Belangenverstrengeling Bijzondere vormen van diabetes F. Holleman • Academisch prestige: AMC • Praatjes/adviesraden: sanofi, MSD, Janssen, Eli Lilly, Boehringer Ingelheim, AstraZeneca • Alle (neven)inkomsten gaan naar diabetesresearch in het AMC Langerhansdagen 2015 am am linical diabetology Mw. Van den Hoven - MIDD linical diabetology Je ziet alleen wat je herkent…. • Eerst doofheid, later nierproblemen, niertransplantatie en DM • Doofheid is het ergste • Zeldzaam, diagnose vaak gemist – – Dachten eerst aan Syndroom van Alport am am linical diabetology Classificatie DM 1. 2. 3. 4. linical diabetology Elliot Joslin, 1946 DM type 1 DM type 2 Andere specifieke typen (secundaire diabetes) Zwangerschapsdiabetes am linical diabetology “No method for the classification of diabetics to my mind is satisfactory……. No sooner are the boundary lines drawn than one case after another like sheep breaks through the fence” am linical diabetology –1 Classificatie DM 1. 2. 3. 4. LADA DM type 1 - LADA DM type 2 Andere specifieke typen (secundaire diabetes) Zwangerschapsdiabetes • Latent Autoimmune Diabetes in Adults • Fenotype lijkt meer op type 2 – Oudere leeftijd bij diagnose – Aanvankelijk oraal behandeld – BMI meestal iets hoger dan bij type 1 • Maar antistoffen zoals bij type 1 – Beta-cel massa lager dan bij type 2 am am linical diabetology linical diabetology Autoimmuniteit Insulineresistentie en β-celmassa bij diagnose • Massale β-cel destructie > type 1 • Vooral insulineresistentie > type 2 • Tragere β-cel destructie > LADA • LADA = vorm van type 1, want autoimmuniteit aantoonbaar • Bruikbaar voor diagnose? • Bruikbaar voor besluit om insuline te starten? • NB bij allen progressie β-cel destructie (te meten mbv C-peptide) Gale, Diabetologia 2005;2195 100 am Autoimmuniteit? 90 70 60 50 40 linical diabetology Gedachtenexperiment diabetes-associated antibodies thyroid disease-associated antibodies celiac disease-associated antibodies pernicious anemiaassociated antibodies 80 am linical diabetology 200 patienten met DM 20 ‘type 1’ 1 GADA − 30 20 19 GADA + 180 ‘type 2’ 9 GADA + 171 GADA − • 68% GADA + heeft klinisch ‘type 1’ (a priori 10%) • 99,4% van GADA − heeft klinisch ‘type 2’ (a priori 90%) 10 0 type I diabetes recent onset first degree relatives healthy control subjects Jaeger et al. Diabetes Care, 2001;24:27-32 am linical diabetology am linical diabetology –2 UKPDS t=0 Conclusie LADA 1870 pt zonder insuline t = 6 jaar 237 insuline 147 GADA − 90 GADA + 1633 geen insuline 87 GADA + 1546 GADA − • • • • LADA is auto-immuun type 1 diabetes Met geringere /tragere β-cel destructie De patiënt kan initieel oraal behandeld worden Positieve antistoffen bij een oudere patiënt helpen niet bij de beslissing insuline te starten • 177/1870 = 9,5% van ‘type 2’ is GADA+ • Slechts 90/177 = 51% van GADA+ is insulinebehoeftig na 6 jaar • Slechts 90/237 = 38% van insulinebehoeftigen was GADA+ Gale, Diabetologia 2005;48:2195 am am linical diabetology linical diabetology Classificatie DM 1. 2. 3. 4. Oorzaken secundaire diabetes DM type 1 DM type 2 Andere specifieke typen (secundaire diabetes) Zwangerschapsdiabetes A. B. C. D. E. F. G. H. Genetische defecten in beta-celfunctie Genetische defecten insulineresistentie Ziekte van de exocriene pancreas Endocrinopathie Geneesmiddel geïnduceerd /toxisch Infecties Zeldzame immuungemedieerde vormen Andere genetische syndromen geassocieerd met diabetes am am linical diabetology linical diabetology MIDD Oorzaken secundaire diabetes A. B. C. D. E. F. G. H. • • • • Genetische defecten in beta-celfunctie Genetische defecten insulineresistentie Ziekte van de exocriene pancreas Endocrinopathie Geneesmiddel geïnduceerd /toxisch Infecties Zeldzame immuungemedieerde vormen Andere genetische syndromen geassocieerd met diabetes Maternally Inherited Diabetes and Deafness Mutatie in mitochondrieel DNA (m.3243A>G) Overerving via vrouwelijke lijn /moederskant Falen van energievoorziening cel – Wisselende mate van ernst – MELAS: mitochondrial encephalomyopathy, lactic acidosis and stroke-like episodes • Cellen met hoog energieverbruik kwetsbaar – β cellen, gehoororgaan, netvlies, spieren, nieren, hart, hersenen am linical diabetology Kavvoura, Fainia. Mitochondrial diabetes. Diapedia http://dx.doi.org/10.14496/dia.41040851356.4 am linical diabetology –3 MIDD Zeldzaamheden • << 1% van alle DM • Ongeveer 85% van dragers krijgt DM • Wolfram syndrome = DIDMOAD (Diabetes Insipidus, Diabetes Mellitus, Optic Atrophy, and Deafness) 1:770.000 • Alström Syndrome: retinal dystrophy, neuronal hearing loss, obesity and insulin resistance 1: 1.000.000 • Lawrence Moon /Bardet Biedl syndroom • Etc etc – Begin meestal rond 35-40 jaar [11-68] – Geen auto-immuniteit, wel β-cel falen door hoge energiebehoefte β-cel • Ongeveer 75% doof, meestal vóór DM • Vaak nierfalen, onafhankelijk van DM • Spierkramp/spierzwakte bij 40% Kavvoura, Fainia. Mitochondrial diabetes. Diapedia http://dx.doi.org/10.14496/dia.41040851356.4 am am linical diabetology linical diabetology Oorzaken secundaire diabetes A. B. C. D. E. F. G. H. Genetische defecten in beta-celfunctie Genetische defecten insulineresistentie Relatief Ziekte van de exocriene pancreas frequent Endocrinopathie Geneesmiddel geïnduceerd /toxisch Infecties Zeldzame immuungemedieerde vormen Andere genetische syndromen geassocieerd met diabetes Oorzaken secundaire diabetes A. B. C. D. E. F. G. H. Genetische defecten in beta-celfunctie Genetische defecten insulineresistentie Ziekte van de exocriene pancreas Endocrinopathie Geneesmiddel geïnduceerd /toxisch Infecties Zeldzame immuungemedieerde vormen Andere genetische syndromen geassocieerd met diabetes am am linical diabetology linical diabetology MODY • Maturity Onset Diabetes of the Young • Monogene afwijking leidend tot β-cel falen en DM • Autosomaal dominant, klinisch heterogeen • Ongeveer 1:10.000 bevolking – 0,5-2% van alle diabetespatënten • Inmiddels 13 genen, en zeer veel mutaties – Meestal betrokken bij insuline-productie en afgifte am linical diabetology Bell, Nature 2001 am linical diabetology –4 Klinische kenmerken MODY Belangrijkste vormen MDOY • MODY3 = HNF1α-mutatie • Begin DM meestal tussen 20 en 50 jaar • Insuline onafhankelijk – Hepatocyte Nuclear Factor 1-alfa – ± 30-50% van alle MODY – op den duur kan insuline nodig • Meestal duidelijke familie-anamnese • Meestal geen tekenen insuline-resistentie • Meestal geen auto-immuniteit aantoonbaar • MODY2 = GCK-mutatie – Glucokinase – ± 30-50% van alle MODY am am linical diabetology linical diabetology HNF1α (MODY 3) HNF1α (MODY 3) • Mechanisme niet goed bekend • 95% van dragers krijgt DM • Lage glucosedrempel nier >> glucosurie • Laag hs-CRP • Sterke respons op SU derivaten – Meestal tussen 20ste en 40ste • Hoge postprandiale excursie bij laag nuchter glucose – Onvermogen insulineafgifte te verhogen – Hypoglycemie bij normale dosis • Lange termijn complicaties am am linical Owen et al. Diapedia http://dx.doi.org/10.14496/dia.41040851244.26 diabetology linical Owen et al. Diapedia http://dx.doi.org/10.14496/dia.41040851244.26 diabetology GCK (MODY2): normale respons bij hogere grenswaarde GCK (MODY 2) • Glucokinase is de ‘glucosesensor’ van de β-cel • Lage postprandiale excursie bij stabiel verhoogd nuchter glucose – Ander ‘setpoint’ van glucose-insulinerespons 20 Glucose (mmol/l) – Heterozygote inactiverende mutatie geeft MODY2 – Homozygote inactiverende mutatie geeft Permanente Neonatale Diabetes (PNDM) 16 linical Owen et al. Diapedia http://dx.doi.org/10.14496/dia.41040851237.21 diabetology GCK MODY2 Normaal 8 4 00 am DM2 12 03 06 09 12 15 Tijd 18 21 24 am linical diabetology –5 GCK (MODY 2) Wanneer aan MODY denken? • Meestal bij toeval / screening ontdekt – Diagnose soms pas op hoge leeftijd • Diabetes onder de 25 jaar • Positieve familie-anamnese • HbA1c blijft meestal < 64 mmol/mol (8%) • Geen lange termijn complicaties – Zelfs indien ouders gelabeld als type 1 of type 2 • • • • Geen keto-acidose, makkelijk te reguleren DM Geen tekenen insulineresistentie (niet-obees) C-peptide persisteert tot na 3 jaar DM Geen antistoffen aantoonbaar am am linical Owen et al. Diapedia http://dx.doi.org/10.14496/dia.41040851237.21 diabetology Bij diagnose jonger dan 6 mnd Ja Nee Genetisch testen: neonatale DM Doofheid of andere neurologie Ja Nee Genetisch testen: MIDD Klinische kenmerken o.a.: Waarschijnlijk DM1 •Insuline-afhankelijkheid bij diagnose Ja •Keto-acidose •Auto-antistoffen Nee Klinische kenmerken o.a.: •≤ 30 jaar bij diagnose •Geen insuline-resistentie •Hs-CRP <0.5 g/l •≥ 2 generaties met DM ≤ 45 jaar Nee Waarschijnlijk DM2 Nee •Persisterend C-peptide >0.2 nmol/l na 3 jaar honeymoon •Geen auto-antistoffen Ja Ja Overweeg genetisch testen: MODY am KR Owen. Clin Med 2013;3:278-281 linical diabetology linical diabetology Take home message • Er is meer dan DM1 en DM2 • Let op ongebruikelijke kenmerken – – – – Extreme insulineresistentie Afwijkende vetverdeling Doofheid, neurologische problemen Familiair patroon • LADA is type 1 met minder fulminant beloop • MODY overwegen bij atypische presentatie & positieve familie-anamnese www.diapedia.org am linical diabetology –6