Pacem in terris Een studie naar de onafhankelijke bemiddelende rol van de Heilige Zetel binnen de interstatelijke betrekkingen Bas Elskamp (3998088) [email protected] Bachelorscriptie Geschiedenis OSIII: ‘Diplomatieke praktijken’ 4 januari 2016 Docent: Christ Klep Aantal woorden: 8425 Inhoudsopgave Inleiding 1. Diplomatieke mogelijkheden 1.1. Het verdrag van Lateranen (1929) 1.2. Het verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer (1961) 1.3. Besluit 2. Religieuze waarden 2.1. De dualiteit van de nuntius 2.2. De rol van bisschoppen 2.3. Besluit 3. Invloed en macht 3.1. Pauselijke invloed 3.2. Lokale invloed 3.3. Werkwijze en resultaten 3.4. Besluit Conclusie Literatuurlijst 3 6 6 8 10 12 12 14 15 17 17 19 21 23 24 27 Inleiding In 1963 werd de pauselijke encycliek Pacem in terris (Vrede op aarde) uitgegeven door paus Johannes XXIII. Personen en staten moeten volgens de encycliek een actieve houding aannemen om vrede te bewerkstelligen. Vrede moest gehandhaafd worden en volgens de paus kon de katholieke kerk hieraan bijdragen. Deze boodschap zou een enorm effect hebben op het Tweede Vaticaanse Concilie (1962-1965) en de initiatieven die in de decennia daarna genomen zouden worden op het gebied van vredesopbouw vanuit de katholieke kerk. Het verdedigen van mensenrechten als basis van vrede zou voortaan centraal staan.1 Tevens wordt duidelijk uit de encycliek dat relaties tussen staten gebaseerd zouden moeten worden op het algemeen belang van de mens: ‘And lastly one must bear in mind that, even when it regulates the relations between States, authority must be exercised for the promotion of the common good. That is the primary reason for its existence.’2 Door dit na te streven dient diplomatie een hoger doel dan statelijke ambities. Als de media-aandacht voor huidige pauselijke statements bestudeerd wordt, komt hieruit niet alleen een grote spirituele, maar ook een grote wereldlijke invloed van de paus naar voren. Wanneer er echter naar de specifieke diplomatieke positie van de paus wordt gekeken, blijkt dat het Vaticaan niet ingericht is als elke andere traditionele staat. Een boodschap van de paus is dan ook doorgaans niet gericht op inwoners of burgers van een specifieke staat. Hij richt zich voornamelijk op religieuze volgelingen over de hele wereld. De Heilige Zetel heeft vanaf de uitgifte van de encycliek van paus Johannes XXIII ontwikkelingen doorgemaakt op het gebied van vredesopbouw en diplomatie. De vraag doet zich dan ook voor of zij niet ook een rol kunnen spelen binnen de interstatelijke betrekkingen. De centrale kwestie die onderzocht zal worden is dan ook of de Heilige Zetel geschikt is voor een onafhankelijke bemiddelende rol binnen de betrekkingen tussen staten. Het onderzoek naar deze bemiddelende rol zal bestaan uit een aantal aspecten. In het eerste hoofdstuk zal de speciale diplomatieke positie waarin pauselijke diplomaten zich bevinden geanalyseerd worden. Het zal duidelijk worden dat hen aparte diplomatieke rechten zijn toebedeeld, wat kan zorgen voor een voorsprong op diplomaten van andere staten wanneer er bemiddeling nodig is. Een ander belangrijk thema waar in het tweede hoofdstuk inzicht in zal worden geboden, is het religieuze aspect van de katholieke kerk. Zo zal blijken dat bepaalde religieuze standpunten effect hebben op de diplomatieke posities van diplomaten van de Heilige United States Institute of Peace, Special report: catholic contributions to international peace (Washington DC 2001) 3. Online beschikbaar: http://www.usip.org/sites/default/files/sr69.pdf (1 januari 2016). 2 Het Vaticaan, ‘Pacem in terris. Encyclical of pope John XXIII on establishing universal peace in truth, justice, charity, and liberty’ (versie onbekend), http://w2.vatican.va/content/johnxxiii/en/encyclicals/documents/hf_j-xxiii_enc_11041963_pacem.html (1 januari 2016). 1 3 Zetel. Deze religieuze overtuigingen zullen dan ook belangrijk zijn voor het slagen of falen van bemiddelingspogingen. In het derde en laatste hoofdstuk zullen de invloed van status en macht van de katholieke kerk in de huidige wereld onderzocht worden. Een belangrijk onderdeel van dit hoofdstuk is de invloed op het bemiddelingsproces. Verder zal binnen dit hoofdstuk de rol en invloed van de paus als statelijk en spiritueel leider gewogen worden bij de bemiddeling tussen staten. Tot slot zullen in dit deel ook verschillende organisaties aan bod komen die lokale initiatieven ondernemen en hiermee een andere vorm van katholieke bemiddeling uitoefenen. In de conclusie zal een antwoord worden gegeven op de hoofdvraag. Hiernaast zal de mogelijke rol van katholieke organisaties binnen lokale bemiddeling worden geanalyseerd, waarna de pauselijke bemiddeling en lokale bemiddeling met elkaar vergeleken zullen worden. Tot slot zullen enkele perspectieven voor vervolgonderzoek worden uitgediept. Wanneer valt er echter vast te stellen dat een bemiddelende rol is weggelegd voor een staat? Voordat onderzocht kan worden of een staat in gunstige of ongunstige omstandigheden verkeert om te bemiddelen zal er eerst een bepaalde kwalificatie moeten worden gesteld aan een potentiële bemiddelende staat. De Britse hoogleraar politieke wetenschappen Geoffrey R. Berridge doet dit in zijn boek Diplomacy. Theory and practice. Hij stelt een theorie op waarin hij een aantal karakteristieken opstelt die zouden leiden tot ‘de ideale bemiddelaar’. Belangrijk is om te onthouden dat Berridge inziet dat elke situatie vraagt om een afzonderlijke aanpak. Echter kunnen deze algemene karakteristieken wel leiden tot de grootste slagingskans bij een poging tot bemiddeling. Een eerste karakteristiek is dat de bemiddelende partij als onpartijdig gezien moet worden door de verdeelde partijen. Daarnaast moet de bemiddelaar invloed of effectieve macht hebben ten opzichte van de andere partijen. Een derde punt is dat de bemiddelaar de mogelijkheid moet hebben om constante aandacht aan het conflict te besteden. Ten slotte moet de bemiddelende partij ook gedreven zijn om tot een blijvende oplossing te komen.3 Berridge benadrukt daarnaast, onder bepaalde voorwaarden, de voordelen van een mogelijke bemiddelende rol van de Heilige Zetel: ‘[T]he Holy See is, in principle, well-suited to the mediation of a conflict between two Catholic states, provided the exertion of material power over them is not required.’4 De karakteristieken die Berridge noemt, zullen later in het onderzoek verder uitgediept en toegepast worden op de speciale positie van de paus. Hierdoor kan aangetoond worden dat de speciale positie van de paus en de katholieke kerk binnen de internationale diplomatie gekoppeld kan worden aan de benodigde eigenschappen voor bemiddeling. Een onderzoek naar een geschikte staat of instantie om bemiddeling uit te voeren is zeer gewenst, aangezien een voorsprong wat betreft bemiddeling op andere staten kan leiden tot een 3 4 G.R. Berridge, Diplomacy. Theory and practice (Basingstoke 2010) 246. Ibidem, 245. 4 grotere succeskans van de bemiddelingspoging. Het is daarnaast belangrijk om op dit vlak vooruitgang te boeken en bemiddeling uit te laten voeren door de meest geschikte staten of instanties, mochten deze aanwezig zijn. Bemiddeling is een oplossing om conflicten tot een einde te brengen, maar ook andere theorieën over conflictbeslechting hebben voorstanders. Om bemiddeling reëel en attractief te houden ten opzichte van deze andere theorieën zullen bemiddelingspogingen tot een goed einde gebracht moeten worden en hiervoor zijn de beste bemiddelaars nodig. Een ander belangrijk punt om te onthouden is dat dit onderzoek niet gericht is op de bredere vraag of het moreel gerechtvaardigd is voor een religieuze instantie om zich bezig te houden met diplomatie en als bemiddelaar op te treden tussen staten op een internationaal toneel. Dit onderzoek richt zich puur op het vraagstuk of de katholieke morele gedachtegang, internationale regels en kerkelijke invloed een perspectief bieden voor een bemiddelende rol van de Heilige Zetel. Het morele vraagstuk of zij dit ‘zouden moeten doen’ komt hierbij dus niet aan de orde. De gebruikte bronnen benadrukken dan ook concreet de speciale positie van de Heilige Zetel en zijn diplomaten binnen het internationale diplomatieke verkeer. Een aantal primaire bronnen, zoals het Verdrag van Lateranen uit 1929 en het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer uit 1961, benadrukken dit. Secundaire bronnen analyseren deze speciale positie van de paus ten opzichte van andere staten grondiger en zijn dan ook gebruikt om het totaalbeeld te complementeren. Dit onderzoek kan dan ook beschreven worden als een literatuuronderzoek. 5 1 Diplomatieke mogelijkheden Voordat de diplomatieke positie van pauselijke diplomaten weergegeven wordt, zal eerst ter opheldering kort worden ingegaan op enkele definities binnen de diplomatie in het algemeen en binnen het pauselijke bestuur. Zo wordt bijvoorbeeld een diplomaat in dienst van de paus een (apostolisch) nuntius genoemd. Verder worden vaste residenties van de paus in andere staten geen ambassades genoemd, maar apostolische nuntiaturen.5 Tot slot wordt er vaak gesproken over ‘het diplomatieke korps’. Alle binnenlandse en buitenlandse diplomaten binnen één staat vormen samen een gemeenschap van diplomaten binnen die staat. Deze gemeenschap van diplomaten wordt ook wel het diplomatieke korps genoemd.6 In dit hoofdstuk zal de diplomatieke positie van nuntiussen binnen het internationale diplomatieke korps geanalyseerd worden. Dit zal gedaan worden aan de hand van twee belangrijke historische verdragen. Ten eerste zal het verdrag van Lateranen uit 1929 gebruikt worden om de speciale band tussen de paus en het Vaticaan te verklaren. Vervolgens zal deze speciale relatie tussen de paus en het Vaticaan gebruikt worden om te beschrijven welke voordelen dit kan bieden voor een bemiddelende rol. Aansluitend zullen de belangrijkste punten uit het verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer uit 1961 bestudeerd worden. Hiermee kan de aparte positie van de nuntius ten opzichte van diplomaten van andere staten verhelderd worden en afgewogen worden of en op welke manier de nuntius tijdens een bemiddeling voordeel kunnen halen uit zijn positie. 1.1 Het verdrag van Lateranen (1929) Het verdrag van Lateranen uit 1929 is opgesteld tussen de Heilige Zetel en de Italiaanse regering. Sinds 1870 werden de pauselijke bezittingen officieel aangeduid als Italiaans grondgebied en werd de paus gezien als een gevangene binnen het Vaticaan. Om deze kwestie op te lossen werden afspraken gemaakt tussen de Heilige Zetel en Italië die vastgelegd zouden worden binnen een verdrag. Een Engelse versie van het verdrag van Lateranen kan gevonden worden op de officiële website van het Vaticaan. Deze versie is gebruikt om de unieke positie van de paus en de katholieke kerk binnen Vaticaanstad te analyseren. In dit verdrag is de soevereiniteit van de Heilige Zetel officieel erkend door Italië. Om te verzekeren dat de soevereiniteit van de paus ook internationaal erkend zou worden is Vaticaanstad opgericht, waarover de paus absolute macht verkreeg. Er wordt duidelijk gesteld dat de Italiaanse regering E. Pentin, ‘Vatican diplomacy’, Diplomat Magazine (versie onbekend), http://www.diplomatmagazine.com/issues/2010/march/253-vatican-diplomacy-v15-253.html (1 december 2015). 6 Berridge, Diplomacy, 106-107. 5 6 geen autoriteit heeft binnen het grondgebied dat toegekend is aan de Heilige Zetel.7 Deze macht van de paus reikt echter verder dan alleen het grondgebied van Vaticaanstad. Zo wordt in artikel 10 van het verdrag aangegeven dat geestelijken die in dienstverband van het Vaticaan buiten het grondgebied komen van Vaticaanstad niet mogen worden gehinderd, onderzocht of gestoord door de Italiaanse autoriteiten. Ook wordt in artikel 11 benadrukt dat de Italiaanse staat zich op geen enkele manier mag bemoeien met het centrale geheel van de katholieke kerk.8 Zoals later zal blijken wanneer het verdrag van Wenen geanalyseerd wordt tonen dergelijke maatregelen en uitzonderingen overeenkomsten met de bijzondere rechten die diplomaten en ambassades hebben verkregen. De speciale privileges die de Heilige Zetel al vroeg heeft verkregen worden hierdoor benadrukt. Daarnaast zijn er ook artikelen opgesteld die de omgang van de Heilige Zetel binnen het internationale diplomatieke verkeer versoepelen. Zo wordt in artikel 12 vastgelegd dat gezanten van buitenlandse regeringen naar de Heilige Zetel binnen Italië alle voorrechten en immuniteiten zullen behouden die diplomaten kennen onder het internationale recht. Daarnaast mag hun verblijf, dat ook immuniteit kent volgens het internationale recht, binnen Italiaans grondgebied liggen, ook als de buitenlandse staat geen diplomatieke relaties heeft met Italië.9 Een belangrijk tweede thema dat wordt aangestipt in artikel 19 is het feit dat diplomaten van het Vaticaan of diplomaten van buitenlandse regeringen die zijn toegewezen aan het Vaticaan zonder problemen of hinder het Vaticaanse grondgebied moeten kunnen bereiken via Italiaans grondgebied. Hiervoor is geen andere formaliteit vereist dan het laten zien van een paspoort waarin een visa aanwezig is van de buitenlandse pauselijke vertegenwoordiger.10 Deze twee artikelen dragen enorm bij aan de bewegingsvrijheid van buitenlandse diplomaten binnen Italië richting het Vaticaan en zorgen ervoor dat de Heilige Zetel op het internationale diplomatieke toneel meer mogelijkheden heeft. Diplomatiek overleg binnen zowel Vaticaanstad als Italië wordt door deze artikelen mogelijk gemaakt en zorgt ervoor dat vaste residenties van buitenlandse staten binnen Italië toegewezen aan de Heilige Zetel mogelijk blijven. Tot slot wordt de van oorsprong neutrale diplomatieke positie van de Heilige Zetel benadrukt binnen het verdrag: […] the Holy See declares that it desires to remain and will remain outside of any temporal rivalries between other States and the international congresses called to settle such matters, Het Vaticaan, ‘Treaty between the holy see and Italy. In the name of the most holy trinity’ (versie onbekend), http://www.vaticanstate.va/content/dam/vaticanstate/documenti/leggi-edecreti/Normative-Penali-e-Amministrative/LateranTreaty.pdf (31 december 2015) 1-2. 8 Ibidem, 5. 9 Ibidem, 6. 10 Ibidem, 9. 7 7 unless the contending parties make a mutual appeal [mijn cursivering] to its mission of peace; it reserves to itself in any case the right to exercise its moral and spiritual power.11 Door dit uitgangspunt vast te leggen in een artikel van het verdrag wordt een neutrale houding van de Heilige Zetel bij bemiddeling tussen partijen geloofwaardiger. Ook wordt duidelijk dat er al in 1929 werd nagedacht over de algemene bevordering van de vrede door de katholieke kerk en hoe deze in de praktijk toegepast kon worden bij bemiddeling tussen staten, zonder de neutraliteit van het Vaticaan te schenden. Om deze neutraliteit te waarborgen en geloofwaardig te houden werd er zo gehamerd op het principe dat staten in conflict gezamenlijk om bemiddeling moesten verzoeken. Er kan gesteld worden dat het verdrag van Lateranen de Heilige Zetel in staat stelt om actief op te treden op het diplomatieke toneel zonder daarbij veel belemmeringen te ondervinden van de Italiaanse staat. Zonder dit verdrag was constant diplomatiek verkeer niet mogelijk, laat staan bemiddeling op een hoog niveau. 1.2 Het verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer (1961) Het verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer uit 1961 is opgesteld door lidstaten binnen de Verenigde Naties om de rechten en immuniteiten van diplomaten en diplomatieke vertegenwoordigingen vast te leggen. Deze rechten en immuniteiten waren al wel eerder vastgelegd, zoals bij het Congres van Wenen in 1815, maar dit was op veel kleinere schaal en niet duidelijk genoeg. Wanneer het verdrag van Wenen grondiger geanalyseerd wordt, blijkt dat een aantal artikelen binnen dit verdrag zeer belangrijk zijn voor de diplomatieke positie van de Heilige Zetel op internationaal niveau. Ten eerste wordt in artikel 14 van het verdrag specifiek de rol van de nuntius benoemd.12 De nuntius is in rang gelijk aan een ambassadeur. Vervolgens staat de rol van internuntius gelijk aan die van gevolmachtigd ministers. Het feit dat de pauselijke diplomaten binnen het verdrag speciaal genoemd moeten worden en een plaats moeten krijgen ten opzichte van gewone diplomaten geeft aan dat hun rol binnen de diplomatie uitzonderlijk was al voordat het verdrag werd opgesteld. Nu werd de speciale status van de nuntius juist door een aantal artikelen binnen het verdrag vastgelegd. In artikel 16.1 van het verdrag wordt aangegeven dat het langst zittende hoofd van een missie binnen een staat precedence krijgt binnen hun rangverdeling zoals deze is weergegeven in artikel 14.13 Precedence moet gezien worden als een voorrang op andere hoofden van missies. Het heeft dus een hiërarchische betekenis. Dit hoeft niet alleen functioneel te zijn, maar kan ook Het Vaticaan, ‘Treaty between the holy see and Italy. In the name of the most holy trinity’ (versie onbekend), http://www.vaticanstate.va/content/dam/vaticanstate/documenti/leggi-edecreti/Normative-Penali-e-Amministrative/LateranTreaty.pdf (31 december 2015) 10. 12 De Verenigde Naties, ‘Vienna convention on diplomatic relations. Done at Vienna, on 18 April 1961’, in: De Verenigde Naties, Treaty Series 500 (New York 1965) 104. 13 Ibidem. 11 8 een symbolische of ceremoniële waarde hebben. Zoals eerder aangeven vormt de gemeenschap van diplomaten die meerdere staten vertegenwoordigen binnen één staat het diplomatieke korps. Het hoofd van het diplomatiek korps als geheel wordt een deken genoemd. Belangrijk is dat in artikel 16.1 wordt verwezen naar artikel 13, waarbij de volgorde van het aanbieden van referenties van diplomaten bepaald wordt door de datum en tijd waarop zij gearriveerd zijn als hoofd van een missie. Alle aspecten van het verdrag zijn dus ingericht om het langst zittende hoofd van een missie ook het hoofd van het diplomatieke korps bij een staat te maken. Artikel 16 eindigt echter met een derde punt waarin een algemene opmerking verwerkt is die cruciaal is voor de rol van pauselijke diplomaten: ‘This article is without prejudice to any practice accepted by the receiving State regarding the precedence of the representative of the Holy See.’14 Voordat het verdrag werd opgesteld was het namelijk voor veel katholieke staten gebruikelijk om de nuntius te benoemen tot hoofd van een diplomatiek korps bij een staat. De duur van hun verblijf binnen de staat speelde hierbij geen rol. Al tijdens het Congres van Wenen in 1815 was de bepaling van hiërarchie op basis van diplomatieke anciënniteit vastgesteld. Hier werd echter nog de uitzondering toegevoegd dat deze bepaling geen invloed zou hebben op de diplomatieke vertegenwoordiging van de paus.15 Dit was een teken van respect richting de katholieke kerk en de paus. De toevoeging van deze regel binnen het congres zorgt ervoor dat het toepassen van deze vorm van respect nog steeds mogelijk blijft. Ook uit het verdrag van Lateranen blijkt dat deze vorm van respect vaak zwaarder weegt dan een hiërarchie op basis van diplomatieke anciënniteit. Zo wordt vastgelegd in artikel 12: The Contracting Parties [de Heilige Zetel en Italië] commit themselves to establish normal diplomatic relations between them, by means the accreditation of an Italian Ambassador to the Holy See and of a Papal Nuncio to Italy, who will be Dean of the Diplomatic Corps, in accordance with the customary right recognized by the Congress of Vienna by the Act of 9 June 1815. 16 Met de opschriftstelling van deze drie verdragen heeft de katholieke kerk zijn bijzondere positie weten te behouden, waarbij staten als uitzondering op de ‘normale regels’ kunnen afwijken van de diplomatieke anciënniteit. Wel kan gesteld worden dat de uitingen ten opzichte van de bijzondere positie van de katholieke kerk stelliger waren binnen het Congres van Wenen en het verdrag van Lateranen. Zo werden in de tekst van het Congres nog de woorden ‘geen invloed’ De Verenigde Naties, ‘Vienna convention on diplomatic relations’, 104. Congres van Wenen, Translation of the general treaty, signed in congress, at Vienna, June 9, 1815: with the acts thereunto annexed. Presented to both houses of parliament, by command of his royal highness, the prince regent, February, 1816 (Londen 1816) 147-148. Online beschikbaar: http://liberalism-inamericas.org/47/ (31 december 2015). 16 Het Vaticaan, ‘Treaty between the holy see and Italy. In the name of the most holy trinity’ (versie onbekend), http://www.vaticanstate.va/content/dam/vaticanstate/documenti/leggi-edecreti/Normative-Penali-e-Amministrative/LateranTreaty.pdf (31 december 2015) 6. 14 15 9 opgenomen wanneer de rol tussen diplomatieke anciënniteit en diplomatieke pauselijke vertegenwoordiging werd beschreven. Ook werd in het verdrag van Lateranen onontkoombaar vastgesteld met de woorden ‘who will be’ dat de pauselijke vertegenwoordiger de deken van het diplomatieke korps zou zijn in Italië. In het verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer zien we middels de tekst ‘without prejudice’ in artikel 16.3 al een onpartijdigere houding ten opzichte van pauselijke vertegenwoordigers. Hoewel het nog steeds mogelijk is om pauselijke diplomaten een hogere hiërarchische rang te verschaffen op basis van respect, status en traditie, zal deze beslissing plaats moeten vinden op basis van keuzes van staten, niet op basis van internationaal vastgelegde regels. In de tussenliggende periode heeft de katholieke kerk zijn speciale diplomatieke positie dus met succes weten te behouden, maar is de optie voor staten om dit respect te verlenen veranderd van een ongeschreven regel naar een diplomatieke keuzemogelijkheid. Wanneer de situatie van vandaag de dag geanalyseerd wordt kan opgemaakt worden dat er nog weinig veranderd is aan deze positie van de Heilige Zetel op diplomatiek gebied binnen het diplomatieke korps. Veel katholieke staten binnen Europa en Zuid-Amerika maken nog steeds gebruik van artikel 16.3 om de nuntius speciale privileges te verschaffen en sommigen zijn dan ook hoofd van het diplomatieke korps.17 Deze positie zorgt voor meer mogelijkheden wanneer een bemiddelende rol benodigd is. Zij worden in deze staten namelijk beschouwd als hoogste diplomaat binnen het diplomatieke korps en genieten veel respect. Hun invloed is daardoor relatief groot binnen deze staten. De totstandkoming van het verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer uit 1961 droeg zo bij tot nog meer voordelen voor de Heilige Zetel binnen de internationale diplomatie, waarbij de geschiktheid van de Heilige Zetel als bemiddelaar alleen maar toenam. Door de rol van de nuntius formeel vast te leggen kunnen misverstanden over zijn status niet meer ontstaan. 1.3 Besluit Nu de belangrijkste artikelen binnen beide verdragen geanalyseerd zijn kan er na worden gegaan welke inzichten een rol kunnen spelen bij het vraagstuk van bemiddeling. Uit beide verdragen is gebleken dat zij er niet direct toe zullen leiden dat de Heilige Zetel de ideale bemiddelaar is, echter brengen de afspraken binnen de verdragen wel voordelen met zich mee die de Heilige Zetel geschikt maken voor een bemiddelende positie. Zo heeft het verdrag van Lateranen gezorgd voor diplomatieke bewegingsvrijheid van nuntiussen binnen Italië richting het Vaticaan. Ook buitenlandse diplomaten kunnen het Vaticaan eenvoudiger bereiken zonder Pentin, ‘Vatican Diplomacy’, Diplomat Magazine (versie onbekend), http://www.diplomatmagazine.com/index.php?option=com_content&view=article&id=253 (1 januari 2016). 17 10 hinder. De eerste stap om op grote schaal diplomatieke banden aan te gaan is hiermee in 1929 genomen. Uit het verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer is gebleken dat de positie van de nuntius in een universeel geldend document bevestigd werd. Waar eerder onenigheid kon bestaan in staten over hiërarchie, is de positie van de nuntius nu vastgelegd. Verder is het respectvolle gebruik om de nuntius deken van het diplomatieke korps te maken blijven bestaan in veel staten, ondanks de gemaakte afspraken in het verdrag. De opname van artikel 16.3 is hier cruciaal voor geweest. Binnen een bemiddeling kan een hogere diplomatieke rang op basis van respect voordelen met zich meebrengen waardoor de slagingskans groter wordt. De verdragen mogen dus beschouwd worden als ‘diplomatieke mogelijkheden’ voor de Heilige Zetel om in de toekomst een betere rol te kunnen vervullen bij bemiddeling. 11 2 Religieuze waarden In dit hoofdstuk zal geanalyseerd worden hoe de religieuze leer van de katholieke kerk bemiddelingspogingen kan beïnvloeden. Ten eerste zal hiervoor de duale rol van de nuntius bestudeerd worden aan de hand van een analyse van de Pauselijke Ecclesiastische Academie waaraan zij hun opleiding volgen. Vervolgens zal het effect van deze duale rol van de nuntius op een bemiddelingsproces besproken worden. Hiervoor zullen twee karakteristieken van de ideale bemiddelaar die aangegeven zijn door Geoffrey R. Berridge getoetst worden. Tot slot zal de lokale rol van bisschoppen binnen bemiddeling aan bod komen, om een beter beeld te schetsen van de rol van religie bij katholieke bemiddelingspogingen. 2.1 De dualiteit van de nuntius Een belangrijk verschil tussen nuntiussen en diplomaten van andere staten is het feit dat de oorspronkelijke functie van een nuntius tweeledig is. Een kenmerkende eigenschap voor professionele diplomaten is het feit dat zij hun eigen staat en zijn belangen vertegenwoordigen.18 Nuntiussen hebben echter een tweede belangrijke functie die uitgevoerd moet worden. Naast het vertegenwoordigen van de belangen van de Heilige Zetel vervullen zij ook de religieuze functie van het controleren van de nationale kerk.19 Het doel van deze controlefunctie is het volbrengen van de hun toevertrouwde religieuze missie in deze staten. Wanneer deze taken van de nuntius grondiger bestudeerd worden, blijkt dat de religieuze controlefunctie meer is dan alleen een functie van symbolische waarde. Dit blijkt bijvoorbeeld uit een interview dat in 2006 plaatsvond tussen een vertegenwoordiger van het Thomas Aquinas College in California en aartsbisschop en voormalig permanente waarnemer van de Heilige Zetel bij de Verenigde Naties Celestino Migliore. In dit interview beschrijft Migliore de speciale opleiding die nuntiussen volgen. De Pauselijke Ecclesiastische Academie in Rome is een instelling die compleet is ingericht om diplomaten op te leiden voor diplomatieke functies in dienst van de Heilige Zetel. Over de opleiding zelf geeft Migliore het volgende aan: These candidates enter after having been ordained priests. Therefore, all of them already possess a degree in theology. Many also possess another degree in various disciplines, specifically in Canon Law. The academic curriculum consists of two years of specialized studies: ecclesiastical diplomacy, international law, monographs on international organizations and on techniques of negotiations; the Berridge, Diplomacy, 107. Auteur onbekend, ‘Papal diplomacy. God’s ambassadors’, The Economist (versie 19 juli 2007), http://www.economist.com/node/9516461 (30 november 2015). 18 19 12 history of ecclesiastical diplomacy, diplomatic styles, courses on great modern cultural and theological strains; and economic and social questions. 20 Uit de beschrijving van Migliore kan opgemaakt worden dat de nadruk binnen de diplomatieke scholing van nuntiussen niet alleen ligt op een puur wereldlijk aspect. Binnen zijn beschrijving van de scholing van nuntiussen in de Pauselijke Ecclesiastische Academie lijkt het religieuze aspect een dominante factor. Niet alleen Migliore, maar ook paus Franciscus benadrukte tijdens een speech bij dezelfde Academie hoeveel waarde de religieuze functie heeft binnen diplomatieke posities. Zo geeft hij aan dat carrièredrang niet de belangrijkste drijfveer moet zijn van nuntiussen. Ambitie en persoonlijke belangen zouden onderdrukt moeten worden, volgens hem. Belangrijker zou zijn om het evangelie als drijfveer te gebruiken en om de missie te volbrengen die hen is toevertrouwd.21 Ook hier is te zien dat de religieuze functie van de nuntius de boventoon voert bij discussies over hun belangrijkste taken en missies. Deze nadruk op de religieuze functie van de nuntius wordt benadrukt in het boek The Holy See and the international order uit 1976. Het boek is geschreven door de Italiaan Hyginus Eugene Cardinale. Hij was destijds de titulair aartsbisschop van Nepte en apostolisch nuntius van België, Luxemburg en de Europese Gemeenschap. Het uiteindelijke doel van het systeem van pauselijke vertegenwoordiging zou niet politiek maar spiritueel zijn. Door gerechtigheid en barmhartigheid na te streven wordt internationale harmonie en vrede nagestreefd.22 Dit is ook de reden dat paus Franciscus het idee van soberheid en een simpele leefwijze zo benadrukt richting de nuntiussen. Hoe kunnen de verschillende functies die de pauselijke vertegenwoordigers zijn toevertrouwd echter bijdragen tot een betere slagingskans van bemiddelingspogingen? Wanneer de Heilige Zetel of zijn vertegenwoordigers bemiddelen tussen staten in conflict, blijkt dat de gedrevenheid die hen stuurt niet puur gebaseerd is op nationale belangen. De religieuze functie die nuntiussen vervullen naast het vertegenwoordigen van de belangen van de Heilige Zetel, zorgt er voor dat zij andere belangen in ogenschouw nemen. Zo kan ‘de gedrevenheid om de missie te volbrengen die hen is toevertrouwd’, waar de paus over sprak, leiden tot de benodigde gedrevenheid voor een blijvende oplossing die de al eerder genoemde Geoffrey R. Berridge aanhaalt als belangrijke karakteristiek van een ideale bemiddelaar. Religieuze overtuigingen, in de vorm van het evangelie, dragen op deze manier indirect bij aan een succesvolle bemiddeling. Thomas Aquinas College, ‘An interview with archbishop Migliore’ (versie onbekend), http://thomasaquinas.edu/news/interview-archbishop-migliore (30 november 2015). 21 A. Tornielli, ‘Francis steers future Vatican diplomats away from careerism’, La Stampa (versie 6 juni 2013), http://vaticaninsider.lastampa.it/en/the-vatican/detail/articolo/nuzi-nucio-papa-el-papa-popebergoglio-roncalli-25431/ (30 november 2015). 22 H.E. Cardinale, The Holy See and the international order (Londen 1976) 54. 20 13 Een andere belangrijke karakteristiek van Berridge die besproken is in de inleiding van dit onderzoek is dat de bemiddelaar als onpartijdig gezien moet worden door de verdeelde partijen. In dit geval behoort de religieuze visie en de neutrale houding die is opgenomen in het verdrag van Lateranen, zoals beschreven in hoofdstuk 1, voor een onpartijdige houding te zorgen. Los van de vraag of zij daadwerkelijk neutraal zijn, geeft de katholieke kerk aan dat alle mensen gelijk zijn in Gods ogen.23 Uit morele en religieuze overtuigingen zullen zij hier dan ook naar handelen en een afzijdige houding aannemen. Of de verdeelde staten overtuigd zijn door deze onpartijdige positie van de Heilige Zetel is afhankelijk van de waarde die zij hechten aan de morele en religieuze overtuigingen van het katholieke geloof. De positie van de Heilige Zetel met betrekking tot deze belangrijke succesfactoren voor bemiddeling die Berridge noemt wordt nader toegelicht in het boek van Cardinale. Hij onderstreept de speciale rol die de Heilige Zetel kan hebben binnen de internationale diplomatie: ‘It is only if the contending parties make a unanimous appeal for its intervention as a disinterested arbitrator, that the Holy See reserves to itself the right to intervene, taking into account the overriding interests of the common good.’24 Hiermee wordt zowel de onpartijdigheid als de gedrevenheid om de missie te volbrengen aangestipt. Hoewel Cardinale over arbitrage spreekt en niet over bemiddeling, kunnen deze karakteristieken – die overeenkomen met die van Berridge – ook worden toegeschreven aan de Heilige Zetel wanneer deze optreedt in een bemiddelende rol. Vanzelfsprekend kan gesteld worden dat de onpartijdige positie van de Heilige Zetel binnen staten met een overwegend katholieke bevolking als geloofwaardiger over zal komen, gezien het vertrouwen dat de katholieke kerk doorgaans geniet van deze staten. Zoals echter is gebleken uit de recente bemiddeling van de paus tussen de Verenigde Staten en Cuba, zijn sommige ‘protestantse staten’, zoals in dit geval de Verenigde Staten, ook overtuigd van de neutrale positie van de Heilige Zetel.25 Om staten hiervan te overtuigen zijn goede diplomatieke banden een belangrijke aspect. 2.2 De rol van bisschoppen Naast deze karakteristieken voor bemiddeling is er ook voor bisschoppen een bemiddelende rol weggelegd. Dit wordt duidelijk uit een toespraak van John Onaiyekan, de aartsbisschop van Abuja te Nigeria. Onaiyekan sprak tijdens een conferentie in 2008 over de toekomst van katholieke vredesopbouw. Deze conferentie vond plaats in de Amerikaanse universiteit van S. Adams, ‘Paus: Wij zijn allen gelijk in Gods ogen’, Katholiek Nieuwsblad (versie 27 juni 2013), http://www.katholieknieuwsblad.nl/woord-van-de-paus/item/4136-paus-wij-zijn-allen-gelijk-in-godsogen.html (1 december 2015). 24 Cardinale, The Holy See and the international order, 34. 25 Auteur onbekend, ‘Vatican mediation in US-Cuba relations applauded’, Voice of America News (18 december 2014), http://www.voanews.com/content/reu-vatican-mediation-in-us-cuba-relationsapplauded/2564401.html (1 januari 2016). 23 14 Notre Dame. De conferentie werd georganiseerd door het Catholic Peacebuilding Network, dat in hoofdstuk 3 uitvoeriger aan bod zal komen. Bij deze conferentie waren 275 deelnemers aanwezig uit 28 verschillende staten. De bijdrage van Onaiyekan aan deze conferentie was getiteld The role of bishops in peace building. Volgens hem is de rol van de bisschop op de eerste plaats religieus en moet hij als spiritueel leider voor de mensen fungeren. Deze spirituele rol moet echter wel binnen een bepaalde socio-politieke context uitgevoerd worden. Dit wordt volgens Onaiyekan het meest duidelijk op het gebied van vredesopbouw.26 In deze toespraak wordt het accent gelegd op de rol van de bisschop, die zou moeten bestaan uit de missie van de priester, de profeet en de koning. De rol van profeet moet niet letterlijk geïnterpreteerd worden maar gezien worden als een rolinvulling die mensen de boodschap van God brengt, namelijk de boodschap van vrede en verzoening. De rol van koning is een meer praktische taak. Als leider van de gemeenschap moet de bisschop betrokken zijn bij gebeurtenissen om hem heen en moet hij een bemiddelaar zijn tussen conflicterende partijen en hen tot vrede en verzoening brengen. Het priesterlijke aspect wijst op de spirituele rol die toegepast moet worden om verzoening en vrede te bewerkstelligen.27 De belangrijkste rol die Onaiyekan aanwijst bij bemiddeling van de katholieke kerk is in dit geval de koning. Via praktische wegen kunnen bisschoppen hiermee invloed hebben op conflicterende partijen. ‘In situations of open conflict, he [de bisschop] may have as his major priority the task of conflict resolution. This often entails mediation, not excluding even dangerous interventions among belligerent groups’28, aldus Onaiyekan.29 Onaiyekan spreekt in zijn betoog over vredesopbouw in het algemeen, maar het wordt duidelijk dat bemiddeling een plaats krijgt toegewezen binnen lokale kerkgemeenschappen. Naast bemiddeling op een hoog niveau kan de katholieke kerk dus ook op een lokaal niveau een bemiddelende rol uitoefenen tussen conflicterende partijen via bisschoppen. 2.3 Besluit De belangrijke religieuze rol die is toegekend aan nuntiussen naast het vertegenwoordigen van de belangen van de Heilige Zetel zorgt ervoor dat zij tijdens een bemiddelingsproces kunnen beschikken over de vereiste gedrevenheid voor een blijvende oplossing die Berridge beschrijft in zijn theorie over de ideale bemiddelaar. Een andere belangrijke factor is de onpartijdige houding die de Heilige Zetel zou moeten bezitten om een succesvolle bemiddelingsrol te kunnen vervullen. De morele en religieuze overtuigingen van het katholieke geloof, waarbij ieder mens J. Onaiyekan, ‘The role of bishops in peace building’, Conference on the future of catholic peacebuilding (Notre Dame 2008) 1. Online beschikbaar: http://cpn.nd.edu/assets/14631/onaiyekannd2.pdf (31 december 2015). 27 Ibidem, 1-2. 28 Ibidem, 2. 29 Ibidem. 26 15 gelijk is, zou deze rol geloofwaardiger moeten maken. Daarnaast moet de neutrale positie die door het Vaticaan wordt vastgelegd in het verdrag van Lateranen zorgen voor een officiële bevestiging hiervan op het internationale diplomatieke toneel. Naast het religieuze aspect, die de geschiktheid van de bemiddelende rol van de katholieke kerk aannemelijker maakt, is ook de rol beschreven van bisschoppen binnen lokale bemiddeling. Hieruit kan opgemaakt worden dat katholieke vredesopbouw en bemiddeling niet alleen een mogelijke rol kan hebben op pauselijk niveau, maar ook op een lokaal niveau. De verschillende soorten bemiddeling zullen in het volgende hoofdstuk verder uitgediept worden aan de hand van katholieke organisaties die lokaal opereren en pauselijke invloed dat kan zorgen voor een bemiddeling op een hoog niveau. 16 3 Invloed en macht Om te bepalen welke rol de Heilige Zetel daadwerkelijk speelt binnen bemiddelingsprocessen zal dit hoofdstuk ingaan op de invloed die uitgeoefend kan worden op staten en personen. Ten eerste zal hiervoor de pauselijke invloed geanalyseerd worden en zal bestudeerd worden welk instrumentarium de paus tot zijn beschikking heeft om staten te sturen. Daarnaast zal gekeken worden of de Heilige Zetel voldoet aan de andere twee karakteristieken die Berridge geduid heeft. Een tweede belangrijk onderdeel van dit hoofdstuk is dat de lokale invloed van katholieke bemiddeling verder uitgediept zal worden. Waar in het vorige hoofdstuk de rol van bisschoppen al beschreven is, zal in dit hoofdstuk de rol van bemiddelende katholieke organisaties nader verklaard worden. Een laatste onderwerp dat aangesneden zal worden in dit hoofdstuk is de werkwijze die gehanteerd wordt door de katholieke organisaties en de resultaten die behaald worden. 3.1 Pauselijke invloed Het is belangrijk om in ogenschouw te nemen dat de paus zowel spiritueel als statelijk leider van de katholieke kerk is. De beslissing of diplomatieke relaties wel of niet moeten worden aangegaan hangen dan ook af van zijn eindoordeel, waarbij meer dan alleen statelijke belangen een rol spelen. Naast deze pauselijke heerschappij op twee vlakken heeft de paus andere middelen tot zijn beschikking. Een krachtig middel dat gebruikt kan worden om mensen of staten binnen de wereld te beïnvloeden is het uitgeven van encyclieken. Hierin worden principes weergeven die katholieken in de wereld moeten leiden en een bepaald spiritueel, moreel, politiek, economisch of sociaal probleem aankaarten. Een voorbeeld van een recente encycliek is de uitgave van Laudato si’ (Geprezen zijt gij) uit 2015 van paus Franciscus over de milieuproblematiek.30 In deze encycliek van bijna 200 pagina’s wijst Franciscus op de milieuproblemen in de wereld en geeft daarbij richtlijnen die nageleefd kunnen worden. Het encycliek is niet alleen gericht aan katholieken, maar aan iedereen. Verder stuurt de paus de bisschoppen aan. Hoewel zij vaak zelf actie ondernemen zijn er pauselijke richtlijnen vastgesteld waaraan bisschoppen zich houden en hun acties op baseren. Ten slotte wordt de activiteit van leken beïnvloed door de paus. Christelijke principes worden daarnaast door hem vastgesteld. Leken proberen vaak te handelen op basis van deze principes, en enige mate van sturing vanuit het Vaticaan is dan ook mogelijk.31 Het Vaticaan, ‘Encyclical letter laudato si’ of the Holy Father Francis on care for our common home’ (versie 24 mei 2015), http://w2.vatican.va/content/francesco/en/encyclicals/documents/papafrancesco_20150524_enciclica-laudato-si.html (1 januari 2016). 31 Cardinale, The Holy See and the international order, 32-33. 30 17 Een probleem doet zich echter voor met de paus als zowel statelijk als spiritueel hoofd van de kerk. In hoofdstuk 2 is al de duale functie van nuntiussen geanalyseerd. Deze functie bestaat ook voor de paus zelf, waarbij zijn spirituele rol als zijn missie beschouwd wordt, en zijn statelijke rol als functie waarbij hij de nationale belangen van het Vaticaan nastreeft. Zoals elk statelijk leider kan ook de paus zich bij tijd en wijle ‘ondiplomatiek’ uitlaten over een bepaald onderwerp.32 Problematisch voor nuntiussen is echter dat een dergelijke uitval vaak gerelateerd is aan een religieus onderwerp. Wanneer er gekeken wordt naar de diplomatieke invloed en macht van pausen dan zijn zulke uitlatingen schadelijk voor mogelijke bemiddelingsprocessen. Staten vinden dergelijke uitspraken vaak aanstootgevend, wat kan zorgen voor een stroevere positie voor de Heilige Zetel bij toekomstige bemiddelingspogingen. Met het oog op een mogelijke rol bij bemiddeling kan er dan ook gesteld worden dat een paus die gematigd is in zijn religieuze uitspraken het meest kan bijdragen aan een rol van de Heilige Zetel bij dergelijke bemiddeling. Een kenmerkend voorbeeld van de invloed die de paus kan hebben op de internationale diplomatie is de periode waarin Johannes Paulus II het pausschap bekleedde. Zo had de Heilige Zetel bij zijn verkiezing in 1978 diplomatieke banden met 85 staten, maar toen hij stierf in 2005 was dit aantal uitgebreid tot een totaal van 174. Deze uitbreiding van het diplomatieke apparaat zorgde voor hernieuwde twijfel over de dubbele status van de paus als zowel spiritueel en statelijk leider. Nadat Johannes Paulus II de katholieke kerk een meer globaal profiel had gegeven waren deze twijfels bij veel staten echter juist aanzienlijk geslonken. Diplomatieke banden aangaan met de Heilige Zetel bood namelijk voordelen voor staten.33 Het wordt evenzeer duidelijk dat paus Franciscus direct bijdraagt aan de diplomatieke positie van de Heilige Zetel op het internationale toneel als zijn rol geanalyseerd wordt. Binnen de eerste twaalf maanden van zijn pontificaat kaartte hij duidelijk meer misstanden aan bij diplomaten van andere staten dan zijn voorganger paus Benedictus XVI. Van groot belang hierbij is dat naar Franciscus geluisterd wordt. Zijn invloed wordt erkend door de politieke leiders van staten. Deze invloed werd nog eens bevestigd door de bemiddeling van Franciscus via een brief tijdens de top van de G20 in Sint-Petersburg in 2013. Met de brief, gericht aan president Poetin van Rusland, riep paus Franciscus de wereldleiders op om geen internationale militaire actie te ondernemen in Syrië en om verder te onderhandelen over een vreedzame oplossing.34 Verder nam Franciscus zelf ook een actieve diplomatieke houding aan ten opzichte van het conflict in Auteur onbekend, ‘Papal diplomacy. God’s ambassadors’, The Economist (versie 19 juli 2007), http://www.economist.com/node/9516461 (1 januari 2016). 33 Ibidem. 34 Het Vaticaan, ‘Letter of pope Francis to H.E. mr. Vladimir Putin, president of the Russian Federation, on the occasion the G20 St. Petersburg summit’ (4 september 2013), https://w2.vatican.va/content/francesco/en/letters/2013/documents/papa-francesco_20130904_puting20.html (1 januari 2016). 32 18 Syrië. Een concept van een vredesplan werd opgesteld.35 Zo wordt zijn handelen in de Syriëcrisis door Brits journalist Edward Pentin positief weergegeven: ‘The Pope was quick to sense a diplomatic and political void, contributing decisively to stop a military attack.’36 Nu de invloed en de mogelijkheden van de paus verduidelijkt zijn, kunnen Berridge’s andere twee karakteristieken voor een ‘ideale bemiddelaar’ die eerder benoemd zijn in de inleiding toegepast worden op de Heilige Zetel. Zo is de eerste notie, dat een bemiddelaar invloed of effectieve macht moet hebben, duidelijk van toepassing op het Vaticaan. Waar het geen grote militaire macht of een wereldeconomie bezit, is gebleken dat zijn invloed wel enorm is. De eerder genoemde journalist Pentin analyseert de invloed van de Heilige Zetel in zijn artikel ‘Vatican Diplomacy’ voor Diplomat Magazine: ‘Yet many outsiders make the mistake of confusing the Holy See with the Vatican City State, viewing it as a merely 0.2 square miles of land in Rome. “They just don’t see the global reach,” says one Roman diplomat accredited to the Holy See.’37 Dit globale bereik kan ook wel omschreven worden als de alomtegenwoordigheid van de katholieke kerk. Hoewel de tastbare macht van de katholieke kerk beperkt lijkt, bestaat haar macht uit een groot netwerk van missionarissen, prelaten (een geestelijke binnen een ambt met bestuursmacht, zoals een bisschop) en leken, waardoor ze vanuit de hele wereld informatie ontvangt. Nuntiussen zijn daardoor vaak bijzonder goed geïnformeerd en bekwaam om te bemiddelen binnen conflicten. De opvatting dat de katholieke kerk een grote mate van invloed bezit wordt duidelijk gedeeld door staten. Zoals uit de hedendaagse invloed van paus Franciscus blijkt houden staten wel degelijk rekening met de invloed van de Heilige Zetel. Ook is Berridge’s eigenschap dat een bemiddelaar genoeg aandacht moet kunnen besteden aan een dispuut van toepassing op de Heilige Zetel. Met een relatief groot administratief apparaat voor een relatief kleine staat kan zij veel tijd besteden aan interstatelijke betrekkingen. Verder kan een grote groep van bisschoppen en nuntiussen ingezet worden om bemiddeling toe te passen. 3.2 Lokale invloed Naast deze belangrijke rol die is weggelegd voor de paus heeft de katholieke kerk ook een zeer grote (mogelijke) invloed op lokaal niveau. In het tweede hoofdstuk is al kort de lokale rol van bisschoppen naar voren gekomen binnen een conferentie georganiseerd door het Catholic Peacebuilding Network, maar er bestaan meerdere soortgelijke organisaties die ontstaan zijn vanuit katholieke initiatieven. De belangrijkste organisaties hiervan zijn de Catholic Relief E. Pentin, ‘Papal diplomacy and the “Francis effect”’, National Catholic Register (versie 13 maart 2014), http://www.ncregister.com/daily-news/papal-diplomacy-and-the-francis-effect/#ixzz2vsyqWlmR (30 december 2015). 36 Ibidem. 37 Pentin, ‘Vatican diplomacy’, Diplomat Magazine (versie onbekend), http://www.diplomatmagazine.com/issues/2010/march/253-vatican-diplomacy-v15-253.html (1 januari 2016). 35 19 Services (CRS) en Caritas Internationalis. Dergelijke organisaties, die proberen een conflict te beslechten door een bemiddelende rol aan te nemen, worden ook wel gedefinieerd als track twomediators. Dit geeft aan dat zij geen officiële instantie zijn met een bemiddelende rol.38 Bij bemiddeling op hoog niveau (track one) wordt vaak gesproken over ‘het goede moment aangrijpen’. De kans op succes zou bij deze laatste vorm van bemiddeling verkleind worden als het verkeerde moment wordt aangegrepen. Bij track two-mediators is dit niet het geval. Deze vorm van bemiddeling vindt plaats op relatief kleine schaal waardoor het idee bestaat dat het opbouwen van vertrouwen belangrijker is en dat een verslechtering van de situatie niet snel zal plaatsvinden.39 De gedachtegang van deze eerder genoemde katholieke organisaties is voornamelijk gebaseerd op de ideeën van de Amerikaanse theoloog Thomas Merton, die theologie en praktische vredesopbouw met elkaar verbond. Katholieke pogingen om te bemiddelen binnen een conflict en om vrede te bewerkstelligen werden zo gelegitimeerd.40 Binnen de Catholic Relief Services lag initieel de nadruk op ontwikkelingshulp. Vredesopbouw was geen onderdeel van de organisatie. Na de genocide in Rwanda in 1994 kwam hier verandering in en wijzigde de organisatie zijn doelen en aanpak. Vredesprogramma’s werden opgezet om in conflictgebieden partijen dichter bij elkaar te brengen. Hoewel deze rol verder reikt dan alleen bemiddeling tussen partijen, blijft dit een belangrijk onderdeel van de organisatie om tot een stabiele vrede te komen.41 De werkwijze van de organisatie Caritas Internationalis kan duidelijker getypeerd worden als bemiddelend. Ook zij was eerst gefocust op ontwikkelingshulp, maar veranderde haar visie rond 1995. Een ‘Peace and Reconciliation Working Group’ werd door de organisatie opgericht om partijen binnen conflictgebieden dichter tot elkaar te brengen. Ook moest deze groep zorgen voor een beter netwerk tussen de partijen die probeerden een vrede te bewerkstelligen in een gebied.42 Caritas Internationalis omschrijft haar eigen rol binnen conflicten als volgt: ‘Caritas also forges dialogue to prevent the conflicts which cause suffering and loss and works to transform active conflicts into peaceful settlements.’43 In de ‘Caritas manual working for reconciliation’ staat een werkwijze beschreven waarin lokale bemiddeling vaak anders aangepakt wordt in de gebieden waar zij opereren. Ze werken vaak in culturen waar het Westerse idee dat je als bemiddelaar compleet neutraal en buiten het conflict moet Berridge, Diplomacy, 243. Ibidem, 249. 40 W. Headley, ‘Beyond Merton: Catholic Relief Services, Caritas Internationalis and Catholic Peacebuilding Network as “Practical Peacebuilders”’, Ninth general meeting of the international Thomas Merton society (San Diego 2005) 3. Online beschikbaar: http://cpn.nd.edu/topics-in-catholic-peacebuilding/peaceprocesses-and-mediation/ (22 december 2015). 41 Ibidem, 4-5. 42 Ibidem, 6. 43 Caritas Internationalis, ‘What we do: Conflicts and Disasters’ (versie onbekend), http://www.caritas.org/what-we-do/conflicts-and-disasters/ (22 december 2015). 38 39 20 staan averechts werkt. Er wordt dan ook vaak een benadering gebruikt waarbij Caritas al in het conflict betrokken is en tot op zekere hoogte verbonden is met een partij binnen het conflict. Zo zou zij beter begrepen worden en zouden de partijen haar meer vertrouwen bij een bemiddeling.44 De laatste organisatie die een grote rol speelt bij lokale bemiddeling is het Catholic Peacebuilding Network. Dit netwerk is pas in 2002 opgericht en bestaat voornamelijk uit burgers van de Verenigde Staten.45 Het doel van deze organisatie is om theorie en praktijk aangaande vredesopbouw en bemiddeling binnen conflictgebieden te bevorderen en dichter bij elkaar te brengen. De conferentie die plaatsvond in de universiteit van Notre Dame, zoals weergegeven in hoofdstuk 2, is hier een voorbeeld van. Het is dus duidelijk dat op lokaal niveau meerdere initiatieven door verschillende organisaties zijn opgezet om vrede te bewerkstelligen, waarbij bemiddeling een belangrijk onderdeel is van deze vredesinitiatieven. 3.3 Werkwijze en resultaten Kan deze lokale invloed van de katholieke kerk ook daadwerkelijk worden omgezet in resultaten en gezien worden als een teken van diplomatieke macht? Om hier een beter beeld van te krijgen zal vooral het speciale rapport van het United States Institute of Peace (USIP) worden gebruikt uit 2001. Dit rapport, genaamd ‘Catholic Contributions to International Peace’, geeft een beter beeld van specifieke initiatieven die genomen zijn door organisaties in diverse staten. Voorafgaand aan de opstelling van het rapport heeft een speciale workshop plaatsgevonden over katholieke vredesopbouw waarin casussen van internationale katholieke vredesorganisaties uitgelicht werden om zo een beter overzicht te krijgen van de internationale katholieke initiatieven. Organisaties zoals Catholic Relief Services, de Gemeenschap van Sant’Egidio en de United States Conference of Catholic Bishops waren vertegenwoordigd bij deze workshop. Hoewel het rapport een compleet overzicht geeft van vredesopbouw in het algemeen wordt ook bemiddeling uitgelicht. Zo wordt aangegeven: ‘Although not a structural change, a third contribution of the Catholic hierarchy to peacemaking should be noted – the role of individual bishops as conciliators and mediators.’46 Dit wordt onderverdeeld in drie niveaus. Het eerste niveau is het pausschap, waarbij Johannes Paulus II een centrale rol speelde. Het tweede niveau is episcopale conferenties, waarin bisschoppen als groep invloed kunnen hebben op het promoten van onderhandelingen. Bemiddelingspogingen van bisschoppen in Guatemala tijdens Caritas Internationalis, ‘Caritas manual working for reconciliation’ (versie onbekend), http://cpn.nd.edu/assets/13377/caritas_manual_working_for_reconciliation.pdf (22 december 2015) 6768. 45 Headley, ‘Beyond Merton’, 7. Online beschikbaar: http://cpn.nd.edu/topics-in-catholicpeacebuilding/peace-processes-and-mediation/ (22 december 2015). 46 United States Institute of Peace, Special report, 6. Online beschikbaar: http://www.usip.org/sites/default/files/sr69.pdf (1 januari 2016). 44 21 de burgeroorlog tussen 1960 en 1966 en de algemene episcopale conferenties van bisschoppen in de Verenigde Staten worden als voorbeelden aangehaald die met succes zijn afgesloten. Het laatste en misschien wel belangrijkste niveau zijn bisschoppen met een bemiddelende rol. Zoals eerder aangegeven in hoofdstuk twee, spelen individuele bisschoppen een rol binnen bemiddeling. Tot 1990 hebben ongeveer 35 bisschoppen de rol van bemiddelaar aangenomen binnen hun land. Successen zijn behaald in Mexico, Oost-Timor en Jeruzalem.47 Zo wordt een mogelijke vervolgstap van deze successen vastgesteld in het rapport: In the next decade, the larger church (the Vatican, the major episcopal conferences, the major Catholic donor agencies like Catholic Relief Services) will need to implement programs to provide the training, staffing, and infrastructure to help bishops on the frontlines to contribute more substantially to peacemaking efforts.48 Hoewel resultaten dus al zeker geboekt zijn, zou een actieve houding van de katholieke kerk moeten zorgen voor een professionalisering van de bisschoppen op het vlak van vredesopbouw en bemiddeling. In het rapport wordt daarnaast uiteengezet welke initiatieven de organisaties Catholic Relief Services en de Gemeenschap van Sant’Egidio opgezet hebben.49 Hiermee worden de werkwijze, de omvang en het werkveld van de organisaties verduidelijkt, maar moeten de resultaten van deze organisaties niet enkel gebaseerd worden op deze overzichten, aangezien deze overzichten gebaseerd zijn op presentaties van hooggeplaatste personen binnen de katholieke organisatie zelf. De betrouwbaarheid van de resultaten moet daarom ook met een kritische blik bekeken worden. Los van de resultaten kunnen er echter wel twee belangrijke conclusies worden verbonden aan het rapport van de USIP met betrekking tot de werkwijze van de katholieke organisaties. Een eerste opmerkelijke uitkomst van het rapport is het feit dat de nadruk van katholieke vredesopbouw voornamelijk gericht is op bemiddeling op hoog niveau. Hoewel katholieke organisaties vaak een persoonlijke aanpak benadrukken, ligt de focus van de organisatie vaak op een hooggeplaatst officieel vredesakkoord.50 Een tweede conclusie die getrokken wordt binnen het rapport is de bevestiging van de heilzaamheid van het theologische aspect binnen vredesopbouw en bemiddeling: ‘Peace for the sake of peace is not worthy of pursuit unless peace can be founded on principles of justice and adherence to basic norms of United States Institute of Peace, Special report, 6-8. Online beschikbaar: http://www.usip.org/sites/default/files/sr69.pdf (1 januari 2016). 48 Ibidem, 8. 49 Ibidem, 9-11. 50 Ibidem, 11. 47 22 human rights.’51 Het principe van het naleven van de fundamentele mensenrechten is in het geval van deze katholieke organisaties gestoeld op theologische aspecten. Besluit 3.4 Invloeden van de katholieke kerk zijn op verschillende niveaus aan bod gekomen in dit hoofdstuk. Zo kan er een onderscheid gemaakt worden tussen pauselijke bemiddeling (track one-mediation) en bemiddeling van katholieke organisaties (track two-mediation). Om te bepalen welke vorm van bemiddeling het meest geschikt is voor een bepaalde situatie, moet rekening worden gehouden met het de belangrijke factor ‘het goede moment aangrijpen’. Er kan gesteld worden dat voor pauselijke bemiddeling het moment van ingrijpen voor het voeren van een bemiddeling cruciaal is. Pauselijke bemiddeling vindt vaak plaats op een hoog niveau en is dan ook doorgaans een ‘alles of niets’ ingreep. Bemiddeling op een lokaal niveau vindt plaats op een lager niveau en heeft vaak de intentie om vertrouwen te wekken en daarna pas over te gaan op het boeken van tastbare resultaten. Voor pauselijke bemiddeling zal dus goed afgewogen moeten worden wanneer een bemiddelende rol aangenomen moet worden tussen conflicterende partijen. Voor een geschikte bemiddeling van de Heilige Zetel zal er dus een paus aanwezig moeten zijn die dergelijke momenten aan kan grijpen. Paus Franciscus heeft in zijn eerste jaren met zijn vredesplannen voor het conflict in Syrië en zijn bemiddeling tussen de Verenigde Staten en Cuba laten zien over zulke kwaliteiten te beschikken. 51 Ibidem. 23 Conclusie De hoofdvraag van dit onderzoek is of de heilige Zetel geschikt is voor een onafhankelijke bemiddelende rol binnen de interstatelijke betrekkingen. Het verdrag van Lateranen uit 1929 en het verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer uit 1961 bevatten artikelen die de Heilige Zetel een gunstige positie hebben verschaft binnen het internationale diplomatieke verkeer om deze rol te vervullen. Zo heeft het verdrag van Lateranen gezorgd voor de vrijheid die de Heilige Zetel zocht om diplomatieke banden aan te gaan met staten en relaties te onderhouden via vaste residenties. Daarnaast heeft het verdrag van Wenen de pauselijke diplomaten speciaal uitgelicht waardoor zij speciale privileges en tekenen van respect nog steeds ontvangen binnen staten. Hoewel deze inhoud van verdragen zorgt voor een gunstige positie van nuntiussen ten opzichte van andere diplomaten, is de geschiktheid voor een bemiddelende rol van de Heilige Zetel niet te motiveren op basis van alleen deze verdragen. Zoals gebleken is uit de eisen die Berridge gesteld heeft voor zijn ‘ideale bemiddelaar’, valt te beargumenteren dat de Heilige Zetel aan alle karakteristieke eigenschappen voldoet om hiervoor in aanmerking te komen. Belangrijk is hierbij dat de paus zijn invloedrijke positie op het internationale toneel vast weet te houden, aangezien zijn effectieve macht (‘hard power’) ten opzichte van andere staten relatief laag is. Het lijkt er echter op dat de doorslaggevende factor die bepaalt of de Heilige Zetel wel of niet geschikt is voor bemiddeling de paus zelf is. Paus Johannes Paulus II bewees binnen zijn pontificaat hoe belangrijk de houding van een paus kan zijn binnen de internationale diplomatie. Ook vandaag de dag, tijdens het pontificaat van paus Franciscus, wordt opnieuw bewezen welke diplomatieke invloed een paus kan hebben als hij daarvoor openstaat. Er kan dan ook geconcludeerd worden dat de relevante artikelen binnen verdragen, de invloed van de katholieke kerk en neutraliteit van het Vaticaan bijdragen aan een geschikte bemiddelende rol voor de Heilige Zetel. De werkelijke cruciale factor is echter de bereidheid van de paus zelf om deel te nemen aan de internationale diplomatie en om diplomatieke en politieke leegtes aan te voelen.52 Naast de bemiddelende rol die de Heilige Zetel kan vervullen is gebleken uit het onderzoek dat ook lokale organisaties een belangrijke bemiddelende rol kunnen vervullen binnen een conflict. Verschillende netwerken van katholieke organisaties en bisschoppen zijn de drijfveren van deze vredesinitiatieven. Uit het hoofdstuk ‘Religieuze waarden’ kan opgemaakt worden dat de dubbele rol van zowel nuntiussen als bisschoppen aangeeft dat zij de belangen van de Heilige Zetel vertegenwoordigen en de boodschap van de katholieke kerk proberen te Pentin, ‘Papal diplomacy and the “Francis effect”’, National Catholic Register (versie 13 maart 2014), http://www.ncregister.com/daily-news/papal-diplomacy-and-the-francis-effect/#ixzz2vsyqWlmR (30 december 2015). 52 24 verspreiden. Deze dualiteit binnen hun werkzaamheden zorgt in principe voor een onpartijdige houding bij bemiddeling en een gedrevenheid om een bemiddelende taak te voltooien. Dit zijn inderdaad de eisen die Berridge stelt voor een goede bemiddelingspoging. Zoals is vastgesteld bij de in hoofdstuk 3 eerder genoemde katholieke organisaties krijgen bisschoppen in vele staten een grote mate van respect en hebben zij vaak genoeg invloed om als bemiddelaar geaccepteerd te worden tussen de verschillende partijen binnen een conflict. Het rapport dat is opgesteld om katholieke bemiddeling en vredesopbouw te analyseren bevestigde deze positieve rol die katholieke organisaties of invloedrijke personen kunnen hebben binnen dergelijke conflicten. De conclusie, dat zij hierbij gefocust zijn op een officieel vredesakkoord, moet dan ook niet gezien worden als een negatief aspect, maar als een poging om de problemen in de staat definitief te verhelpen. Zoals al eerder is benadrukt in hoofdstuk 3 kan een onderscheid tussen deze vormen van bemiddeling gemaakt worden op basis van de intentie die de bemiddeling doorgaans heeft en het goede moment dat aangegrepen moet worden binnen een bemiddeling op hoog niveau (zoals pauselijke bemiddeling). De intentie van lokale katholieke organisaties zijn vaak gericht op het opbouwen van een vertrouwensband en niet zozeer op resultaten. Binnen bemiddeling op een hoog niveau waarbij de Heilige Zetel een rol speelt zijn resultaten aanzienlijk belangrijker. Hierdoor is het moment dat gebruikt wordt om de bemiddeling te voeren ook belangrijker binnen een pauselijke bemiddeling. Een poging is vaak een ‘alles of niets’ ingreep, niet een bemiddeling waarbij langzaam aan resultaten wordt gebouwd. Zoals uit de eerder beschreven voorbeelden uit hoofdstuk 3 blijkt over het optreden van paus Franciscus lijkt hij echter een paus te zijn die bereid en in staat is om diplomatieke momenten aan te voelen en hiernaar te handelen. Er zijn een aantal mogelijkheden voor vervolgonderzoek. Ten eerste kan er nagedacht worden over een praktijkonderzoek dat meerdere casussen behandelt. Hoewel dit literatuuronderzoek een theoretisch beeld schetst van de mogelijke rol die de Heilige Zetel kan spelen binnen bemiddeling, kunnen verschillende onderzoeksmethoden leiden tot andere, of juist complementerende, resultaten of inzichten. Daarnaast blijft het een relevante vraag of het moreel gerechtvaardigd is voor de Heilige Zetel om als bemiddelaar op te treden tussen staten. Hoewel in de inleiding is aangegeven dat dit onderzoek zich niet richt op de moraliteit van katholieke bemiddeling, kan een onderzoek naar dit thema zeker bijdragen om nieuwe inzichten te krijgen over het onderwerp. Een ander onderwerp waar een onderzoek naar verricht kan worden zijn mogelijke andere geschikte staten, instanties of personen in de wereld om een bemiddelende rol op zich te nemen. Een onderzoek naar de geschiktheid of effectiviteit van nongouvernementele organisaties of internationale organisaties die bemiddelen tussen staten kan zorgen voor een beter begrip van de werking en doeltreffendheid van dergelijke organisaties. 25 Het verkrijgen van inzicht in de overeenkomsten en verschillen tussen de diverse soorten organisaties die kunnen optreden als bemiddelaar kan mogelijke verdere zwaktepunten van de katholieke kerk blootleggen ten opzichte van andere organisaties. Dit kan indirect een bijdrage leveren aan conflictbeslechting door de katholieke kerk, omdat zij hierdoor weet welke situatie zij wel en niet aan moet grijpen. 26 Literatuurlijst Primaire bronnen Congres van Wenen, Translation of the general treaty, signed in congress, at Vienna, June 9, 1815: with the acts thereunto annexed. Presented to both houses of parliament, by command of his royal highness, the prince regent, February, 1816 (Londen 1816). Online beschikbaar: http://liberalism-in-americas.org/47/ (31 december 2015). De Verenigde Naties, ‘Vienna convention on diplomatic relations. Done at Vienna, on 18 April 1961’, in: De Verenigde Naties, Treaty Series 500 (New York 1965) 95-222. Het Vaticaan, ‘Encyclical letter laudato si’ of the Holy Father Francis on care for our common home’ (versie 24 mei 2015), http://w2.vatican.va/content/francesco/en/encyclicals/documents/papafrancesco_20150524_enciclica-laudato-si.html (1 januari 2016). Het Vaticaan, ‘Letter of pope Francis to H.E. mr. Vladimir Putin, president of the Russian Federation, on the occasion the G20 St. Petersburg summit’ (versie 4 september 2013), https://w2.vatican.va/content/francesco/en/letters/2013/documents/papafrancesco_20130904_putin-g20.html (1 januari 2016). Het Vaticaan, ‘Pacem in terris. Encyclical of pope John XXIII on establishing universal peace in truth, justice, charity, and liberty’ (versie onbekend), http://w2.vatican.va/content/johnxxiii/en/encyclicals/documents/hf_j-xxiii_enc_11041963_pacem.html (1 januari 2016). Het Vaticaan, ‘Treaty between the Holy See and Italy. In the name of the most holy trinity’ (versie onbekend), http://www.vaticanstate.va/content/dam/vaticanstate/documenti/leggi-edecreti/Normative-Penali-e-Amministrative/LateranTreaty.pdf (31 december 2015). Secundaire bronnen Adams, S., ‘Paus: Wij zijn allen gelijk in Gods ogen’, Katholiek Nieuwsblad (versie 27 juni 2013), http://www.katholieknieuwsblad.nl/woord-van-de-paus/item/4136-paus-wij-zijn-allen-gelijkin-gods-ogen.html (1 december 2015). Auteur onbekend, ‘Papal diplomacy. God’s ambassadors’, The Economist (versie 19 juli 2007), http://www.economist.com/node/9516461 (30 november 2015). Auteur onbekend, ‘Vatican mediation in US-Cuba relations applauded’, Voice of America News (18 december 2014), http://www.voanews.com/content/reu-vatican-mediation-in-us-cubarelations-applauded/2564401.html (1 januari 2016). Berridge, G.R., Diplomacy. Theory and practice (Basingstoke 2010). Cardinale, H.E., The Holy See and the international order (Londen 1976). 27 Caritas Internationalis, ‘Caritas manual working for reconciliation’ (versie onbekend), http://cpn.nd.edu/assets/13377/caritas_manual_working_for_reconciliation.pdf (22 december 2015). Caritas Internationalis, ‘What we do: conflicts and disasters’ (versie onbekend), http://www.caritas.org/what-we-do/conflicts-and-disasters/ (22 december 2015). Headley, W., ‘Beyond Merton: Catholic Relief Services, Caritas Internationalis and Catholic Peacebuilding Network as “Practical peacebuilders”’, Ninth general meeting of the international Thomas Merton society (San Diego 2005). Online beschikbaar: http://cpn.nd.edu/topics-incatholic-peacebuilding/peace-processes-and-mediation/ (22 december 2015). Onaiyekan, J., ‘The role of bishops in peace building’, Conference on the future of catholic peacebuilding (Notre Dame 2008) 1-5. Online beschikbaar: http://cpn.nd.edu/assets/14631/onaiyekannd2.pdf (31 december 2015). Pentin, E., ‘Papal diplomacy and the “Francis effect”’, National Catholic Register (versie 13 maart 2014), http://www.ncregister.com/daily-news/papal-diplomacy-and-the-franciseffect/#ixzz2vsyqWlmR (30 december 2015). Pentin, E., ‘Vatican diplomacy’, Diplomat Magazine (versie onbekend), http://www.diplomatmagazine.com/issues/2010/march/253-vatican-diplomacy-v15-253.html (1 december 2015). Thomas Aquinas College, ‘An interview with archbishop Migliore’ (versie onbekend), http://thomasaquinas.edu/news/interview-archbishop-migliore (30 november 2015). Tornielli, A., ‘Francis steers future Vatican diplomats away from careerism’, La Stampa (versie 6 juni 2013), http://vaticaninsider.lastampa.it/en/the-vatican/detail/articolo/nuzi-nucio-papael-papa-pope-bergoglio-roncalli-25431/ (30 november 2015). United States institute of peace, Special report: catholic contributions to international peace (Washington DC 2001). Online beschikbaar: http://www.usip.org/sites/default/files/sr69.pdf (1 januari 2016). 28