties en bisschoppen zijn de
drijfveren van deze vredesinitiatieven. Uit het hoofdstuk ‘Religieuze waarden’ kan opgemaakt
worden dat de dubbele rol van zowel nuntiussen als bisschoppen aangeeft dat zij de belangen
van de Heilige Zetel vertegenwoordigen en de boodschap van de katholieke kerk proberen te
Pentin, ‘Papal diplomacy and the “Francis effect”’, National Catholic Register (versie 13 maart 2014),
http://www.ncregister.com/daily-news/papal-diplomacy-and-the-francis-effect/#ixzz2vsyqWlmR (30
december 2015).
52
24
verspreiden. Deze dualiteit binnen hun werkzaamheden zorgt in principe voor een onpartijdige
houding bij bemiddeling en een gedrevenheid om een bemiddelende taak te voltooien. Dit zijn
inderdaad de eisen die Berridge stelt voor een goede bemiddelingspoging. Zoals is vastgesteld
bij de in hoofdstuk 3 eerder genoemde katholieke organisaties krijgen bisschoppen in vele
staten een grote mate van respect en hebben zij vaak genoeg invloed om als bemiddelaar
geaccepteerd te worden tussen de verschillende partijen binnen een conflict. Het rapport dat is
opgesteld om katholieke bemiddeling en vredesopbouw te analyseren bevestigde deze positieve
rol die katholieke organisaties of invloedrijke personen kunnen hebben binnen dergelijke
conflicten. De conclusie, dat zij hierbij gefocust zijn op een officieel vredesakkoord, moet dan ook
niet gezien worden als een negatief aspect, maar als een poging om de problemen in de staat
definitief te verhelpen.
Zoals al eerder is benadrukt in hoofdstuk 3 kan een onderscheid tussen deze vormen van
bemiddeling gemaakt worden op basis van de intentie die de bemiddeling doorgaans heeft en
het goede moment dat aangegrepen moet worden binnen een bemiddeling op hoog niveau
(zoals pauselijke bemiddeling). De intentie van lokale katholieke organisaties zijn vaak gericht
op het opbouwen van een vertrouwensband en niet zozeer op resultaten. Binnen bemiddeling
op een hoog niveau waarbij de Heilige Zetel een rol speelt zijn resultaten aanzienlijk
belangrijker. Hierdoor is het moment dat gebruikt wordt om de bemiddeling te voeren ook
belangrijker binnen een pauselijke bemiddeling. Een poging is vaak een ‘alles of niets’ ingreep,
niet een bemiddeling waarbij langzaam aan resultaten wordt gebouwd. Zoals uit de eerder
beschreven voorbeelden uit hoofdstuk 3 blijkt over het optreden van paus Franciscus lijkt hij
echter een paus te zijn die bereid en in staat is om diplomatieke momenten aan te voelen en
hiernaar te handelen.
Er zijn een aantal mogelijkheden voor vervolgonderzoek. Ten eerste kan er nagedacht
worden over een praktijkonderzoek dat meerdere casussen behandelt. Hoewel dit
literatuuronderzoek een theoretisch beeld schetst van de mogelijke rol die de Heilige Zetel kan
spelen binnen bemiddeling, kunnen verschillende onderzoeksmethoden leiden tot andere, of
juist complementerende, resultaten of inzichten. Daarnaast blijft het een relevante vraag of het
moreel gerechtvaardigd is voor de Heilige Zetel om als bemiddelaar op te treden tussen staten.
Hoewel in de inleiding is aangegeven dat dit onderzoek zich niet richt op de moraliteit van
katholieke bemiddeling, kan een onderzoek naar dit thema zeker bijdragen om nieuwe inzichten
te krijgen over het onderwerp. Een ander onderwerp waar een onderzoek naar verricht kan
worden zijn mogelijke andere geschikte staten, instanties of personen in de wereld om een
bemiddelende rol op zich te nemen. Een onderzoek naar de geschiktheid of effectiviteit van nongouvernementele organisaties of internationale organisaties die bemiddelen tussen staten kan
zorgen voor een beter begrip van de werking en doeltreffendheid van dergelijke organisaties.
25
Het verkrijgen van inzicht in de overeenkomsten en verschillen tussen de diverse soorten
organisaties die kunnen optreden als bemiddelaar kan mogelijke verdere zwaktepunten van de
katholieke kerk blootleggen ten opzichte van andere organisaties. Dit kan indirect een bijdrage
leveren aan conflictbeslechting door de katholieke kerk, omdat zij hierdoor weet welke situatie
zij wel en niet aan moet grijpen.
26
Literatuurlijst
Primaire bronnen
Congres van Wenen, Translation of the general treaty, signed in congress, at Vienna, June 9, 1815:
with the acts thereunto annexed. Presented to both houses of parliament, by command of his royal
highness, the prince regent, February, 1816 (Londen 1816). Online beschikbaar:
http://liberalism-in-americas.org/47/ (31 december 2015).
De Verenigde Naties, ‘Vienna convention on diplomatic relations. Done at Vienna, on 18 April
1961’, in: De Verenigde Naties, Treaty Series 500 (New York 1965) 95-222.
Het Vaticaan, ‘Encyclical letter laudato si’ of the Holy Father Francis on care for our common
home’ (versie 24 mei 2015),
http://w2.vatican.va/content/francesco/en/encyclicals/documents/papafrancesco_20150524_enciclica-laudato-si.html (1 januari 2016).
Het Vaticaan, ‘Letter of pope Francis to H.E. mr. Vladimir Putin, president of the Russian
Federation, on the occasion the G20 St. Petersburg summit’ (versie 4 september 2013),
https://w2.vatican.va/content/francesco/en/letters/2013/documents/papafrancesco_20130904_putin-g20.html (1 januari 2016).
Het Vaticaan, ‘Pacem in terris. Encyclical of pope John XXIII on establishing universal peace in
truth, justice, charity, and liberty’ (versie onbekend), http://w2.vatican.va/content/johnxxiii/en/encyclicals/documents/hf_j-xxiii_enc_11041963_pacem.html (1 januari 2016).
Het Vaticaan, ‘Treaty between the Holy See and Italy. In the name of the most holy trinity’ (versie
onbekend), http://www.vaticanstate.va/content/dam/vaticanstate/documenti/leggi-edecreti/Normative-Penali-e-Amministrative/LateranTreaty.pdf (31 december 2015).
Secundaire bronnen
Adams, S., ‘Paus: Wij zijn allen gelijk in Gods ogen’, Katholiek Nieuwsblad (versie 27 juni 2013),
http://www.katholieknieuwsblad.nl/woord-van-de-paus/item/4136-paus-wij-zijn-allen-gelijkin-gods-ogen.html (1 december 2015).
Auteur onbekend, ‘Papal diplomacy. God’s ambassadors’, The Economist (versie 19 juli 2007),
http://www.economist.com/node/9516461 (30 november 2015).
Auteur onbekend, ‘Vatican mediation in US-Cuba relations applauded’, Voice of America News
(18 december 2014), http://www.voanews.com/content/reu-vatican-mediation-in-us-cubarelations-applauded/2564401.html (1 januari 2016).
Berridge, G.R., Diplomacy. Theory and practice (Basingstoke 2010).
Cardinale, H.E., The Holy See and the international order (Londen 1976).
27
Caritas Internationalis, ‘Caritas manual working for reconciliation’ (versie onbekend),
http://cpn.nd.edu/assets/13377/caritas_manual_working_for_reconciliation.pdf (22 december
2015).
Caritas Internationalis, ‘What we do: conflicts and disasters’ (versie onbekend),
http://www.caritas.org/what-we-do/conflicts-and-disasters/ (22 december 2015).
Headley, W., ‘Beyond Merton: Catholic Relief Services, Caritas Internationalis and Catholic
Peacebuilding Network as “Practical peacebuilders”’, Ninth general meeting of the international
Thomas Merton society (San Diego 2005). Online beschikbaar: http://cpn.nd.edu/topics-incatholic-peacebuilding/peace-processes-and-mediation/ (22 december 2015).
Onaiyekan, J., ‘The role of bishops in peace building’, Conference on the future of catholic
peacebuilding (Notre Dame 2008) 1-5. Online beschikbaar:
http://cpn.nd.edu/assets/14631/onaiyekannd2.pdf (31 december 2015).
Pentin, E., ‘Papal diplomacy and the “Francis effect”’, National Catholic Register (versie 13 maart
2014), http://www.ncregister.com/daily-news/papal-diplomacy-and-the-franciseffect/#ixzz2vsyqWlmR (30 december 2015).
Pentin, E., ‘Vatican diplomacy’, Diplomat Magazine (versie onbekend),
http://www.diplomatmagazine.com/issues/2010/march/253-vatican-diplomacy-v15-253.html
(1 december 2015).
Thomas Aquinas College, ‘An interview with archbishop Migliore’ (versie onbekend),
http://thomasaquinas.edu/news/interview-archbishop-migliore (30 november 2015).
Tornielli, A., ‘Francis steers future Vatican diplomats away from careerism’, La Stampa (versie 6
juni 2013), http://vaticaninsider.lastampa.it/en/the-vatican/detail/articolo/nuzi-nucio-papael-papa-pope-bergoglio-roncalli-25431/ (30 november 2015).
United States institute of peace, Special report: catholic contributions to international peace
(Washington DC 2001). Online beschikbaar: http://www.usip.org/sites/default/files/sr69.pdf
(1 januari 2016).
28
Download