brein brein Nieuwe techniek maakt brein transparant Mooi doorkijkje Globaal weten we wel hoe de hersenen werken. Maar hoe informatie opslaan, beslissingen nemen of nadenken precies gaan? Om dat te ontdekken moeten we eerst zicht krijgen op de structuur van ons brein. Onderzoekers brengen nu de kleinste verbindingen tussen hersencellen glashelder in beeld. TEKST Paul Serail H et lijkt wel van glas, je kijkt er dwars doorheen. Samen met zijn medewerkers van de Stanford Universiteit ontwikkelde hersen­ onderzoeker Karl Deisseroth een methode om hersenweefsel door­ zichtig te maken. Hij verraste in 2013 collega’s wereldwijd met de presentatie van het eerste doorzichtige muizenbrein. Van een overleden proefdier, de hersenen zijn uit het dier gehaald. Door het weefsel lichtdoorlatend te maken kunnen de onder­ zoekers beter zien hoe de hersenen zijn opgebouwd. Ons brein is een verzameling van meer dan 100 miljard zenuwcellen. Hoe die cellen precies samen­ werken is een raadsel, maar je kunt ze zien als steden die door wegen met elkaar verbonden zijn. Welke hersen­cellen met elkaar in verbinding staan kunnen onder­ zoekers in het doorzichtige brein onder een sterke microscoop tot op de kleinste sluipweggetjes zien. Over die wegen sturen de steden elkaar signalen. En met Clarity, zoals de nieuwe techniek heet, kun je zelfs achter­halen wat voor berichten dat zijn. Ze blijven bewaard na de dood en Clarity maakt het hersenweefsel toegankelijk voor onderzoeksmoleculen die de berichten opsporen. En als iemand een depressie of autisme heeft, wat is er dan anders in het brein en is daar iets aan te doen? Ook in Nederland I Vet moet weg Hoe maak je hersenen doorzichtig? ‘Hersenweefsel bestaat voor een groot gedeelte uit vet’, vertelt Paul Lucassen, hoogleraar structurele en functionele 28 Quest Psychologie — weten » n Nederland is Nawal Zabouri van het Nederlands Herseninstituut een van de eersten die hersenweefsel doorzichtig wil gaan maken met de nieuwe techniek Clarity. ‘Ik gebruik nu nog een andere methode die het brein redelijk doorzichtig maakt’, vertelt Zabouri, ‘maar een nadeel is dat de antilichamen die ik wil gebruiken niet goed doordringen in het weefsel.’ Het probleem is dat Zabouri’s onderzoeksmoleculen worden tegen­ gehouden door de vetlagen waaruit het brein groten­ deels bestaat. Met Clarity haal je de vetten weg zodat de antilichamen beter werken. ‘De grote verbetering van Clarity is ook dat ik de gebruikte antilichamen weer weg kan spoelen, zodat ik het brein nog eens kan gebruiken voor een volgend onderzoek.’ Nadelen heeft de nieuwe techniek ook. ‘Het is ingewikkelder en je moet lang wachten voordat het hersenweefsel door­ zichtig is. En het is vrij duur om de opstelling te bouwen.’ Zabouri werkt met muizen. Als haar experimenten werken hoopt ze zicht te krijgen in de stoffen die na de geboorte de ontwikkeling van de hersenen aansturen. ‘Wat zeggen hersencellen tegen elkaar? Dat kunnen we zien met deze techniek’ weten — Quest Psychologie 29 brein brein dagen onder stroom te zetten. Zo levert Clarity een brein op waarin alles op z’n plaats zit, maar zijn de vetten eruit gehaald en in plaats daarvan zorgt de hydrogel voor stevigheid. ‘Als je weet hoe het brein werkt, kun je zien wat er misgaat bij ziekte’ Brein blijft intact » neuroanatomie aan de Universiteit van Amsterdam. Het is niet zo dat je vetkwabben in je hoofd hebt. Het vet in je hersenen is onderdeel van elke zenuwcel en van de cellen die het zenuwweefsel omhullen. ‘Vet van dit type laat geen licht door, waardoor hersenweefsel normaal gesproken niet doorzichtig is’, aldus Lucassen. Deisseroth & co vonden een methode om het hersenvet kwijt te raken. Probleem is wel dat de vetten het brein stevigheid geven. Je kunt ze dus niet zomaar weghalen, het weefsel zou instorten tot een hoopje onbruikbare eiwitten en andere biomoleculen. Bij de methode die de onderzoekers beschrijven, lossen ze dat probleem op door eerst een nieuwe stevige structuur in het brein te maken. Pas daarna halen ze de vetten weg. Bij koelkasttemperatuur laten ze langzaam het kleine molecuul formaldehyde het brein in sijpelen, samen met eveneens kleine hydrogelmoleculen. Na een paar dagen, wanneer het weefsel helemaal doordrenkt is met formaldehyde en met hydrogeldeeltjes, verhogen ze de temperatuur naar 37 graden Celsius. De formaldehyde hecht nu aan DNA, aan eiwitten en aan andere biomoleculen die in het brein zitten maar niet aan de vetten. En de gel­deeltjes? Die grijpen de formaldehyde vast, maar ze verbinden zich ook onderling. Alle biomoleculen van het brein komen zo aan een nieuwe structuur vast te zitten, behalve de vetten. De onderzoekers gieten vervolgens een zeepoplossing bij het brein waarin de vetten oplossen. Omdat de opgeloste vetten een elektrische lading hebben kunnen de weten­ schappers ze uit het brein trekken door het een paar 30 Quest Psychologie — weten Licht op het brein V oordat hij de revolutionaire onderzoeks­ techniek Clarity presenteerde om hersen­ weefsel doorzichtig te maken was de naam Karl Deisseroth al verbonden aan een andere belangrijke ontwikkeling: de optogenetica. Sommige bacteriën en algen maken van nature eiwitten aan die een elektrisch signaal veroorzaken wanneer er licht op valt. Het DNA voor deze eiwitten is uit de bacteriën en algen gehaald en kan ingebouwd worden in hersencellen van proefdieren. De cellen die je wilt bestuderen gaan daardoor ook op licht reageren. Deisseroth en zijn medewerkers van de Stanford Universiteit stuurden lichtpulsen door een kabeltje het brein van hun muizen in. Zo konden ze de hersenactiviteit van de proefdieren sturen en de effecten daarvan bestuderen. Optogenetica werd in 2010 door wetenschappelijk tijdschrift Science verkozen tot ‘doorbraak van het decennium’. Leuk, zo’n doorzichtig brein, maar wat moet je er vervolgens mee? ‘Je kunt Clarity goed met andere methoden combineren’, verduidelijkt Lucassen. Bij een al langer bestaande techniek kun je hersendelen die je wilt onderzoeken fluoriserend laten oplichten onder de microscoop. Als je het brein ziet als een netwerk van steden die door wegen verbonden zijn, dan kun je bijvoorbeeld besluiten om alleen op de wegen van Utrecht naar Amsterdam lantaarnpalen te zetten. De rest van Nederland blijft donker, wat op een luchtfoto goed te zien zou zijn. Bij het brein zitten normaal gesproken die vervelende vetten in de weg. Daar kijk je niet zomaar doorheen. ‘Vóór de vinding van Clarity moesten we het brein in plakjes snijden’, legt Lucassen uit. Als ze maar dun genoeg zijn laten plakjes brein namelijk wel licht door. Je zou Nederland van Limburg tot Groningen moeten opsnijden en alleen op de plakjes tussen Utrecht en Amsterdam zie je dan wat lichtjes. Wil je het grotere geheel zien dan moet je de 2D-afbeeldingen weer netjes achter elkaar leggen in de computer om het 3D-beeld terug te krijgen. Een nogal bewerkelijk proces en een ander nadeel is dat het weefsel door het snijden wat kan vervormen. De A2 zal er wat kronkelig op staan. Met Clarity laat je het brein intact. ‘Het brein wordt een driedimensionaal preparaat, je kunt het van alle kanten bekijken’, zegt Lucassen. ‘Met een heel hoge vergroting van de microscoop kun je tot op de kleinste vertakkingen de verbindingen tussen hersencellen in kaart brengen.’ Zoeken naar die ene Als we weten welke verbindingen er zijn, is het interessant om ook te weten hoeveel signalen daar overheen gaan en welk type signalen dat dan zijn. Wat zeggen de hersencellen tegen elkaar? Het met Clarity ‘geklaarde’ brein leent zich goed voor zulke studies. Want het weefsel is niet alleen doorzichtig, het is ook toegankelijk geworden voor stoffen die onderzoekers graag gebruiken om tot op moleculair niveau uit te zoeken welke processen er in het brein aan de gang zijn. Antilichamen bijvoorbeeld. Die moleculen werken met een sleutel-slotprincipe: ze passen alleen op de stof die de wetenschapper wil onderzoeken. Om de vergelijking met het wegennet weer te maken, kun je doen alsof je geïnteresseerd bent in de Citroën 2CV. Je kiest dan een antilichaam dat zich richt op de karakteristieke koplampen van de lelijke eend. Het antilichaam zal de koplampen van alle andere auto’s met rust laten en alleen die van de eend vastgrijpen. Geef je het anti­ lichaam een kleur dan zal je die kleur alleen zien waar een 2CV staat of rijdt. Nu zijn hersenwetenschappers niet per se geïnteresseerd in 2CV’s maar wel in zoge­heten ‘neurotransmitters’ of boodschappermoleculen. Dat zijn de stoffen die hersencellen gebruiken om met elkaar te communiceren. Het is bekend dat bij depressies de neurotransmitter serotonine vaak een rol speelt. Door antilichamen aan serotonine te laten binden kom je te weten waar in het brein de stof gemaakt wordt en waar die actief is. Zo krijg je behalve zicht op de opbouw van het hersennetwerk ook een beeld van de signalen die heen en weer gaan. Autistisch kind Waarom zou je willen weten hoe de bedrading van het brein in elkaar steekt en welke signalen daar overheen lopen? ‘Als je weet hoe het brein normaal gesproken opgebouwd is en werkt, dan kun je vervolgens ook bestuderen wat er anders is bij ziekte. En hoe je dat eventueel kunt herstellen’, aldus Lucassen. Zo heeft het team van Deisseroth een stukje van het brein van een overleden autistisch jongetje bestudeerd. Daarin bleken zenuwuitlopers die naast elkaar liepen onderling extra verbindingen te maken, zoals de sporten van een ladder. Die kenmerkende structuur was eerder gezien bij muizen met autistische trekjes. En het kijken naar neurotrans­ mitters? ‘De ene boodschapper wordt gebruikt bij leren, de andere speelt een rol bij angst. Afhankelijk van waar de stof gemaakt wordt, kan hij ook betrokken zijn bij verschillende functies. We willen graag weten hoe dat precies werkt’, voegt Lucassen toe. Richtte het team van Deisseroth zich eerst vooral op muizenbreinen, het gerucht gaat dat hard gewerkt wordt aan het klaren van het eerste volledige mensenbrein. Q weten — Quest Psychologie 31