Licht Spiegels Lichtstraal en weerkaatsing. Beeldconstructie 1 1. Teken de normaal (stippellijn loodrecht op spiegel daar waar de lichtstraal de spiegel raakt) 2. Meet de hoek van de bekende lichtstraal. (De hoek tussen de normaal en de lichtstraal) 3. Teken de ontbrekende lichtstraal. 4. Zet ∠i = …. ° bij de inkomende lichtstraal. 5. Zet ∠t = …. ° bij de terugkaatsende lichtstraal. 6. Geef met pijltje de richting van het licht aan. W.Tomassen Blz 1 van 7 Licht Beeldpunt Drie belangrijke kenmerk 1. Een rechte lijn loodrecht op een spiegel gaat denkbeeldige lijn rechtdoor. 2. ∠ = ∠ 3. Beeldpunt bevind zich even ver van de spiegel als voorwerp. Tekenen van het beeldpunt Teken een lijn loodrecht op de spiegel door het beeldpunt. Meet de afstand tot de spiegel. Het beeld bevind zich even ver achter de spiegel. W.Tomassen Blz 2 van 7 Licht Er zijn twee manieren om andere lichtstralen te tekenen. Lichtstraal constructie 1: 1. 2. 3. 4. 5. Trek een stippellijn loodrecht op spiegel. Teken het beeldpunt. Elke lijn door het voorwerp wordt op de spiegel weerkaatst. De lijn die terugkaatst gaat denkbeeldig door het beeldpunt. Denk aan de pijltjes in de lichtstraal voor de richting van het licht Als het voorwerp boven of onder de spiegel ligt maak de spiegel denkbeeldig langer. Lichtstraal constructie 2: 1. Teken de lichtstraal tot de spiegel. 2. Teken een stippellijn loodrecht op de spiegel die de lichtstraal raak. (dit is de normaal) 3. Meet de hoek van inval. 4. Teken nu aan de andere kant net zo een lijn met dezelfde hoek. Als de lichtstraal door een voorwerp zou gaan dan gaat de teruggekaatste lichtstraal ook door het beeld net zoals bij manier 1. Spiegel ∠ ∠ W.Tomassen Normaal Blz 3 van 7 Licht Hoek van inval is hoek van terugkaatsing. Gecombineerd Spiegel ∠i ∠t W.Tomassen Normaal Blz 4 van 7 Licht De gereflecteerde stralen vanaf het voorwerp (rode lijn) naar het oog komen altijd uit het beeldpunt (gele lijn). Het beeld bevindt zich op de zelfde afstand van de spiegel als het voorwerp. Het spiegelbeeld wordt ook wel het virtuele beeld genoemd. W.Tomassen Blz 5 van 7 Licht Virtueel betekend schijnbaar aanwezig. Dubbele weerkaatsing W.Tomassen Blz 6 van 7 Licht Er zijn twee soorten terugkaatsing 1. Spiegelende terugkaatsing Via glad oppervlakte. 2. Diffuse terugkaatsing Via ruw oppervlakte alle kanten op. Kenmerken van een lichtbundel: Convergerende bundel op spiegel geeft: convergerende bundel als reflectie, geeft divergerende bundel als beeld. Divergerende bundel op spiegel geeft: divergerende bundel als reflectie, geeft Convergerende bundel als beeld. evenwijdig W.Tomassen convergent divergent Blz 7 van 7