Deze dag wordt u aangeboden door Christenen voor de Waarheid. Deel 2. Door: Dr. Peet Botha Vertaald uit de engelse tekst door Peter Roos Dr Peet H Botha 2 Deel 2. Oude Testament & Nieuwe Testament Dr Peet H Botha 3 Bijbelse waarheid • De Hebreeuwse Bijbel, in het bijzonder de Thora (De vijf boeken van Mozes), heeft voor brengen van beschaving aan de wereld meer gedaan dan enig ander boek of idee in de geschiedenis. Dr Peet H Botha 4 • De Bijbel gaf de wereld de Tien Geboden, het ethisch monotheïsme (Het geloof in één God) en het ontwerp van heiligheid (Het doel om mensen op te voeden van het dierlijke naar het goddelijke). • Daarom heb ik groot respect voor de sterke morele stellingen uit de Bijbel. Dr Peet H Botha 5 • Betreffende mannelijke homoseksualiteit – over vrouwelijke homoseksualiteit wordt niet gesproken in het Oude Testament – spreekt de Bijbel een duidelijke en gerichte taal, zodat niemand een godsdienstig fundamentalist hoeft te zijn om door zijn standpunten te worden beïnvloed. Dr Peet H Botha 6 Oude Testament • In de Bijbelse tijd kon de seksuele beleving door mensen van hetzelfde geslacht vele vormen hebben. • Koningen van overwonnen stammen werden soms door het vijandelijke leger verkracht als het grootste teken van onderwerping en vernedering. Homoseksuele verkrachting was ook een manier van vernedering voor bezoekers en vreemdelingen. • Dit waren handelingen om macht en overheersing te bewijzen en had niets te maken met het willen hebben van seks tussen homo’s en lesbiennes. Dr Peet H Botha 7 Judaïsme • Sommige niet-joodse stammen in het gebied hadden mannelijke prostituees in hun tempels die op rituele wijze bezig waren met seksuele homo-activiteiten; dit heeft de oude Israëlieten met afschuw vervuld. • Men mag zeggen dat het Judaïsme het begrip homoseksualiteit heeft uitgevonden, want in de antieke wereld was er geen onderscheid tussen heteroseksualiteit en homoseksualiteit. Dit onderscheid werd door de Bijbel gemaakt. • Voor de komst van de Bijbel, verdeelde de wereld seksualiteit tussen een actieve en een passieve partner. Tussen de partner die binnendringt en de partner die ontvangt. Dr Peet H Botha 8 • Er werd bij de seksuele moraliteit onderscheid gemaakt wegens het verschil tussen een actieve of passieve rol. Het geslacht van de persoon is op zichzelf niet het probleem. Jongens en vrouwen werden beiden heel vaak als voorwerpen van het (mannelijk) verlangen behandeld. • Sociaal gezien is het beter om binnen te dringen, dan om een ontvanger te zijn. Dr Peet H Botha 9 • In beginsel werd seks niet gedaan om iets samen te beleven, maar gebeurde omdat je iets voor de ander wilde doen. • Judaïsme heeft dit alles veranderd. Het geslacht van de mens werd een moreel probleem en men verklaarde dat niemand seksueel verwisselbaar is. Dit zorgde ervoor dat seks in feite een “fundamentele wisselwerking” heeft en niet zomaar iets is wat je aan elkaar mag doen. Dr Peet H Botha 10 • De enige constante uitzondering was de joodse beschaving – en duizend jaar later ook de christelijke beschaving. Behalve de joden heeft niemand uit de oude beschavingen ooit homoseksualiteit als zulks verboden. (Dr. David E. Greenberg). • Alleen Judaïsme verklaarde al ongeveer 3.000 jaar geleden dat homoseksualiteit verkeerd is. Dr Peet H Botha 11 • Judaïsme kan geen vrede met homoseksualiteit hebben, omdat homoseksualiteit veel fundamentele beginsels van het Judaïsme loochent. • Homoseksualiteit ontkent het leven, ontkent Gods duidelijk verlangen dat man en vrouw samen leven, plus het ontkent het beginsel van Judaïsme dat het voor iedereen een gezin wenst. Dr Peet H Botha 12 De teksten • De lichamelijke verschillen tussen de man en de vrouw zijn te zien als een gelijkenis van lichamelijke en geestelijke verschillen in de meer absolute zin. • Emil Brunner Dr Peet H Botha 13 • Het oud-testamentische standpunt over homoseksualiteit verschaft een belangrijke achtergrond voor het Nieuwe Testament. • Alles wat over het onderwerp homoseksualiteit in het Oude Testament vaststond, werd in het Nieuw Testament als feit aanvaard. Dr Peet H Botha 14 • Het Oude Testament is niet onstaan in een vacuüm en het Hebreeuws monotheïstisch geloof moest duidelijke positie kiezen en zich uitdrukken binnen het godsdienstig kader van die tijd. Dr Peet H Botha 15 De ernst van het oordeel over homoseks in de Levitische Wetten gaat in zijn oordeel duidelijk verder dan elk ander geloof uit die tijd. Dr Peet H Botha 16 Schepping: Genesis 1:26-28 • 26. “En God zeide: Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en dat zij heerschappij hebben over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over het vee, en over de gehele aarde, en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt.” • 27. “En God schiep den mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij ze.” Dr Peet H Botha 17 Schepping: Genesis 1:26-28 • 28. “En God zegende hen, en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar, en vermenigvuldigt, en vervult de aarde, en onderwerpt haar, en hebt heerschappij over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt!” (Genesis 1:26-28 STV) Dr Peet H Botha 18 Schepping: Genesis 1:26-28 • Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis. • Man en vrouw schiep Hij ze. • Weest vruchtbaar en vermenigvuldigt. • Vervult de aarde. Dr Peet H Botha 19 Schepping: Genesis 2:21-24 • 21. “Toen deed de HEERE God een diepe slaap op Adam vallen, en hij sliep; en Hij nam een van zijn ribben, en sloot derzelver plaats toe met vlees.” • 22. “En de HEERE God bouwde de ribbe, die Hij van Adam genomen had, tot een vrouw, en Hij bracht haar tot Adam.” • 23. “Toen zeide Adam: Deze is ditmaal been van mijn benen, en vlees van mijn vlees! Men zal haar Manninne heten, omdat zij uit den man genomen is.” • 24. “Daarom zal de man zijn vader en zijn moeder verlaten, en zijn vrouw aankleven; en zij zullen Drtot Peet Heen Botha vlees zijn.” (Genesis 2:21-24 STV) 20 Schepping: Genesis 2:21-24 • • • • • • • God maakte een vrouw Hij bracht haar tot Adam Zij zal Manninne heten Zij is uit de man genomen De man zal zijn vader en moeder verlaten Hij zal zijn vrouw aankleven Zij zullen tot een vlees zijn. Dr Peet H Botha 21 Sodom en Gomorra: Genesis 19:4-11 • 5. “En zij riepen Lot toe, en zeiden tot hem: ‘Waar zijn die mannen, die deze nacht tot u gekomen zijn? Breng hen uit tot ons, opdat wij ze bekennen.’ • 6. Toen ging Lot uit tot hen aan de deur, en hij sloot de deur achter zich toe; • 7. En hij zeide: ‘Mijn broeders! doet toch geen kwaad!’ Dr Peet H Botha 22 Sodom en Gomorra: Genesis 19:4-11 • 8. “Ziet toch, ik heb twee dochters, die geen man bekend hebben; ik zal haar nu tot u uitbrengen, en doet haar, zoals het goed is in uw ogen; alleenlijk doet dezen mannen niets; want daarom zijn zij onder de schaduw mijns daks ingegaan.” • 9. “Toen zeiden zij: Kom verder aan!’ Voorts zeiden zij: ‘Deze ene is gekomen, om als vreemdeling hier te wonen, en zoude hij alleszins rechter zijn? Nu zullen wij u meer kwaads doen, dan hen.’ En zij drongen zeer op den man, op Lot, en zij traden toe om de deur open te breken.” (Genesis 19:5-9 STV) Dr Peet H Botha 23 Sodom en Gomorra: Genesis 19:4-11 • • • • Breng hen uit tot ons zodat wij seks met hen kunnen hebben. Doet toch geen kwaad Dochters, die nog nooit seks met een man hebben gehad. Zij zijn onder de bescherming van mijn dak gekomen. Dr Peet H Botha 24 De bijvrouw van de Leviet - Richteren 19:22-25 • • 22. “Toen zij nu hun hart vrolijk maakten, ziet, zo omringden de mannen van die stad (mannen, die Belials kinderen waren) het huis, kloppende op de deur; en zij spraken tot den ouden man, den heer des huizes, zeggende: ‘Breng den man, die in uw huis gekomen is, uit, opdat wij hem bekennen.’ 23. “En de man, de heer des huizes, ging tot hen uit, en zeide tot hen: ‘Niet, mijn broeders, doet toch zo kwalijk niet; naardien deze man in mijn huis gekomen is, zo doet zulke dwaasheid niet.’” Dr Peet H Botha 25 De bijvrouw van de Leviet - Richteren 19:22-25 • 24. “Ziet, mijn dochter die maagd is, en zijn bijwijf, die zal ik nu uitbrengen, dat gij die schendt, en haar doet, wat goed is in uw ogen; maar doet aan dezen man zulk een dwaas ding niet.” • 25. “Maar de mannen wilden naar hem niet horen. Toen greep de man zijn bijwijf, en bracht haar uit tot hen daarbuiten; en zij bekenden haar, en waren met haar bezig den ganse nacht tot aan den morgen, en lieten haar gaan, als de dageraad oprees.” (Richteren 19:22-25 STV) Dr Peet H Botha 26 De bijvrouw van de Leviet - Richteren 19:22-25 • • • Breng de man uit... zodat wij seks met hem kunnen hebben. Doe toch niet zo kwalijk. Doe niet zo dwaas! Dr Peet H Botha 27 Leviticus 18:22 • “Bij een manspersoon zult gij niet liggen met vrouwelijke bijligging; dit is een gruwel.” (Leviticus 18:22 STV) (Staten Vertaling) • “Homoseksualiteit is streng verboden, het is een gruwelijke zonde in de ogen van de HEERE.” (Leviticus 18:22 BOEK) • “Met ‘n manspersoon mag jy ook geen gemeenskap hê soos ‘n mens met ‘n vrou het nie. Dit is ‘n gruwel.” (Levitikus 18:22) (AOV – Afrikaans) • “Jy mag nie ’n homoseksuele verhouding hê nie. Dit is ’n afstootlike sonde. (Levitikus 18:22) (Afrikaans, Nuwe vertaling) Dr Peet H Botha 28 Leviticus 20:13 • “Wanneer ook een man bij een manspersoon zal gelegen hebben, met vrouwelijke bijligging, zij hebben beiden een gruwel gedaan; zij zullen zekerlijk gedood worden; hun bloed is op hen!” (Leviticus 20:13 STV) (Staten Vertaling) • “De straf op homoseksuele omgang is de dood voor beide partijen. Zij hebben het oordeel zelf over zich gebracht.” (Leviticus 20:13 BOEK) • “En as ‘n man met ‘n manspersoon gemeenskap het soos ‘n mens met ‘n vrou het, het hulle altwee iets gruweliks gedoen. Hulle moet sekerlik gedood word. Hulle bloedskuld is op hulle.” (Levitikus 20:13) (AOV – Afrikaans) • “Twee mans wat homoseksueel verkeer, doen ’n afskuwelike sonde. Hulle moet doodgemaak word. Hulle verdien die dood.” (Levitikus 20: 13) (Afrikaans, Nuwe vertaling) Dr Peet H Botha 29 Deuteronomium 23:17 • “Er zal geen hoer zijn onder de dochteren van Israel; en er zal geen schandjongen zijn onder de zonen van Israel.” (Deuteronomium 23:17 STV) (Staten Vertaling) • “Prostituées zijn niet toegestaan in Israël, mannelijke noch vrouwelijke. U mag de HERE, uw God, geen offer brengen van de verdiensten van een prostituée of een schandknaap, want beiden zijn gruwelijk in de ogen van de HERE, uw God.” (Deuteronomium 23:17 BOEK) • “Daar mag geen hoer uit die dogters van Israël wees nie; en daar mag geen skandseun uit die seuns van Israël wees nie.” (Deuteronomium 23:17) (AOV – Afrikaans) • “Jy mag niet prostitute by die tempel aanhou nie, of dit nou vrouens of mans uit Israel is.” (Deuteronomium 23:17) (Afrikaans, Nuwe vertaling) Dr Peet H Botha 30 Deuteronomium 23:17-18 • 17. “Er zal geen hoer zijn onder de dochteren van Israel; en er zal geen schandjongen zijn onder de zonen van Israel.” • 18. “Gij zult geen hoerenloon noch hondenprijs in het huis des HEEREN, uws Gods,brengen, tot enige gelofte; want ook die beiden zijn den HEERE, uw God, een gruwel.” (Deuteronomium 23:17-18 STV) (Staten Vertaling) • 17. “Prostituées zijn niet toegestaan in Israël, mannelijke noch vrouwelijke.” • 18. “U mag de HERE, uw God, geen offer brengen van de verdiensten van een prostituée of een schandknaap, want beiden zijn gruwelijk in de ogen van de HERE, uw God.” (Deuteronomium 23:17-18, Het BOEK) Dr Peet H Botha 31 1 Koningen 14:24, 1 Koningen 15:12, 1 Koningen 22:46, 2 Koningen 23:7 • “...schandjongens in het land; zij deden naar al de gruwelen der heidenen...” (1 Koningen 14:24 STV) • “...hij nam weg de schandjongens uit het land, en deed weg al de drekgoden...” (1 Koningen 15:12 STV) • “...uit het land weg de overige schandjongens, die...overgebleven waren.” (1 Koningen 22:46 STV) • “...brak de huizen der schandjongens af, die aan het huis des HEEREN waren...” (2 Koningen 23:7 STV) Dr Peet H Botha 32 • Deze verzen verwijzen naar prostitutie in een heidense tempel. Het originele woord (qadesh) word ook vertaald als Sodomiet (homoseksueel). In andere vertalingen als: “mannelijk prostituee”, “mannelijk cultus prostituee”, en mannelijke prostituee van het heiligdom”. • Een aantal teksten verwijzen naar het bestaan van “qĕdēšîm” (heilige “mannelijk prostituee” – heilige mannen – gewijde mannen –mannen die toegewijd zijn aan een godheid) (Deut. 23:17-18, 1 Kon. 14:24, 15:12, 22:46, 2 Kon. 23:7, Job 36:14). Dr Peet H Botha 33 Andere verzen • • • • • • Oude Testament Jesaja 1:10-20 Jesaja 3:8-9 Jeremia 23:13-14 Ezechiël 16:47-50 Job 36:14 Dr Peet H Botha Sodom & Gomorra Sodom Sodom & Gomorra Zonde van Sodom Dood van mannelijk prostituee 34 Nieuwe Testament • Jezus heeft geen direct of expliciete uitspraak over gemeenschap met hetzelfde geslacht gemaakt. • Zo zijn er meer belangrijke onderwerpen waar Jezus niets over heeft gezegd. Dr Peet H Botha 35 • Het totale getuigenis van Jezus bevat geen uitspraken die aantonen dat homoseksualiteit goed of slecht zou zijn. • Toch kunnen wij vanuit Zijn inzicht duidelijk afleiden hoe Jezus over homoseksualiteit dacht vanuit de impliciete omstandigheden. • Nergens in de traditie van Jezus vinden wij iets wat er op wijst dat Hij de Thora wilde afschaffen. Dr Peet H Botha 36 • De indruk die wij van Jezus krijgen uit Mattheüs 5:27-32 (overspel, begeren, echtscheiding) is dat Hij de seksuele zonden erg serieus nam. • Hij beschouwde alle seksuele daden, zelfs de gedachten, buiten een levenslang huwelijk met iemand van het andere geslacht, als onaanvaardbaar. • Deze schriftgedeelten bewijzen duidelijk dat Jezus het niet opneemt voor homoseksueel gedrag. Dr Peet H Botha 37 • In wat Jezus wel of juist niet heeft gezegd, bevestigt Hij het gezag en getuigenis van het Oude Testament tegen gelijkgeslachtelijke gemeenschap. • Het Oude Testament is onverdeeld in zijn verwerping van homoseksuele praktijken. • Zo ook de Joodse auteurs in de eeuwen kort voor of na de geboorte van Jezus. Dr Peet H Botha 38 Over echtscheiding Mattheüs 19:1-11 & Markus 10:1-12 • Jezus citeert Genesis 1:27 & 2:24 • God maakte hen man en vrouw! • Een man zal zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aankleven! • De man en zijn vrouw zullen één vlees worden! Dr Peet H Botha 39 Paulus • Het vereren van godinnen was in het GrieksRomeinse tijdperk erg populair. In de periode dat Paulus zijn zendingsreizen maakte, was er juist overal een opleving van de verering van godinnen. • Tempels die waren opgedragen aan Cybele/Attis, Artemis, (Diana) Aphrodite, Demetrius en Venus waren over de meeste steden van dit gebied verspreid. Dr Peet H Botha 40 • In de tempel van Aphrodite te Corinthe waren vermoedelijk meer dan 1000 tempelprostituees. • De Cybele/Attis tempel in Rome was gebouwd in het hart van de stad op één van de zeven heuvels van Rome. • De Romeinse tempel van Aphrodite stond op één van deze andere heuvels. • De tempel van Artemis in Efeze (voor Diana van de Efeziërs), was in die tijd het grootste gebouw ter wereld en één van de Zeven Wereldwonderen. Dr Peet H Botha 41 Homo-prostituee (Galli: mannelijk priesters) • De priesters van Cybele/Attis hadden een verwijfd gedrag. • Romeinse burgers was het verboden om galli oftewel homo prostituee te worden, hoofdzakelijk omdat zij niet gecastreerd wilden worden. • Tussen de jaren AD. 41 en 54, heeft keizer Claudius alle beperkingen opgeheven die burgers weerhielden om galli of homo-prostituee te worden. • Bij deze priesters was anale seks de manier van gemeenschap bij vrouwen zowel als bij mannen. Dr Peet H Botha 42 • Het was voor volwassen mannen binnen het Romeinse rijk gebruikelijk om bedknapen of schandjongens voor hun seksuele behoeften aan te houden. Deze jongens waren vaak slaaf. • Het is aannemelijk om te veronderstellen dat er in bijbelse tijden veel homofiele en lesbische verhoudingen waren. Deze zouden normaal in het geheim worden gevoerd. • Deze verhoudingen zouden wij het best kunnen vergelijken met de hedendaagse vormen van liefdevolle, toegewijde homo- en lesbische relaties. Dr Peet H Botha 43 Flavius Josephus (AD 37-100) • Commentaar op de geschiedenis van de Joden. • “Mozes verbood alle overspel... Hij verafschuwde het ook als een van de grootste misdaden wanneer iemand seks met zijn moeder zou hebben; hetzelfde gold voor iemand die met zijn vaders vrouw zou slapen, met tantes, zusters of schoondochters. Al deze mogelijkheden waren vreselijk slecht. Hij verbood de man zelfs om gemeenschap met zijn vrouw te hebben wanneer zij ongesteld en daardoor onrein was; en om niets met een redeloos dier van doen te hebben, noch toe te geven om samen met een man te liggen. Dit was het najagen van onwettig genot, gedreven door plezier of hedonisme. Voor hen die zich aan zulk onbeschaamd gedrag schuldig maakten, bepaalde hij de doodstraf.” Dr Peet H Botha 44 • “Zij verworpen de natuurwet en gaven toe aan verboden vormen van gemeenschap. In hun dwaze lust voor vrouwen hebben zij niet alleen het huwelijk van hun buren onteert, maar dwongen deze mannen ook andere mannen, zonder enig respect voor de seksuele geaardheid die een actieve partner met een passieve partner deelt. Daarna raakte men langzaam maar zeker gewend om zich te onderwerpen en de functie van een vrouw te vervullen. Zij hebben elkaar opgezadeld met de grote vloek van de vrouwelijke gezindheid. Dr Peet H Botha 45 Tijdtafel • • • • • • • • • • Julius Ceasar Augustus Tiberius Caligula Claudius Nero Galba Otho Vitellius Vespasianus Dr Peet H Botha 58-44 voor Chr. 27 voor Chr. tot 14 na Chr. AD 14-37 Paulus, geboren AD 37-41 AD 6 en stierf in AD 41-54 AD 67/68, schreef zijn zendbrieven AD 54-68 ca. AD 50-60. AD 69 AD 69 AD 69 AD 69-79 46 Romeinen 1:26-27 • 26. “Daarom heeft God hen overgegeven tot oneerlijke bewegingen; want ook hun vrouwen hebben het natuurlijk gebruik veranderd in het gebruik tegen nature.” • 27. “En insgelijks ook de mannen, nalatende het natuurlijk gebruik der vrouw, zijn verhit geworden in hun lust tegen elkander, mannen met mannen schandelijkheid bedrijvende, en de vergelding van hun dwaling, die daartoe behoorde, in zichzelven ontvangende.” (Romeinen 1:26-27 (Statenvertaling) Dr Peet H Botha 47 • De sleutel om Romeinen 1:26-27 te begrijpen zijn de woorden “gebruik” en “natuurlijk”. Het natuurlijk gebruik (relatie) gaat om de seksuele verhouding tussen man en vrouw, wat onder meer betekent dat de natuur op het spel staat. • De stelling dat dit indruist tegen de natuur, verwijst naar de scheppingsorde zoals wij die in Genesis kunnen lezen. Homoseks toont een ontwrichting en onzekerheid van Gods seksuele bedoelingen met mannen en vrouwen. Dit was in de schepping gelegd. Dr Peet H Botha 48 • De woorden die vers 26 gebruikt wijzen er tevens op dat het hier gaat om volwassenen. Bij lesbianisme wist men dat het normaalweg om een relatie tussen twee vrouwen ging. Het gaat dus om een argument over handelingen tussen twee volwassenen, geen handeling tussen een volwassene en een kind. • De onnatuurlijke verhouding tussen twee vrouwen gaat hier niet om pederastie, want in de antieke geschiedenis zijn er geen bewijzen van homoseksualiteit tussen vrouwen met meisjes of kinderen. Dr Peet H Botha 49 • Voor Paulus is mannelijke of vrouwelijke homoseksualiteit feitelijk hetzelfde. Vrouwelijke homoseksualiteit werd eenvoudig verstaan als een verhouding tussen twee volwassenen, en relaties tussen een vrouw en een meisje wordt nergens vermeld. Dr Peet H Botha 50 • Paulus schreef “mannen met mannen” en gebruikte geen enkele uitdrukking vergelijkbaar met Plato (Laws, 3.836C): (mannen met jongens). • De aanhaling “mannen met mannen” (‘ársenes én ‘ársesin) omschrijft de seksuele daad met verwijzing tot een vrouw. (“Bij een manspersoon zult gij niet liggen met vrouwelijke bijligging; dit is een gruwel.” (Leviticus 18:22 STV) • Deze bewoording benadrukt de ongepastheid dat een man dient als onderwerp van de Dr Peet H Botha 51 seksuele daad tussen mannen. 1 Korinthe 6:9-10 • 9. “Of weet gij niet, dat de onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet zullen beërven? Dwaalt niet; noch hoereerders, noch afgodendienaars, noch overspelers, noch ontuchtigen, noch die bij mannen liggen.” • 10. “noch dieven, noch gierigaards, noch dronkaards, geen lasteraars, geen rovers zullen het Koninkrijk Gods beërven.” (1 Corinthiërs 6:9-10 STV) Dr Peet H Botha 52 1 Korinthe 6:9-10 • ...ontuchtigen: Malakoi • ...die bij mannen liggen: Arsenokoitai Dr Peet H Botha 53 1 Timotheüs 1:9-10 • 9. “En hij dit weet, dat den rechtvaardigen de wet niet is gezet, maar den onrechtvaardigen en den halsstarrigen, den goddelozen en den zondaren, den onheiligen en den ongoddelijken, den vadermoorders en den moedermoorders, den doodslagers,” • 10. “Den hoereerders, dien, die bij mannen liggen, den mensendieven, den leugenaars, den meinedigen, en zo er iets anders tegen de gezonde leer is.” (1 Timotheüs 1:9-10 STV) Dr Peet H Botha 54 Arsenokoitai • Arsenokoitai: voor dit woord zijn verschillende vertalingen, zoals: • -Homoseksuelen beschreven als: een man die een seksuele relatie met een andere man heeft, misbruikers van het eigen lichaam en dat van andere mannen, die bij mannen liggen, iemand die bij een man ligt als bij een vrouw, Sodomiet en perversen. • -Mannelijke prostituee: Ook omschreven als mannen die beschikbaar zijn voor onnatuurlijke daden. • -Schandjongens: Ook omschreven als prostitutie door jongens. Dr Peet H Botha 55 Beschrijving • Louw & Nida (1989) omschrijven de betekenis van de “malakos” als: De mannelijke homoseksuele partner tijdens homoseksuele gemeenschap, en vertaalde de zin “malakoí oúte ‘arsenokoîtai” met homoseksuelen. • Louw & Nida omschrijven “malakós” als de passieve partner in homoseksuele gemeenschap; een homoseksueel. Dr Peet H Botha 56 Bagster (1975) omschrijft : • ‘arsenoikoítês” als iemand die in bed ligt met een man, een sodomiet. Hij omschrijft “malakós” als zacht; zacht om aan te raken, delicaat, zoals gebruikt in Mattheüs 11:8, (zachte klederen) en met verwijzing naar 1 Corinthe 6:9, (die bij mannen liggen): een instrument zijn van onnatuurlijke lust, verwijfd. Dr Peet H Botha 57 Abbott-Smith (1975) omschrijft: • ‘arsenoikoítês” als een samenstelling van “ ‘ársên” (man) en “koité” (in bed liggen met), en vertaald met “een sodomiet”.“Malakós” verwijst naar personen met een geaardheid die vertaald kan worden als mild, vriendelijk, zacht en verwijfd. In 1 Corinthe 6:9 heeft het “zacht en verwijfd” zijn een onzedelijke betekenis. Dr Peet H Botha 58 Moulton (1978) definieert: • “arsenokoítês”: iemand die in bed ligt met een man, een sodomiet, een malakós, als een persoon die een instrument is met een onnatuurlijke lust, verwijft. Liddell en Scott (1983) vertalen: • “arsenokoítês”: als een man die zich schuldig maakt aan onnatuurlijke handelingen. “malakós” (in negatieve zin) als zacht en verwijfd. Dr Peet H Botha 59 Bauer (1979) omschrijft : • “arsenokoítês”: een man die homoseksualiteit beoefend, een man met een kleine jongen (een pederast), sodomiet. “malakós”: verwijzing naar personen die zacht en verwijfd zijn. (In het bijzonder de schandjongens). Mannen en jongens die toelaten dat ze homoseksueel worden misbruikt. Dr Peet H Botha 60 Septuaginta • De vroegste, niet meer bestaande versie van de Septuaginta (LXX) is de vertaling die in de derde eeuw voor Christus te Alexandrië is gedaan. De overeenkomst tussen de Septuaginta (LXX) en (Leviticus 18:22) • Tussen: “ ‘ársenos où koimêthésê koítên” en “Bij een manspersoon zult gij niet liggen met vrouwelijke bijligging...” • Ook de Septuaginta (LXX) en (Leviticus 20:13): “koimêthê metà ‘ársenos koítên” en “...een man bij een manspersoon gelegen..., met vrouwelijke bijligging.” • Hier haalt Paulus het woord “ ‘arsenokoîtal” vandaan. Dr Peet H Botha 61 • Dat “ ‘arsenokoítês” verwijst naar gemeenschap met het zelfde geslacht wordt versterkt door de combinatie met “malakós”. • Gezien vanuit de lijst van zonden, worden “arsenokoítês” en “malakós” gezien als een paar waar “malakoì” gelijk staat met de passieve homoseksuele partners en “arsenokoítai” verwijst naar de actieve partner tijdens de homoseksuele gemeenschap. Dr Peet H Botha 62 • Wat Paulus zo verkeerd vond in het geval van gemeenschap met het zelfde geslacht was dat de deelnemers leden van het zelfde geslacht waren. • De vraag was niet of deze seksuele relatie door wederzijdse toestemming gekenmerkt was, door dezelfde of juist de ongelijke leeftijd, wel of geen vermogen tot voortplanting, aangeboren- of onnatuurlijke seksuele aandrang, of enige andere uiterlijke of innerlijke motieven, maar het duidelijk feit dat het ging om een verhouding van hetzelfde geslacht. Dr Peet H Botha 63 • In het geval van Romeinen 1:26-27 sluit de keuze van Paulus’ bewoording in 1 Corinthe 6:9-10 geen pederastie in. (seks van een man met een jongen), maar dit is een algemene verwerping van relaties op grond van hetzelfde geslacht. • Paulus koos geen algemeen gebruikt modern woord of zin wat seks van een man met een jongen (pederastie) had kunnen bedoelen, maar een terminologie die duidt op de Levitische ban. (Leviticus 18:20; 20:13) Dr Peet H Botha 64 • Het belang van de keuze van het woord ‘arsenokoítês’ is het feit dit woord niet eerder is voorgekomen. Het woord is door Paulus bedacht. Dr Peet H Botha 65 - In “arsenokoítai” heeft Paulus eigenlijk een woord gebruikt, wat feitelijk een hervertaling is uit het boek Leviticus in de Septuaginta (LXX). Het spreekt eenvoudig over mannen die liggen met mannen. Niemand beweert dat Leviticus het hier over seks met kinderen heeft en het Nieuwe Testament verwijst nergens naar seks van een man met een jongen (pederastie). Dr Peet H Botha 66 • De rabbi’s gebruikten het woord miškab zākûr (liggen met een man), genomen uit de Hebreeuwse tekst van Leviticus 18:22 en 20:13, met verwijzing naar homoseksuele gemeenschap. Het is mogelijk dat deze Hebreeuwse bewoording in gebruik was voordat Paulus zijn brieven schreef. In dit geval zou arsenokoitai (homoseksuele gemeenschap) en zijn afgeleide bewoording, gewoon een directe vertaling van het Grieks zijn geweest. Dr Peet H Botha 67 De Peshitta tekst (Aramese vertaling van NT) van 1 Corinthe 6:9 en 1 Timotheüs 1:10 breekt “ ‘arsenokoítai” op in drie woorden. Letterlijk: Zij die met mannen liggen. De Coptische uitvoering in de Sahidic en Bhairic dialecten geven het Griekse woord weer door twee Coptische woorden: liggen met mannen of slapen met mannen. Dr Peet H Botha 68 Malakoi & Arsenokoitai • Voor “arsenokoitai” in 1 Corinthe 6:9, zou ik waarschijnlijk hebben gebruikt: “De actieve partners in seks tussen mannen onderling” en voor “malakos” “De passieve partners bij seks tussen mannen onderling.” Dit is scherp gesteld, maar toont de volle betekenis van de woorden. • Bij 1 Timotheüs 1:10, gebruik ik “arsenokoites” als “deelnemers in seks van man tot man” Het kleine verschil met 1 Corinthe 6:9 komt omdat dit woord hier waarschijnlijk in een meer algemene vorm wordt gebruikt, over seks tussen mannen onderling, in algemene zin, eerder dan de meer specifieke Dr Peet H Botha 69 betekenis van de “actieve partner.” Conclusie • Het moderne begrip van oriëntatie (geaardheid) vind geen enkele grond in de brieven van Paulus. Paulus is niet onduidelijk: De beoefenaars van zulke handelingen (zonden) zijn uitgesloten van het Koninkrijk van God. • De daad bepaalt wat de afloop zal zijn. Dr Peet H Botha 70 Conclusie • Paulus richt zich op homoseksualiteit in het algemeen, als een beweging die afwijkt van Gods bedoeling voor het ontwerp van de mensheid. Daarmee is deze zaak ook afwijkend van de beoogde godzaligheid. Dr Peet H Botha 71 Conclusie • De bewoording die Paulus gebruikt heeft is niet ten gunste van een bepaalde homoseksuele levensstijl. De teksten staan er op zo’n manier, dat homoseksualiteit in zijn algemeen wordt veroordeeld. Er wordt geen ruimte geschapen voor uitzonderingen gebaseerd op leeftijdsverschil of andere overwegende criteria. Dr Peet H Botha 72 De vroege kerk • Wij hebben gezien dat de Bijbel homoseks veroordeelt, waar het ook genoemd wordt. • De Bijbel veroordeelt niet alleen specifieke vormen van homoseks, maar alle mogelijke uitingsvormen daarvan. • Maar, wat hebben de kerkvaders over homoseks gezegd? Dr Peet H Botha 73 De Didache (2.2: 70 AD) • “Gij zult geen moord plegen, gij zult geen overspel plegen, gij zult geen seks met een kind hebben, gij zult geen ontucht plegen, gij zult niet stelen, gij zult geen magie gebruiken, gij zult geen toverij gebruiken, gij zult geen kind vermoorden door abortus of iemand doden die pas geboren is.” Dr Peet H Botha 74 De brief van Barnabas (10: 70 AD) • “Gij zult geen ontucht plegen, gij zult geen overspel plegen, gij zult geen misbruik van jongens maken, (onteren, verkrachten, omkopen, bederven.) • Gij zult geen misbruik van jongens maken, noch iets doen wat hier op lijkt.” Dr Peet H Botha 75 Justinus de martelaar (Eerste apologie 27:151 AD) • “...Iedereen die zulke mensen bovendien voor goddeloze, ongewenste en onreine seksuele gemeenschap gebruikt, die mogelijk gemeenschap heeft met zijn eigen kind, of familielid, of broer (...). • Er zijn zelfs mensen die hoereren met hun eigen kinderen en vrouwen, en sommigen zijn openlijk verminkt voor het doel van Sodom, en zij schrijven deze geheimenissen toe aan de moeder van de goden.” Dr Peet H Botha 76 Cyprianus van Carthago (Brieven 1.8: 253 AD) • “Kijk naar de gruwelen en ernstige dingen die gebeuren en te betreuren zijn. Mannen worden gecastreerd waardoor hun trots en gezondheid van hun geslacht verwijfd wordt, in de schande van hun ontkrachte lichaam. Hij is gelukkiger met zichzelf als hij zijn mannelijkheid helemaal heeft kunnen afbreken en een vrouw kan zijn.” Dr Peet H Botha 77 Eusebiuis van Caesarea Bewijs van het evangelie: 319 AD – Leviticus 18:25-25 • “Terwijl (God) alle onwettige huwelijken en ongepaste praktijk heeft verboden, en de omgang van vrouwen met vrouwen en mannen met mannen, voegt Hij eraan toe: Onteer u niet met enige van deze dingen; hiermee hebben de volkeren zich juist onteerd, die ik voor u uit zal drijven. Het land was bevuild en Ik heb hun ongerechtigheden aan hen vergolden en het land is bedrukt over degene die er op wonen.” Dr Peet H Botha 78 Augustinus (Belijdenisen 3:8:15 – 400 AD) • “Deze schandelijke daden die tegen de natuur ingaan, zulke als gedaan werden te Sodom, behoren overal en altijd verafschuwd en gestraft te worden.” • “Als alle volkeren zo zouden leven, zouden ze schuldig bevonden worden vanwege dezelfde overtreding van de wet van God. God, die de mens niet zo gemaakt heeft dat zij elkaar op deze manier zouden gebruiken.” Dr Peet H Botha 79 Einde Deel 2. Dr Peet H Botha 80