STICHTING BELANGENBEHARTIGING NEDERLANDSE GEPENSIONEERDEN IN HET BUITENLAND (SBNGB) Secretariaat: Apartado 59, Carrer dels Arbocers 65, 03740 Gata de Gorgos (Alicante), Spanje. Telefoon 0034 966074023 Email [email protected] Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Nederland Altea, 5 november 2012. Betreft: Inkomensafhankelijke zorgpremie Geachte Mevrouw, Met grote verontrusting hebben wij kennis genomen van het Regeerakkoord (RA). Wij hebben begrepen dat u de opdracht hebt gekregen het in het RA vastgelegde voor wat betreft de Zorgverzekeringswet (ZVW) om te zetten in wetgeving. Wij willen u dan ook tonen wat die plannen voor ons betekenen, opdat u bij uw opzet daarmede rekening zou kunnen houden. Ondanks het feit dat de Minister-president beweert dat er nog geen berekeningen kunnen worden gemaakt hebben wij voor de Nederlandse gepensioneerden in het buitenland uitgerekend wat het voor onze leden zou betekenen als deze plannen ongewijzigd worden doorgezet. Die berekening kan naar onze mening wel degelijk worden gemaakt. Immers voor onze leden geldt niet dat er allerlei correcties mogelijk zijn op andere terreinen dan de ZVW zelf. Zelfs de voorgenomen daling van de belastingtarieven hebben op onze berekening geen invloed aangezien wij niet onder de Nederlandse belastingwetgeving vallen. In de bijlage hebben wij het resultaat van onze berekeningen weergegeven. Het resultaat is ronduit verbijsterend. De verlaging van de bijdrage voor de allerlaagste inkomens lijkt substantieel. Bedacht moet worden dat voor die groep de zorgtoeslag vervalt voor zover de woonlandfactor groter is dan 0,4. Dit is niet in onze berekening meegenomen. Reeds bij een aanvullend pensioen van € 17.700, d.w.z. een inkomen van in totaal € 26.880, inclusief de AOW uitkering van € 9.180, begint de totaal doorgeslagen nivellering. Men kan toch moeilijk stellen dat dit de rijken zijn die geplukt moeten worden. Bij een inkomen van maximaal € 70.000, de inkomensgrens volgens de plannen, wordt de te betalen bijdrage met 78% verhoogd ten opzichte van de te betalen bijdrage in het jaar 2012. Deze verhoging komt nog eens boven op de verhoging die al in het jaar 2012 heeft plaatsgevonden toen de inkomensgrens voor de inkomensafhankelijke bijdrage voor aanvullende pensioenen werd verhoogd van € 33.427 naar € 50.064. Inclusief deze verhoging betekent het dat sinds het jaar 2011 de bijdrage voor de hoogste inkomensgroep wordt verdubbeld. Ongehoord, asociaal en onverantwoord. Zoals al gesteld, alle correcties die via de belastingen worden gemaakt of via andere instrumenten die niet van toepassing zijn voor gepensioneerden in het buitenland werken niet door in de te betalen bijdrage. Dat zou wederom een ernstige vorm van discriminatie zijn, zoals ook al is gebeurd bij de 1 invoering van de ZVW in 2006, toen er ook allerlei compenserende maatregelen zijn getroffen op fiscaal gebied voor de inwoners van Nederland, maar niet voor de verdragsgerechtigden . Niet vergeten moet worden dat de Nederlandse gepensioneerden in het buitenland toch al in de hoek zitten waar de klappen vallen. Naast de aan Nederland te betalen bijdrage moeten er substantiële bedragen worden betaald in de woonlanden voor de zorg. Zo worden de zorgkosten in België en Frankrijk slechts gedeeltelijk vergoed en moet men forse eigen bijdragen (remgelden) betalen, waar men zich soms tegen kan verzekeren. In de meer zuidelijke landen zoals Spanje en Portugal zijn extra verzekeringen vaak een noodzaak om gebruik te kunnen maken van het alternatieve particuliere circuit vanwege de vaak droevige staat waarin de wettelijke zorg zich bevindt. Pensioenen worden al een paar jaar niet verhoogd om de gevolgen van de inflatie op te vangen; in sommige gevallen zelfs verlaagd. Een inflatie die in veel van de Europese landen hoger is dan die in Nederland. Ook de AOW uitkeringen zijn in het buitenland lager door het wederrechterlijk niet toekennen van de KOB van € 33,65 per maand of € 403,80 per jaar. Kortom de plannen in het RA voor wat betreft het inkomensafhankelijk maken van de premie zijn desastreus voor de gepensioneerde Nederlanders in het buitenland. Met de heren Wiegel en Bolkenstein zeggen wij dat die plannen geen enkel doel dienen dan te nivelleren. Moeten we hier, analoog aan de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep in de zaak van Delft c.s., concluderen dat er sprake is van bestuurlijke naïviteit? Hoogachtend, C. van der Wiel, voorzitter Stichting Belangenbehartiging Nederlandse Gepensioneerden in het Buitenland (SBNGB). C.c. G. Klein Ikkink, Directeur Zorgverzekeringen Ministerie VWS M. Grobbink, Raad van Bestuur CVZ 2