Conclusies enquête panel DA

advertisement
ALLERGIE
1
Allergie
Allergie
 Abnormale reactie van het lichaam op bepaalde prikkels
waarbij het afweersysteem betrokken is.
Bijzondere soort antistoffen gevormd. De stoffen die de
prikkels veroorzaken worden allergenen genoemd.
Allergeen
 Stoffen die een overgevoeligheidsreactie oproepen bij
mensen met een allergische aanleg.
 Prikkel die allergie veroorzaakt; normaal is die prikkel niet
schadelijk (onterecht)
2
Afweersysteem
Bij een allergie krijgt het lichaam last van het eigen
afweer systeem
De (onterechte) afweer reactie van het lichaam kan zich
uiten in: galbulten, eczeem, astma of hooikoorts
Wat is het verschil tussen intolerantie en een allergie?
Overgevoeligheidsreactie waarbij het afweersysteem
niet betrokken is! (IgE; immonoglobuline type E)
3
Hoe ontstaat een allergie ?
Iemand met een allergische aanleg (atopisch), kan
langzaam allergisch worden (sensibilisatie).
Deze antistoffen hechten zich aan de mestcellen.
4
Directe allergie & vertraagde allergie
Directe allergie
 Is de allergie eenmaal aanwezig, dan bij blootstelling
snelle reactie  type I-allergie
Vertraagde allergie
 Bij aanwezige allergie bij blootstelling vertraagde
reactie (na enkele dagen)  type IV-allergie
5
Type I-allergie (directe)
 Mestcellen – bevatten veel histamine
 Allergeen komt in lichaam, koppelt aan
antistof en samen maken ze mestcel
kapot, vrijkomen histamine, allergische
reactie  klachten
 Klachten afhankelijk van plaats (longen,
ogen, darmen ,huid)
6
Allergische reacties
 Allergische rhinitis (hooikoorts)
 Conjunctivitis (oogklachten: rood, branderig, tranen)
 Bronchiën (lagere luchtwegen) (vernauwing bronchiën >
kortademig = astma aanval)
 Voedselallergie
(zwellen lippen, jeuk mond lippen,
buikpijn, misselijk)
 Huid: urticaria (netelroos – galbulten)
 Constitutioneel eczeem (bij baby’s dauwworm)
7
voedselallergie
urticaria
8
dauwworm
Gerard Joling
Anafylaxie
anafylactische shock
Anafylactische shock (anafylaxie)
levensbedreigende allergische reactie. Bij
deze reactie kunnen de luchtwegen, het
hart, de bloeddruk, de huid, de maag
en/of de darmen reageren op een
bepaalde stof.
9
Symptomen anafylactische shock
Verwijding van de bloedvaten > zeer lage bloeddruk
10
Symptomen anafylaxie
11
Behandeling anafylactische shock
Direct handelen
adrenaline (epinefrine) in een spier toedienen
http://www.epipen.nl/anafylaxie/instructiefilm/
https://youtu.be/s0xiSqMdgd8
12
Anafyaxie niet verwarren met
 Let op! Het is belangrijk om anafylaxie niet te
verwarren met reacties die gelijksoortige symptomen
kunnen hebben, zoals hyperventilatie, angstaanval,
alcoholvergiftiging of een lage bloedsuiker. Je
(huis)arts zal je vertellen op welke mogelijke
symptomen je moet letten bij jouw allergie
13
Allergenen (stofjes die een allergische reactie uitlokken)







Huisstofmijt
Stuifmeel (boom- en graspollen):
hooikoorts (conjunctivitis en rhinitis)
Huisdieren
Voedsel (koemelk, ei, noten, chocola, vis, varkensvlees, pinda’s)
Bijen en wespen
Geneesmiddelen (penicilline-afgeleiden; antibiotica;
acetylsalicylzuur) Wees alert bij (herhalings-)receptuur
14
Contactallergenen
Type IV-allergie; vertraagde allergie
 Contact met huid, alleen last van huid
 Vertraagde allergie
 Twee dagen ‘vertraging’ contacteczeem. Blijft tot d ehuid
beperkt . Niet erfelijk (geen atopie)




nikkel,
cosmetica,
Geneesmiddelen (in zalfjes, druppels)
Latex (steriele handschoenen , condooms)
15
16
Onderzoek bij allergie
Bloedonderzoek
 Phadiatop (wel of geen antistoffen tegen de bekendste
allergenenen)
 RAST (welke soorten antistof (IgE) in het bloed zitten
(Rast test is nauwkeuriger vergeleken met de Phadiatop)
17
Onderzoek bij allergie
 Huidpriktest
 Inspuiten van allergenen
 Reactie door kwaddel
18
Onderzoek bij allergie
 Provocatieonderzoek
 Direct extra contact met allergeen

Plakproef (lapjesproef)
 Pleister met contactallergeen
19
Maatregelen
 Voorkomen is beter dan genezen
 Saneren
 Medicijnen
 Desensibilisatie (opheffen van sensibilisatie) =
immunotherapie (hyposensibilisatie) ; inspuiten van een beetje
allergeen; langzaam ophogen; afweersysteem er aam laten
wennen)
 Toepassing: ernstige hooikoorts; allergie voor bijen en wespen
20
Medicijnen
Antihistamine: effecten onderdrukken van de uit de
mestcellen vrijgekomen histamine
21
Antihistaminicum
Cetirizine is een anti-allergiemedicijn.
Het wordt gebruikt bij verschillende vormen van
allergie, zoals hooikoorts, langdurig ontstoken
neusslijmvlies, ontstoken ogen door allergie, netelroos
en jeuk
22
Geneesmiddelen tegen allergie
Middelen die de aangrijpingsplaatsen van histamine
blokkeren (effecten van histamine tegengaan)
 Cetirizine (Zyrtec, Reactine)
 Levocertirizine (Xyzal)
 Clemastine (Tavegil) injectievloeistof (behandeling
anafylactiche shock)
23
Geneesmiddelen tegen allergie
Middelen die de verschijnselen onderdrukken (1)
(corticosteroïden)
Ontstekingsremmende eigenschappen. Onderdrukken
heftigheid allergische reactie
Toepassing: allergisch reactie luchtwegen
 Bijwerking schimmelinfectie mond (mond spoelen)
24
Geneesmiddelen tegen allergie
Middelen die de verschijnselen onderdrukken (2)
Allergische klachten neus
 Beclometason (Beconase)
 Budesonide (Rhinocort)
Allergische klachten longen
 Beclometason (Qvar)
 Budesonide (Pulmicort)
 Anafylactische reactie: corticosteroïden
per injectie
25
Nieuw medicijn bij hooikoorts
Deze nieuwe neusspray combineert twee werkingen
 De werkzame stoffen in Dymista zijn azelastine
(antihistaminicum) en fluticason (corticosteroïden)
26
Download