Themaquiz – Seksuele diversiteit Link naar de quiz: http://tinyurl.com/p7rbur6 1. Je kunt van iemand weten dat hij of zij homo of lesbisch is: A Door de typische manier van lopen en praten B Doordat hij of zij seks heeft gehad met iemand van hetzelfde geslacht C Doordat hij of zij dat zelf zegt Antwoord C is goed. TOELICHTING Ook heteroseksuelen kunnen gevoelens hebben voor mensen van het eigen geslacht óf seks hebben met iemand van hetzelfde geslacht. Dat maakt ze echter nog niet meteen homoseksueel. Andersom kunnen homoseksuelen ook heteroseksuele contacten hebben (gehad). Net als bij heteroseksuelen heb je homoseksuelen die opvallend praten of lopen en mensen die dat minder doen. Iemand is dus homo of lesbisch wanneer hij of zij zichzelf zo noemt. 2. Welke stelling is waar? A Alle lesbische meiden hebben kort haar B Homoseksualiteit komt overal ter wereld voor Antwoord B is goed. TOELICHTING Homoseksualiteit komt overal ter wereld voor. Lesbiennes en homo’s heb je in alle culturen, alleen kan niet iedereen er overal openlijk voor uitkomen. Daarom kan het zijn dat je in bepaalde landen/culturen minder lesbiennes en homo’s ziet. Ze zijn er echter wel. Dat alle lesbiennes kort haar hebben, is een vooroordeel; iets wat veel mensen denken, maar niet waar is. 3. Hoe oud zijn jongeren in Nederland gemiddeld als ze uit de kast komen? A 14 jaar B 16 jaar C 18 jaar D 20 jaar Antwoord B is goed. TOELICHTING Jongens zijn gemiddeld 16,6 jaar en meisjes gemiddeld 15,9 jaar als ze voor het eerst aan iemand vertellen dat ze bi, homo of lesbo zijn. Uit onderzoek blijkt dat jongens hun geaardheid in 2012 gemiddeld een jaar eerder vertelldn dan in 2005. Bron: Onderzoek Seks onder je 25e, Rutgers WPF Voor al je vragen over seks: www.sense.info 4. In hoeveel landen is het homohuwelijk bij wet toegestaan? A 22 landen B 27 landen C 32 landen D 37 landen Antwoord A is goed. TOELICHTING Nederland was in 2001 het eerste land ter wereld dat het homohuwelijk bij wet heeft bekrachtigd. België volgde In 2003. Inmiddels is het homohuwelijk ook erkend in Spanje, Canada, Zuid-Afrika, Noorwegen, Zweden, Portugal, IJsland, Argentinië, Denemarken (dus ook Groenland), Brazilië, Frankrijk, Uruguay, Nieuw-Zeeland, Luxemburg, het Verenigd Koninkrijk (in Engeland, Wales, Schotland en de Pitcairneilanden), de Verenigde Staten en in verschillende staten in Mexico. Het openstellen van het huwelijk voor mensen van hetzelfde geslacht zal ook bij wet bekrachtigd worden in Ierland en Slovenië (beiden in 2015) en Finland (in 2017). Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Homohuwelijk 5. Welke stelling is waar? A Als je homo of lesbisch bent, kun je kinderen krijgen B Iemand die gelovig is, kan niet homo of lesbisch zijn Antwoord A is goed. TOELICHTING Homoseksualiteit komt overal ter wereld en in echt alle culturen voor. Er wordt alleen niet overal op dezelfde manier mee omgegaan. In sommige landen is het verboden om homoseksueel te zijn. Hoe toleranter een land is, hoe makkelijker je kunt uitkomen voor je seksuele voorkeur. Ook lesbiennes en homo's kunnen kinderen verwekken en krijgen met behulp van een spermadonor, een draagmoeder of adoptie. Gelovige mensen kunnen ook homoseksueel zijn. Dit betekent niet dat alle religies altijd even positief tegen homoseksualiteit aankijken. 6. Biseksueel zijn betekent dat je op meerdere mensen tegelijk verliefd bent. A Waar B Niet waar Antwoord B is goed. TOELICHTING Biseksueel betekent alleen dat je tot jongens én meisjes aangetrokken bent. Dit zegt niets over of je wel of niet op meerdere mensen tegelijk verliefd kan zijn. Net als iedere hetero of homo/lesbienne kan een biseksueel op één persoon of op meerdere mensen verliefd zijn. Dat heeft niets met je geaardheid te maken. Voor al je vragen over seks: www.sense.info 7. Hoeveel procent van de Nederlandse jongens voelt zich (soms) aangetrokken tot jongens? A 2% B 4% C 6% D 12% Antwoord C is goed. TOELICHTING 94,4% van de jongens tussen 12 en 25 jaar geeft aan uitsluitend op meisjes te vallen. De overige 5,6% valt soms ook op jongens. Bij meisjes geeft 91,4% aan alleen op het andere geslacht te vallen. Bron: Onderzoek Seks onder je 25e, Rutgers WPF 8. Een transgender kan alleen van man naar vrouw worden geopereerd, andersom kan niet. A Waar B Niet waar Antwoord B is goed. TOELICHTING De operaties om van geslacht te veranderen zijn in beide richtingen mogelijk. 9. In hoeveel landen is homoseksualiteit nog door de wet verboden? A 55 landen B 78 landen C 97 landen D 105 landen Antwoord B is goed. TOELICHTING Homoseksualiteit was in 2014 in 78 landen strafbaar. In vijf landen stond er zelfs de doodstraf op. Veel homoseksuelen, lesbiennes, biseksuelen en transseksuelen in die landen krijgen te maken met geweld, discriminatie en sociale uitsluiting. Soms leven ze hun leven lang gedwongen ‘in de kast’. Bron: ILGA. 10. Hoeveel procent van de homo-jongens vindt het lastig om dit te zeggen aan vrienden? A 7% B 17% C 27% D 37% Antwoord D is goed. TOELICHTING 63% van de jongens vindt het geen probleem om te vertellen dat ze homo zijn. Voor meisjes is dit 76%. Bron: Onderzoek Seks onder je 25e, Rutgers WPF Voor al je vragen over seks: www.sense.info 11. Welke stelling is waar? A Als je als meisje een keer met een jongen hebt gevreeën, kun je niet lesbisch zijn B Alle homo’s hebben anale seks C Geen van beide stellingen is waar Antwoord C is goed. TOELICHTING Er zijn genoeg homo's die nooit anale seks hebben. Ook zijn er genoeg hetero's die wél anale seks hebben. Anale seks is één van de vele manieren waarop mensen met elkaar kunnen vrijen. Dit geldt zowel voor homo- als voor heteroseksuelen. Een lesbisch meisje kan best eens met een jongen vrijen. Vrijen met een jongen wil niet meteen zeggen dat je niet meer lesbisch bent. En één keer vrijen met iemand van hetzelfde geslacht, maakt je ook niet meteen bi, homo of lesbisch. 12. Waar kun je informatie vinden over homoseksualiteit voor jongeren? A www.sense.info B www.iedereenisanders.nl C www.jongenout.nl D op alle bovenstaande websites Antwoord D is goed. TOELICHTING Meer websites voor jongeren over seksuele diversiteit, zoals websites die specifiek gericht zijn op christelijke- of allochtone jongeren, staan achterin de menukaarten ‘Liefdevolle relaties en weerbaarheid’. De menukaarten zijn te downloaden via: http://wqd.nl/29eX 13. Ik kan zelf niets doen tegen discriminatie van homo's en lesbiennes op mijn school. A Waar B Niet waar Antwoord B is goed. TOELICHTING Je kunt meer doen dan alleen zelf respectvol omgaan met homoseksuele jongeren. Ook al ben je hetero, je kunt best opkomen voor anderen! Via een zogenaamde ‘gay straight alliance’ kan een groepje enthousiaste leerlingen wat doen om jullie school een fijnere plek te maken voor homoseksuele-, biseksuele- en transgender leerlingen en docenten. Hang bijvoorbeeld posters op of organiseer een activiteit. Wat je allemaal nog meer kan doen en hoe je een ‘gay straight alliance’ opzet, lees je op: www.gaystraightalliance.nl Voor al je vragen over seks: www.sense.info