Bestand downloaden

advertisement
Allergie en
luchtwegproblemen bij
peuters en kleuters
LOK 15/03/2012
Sascha van Nuijs
Kinderarts
GZA Sint-Augustinus
Allergie



Frequent probleem: tot
30% allergische
luchtweglast
Toenemend
Symptomen zijn



Uiteenlopend
Aspecifiek
Veranderend
Allergic march
Diagnostiek allergie





Ook bij jonge kinderen,
zeker vanaf zes maanden
RAST
Huidpriktesten
Bloedbeeld (eosinofielen)
DD uitwerken bv coeliakie
RAST (radioallergosorbent tests)




Geen beïnvloeding door
medicatie
Steeds correleren met
kliniek
Vaak vals negatief kort na
acute allergische reactie
door verbruik (gedurende
2-4w)
Beperking 6 allergenen
Huidpriktesten

Vorm




Meestal huidpriktesten
Prik-priktesten
Intracutane testen
Reactie cutane
mastcellen:


wheal (oedeem)
flare (erytheem)
Huidpriktesten

Voordelen:




Snel en relatief goedkoop
Goede sensitiviteit en specificiteit bij
gestandaardiseerde
inhalatieallergenen
Hoge negatieve predictieve waarde
Nadelen:



Niet bij ernstige reacties
Beïnvloed door medicatie, recente
anafylactische reactie, jonge leeftijd
Soms moeilijk bij eczeem
Elise, 4 jaar




Chronisch hoesten,
voornamelijk in de winter
en meer ‘s nachts
Snel moe bij inspanningen
Eczeem als baby
Familiaal atopische
belasting
Elise, 4 jaar

Klinisch onderzoek




Goede algemene toestand
Xerodermie
Zuivere longauscultatie
Geen afwijkingen in NKOgebied
Elise, 4 jaar

Huidpriktesten



Goede reactie op histamine
Duidelijk positief voor
huisstofmijt
Negatief voor





Kattenepitheel
Hondenepitheel
Boompollen
Graspollen
Onkruidpollen
Elise, 4 jaar


Allergisch astma
Behandeling




Stofsanatiemaatregelen
Start montelukast
Duidelijk beter na 3 weken:
minder hoesten en betere
inspanningstolerantie
Stop montelukast in lente
en zomer
Astma





Prevalentie
Symptomatologie
Uitlokkende factoren
Diagnostiek
Behandeling
Voorkomen


Wheezing zuigeling zeer
frequent: tot 50% < 1 jaar
Prevalentie astma:
ongeveer 10% bij <18 jaar
Symptomatologie







In aanvallen
Vaak nachtelijk
Hoesten: typisch bij kleuters
Piepen
Dyspnoe
Pijn of beklemming
thoracaal
Vermoeidheid
Uitlokkende factoren








Virale infecties!
Allergenen
Inspanning
Emoties (stress, hard
lachen)
Rook
Mist
Temperatuurswissel
Irriterende stoffen
Diagnostiek





Vaak moeilijk bij jonge
kinderen: anamnese,
resultaat van β-mimetica
Spirometrie: vanaf 5-6 jaar
Oppuntstelling allergie
Rx thorax (DD)
(Zweettest)
Aanvalsbehandeling:
kortwerkende β-mimetica



Kortetermijn
Soms als enige behandeling bij
milde klachten
Puffs = voorkeur:


Hogere longdepositie
Hoog genoeg doseren: bij
ernstige aanval



Tot 6j: 6 puffs
Vanaf 6j: 12 puffs
Aerosols indien


Te weinig ademteugvolume
Continu zuurstofnood
Onderhoudsbehandeling




Dagelijks en langetermijn
Step-up step-down
(Stap 1: kortwerkende βmimetica zo nodig)
Stap 2


Inhalatiecorticoïden lage
dosis bv Flixotide 50 2 x 2
puffs
Montelukast


<6j: 4 mg
>6j: 5 mg
Onderhoudsbehandeling

Stap 3



Stap 4


Lage dosis inhalatiecorticoïden
+ montelukast
Verdubbel dosis
inhalatiecorticoïden
Systemische corticoïden
Rol langwerkende βmimetica?
Astma: inhalatiebehandeling



Puffs steeds met voorzetkamer

Juiste masker

Mondstuk van wanneer het
kan

Steeds tussendoor 5-10x
ademen
Andere systemen

Diskus

Novolizer

…
Leg uit en controleer
Bas, 5 jaar




Sinds vorige lente veel
hoesten, vnl lente en
zomer
Uitgesproken snurken
Soms rode en jeukende
oogjes in lente
Wil sinds kort geen appel
en peer meer eten
Bas, 5 jaar



Prima algemene toestand
Normale hart- en
longauscultatie
NKO




Forse tonsillen
Gezwollen neusslijmvlies
Doffe trommelvliezen
Bilateraal milde
conjunctivale injectie
Bas, 5 jaar


Totaal IgE: 340 kU/l
RAST:








Boompollen: 28 kU/l
Graspollen: 1,5 kU/l
Onkruidpollen: <0,1 kU/l
Huisstofmijt: <0,1 kU/l
Kattenepitheel: <0,1 kU/l
Hondenepitheel: <0,1 kU/l
Appel: 6,5 kU/l
Peer: 3,8 kU/l
Bas, 5 jaar


Allergische
rhinoconjuctivitis met oraal
allergie syndroom
Therapie




Intranasaal corticoid
Antihistaminicum
Eventueel oogdruppels
Klachten onder controle
Oraal allergie syndroom






Allergische reactie bij ingestie van
fruit, groenten, noten of kruiden bij
pollengesensitiseerde patiënten
Meestal lokale reactie (mond-keel)
Systemische reactie bij 2-10%
Verhitte voedingsmiddelen worden
meestal wel verdragen
Anamnese!
Sensitisatie voor pollen en
voedingsmiddel
Oraal
allergie
syndroom
Eva, 14 maanden




Sinds een drietal maanden
progressief jeukende
huiduitslag
Voedingsproblemen als
jonge baby, sindsdien
sojavoeding
Lust niet graag eieren en
brood
Huisdier: kat
Eva, 14 maanden


Eutrofe baby
Eczeem, vnl thv gelaat en
plooien
Eva, 14 maanden


Totaal IgE: 520 kU/l
RAST:






Huisstofmijt: <0,1 kU/l
Kattenepitheel: 3,2 kU/l
Hondenepitheel: <0,1 kU/l
Koemelk: 1,2 kU/l
Eiwit: 4,6 kU/l
Tarwe: <0,1 kU/l
Eva, 14 maanden


Atopisch eczeem
Therapie




Ernstigere letsels: sterker corticoid
bv Eumovate, Locoid
Dieet



Hydratatie en olie in badje
Milde letsels/gelaat: zwak corticoid
bv hydrocortisone 1-2,5%
Voorlopig sojavoeding verder
Eieren zeker onverwerkt vermijden
Kat uit huis?
Eczeem




Vaak niet allergisch: ongeveer
50% gesensitiseerd
Multifactorieel: krabben, stress,
infecties, wrijving
Behandeling

Hydratatie

Corticoïden (vnl lokaal)

Antihistaminica

Rol van calcineurineinhibitoren (Protopic, Elidel)?
Cave restrictieve diëten!
Besluit



Allergiesymptomen
aspecifiek en veranderend
Belang anamnese voor
gerichte diagnostiek
Allergiediagnostiek ook bij
jonge kinderen
Download