VRIJE WIL Vrije wil bij fruitvlieg ? http://www.freethinker.nl/forum/viewtopic.php?t=3372&start=0 ( uit Eos Nieuwsbrief ) Quote: Heeft de fruitvlieg een vrije wil? Vrij wil en echte spontaniteit bestaan, althans in het brein van de fruitvlieg. Dieren en vooral insecten worden normaal gezien als complexe robots die alleen reageren op externe stimuli. Als dieren verschillend reageren op dezelfde externe stimuli, schrijven wetenschappers het verschil doorgaans toe aan fouten in het brein. Een internationaal wetenschapsteam kon nu voor het eerst aantonen dat het brein van een fruitvlieg spontaan gedrag veroorzaakt. Het is mogelijk dat ook veel andere dieren dit mechanisme hebben, dat de biologische fundering zou kunnen zijn wat wij ervaren als de vrije wil. Volgens de wetenschappers, die hun studie publiceerden in het open-accesstijdschrift PloS ONE, is de volgende stap de breincircuits die verantwoordelijk zijn voor dat spontane gedrag, te lokaliseren en te begrijpen. Link naar het PloS artikel Maye A, Hsieh C-h, Sugihara G, Brembs B (2007) Order in Spontaneous Behavior. PLoS ONE 2(5): e443. doi:10.1371 http://www.plosone.org/article/fetchArticle.action?articleURI=info:doi/10.1371/journal.pone.0000443 The fly is flying stationarily in a cylindrical arena homogeneously illuminated from behind. The fly's tendency to perform left or right turns (yaw torque) is measured continuously and fed into the computer. In closed-loop, the computer controls arena rotation (single stripe or uniform texture as patterns on the arena wall). An additional white screen (not shown) covered the arena from above for all groups. (Credit: From Maye A, Hsieh C-h, Sugihara G, Brembs B (2007) Order in Spontaneous Behavior. PLoS ONE 2(5): e443. doi:10.1371/journal.pone.0000443) http://www.sciencedaily.com/releases/2007/05/070516071806.htm http://www.newscientist.com/article/dn11858-fruit-flies-display-rudimentary-free-will.html ref > 1 Study: Fruit flies may have free will May 16: Scientists say even the humble fruit fly, with its tiny brain, may have a spark of free will. http://www.msnbc.msn.com/id/18684016/ Vrije wil 07-07-2009 – Griet Vandermassen, 2007 Benjamin Libet, pionier in het onderzoek naar menselijk bewustzijn, is het meest bekend om één experiment. Telkens als wij denken een bewuste beslissing te nemen, voeren wij gewoon de bevelen uit die ons brein onbewust al een kwartseconde voordien formuleerde, zo toonde hij aan . Ons brein zei al ‘strek nu je arm’ voor wij ons bewust werden van de wens onze arm te strekken. Libet concludeerde hieruit dat vrije wil een fictie is. We denken dat wij het zijn die beslissen, maar eigenlijk zijn we gewoon de passieve uitvoerders van onbewuste neuronale processen die al aan de gang waren voor het besluit in ons hoofd opdoemde. Het is ons brein dat op een onbewust niveau beslist, niet wij. Er valt veel te zeggen voor Libets stelling dat er geen vrije – dus onveroorzaakte – wil bestaat, alleen voert hij hier de verkeerde redenen aan. Zijn interpretatie berust op een wijdverspreide denkfout die filosoof Daniel Dennett het ‘Cartesiaans theater’ doopte. Dat is een plekje in je brein waar een klein mannetje zetelt dat alle informatie uit je brein verzamelt en vervolgens beslissingen treft: het bewustzijn. (of zefls de homunculus die ook een breintje bezit ; een soort janneke de maan met vooral een " zieltje " , maar dan in onze bovenkamer ) Dat plekje bestaat echter niet, betoogt Dennett. Het werk dat dat veronderstelde "mannetje "verricht, is in ruimte en tijd verspreid over heel ons brein. Onze hersenen zijn voortdurend bezig met het en binnenkomende informatie, grotendeels onbewust. (1) verwerken en afwegen van verworven De manier waarop ze dat doen en de beslissingen die daaruit voortkomen, worden door een onherleidbare hoeveelheid factoren bepaald, waaronder onze genen, onze levensgeschiedenis en onze doelstellingen. Alles wat in onze hersenen omgaat, bewust of onbewust, is allemaal ‘wij’. 2 ‘Ik’, dat is niet zomaar een op zich staande momentopname in de tijd (van een onveranderlijk iets ), maar het voorlopige resultaat van een lange keten van in elkaar grijpende ontwikkelingen. Libets kwartsecondebevinding is dus irrelevant voor onze opvattingen over vrije wil, besluit Dennett. Dennett wil de vrije wil bewaren. Hij is wat in filosofenjargon een compatibilist heet: volgens hem sluiten determinisme en vrije wil elkaar niet uit. Een deel van de verwarring ontstaat, meent hij, doordat we twee perspectieven door elkaar halen: onze subjectieve ervaring, waarbij de toekomst openligt (wat klopt), en het ‘gezichtspunt van bovenaf’, waarbij alles wat gebeurt het resultaat blijkt van een ononderbroken reeks van voorafgaande gebeurtenissen. Dat niets gebeurt zonder oorzaak betekent echter niet dat de toekomst vastligt. Determinisme is niet hetzelfde als onvermijdelijkheid. De evolutie heeft ons ontworpen om informatiezoekers te zijn, om onze levensomstandigheden te willen verbeteren, om te leren uit onze fouten. Door de unieke complexiteit van onze psyche kunnen we nadenken over onze doelstellingen; door onze taal kunnen we elkaar proberen te overtuigen van bepaalde visies. Onze cultuur is een doorgeefluik van kennis. We zijn gedetermineerd om vrij te zijn. Filosofen zijn gek op dergelijke paradoxen. In filosofische discussies hangt echter veel af van de precieze definitie van termen, en daar springt Dennett in deze context nogal slordig mee om. Wat is vrije wil? Beschouw je dat als iets absoluuts of iets gradueels? -In het eerste geval had je op éénzelfde moment toch een andere beslissing kunnen nemen. Je had ‘ja’ kunnen zeggen in plaats van een aarzelend ‘nee’. -In het tweede geval – de losse definitie – had dat gekund als de beginvoorwaarden een ietsje anders waren geweest (als je had geweten wat je nu weet, bijvoorbeeld). Dennett lijkt voor de tweede optie te gaan. Maar gaat het hier nog wel om vrije wil? Onze beslissingen worden in dat geval immers volledig bepaald door wat voorafging, dus zijn ze niet waarlijk vrij. Mijn suggestie: vervang die term door iets anders, want hij stamt uit een tijd waarin lichaam en geest als twee verschillende entiteiten golden. Maak er bijvoorbeeld ‘keuzemogelijkheid’ van. Dat scheelt een slok op de discussieborrel. Griet Vandermassen, 2007 Copyleft, artikel uit het tijdschrift "Wonder en is gheen Wonder", SKEPP. Woordelijk kopiëren en distribueren van dit artikel is toegestaan in elke vorm, mits behoud van deze copyleftnoot - 07-07-09 (1) De beslissingscentra en breinmechanismen ( die men nogal vlug de materieele basis van de zogenaamde "vrije wil " noemt ) stelt het menselijk dier in staat een navigatie- beslissing ( 1 a) te nemen ( binnen een redelijke tijds-stuk ) ____en dat volgens de aanwezige raadpleegbare informatie ( als daar voldoende tijd voor is / de dreiging of problemen niet al te urgent om een beslissing vragen ) , smaken , geheugeninhouden , aangeleerde reacties, soorteigen genetische reactiepatronen en vroegere ervaringen.... enz... enz ____en bij het kiezen van een handelswijze in de (nabije) toekomst die wordt geanticipeerd ( zowel onbewust als achteraf bewust gereflecteerrt ( als je het overleefde ) om ervan te leren en een logboekverslag toe tevoegen aan het geheugen ... ) Althans dat is de overtuiging van velen ... (Een kort lijstje als (begin) overzicht ) *(1a-) Uiteraard zijn "vrije-wil-mechanismen " een toegevoegde evolutionaire verworvenheid aan integratie en sturingssysteem van wat primair een navigatie -systeem is op basis van een zeer uitgebreid centraal en belangrijk knooppunt ( de hersenen ) is , en dan wél in een ongelooflijk complex neurologisch netwerk verbonden met andere netwerken ( het endocriene bijvoorbeeld ) ... want de mogelijkheid zich enigzins gericht en efficient in de ruimte(als individu) te bewegen ( en een actieradius te vergroten dmv zowel intelligentie en/als onder toenemende bevolkingsdruk ) , is wat het dier onderscheid van de vastzittende plant .... 3 Er zijn zelfs meercellige dieren die in hun larvestadium uitgerust zijn met hersenen , maar van zodra ze gaan vastzitten ( bijvoorbeeld mossels en bepaalde stekelhuidigen ) en omdat ze dan een geschikte standplaats gevonden hebben ,consumeren ze de energieverslindende ( en overbodig geworden ) hersenen Kies de "vrije wil " echter verkeerd dan is het "over en out "( en dat geldt voor iedereen zowel de geleerde als de analfabeet.... er is trouwens ook geen aantoonbare bovennatuurlijke kans op een beloning of straf of herkansing (reincarnatie ) in een of ander hiernamaals ) .... In feite heeft vrije wil dus alleen maar zin in een werkelijke wereld en dan vooral wanneer het gaat om de juiste weg kiezen uit een aantal mogelijke juiste wegen of sluipwegen ( alle wegen leiden echter niet naar het Rome uit onze voorstelling ... Bijvoorbeeld : spijtig genoeg bestaat het oude Klassieke Rome niet meer ... of zijn de dingen anders bij aankomst op de plek dan je was verteld of wat je je voorstelde dat ze moesten zijn ) .... kiezen van de onjuiste weg ( en wat juist of onjuist is moet jezelf inschatten ) leidt ertoe dat je achteraf niets zult navertellen ...tenzij het gaat om futiliteiten natuurlijk zoals het kiezen tussen een wit of een gekleurd hemd ... * Het nemen van juiste beslissingen , is een kwestie van overleven en is bepaald door de goede beslissing (binnen een bepaalde splitsecond = weglopen of vechten met een roofdier bijvoorbeeld ; je kan je niet filosofisch gaan bezighouden met de vraag of het wel een gevaarlijk roofdier is dat je waarneemt en ofdat je misschien beter dat alles eens bekijkt vanuit een ander perspektief ...want doe je dat , dan is het waarschijnlijk game over .... ) * Uiteraard is de mens een sociaal dier ( buiten een paar gestoorden en eenzame wolven zoals psychopaten die vooral empathie missen .....Empathie is een onderdeel van onze dierlijke hersenuitrusting en berust(volgens ethologen ) op effectieve spiegelneuronen en vooral evolutionair ontwikkelde meebeleven -programma's ( die de schade aan soortgenoten tijdens territorium , dominantie en bronstgevechten moet beperken door op tijd te stoppen ; het zien van pijn bij anderen doet de toeschouwer of de rivalen ook pijn die men stopt door weg te lopen of de pijn van de andere weg te nemen .... en ook onderwerpingsgedrag wordt geaccepterd ) ... Derhalve is ook het sociale millieu ( de interactie van en met leden van een populatie met allemaal iets verschillende drives en persoonlijke opvattingen ) een omgeving die evengoed de " juiste besklissingen nemen vereist zodat het individu ook daar ten volle kan overleven .." Sommigen gaan wel weg uit de eigen kleine besloten praatclubjes omdat ze daar "problemen " hebben ( ze beslissen te vluchten ) , maar ze zitten wel opgescheept met zichzelf als gedeeltelijk (mogelijk ) autonoom opererend individu ( althans dat geloven ze ) en vroeg of laat keren ze terug ( omdat in zichzelf praten of Robinson Crusoe uithangen ook maar niets is ) Maar dat zijn zogenaamde "vrijwiller-"groepjes waar ze uiteindelijk niet afhankelijk van zijn voor hun echte individuele overleven ... Iemand kan daar vrij(?) over beslissen omdat het uiterst onbelangrijk ( maar gelijkgezinden vinden elkaar altijd ) is waarvoor je kiest in die contekst en wat je daadwerkelijk overleving in het grotere geheel betreft en je bovendien heel gemakkelijk in een andere club kunt gaan opereren om het toch nog waar te maken ( je kan gemakkelijker van subcultuur wisselen net zoals je van hemd kunt verwisselen ...alhoewel het ene hemd prettiger zit dan het andere en dat dus dat afscheid moeilijker maakt ) maar je zit wel blijvend in de overheersende cultuur die als overkoepelnd sociaal netwerk al die subculturen een kans biedt te bestaan ) Er zijn echter situaties levensverichtingen en reacties waar dat bijsturend socialiserend millieu niet geldt : men zegt bijvoorbeeld : in de oorlog en de liefde gelden geen wetten ... maar daarbij is nog minder sprake van vrije wil ... het is een opeenvolging van vastgelegde reacties , hierarchische dwang en zelfs afdreigingen en partnergeweld ; vrije wil en rationalisaties zijn slechts bijsturingen afteraf ... Les excuses sont faites pour s'en servir Je wordt bovendien zowel dronken van strijd als van het liefdes-spel .... het heeft allemaal te maken met hormonenspiegels en andere stuurmechanismen in ons lichaam ,die zijn onbewust en automatisch ... en ze verschijnen als de oorzaken van veranderde bewustzijnstoestanden die je aanpassen en voorbereiden op of aan( zelfs) heikele situaties en/of blijde verwachtingspatronen Bovendien nemen, we veel dingen onbewust waar die veroorzaakt worden door "onzichtbare " triggers zoals bijvoorbeeld feronomen ... Lichaamstaal is ook zo'n factor die grotendeels onbewust meebepaald wat onze positie zal zijn ... Wanneer je dat allemaal uitschakelt ( door bijvoorbeeld op lange afstand te communiceren = het lezen van een geschreven werk , een telefoongesprek ...of zeer ingrijpende beslissingen te nemen ; (bijvoorbeeld)op een knopje drukken zodat duizenden kilometers verderop een atoombom ontploft in een ver van mijn bed show en je dus nooit het vele onmiddelijke leed ziet dat je actie op afstand veroorzaakt ... je bent dan eigenlijk een gevoelloze psychopaat op afstand , omdat je geen feedback krijgt ( of feedback die veel te laat komt ) die je zeer simpele onpersoonlijke actie( het drukken op een knopje gezeten in een verwarmde zaal in een 4 gemakkelijke leunstoel )kan afremmen ) Bovendien kan je gaan voor een idee of plan en daardoor vergeten dat je eigenlijk met weerzinwekkende dingen bezig bent Bovendien heeft de mens drie soorten hersenen ; Het triurne brein het reptiel brein , het zoogdier brein , het primatenbrein en daar bovenop bij de mens ,een verder gespecialiseerde en complexe prefrontale hersenschors ... De oudere delen gaan vooraf aan de jongste , en ook wanneer men daarvan delen veliest ( accidenteel door blokkeringen of door ziekte ) , gaat dat in omgekeerde volgorde ....Bovendien komen de allereerste aanzetten tot reacties ( de rauwe emoties ) op waargenomen feiten uit de buitenwereld uit het reptielen brein ( de eerste indrukken blijken achteraf veelal de "juiste ", meent de volkswijsheid ? ) van mens terug naar reptiel dus ... En vrije wil of niet , je moet het maar doen met wat je rest aan daadwerkelijke mechanismen en hersen circuits ... Rationaliteit , vrije wil ,morele dilemma's en paradoxen De mens is niet uitsluitend of zelfs maar overwegend rationeel ... zijn drives zijn in de allereerste plaats zijn getriggerde emoties en die zijn niet vrij te kiezen ( ze kunnen natuurlijk wel worden onderdrukt of bijgestuurd vanuit aangeleerde , geconditioneerde reflexen , door oefening aangeleerde automatismen of gedeeltelijkbeheersd en gedoseerd door kennis uit vroegere ervaringen ermee en achteraf rationalisaties ) Maar ergens is er altijd een loopje voor de emoties mogelijk ... strikte rationalisten( een geprezen ideaal volgens velen ) zijn eigenlijk gevoelloze robots die ook niet uit zichzelf drives bezitten en slechts een opgelegd of ingebouwd zeer gedetailleerd gespecifeerd programma en voorzien van voorspelbare en vooral beheersbare uitdraaien kunnen uitvoeren ... volgens het doel waarvoor ze gebouwd zijn ... het zijn met andere woorden slechts hoge specialisaties in de navigatie capaciteit van anticiperende menselijke dieren ,mogelijk geworden door een voortschrijdende zeer hoge en versnelde specialisatie van de dierlijke primaten hersenen ... Dat veroorzaakte tal van nieuwe omgevingen en dat is de bron van bij uitstek stimulerende omgevingen die van het allergrootste belang zijn bij de ontwikkeling van kinderen ... Kinderen die in stimulus arme omgevingen opgroeien (kansarmen bijvoorbeeld , of verwaarloosde feralchildren )hebben beduidend minder van deze "menselijke"(= beschaafde ) eigenschappen ( volgens onze eigen vertrouwde normen dan ) die ter beschikking staan van hun mogelijke effectieve navigatie in de werkelijke wereld Wie wil? Door Jeroen Geurts 'De conclusie van sommigen dat hersenonderzoek heeft aangetoond dat de vrije wil een illusie is, is veel te voorbarig' De vrije wil is momenteel weer helemaal ‘hot’. Hebben we die nou wel of niet? Het onderwerp fascineert, irriteert en verontrust. Die onrust ontstaat vaak doordat men leest dat hersenonderzoek heeft aangetoond dat vrije wil niet bestaat. Hierbij wordt dan vaak verwezen naar hersenonderzoek zoals dat van de Amerikaanse neurofysioloog Benjamin Libet, die zijn proefpersonen vroeg hun hand te bewegen wanneer ze daartoe de aandrang voelden. Aan de hand van een bewegend punt op een klok (er zijn verschillende variaties op dit onderzoek) moesten de proefpersonen dan aangeven wanneer precies ze bewust hadden besloten hun hand te bewegen. De resultaten gaven aan dat circa een halve seconde vóór het moment dat de proefpersonen aangaven de bewuste beslissing te hebben gemaakt, er op een filmpje van hun hersenen al activiteit waarneembaar was. De wereld was in rep en roer: kennelijk bepalen onze hersenen voor ons wat er moet gebeuren! We hebben dus geen vrije wil. Dat heeft allerlei consequenties voor ons zelfbeeld, maar het is tegelijkertijd desastreus in bredere maatschappelijke zin. 5 Hoe immers kunnen we nog met droge ogen onze criminelen bestraffen? Als hun hersenen hun gedrag bepalen, kunnen we ze hun vergrijpen niet langer kwalijk nemen. Haastig werd er door de juristerij gesteld dat er ‘in ieder geval met het concept van de vrije wil gewerkt zou blijven worden, onafhankelijk van wat er uit hersenonderzoek naar voren komt’. Deze op zich merkwaardige opmerking terzijde, lijkt de tijd rijp om in meer detail te bekijken of we nou werkelijk zozeer moeten vrezen voor onze wilsbekwaamheid. In de eerste plaats wordt veel van de hierboven beschreven verwarring veroorzaakt door een eeuwenoude redeneerfout die een vreemde boedelscheiding aanbrengt tussen ‘onze vrije wil’ en ‘onze hersenen’. Immers, ‘wij’, ‘onze geest’ of ‘onze vrije wil’ zijn alle inherent aan de activiteit van diezelfde hersenen. De veronderstelling dat hersenonderzoek heeft aangetoond dat ‘wij’ ons pas later bewust worden van een handeling die door ‘onze hersenen’ in gang is gezet, veronderstelt dat er een ‘wij’ bestaat naast het brein, en dat is ten onrechte: wij zijn dat brein. Toch blijven onderzoeksgegevens zoals die van Libet knagen. Als onze zenuwcellen, ruim voordat we ons daarvan bewust zijn, al werken aan een handbeweging, hoe kunnen we dan nog spreken van ‘vrijheid’? Dit is vooral een semantisch probleem. Het zit hem precies in die formulering ‘onze zenuwcellen [werken] ruim voordat we ons daarvan bewust zijn al […] aan een handbeweging’ en in de suggestie van onafwendbaarheid die daaraan vastzit. Weten we wel zeker dat die onafwendbaarheid volgt uit de besproken experimenten? Terwijl Libets proefpersonen geconcentreerd naar dat klokje zaten te kijken en wachtten op de ‘aandrang om te bewegen’, ging hun brein alvast in de startblokken staan. Allerlei hersenprocessen werden in gang gezet zodat die beweging, als er daadwerkelijk toe besloten zou worden om die te maken, goed kon verlopen. Libet mat een deel van deze voorbereiding van zijn proefpersonen tot aan het moment waarop ze klaar waren om hun hand te bewegen. Er is allerlei hersenactiviteit gaande die een eventuele beweging mogelijk maakt, los van de vraag of die ook daadwerkelijk gaat plaatsvinden. Dus hebben we een vrije wil? Ik zie niet in waarom niet. Met de kanttekening dat die heelwat minder uitgebreid is dan we misschien graag zouden zien. Grotendeels onbewuste hersenprocessen, zoals het waarnemen van subtiele gezichtsuitdrukkingen van mensen om ons heen of kleine pijntjes in ons lijf, kunnen ons bewuste leven op allerlei manieren onbewust beïnvloeden. Maar de conclusie van sommigen dat hersenonderzoek heeft aangetoond dat vrije wil een illusie is, is veel te voorbarig. Hersenonderzoek heeft tot nog toe vooral laten zien dat het tijd kost om een bewuste actie te ondernemen. Er zijn allerlei voorbereidingen nodig om die beweging in gang te zetten. Of die beweging dan noodzakelijk volgt op de voorbereiding is nooit aangetoond (dat is ook heel lastig om aan te tonen). 6 En op die noot slenteren we terug naar de schrijftafel. De vrije wil: illusie of waardegestuurd? * In hoeverre is een mens eigenlijk vrij? Bestaat er zoiets als een vrije wil of lijkt dat alleen maar zo? Er zijn wetenschappers die menen dat de vrije wil slechts een illusie is. Terwijl we ons nergens van bewust zijn, nemen automatische hersenprocessen alle beslissingen voor ons. Achteraf bedenken we er dan een mooi verhaal bij, ter verklaring van ons gedrag, onze motieven. Daar zijn we dan wel weer goed in, als we deze wetenschappers moeten geloven... Gelukkig gaan er ook andere stemmen op. *In The illusion of conscious will verklaart de Amerikaanse psycholoog Daniel Wegner dat ons gedrag vooral gebaseerd is op onbewuste gedachten. Jongeren die hij plaatjes van ouderen voorschotelde, bewogen naderhand veel langzamer. Conclusie: terwijl de proefpersonen denken dat hun gedrag uit vrije wil voortkomt, zijn het feitelijk onbewuste motieven die hen voortstuwen *Dat ons gedrag voor onszelf helemaal niet als onbewust ervaren wordt, komt doordat we er (achteraf) een passende verklaring bij zoeken, zodat het acceptabel wordt. We zijn u eenmaal rationele wezens en willen graag alles begrijpen. Bovenstaand effect is niet zo vreemd: ga maar eens, als je rusteloos bent, op een bankje in de zon zitten en kijk naar de mensen die voorbij slenteren. Na enige tijd word je ‘vanzelf’ rustiger. Maar werkt het ook als je een afspraakje hebt? Stel, je hebt even de tijd genomen om als proefpersoon aan het onderzoek mee te werken. Binnen de onderzoekstijd ben je weliswaar rustiger geworden, zodra je op je horloge ziet dat het tijd is, ga je er als de wiedeweerga vandoor. Het eerste gedrag, binnen de tijdslimiet van het onderzoek, is inderdaad gestuurd. Blijkbaar had je daar geen problemen mee. Het tweede gedrag is daarentegen je eigen, al dan niet bewuste, keuze: je wilt je date niet missen *Er is een heel praktische reden voor het feit dat ons gedrag deels onbewust, deels bewust is. Als we in een nieuwe ons onbekende situatie belanden, moeten we bedenken hoe we het beste kunnen handelen. Het is echter volstrekt onpraktisch als we dat bij iedere stap die we zetten, steeds opnieuw zouden moeten doen. Wanneer je een vak leert, een taal, of gewoon leert lopen, heb je daar je volle aandacht bij nodig. Maar heb je de nieuwe kennis of handigheid eenmaal onder de knie, dan hindert het bewustzijn je alleen maar bij de uitoefening ervan. Na het eindeloos oefenen van toonladders en hoe je handen op de toetsen of snaren te houden, gaat het musiceren na een tijd als vanzelf. Het technische gedeelte is een automatisme geworden. Ga je daar weer over nadenken, dan stokt het spel subiet. Naar huis rijden en tegelijkertijd over je werk piekeren hoeft daarom geen enkel probleem te zijn * Het gaat om aandacht en impulsen. We worden iedere dag, vele malen, gebombardeerd door informatie; waaraan geef je gehoor? Dat is je eigen keus! Zodra je ziet dat de weg is afgesloten, moet je de aandacht erbij houden en bedenken hoe je nu thuis komt. Onbewust handelen is dus handig voor al die momenten en handelingen die we kunnen dromen. Terwijl wikken en wegen belangrijk wordt als we in nieuwe situaties verzeild raken. Op zulke momenten bepalen je persoonlijke waarden wat voor jou van belang is. Die waarden geven de sterkste impulsen. Stel je hebt honger en een dampende maaltijd wordt voor je neus gezet. Je wilt je er al op storten tot je ziet dat er wormen, geen macaroni, op je bord liggen. -Al had je nog zo’n honger, die is opeens helemaal over Uiteraard is bovenstaande bewering niet juist Italiaanse schaapsherders in de abruzen en de dolomieten aten beschimmeld brood met kaas vol maden en al , op ... er was immers meestal niets anders In papoua eet men rauwe rupsen uit omgehakte bomen en zeewormen ,Het is dus vooral cultureel bepaald ... (een ander voorbeeld ; een cultureel taboe ) Dat alle uitgehongerde moslims geen varkensvlees zullen eten zelf als het hun enige redding betekent is een verhaaltje ... Moslims in de vreemde ( buiten het huis van de islam ) mogen alles eten om zich daar staande te kunnen houden ... 7 ... mensen met echte levensbedreigende uithongering , eten zelfs de lijken van hun medemensen op ( vliegtuigongeluk in de andes ) Mensen in oorlogs en hongernood-situaties eten honden katten , ratten , muilezels en zelfs gras ... Zelfs morele waarden worden gemakkelijk als ballast over boord gezet ...in de plaats komt vechten om het naakte overleven ... de overvolle reddingsloepen van de titanic lieten niet toe nog meer drenkelingen aan boord te nemen ... Aanklampers werden harteloos en hardhandig weggeslagen met de roeiriemen ...Heldhaftige zelfopoffering zal ook wel degelijk zijn voorgekomen ( om een of andere persoonlijke reden ) maar er is niet veel meer over om verder te vertellen wat er werkelijk gebeurde want veel overlevende mensen die vreselijke dingen tijdens hun overlevingstrijd meemaakten (in oorlogen en kampen )willen of kunnen daar niet (meer)over praten ....maar dat betekent niet dat het allemaal niet bestond (?) en/ of het opofferingsideaal niet opnieuw als geidealiseert kan worden gepropageerd . * Als de gedachte aan een handeling maar sterk genoeg is, zul je die ook verrichten. Schenk je er echter geen aandacht (meer) aan, dan verliest de impuls aan kracht. Je bent zo vol afschuw van die wormen, dat de impuls om toe te geven aan je honger verdrongen is door de sterkere impuls van afschuw. Daar gaat geen enkele bewuste keuze aan vooraf. Is het eten van wormen echter onderdeel van je ontgroening, en is die erg belangrijk voor je, dan zul je je weerzin overwinnen en de wormen wegslikken. In dat geval is namelijk een andere impuls sterker: die van geaccepteerd willen worden door je jaargenoten. * Het blijkt dat hetzelfde hersengebiedje dat essentieel is voor aandacht ook oplicht als je een beloning krijgt; geld, erkenning, liefde, etc.. Beloningen motiveren enorm. We hechten waarde aan wat ons motiveert en we hebben aandacht voor wat voor ons belangrijk is. Een open deur als je het goed bedenkt. Het gaat dan ook automatisch, zonder dat we daartoe een beslissing hoeven te nemen, de keuze is al bepaald door wat we belangrijk vinden. De vrije wil bestaat wel degelijk , besluit de schrijver totaal in de non sequitur mode -Vrije wil is slechts een achteraf conclusie /uitleg /rationalisatie , althans voor zolang het lonend is en er een beloning volgde op de zogezegd vrij gekozen gemaakte beslissing/ handeling ....tenzij het gaat om het naakte bestaan en overleven natuurlijk want daar is de impuls te sterk of de nood te hoog opdat een biologische organisme zich nog de weelde van een illusie kan betalen ( en uiteraard is dat niet noodzakelijk bewust handelen .. de kater ( omdat het soms sociaal onaanvaardbaar is ) komt achteraf ) .... Vrije wil bestaat niet echt Voordat je bewust besluit om een knop in te drukken, is je brein al acht tot tien seconden bezig met die actie. Bewustwording komt pas vlak voordat je vinger daadwerkelijk naar de knop gaat. Onbewuste hersenactiviteit is onze vrije wil dus de baas, lijkt het. Zo’n acht tot tien seconden voordat je je realiseert dat je het besluit neemt een knopje in te drukken, is je brein al bezig die actie te plannen. Geheel op eigen houtje regelen je hersenen de voorbereiding voor de beweging. Niks vrije wil dus: je bewustzijn krijgt alleen een memo achteraf, nét voordat je de knop raakt. Dat ontdekten hersenwetenschapper John-Dylan Haynes en zijn collega’s toen ze veertien vrijwilligers in een hersenscanner legden. In die scanner konden de vrijwilligers zelf kiezen wanneer ze met hun linker- of rechterhand een knop indrukten. Ondertussen zagen ze een scherm waar elke halve seconde een andere letter op voorbij flitste. Dit gaf de onderzoekers de kans om vast te stellen op welk moment het bewuste besluit om een knop in te drukken was genomen: ze vroegen de vrijwilliger welke letter op dat beslissingsmoment in beeld was geweest. 8 De onderzoekers maakten het de vrijwilligers niet al te moeilijk: druk op de knop wanneer je daar maar zin in hebt. In 60% van de gevallen konden Haynes en zijn mede-hersenwetenschappers al geruime tijd (8-10 seconden) voor dat moment bepalen of de vrijwilliger de linker- of de rechterknop zou gaan indrukken. Dat is iets beter dan wanneer de onderzoekers gegokt zouden hebben voor welke knop iemand zou gaan. Het brein beslist op eigen houtje Een verschil van enkele seconden is uitzonderlijk groot, vergeleken met eerder gedaan onderzoek. Uit een beroemd – en berucht – experiment dat de Amerikaan Benjamin Libet zo’n 25 jaar geleden deed bleek dat er 300 milliseconden zitten tussen de daadwerkelijke neiging om een vinger op te tillen en de bijbehorende hersenactiviteit. Zijn we dan toch ‘slaven van onze hersenactiviteit’? Net als toen is ook het experiment van Haynes en collega’s reden om te twijfelen aan de vrije wil van de mens. Klaarblijkelijk kan ons brein prima beslissingen nemen zonder dat ons bewustzijn eraan te pas komt. Uit het onderzoek van Libet bleek destijds dat dit bewustzijn nog wel een eerder genomen ‘breinbesluit’ kan tegenhouden: het heeft dus veto over ons onbewuste. Haynes denkt dat je bewuste wil en je onbewuste wil juist met elkaar overeenkomen. Het is hetzelfde proces, meent hij. Geen vrije wil, geen verantwoordelijkheid? Of mensen een vrije wil hebben of ‘slaaf zijn van hun hersenactiviteit’ heeft vergaande gevolgen. Zo is het in de rechtspraak een voorwaarde dat de verdachte uit vrije wil een misdrijf heeft gepleegd. Ontbreekt die vrije wil – omdat iemand gedwongen werd tot een actie of geestelijk niet in orde was – dan is de verdachte niet schuldig en kan hij dus niet gestraft worden. Als geen enkel mens echt uit vrije wil handelt, zijn we dan nog wel verantwoordelijk voor onze daden? 9 Het onderzoek van Haynes en collega’s verscheen op 13 april 2008 in het vakblad Nature Neuroscience onder de titel ‘Unconscious determinants of free decisions in the human brain’ Zie ook: Stopknop in het brein (Kennislinkartikel) It's all in the brain (Kennislinkartikel) De biologie van denken, taal en bewustzijn (Kennislinkartikel) Het dilemma van de vrije wil in de forensische psychiatrie Het brein en ik (een lezing van wereldberoemd hersenwetenschapper Damasio) Brain scanner predicts your future moves (Over onderzoek Haynes, Engels) The unconscious initiation of a freely voluntary act (Onderzoek Libet, Engels) Vrije wil illusie? Genen voorspellen je keuze Het lijkt wel alsof de wetenschap het heeft gemunt op de vrije wil. Vorig jaar bleek dat hersenactiviteit een keuze kon voorspellen voor mensen hem maakten, nu zijn er weer drie genen gevonden die bepalen voor welke strategie je kiest nu kunnen ze ook al beslissingen nemen? Het was een leuk proefje dat een aantal Duitse onderzoekers een tijdje geleden deed. Laat een aantal mensen een keuze maken, en kijk tegelijkertijd naar hun hersenactiviteit. Op grond van die activiteit kon tot tien seconden voor de daadwerkelijke beslissing worden voorspeld welke keuze iemand ging maken. Dat is natuurlijk geen goed nieuws voor de vrije wil. Is het menselijke gevoel van keuzevrijheid dan toch een illusie? Ook nieuw Amerikaans onderzoek roept die vraag op. Ditmaal zijn het de genen die voorspellende gaven blijken te hebben, aldus een artikel in Nature Neuroscience. Genotstofje Het gaat om drie genen die verantwoordelijk zijn voor de productie van dopamine, een signaalstof in de hersenen die een prettig gevoel geeft. Twee gen-varianten, DARPP-32 en DRD2, beïnvloeden de productie van dopamine in de basale ganglia, hersengebieden die betrokken zijn bij de controle van bewegingen. Een derde gen-variant - COMT – controleert het dopamineniveau in de prefrontale cortex. Dit hersengebied is onder 10 meer verantwoordelijk voor het maken van plannen en het nemen van beslissingen. Beschik je over de eerste twee genen, dan is de kans groot dat je grote veranderingen vermijdt en je gedrag in kleine stapjes aanpast op grond van eerdere ervaringen. Beschik je over het derde gen, dan kies je er eerder voor een sprong in het diepe te wagen om te kijken wat dat oplevert. Althans, bij het uitvoeren van het proefje dat Michael Frank van het Brown Institute for Brain Science bedacht. Stop de klok! Hij zette 73 studenten van gemiddeld 19 jaar oud voor een klok met één wijzer, die in vijf seconden helemaal rond ging. De studenten kregen de opdracht om de wijzer stil te zetten vóór hij helemaal rond was, door de spatiebalk van een toetsenbord aan te slaan. De uitdaging was om zoveel mogelijk punten te behalen, en het moment waarop ze de wijzer stilhielden bepaalde hoeveel punten ze kregen. Wat de proefpersonen niet te horen kregen, was op welke manier ze de meeste punten konden behalen. Dat moesten ze zelf zien uit te vinden door de klok op verschillende momenten stil te zetten. Daarbij kwam een duidelijk verschil in strategie naar voren. De bezitters van DARP32- of DRD2-gen pasten hun gedrag stapje voor stapje aan. Als ze de weinig punten kregen door de wijzer stil te zetten op de zeven, zetten ze hem de daaropvolgende keer net iets voor of na de zeven stil, om te kijken of ze dan iets meer punten kregen. Eigenaren van het COMT-gen waren avontuurlijker ingesteld. Die waren veel meer geneigd om de wijzer op een heel andere plek stil te zetten, ook al wisten ze vooraf niet of dat een beter of een slechter resultaat op zou leveren. ‘In sommige gevallen kan een enkel gen een opvallend sterke invloed hebben op een bepaald aspect van gedrag`, concludeert Frank, in dit geval dus het soort leertraject dat iemand doorloopt. Dat zou inzicht kunnen geven in welke leeromgeving voor een bepaalde student het meest geschikt is, denkt Frank. Waar is de vrije wil? Dat zou natuurlijk een mooie toepassing zijn van dit onderzoek. Maar is er nu niet weer een klein stukje afgeknabbeld van de comfortabele illusie dat er zoiets bestaat als de vrije wil? Als het niet je hersenactiviteit is, dan is het wel weer een of ander gen dat al vooraf inzicht biedt in welke beslissing je gaat nemen, ben je geneigd te denken. Zo simpel ligt het gelukkig niet. Matt Ridley schreef in 2003 al dat mensen hun genen aan en uit kunnen zetten met hun gedrag. Een verandering van levensstijl kan dus de werking van je genen veranderen. De arts Dean Ornish heeft ook veel onderzoek in die richting gedaan, en zijn conclusie is ondubbelzinnig: ‘Your genes are not your fate’. Dat geeft dus weer enige ruimte voor de vrije wil. Maar de keuze om je levensstijl te veranderen, is die dan wel vrij, of toch weer het gevolg van je genen of je hersenactiviteit? Wie het weet, mag het zeggen. Het blijft een ondoorgrondelijk mysterie, die vrije wil. Bouwe van Straten Michael Frank e.a., ‘Prefrontal and striatal dopaminergic genes predict individual differences in exploration and exploitation’, in: Nature Neuroscience, augustus 2009 'Vrije wil meet je niet met een hersenscan' Daan Evers en Niels van Miltenburg − 15/09/2011 11 Een onderzoeker van de Nederlandse Hersenbank in Amsterdam toont hersenen die worden bewaard voor onderzoeksdoeleinden. © anp Neuroloog en bestsellerauteur Dick Swaab is niet kritisch genoeg over onderzoek dat zijn mening onderbouwt. http://www.volkskrant.nl/vk/nl/3184/opinie/article/detail/2907160/2011/09/15/Vrije-wil-meet-je-niet-met-eenhersenscan.dhtml Toen Douwe Draaisma de neuroloog Dick Swaab van dilettantisme beschuldigde (De Academische Boekengids, september --> http://www.academischeboekengids.nl/do.php?a=show_visitor_artikel&id=1188), kwam Swaab met de volgende repliek: 'Als Draaisma zegt dat ik geen mening mag geven over onderwerpen binnen de psychologie, filosofie et cetera, dan moet hij aantonen waar ik fout zit' (NRC Handelsblad, 2 augustus). Die uitdaging nemen wij graag aan. Een van de zaken waarover Swaab een sterke mening verkondigt, is de vrije wil. Die bestaat volgens hem niet (zie zijn boek Wij zijn ons brein). Dat standpunt wordt, aldus Swaab, ondersteund door hersenonderzoek. Maar is dat nu wel zo? Volgens Swaab beschikken mensen niet over vrije wil omdat er in je hersenen en omgeving factoren zijn die bepalen wat je doet zonder dat je daar invloed op hebt. Zo merkt hij op dat we niet kiezen voor onze seksuele voorkeur: 'Onze al in de baarmoeder vastgelegde seksuele oriëntatie geeft ons niet de mogelijkheid in vrijheid te kiezen tussen het aangaan van een relatie met een man of een vrouw'(pagina 381). Dit is ongetwijfeld waar. Maar je bent niet onvrij omdat je op vrouwen valt, net zomin als je onvrij bent omdat je maar twee armen hebt (dat heb je ook niet in de hand). Het gaat erom of je kunt bepalen wat je doet met je twee armen of je voorkeur voor vrouwen. De vrijheid om te besluiten een ijsje te kopen wordt ook niet ingeperkt door het feit dat je er niks aan kunt doen dat je ijsjes lekker vindt. Zolang je verlangen naar ijsjes niet dwangmatig is, komt de vrije wil niet in gevaar. Automatisch Swaab benadrukt verder dat we een heleboel dingen onbewust doen. Als je leert autorijden moet je nadenken over wat je doet, maar als je het geleerd hebt gaat het automatisch. Kennelijk denkt Swaab dat je handelen onvrij is als je niet hoeft na te denken over wat je doet. Maar dat is niet zo. Ten eerste impliceert 'automatisch' handelen niet dat je niets anders had kunnen doen. Je had iets eerder of iets later kunnen remmen voor het stoplicht, of je had de rit kunnen staken. Ten tweede is niet uitgesloten dat je in vrijheid kunt beslissen om bepaalde automatische handelingen te verrichten, of in te grijpen als het de verkeerde kant op gaat. Het is dus niet voldoende om te laten zien dat we sommige dingen automatisch doen of dat gevoelens aangeboren zijn. Om zijn stelling kracht bij te zetten dat vrije wil een illusie is, is het cruciaal om aan te tonen dat onze bewuste besluiten geen invloed hebben op wat we doen. Dat probeert Swaab ook. Helaas verwijst hij hiervoor alleen naar omstreden onderzoek van onder anderen Benjamin Libet en Daniel Wegner. Libet bekeek wat er in het brein gebeurt als mensen in een experimentele situatie hun pols bewegen. Ongeveer een halve seconde vóór de beweging zag Libet verhoogde activiteit in een deel van het brein dat met motorische handelingen wordt geassocieerd. Die activiteit begon een fractie van een seconde voordat de proefpersonen aangaven zich bewust te zijn van de beslissing om hun pols te bewegen. Swaab concludeert (zo lijkt het) dat de bewuste beslissing geen invloed had op het bewegen van de pols. Maar het onderzoek rechtvaardigt die conclusie niet. Niets sluit bijvoorbeeld uit dat de hersenactiviteit die voorafgaat aan de beslissing een aandrang is waar je vervolgens wel of niet naar kunt handelen. Prikkels Swaab noemt ook een experiment waarbij mensen werd gevraagd een computerscherm aan te raken zodra het ergens oplichtte. 12 Nu is het mogelijk om de verwerking van visuele prikkels tot een bewuste ervaring te blokkeren. Wanneer de onderzoekers dit deden, ging de (niet-bewuste) prikkel toch naar de motorische hersenschors. Met andere woorden: proefpersonen raakten het scherm ook aan als zij zich niet bewust waren dat het oplichtte. Hoewel dit experiment misschien aantoont dat het je-bewust-zijn van de oplichting inderdaad niet van invloed is op het aanraken van het scherm, maakt dit de proefpersoon niet onvrij. Hij raakt het scherm alleen maar aan omdat hij al besloten heeft aan het experiment deel te nemen en dus te doen wat de laborant zegt. Als hij zou beslissen ermee op te houden, zouden de niet-bewuste visuele prikkels niet leiden tot aanraking van het scherm. Het is dus niet vreemd dat er geen bewust keuzemoment is aan te wijzen tussen oplichting en aanraking: de vrije keuze om het scherm aan te raken zodra het oplicht heeft immers allang plaatsgevonden. Een laatste serie onderzoeken die Swaab aanhaalt, zijn verricht door psycholoog Daniel Wegner. Wegner laat zien dat mensen de neiging hebben om te denken dat zij de oorzaak van iets zijn, zelfs als dat niet zo is. In het dagelijks leven denken we met ons juichgedrag invloed te hebben op een voetbalwedstrijd, of controle te hebben over een situatie door te 'duimen'. Wegner suggereert dat als wij zo makkelijk de illusie van controle hebben, elke ervaring van controle wel eens illusoir zou kunnen zijn. Maar dat kan hij zo niet stellen. Als je onder bepaalde condities hallucineert dat je een olifant ziet, zijn niet al je waarnemingen van olifanten onbetrouwbaar. Verslavingen Ook deze onderzoeken geven dus geen doorslaggevende redenen om te denken dat ons bewuste ik geen invloed op ons handelen kan hebben. Toch kan de indruk ontstaan dat een wetenschappelijke aanpak altijd leidt tot het ontkennen van de vrije wil. Dat is echter zeer de vraag. Verscheidene wetenschappen, zoals de psychologie, gebruiken de vrije wil als vooronderstelling. Dat blijkt, zoals de therapeut/filosoof Hanna Pickard stelt, bijvoorbeeld uit de wetenschappelijke aanpak van verslavingen. In plaats van verslaafden als willoos te beschouwen, gaat de behandelmethode er vanuit dat patiënten in staat zijn zelf te kiezen om te stoppen. Ook wat betreft de bètawetenschappen is het helemaal niet duidelijk dat deze het bestaan van de vrije wil in de weg staan. Om op Draaisma terug te komen: -Swaab mag best meningen geven over dingen die buiten zijn specialisme vallen. Wel is het jammer dat hij zo weinig kritisch is over onderzoek dat met zijn mening overeenstemt. -Op Libet en Wegner valt heel wat af te dingen. Ook geldt voor al hun onderzoek dat er eerst filosofische interpretatie nodig is om het belang voor de vraag naar vrije wil te bepalen. Als Swaab het bestaan van de vrije wil weerlegd acht door de wetenschap, dan dringt zich de vraag op: waarvan is precies het bestaan weerlegd, en is dát wat we bedoelen met vrije wil? En dat blijft een filosofische vraag. Dat de vrije wil een illusie is, wordt niet aangetoond door hersenwetenschap. Daan Evers en Niels van Miltenburg zijn filosoof. Ze zijn betrokken bij onderzoek naar de vrije wil aan de Universiteit Utrecht. NATURE of NURTURE ? BEIDEN veroorzaken de vorm en de eigenschappen van het FENOTYPE Uiteindelijk is ook het individuele gedrag een dimensie van het fenotype Gedrag van mensen komt voort uit aangeboren eigenschappen en invloeden uit de omgeving, met name de opvoeding in de vroege jeugd. Er bestaat onder wetenschappers verschil van mening over de vraag welke invloed dominant is. Aangeboren -Neuro-wetenschappers zoals Dick Swaab achten de invloed van aangeboren eigenschappen het grootst. -De meeste sociale wetenschappers denken dat de omgeving de grootste invloed heeft. 13 Een vruchteloze discussie : Sommige eigenschappen zijn bij de geboorte vastgelegd, bijvoorbeeld de seksuele voorkeur. Maar ook Swaab erkent dat hoe die voorkeur in gedrag tot uiting komt weer afhangt van andere eigenschappen en van prikkels uit de omgeving. Invloeden omgeving Wat ik uit de literatuur afleid, is dat veel eigenschappen in potentie aanwezig zijn en dat pas door prikkels uit de omgeving wordt bepaald of en in welke mate die eigenschappen worden geactiveerd. Dat bepaalt een groot deel van het (geautomatiseerd geworden ) "gedrag "(en het resulterende ingeetse mentale fenotype . ) Hoe zouden anders de grote verschillen tussen culturen( inclusief subculturen en persoonlijke bijdragen eraan ) te verklaren zijn? Dat betekent dat de cultuur waarin men leeft, de publieke opinie, het publieke debat, zeg maar de tijdgeest, per definitie een grote invloed hebben op het gedrag. Zo denk ik dat fundamentalisme, het geloof dat je de absolute waarheid in pacht hebt en die aan anderen wilt opleggen, samenhangt met aangeboren karaktereigenschappen, maar datinvloeden uit de omgeving bepalen tot welke actie dat geloof leidt. Bovendien zijn de fysieke hersenen ( en uiteraard ook hun "mentale " produkten )veel plastischer dan vroeger gedacht Hersenveranderingen bij frontsoldaten ... Stress verandert hersenen soldaten Stress verandert de hersenen, meldt De Morgen. Dit blijkt uit onderzoek van de Radboud Universiteit Nijmegen bij 36 soldaten die zijn uitgezonden naar Afghanistan. De mate van dreiging die door de soldaten is ervaren, blijkt van invloed op de hersengebieden amygdala en insula, betrokken bij angst en waakzaamheid. De verandering bleef zeker twee maanden aanwezig. PTSS Bij de onderzochte soldaten werd geen posttraumatische stressstoornis (PTSS) vastgesteld. Hun hersenen waren echter wel veranderd. Hoe lang de veranderingen precies aanhouden en welke gevolgen ze hebben, wordt nog onderzocht. onderzoek aan de Radboud Universiteit Nijmegen. De onderzoekers bestudeerden 36 militairen die deel hadden genomen aan een missie in Afghanistan. Zowel voor als na de uitzending is de hersenactiviteitvan de soldaten gemeten. Alarmcentrale Om de resultaten te kunnen vergelijken met militairen die niet op uitzending zijn geweest, is een controlegroep samengesteld. Deze groep bestond uit soldaten die niet op een missie gingen, maar wel gevechtstraining kregen. De onderzoekers concludeerden dat het deel van de hersenen dat nauw is betrokken bij emoties, zeer actief was bij soldaten die net terugkeerden uit Afghanistan. Dit deel fungeert als een soort alarmcentrale. Stress Na een jaar zijn de hersenen opnieuw bekeken. Het bleek dat de hersenen zich volledig hadden hersteld. ' 14 De activiteit van het alarmcentrum van het brein herstelt volledig, wat suggereert dat de verhoogde signaleringsfunctie na afloop van de oorlogsomstandighedenweer normaliseert,' aldus onderzoeker Guido van Wingen. Hoewel het 'stresscentrum' in de hersenen tot rust lijkt te komen, is het mogelijk dat het alarmcentrum blijvend verandert wat betreft de regulering ervan. Na een missie kunnen soldaten anders reageren op lastige situaties dan daarvoor. Door Iris Dortland BESLISSEN EN VRIJE WIL Noodrem in menselijk brein ontdekt 23 augustus 2007 BRUSSEL - Wanneer we op het punt staan een beslissing te nemen waar we later spijt van kunnen krijgen, wordt een noodsignaal in onze hersenen geluid. Neurologen( waaronder enkelen van de universiteit Gent ) hebben deze noodrem in de buitenlaag van onze hersenen onlangs ontdekt, meldde de Belgische krant Le Soir donderdag. (1) Het gaat om een klein hersengebiedje in de anterieure mediofrontale cortex DE neurologen zijn er ook in geslaagd te voorspellen welke van hun proefpersonen hun acties volgend op beslissingen zullen opschorten of onderbreken ( als gevolg van het opgewekte remsignaal ) en welke personen gewoon verder zullen doen ... Of mensen hun beslissing doorzetten na het noodsignaal, hangt af van de rationele afweging die ook in de hersenen plaatsvindt. De onderzoekers die deze ontdekking deden zijn afkomstig uit België «, Duitsland en Engeland. Zij publiceren hun conclusies in het wetenschappelijke tijdschrift Journal of Neuroscience. (c) ANP (1) Jeudi 23 aout 2007 dans Le Soir, page 13, édition Namur/Luxembourg. , Auteurs: VASSART,PIERRE Neurologie Une codécouverte belge : Un frein de secours contre l’impulsivité Descartes avait décidément tort. En matière d’intelligence et de prise de décision, il n’y a pas, d’un côté, la rationalité et, de l’autre, l’émotion. Les neuropsychiatres le savent d’ailleurs depuis longtemps, et même le grand public . ... Stopknop in het brein SAMENVATTING Het raadsel van de vrije wil houdt de mens al eeuwen bezig. Kunnen wij zelf beslissen iets niet te doen of doet het brein dit voor ons? In Journal of Neuroscience staat deze week een artikel van Marcel Brass en Patrick Haggard. Zij hebben mogelijk het hersengebied ontdekt dat zorgt voor onze zelfcontrole. Wat onderscheidt mensen van dieren? Emoties? Geschreven taal? Zelfreflectie? Menigeen zal onze ratio aanwijzen. Hoewel niet iedereen het ermee eens is, wordt de vrije wil wel vaak gezien als iets dat uitsluitend mensen toebehoort. Alleen w챙j zouden bewust kunnen kiezen iets te doen, of niet te doen. Maar is dit wel zo? Vingerwerk In de jaren ’80 heeft Benjamin Libet aangetoond dat het motorische deel van onze hersenen al 15 handbewegingen voorbereidt, nog voordat wijzelf ervan bewust zijn dat we onze handen 체berhaupt willen gaan bewegen. Dit wekte natuurlijk vele tegenstrijdige reacties op. Niet in de laatste plaats over waar ons bewustzijn zich dan bevindt in het brein en of het hier 체berhaupt wel in te vinden was. Sommige mensen vragen zich nog steeds af of we niet geregeerd worden door onze grijze cellen zonder dat we er erg in hebben. En misschien zelfs tegen onze zin in? Volgens sommigen zijn mensen gewoon zoogdieren die instinctief reageren zoals dieren. Toch willen we onszelf graag uniek voelen en denken dat wij een vrije wil bezitten Mensen met een obsessieve compulsieve stoornis (OCS) moeten van zichzelf bepaalde handelingen blijven herhalen tegen beter weten in. Zo kunnen sommigen tot bloedens toe hun handen wassen of eindeloos de trap op rennen om te kijken of alle deuren boven wel op slot zijn. Ook al weet een OCS-pati챘nt vaak dat zijn gedrag niet klopt, toch moet hij deze rituele handelingen doen om nare dingen/gevolgen te voorkomen. Hij kan zichzelf niet stoppen. Stop jij of stop ik? Twee psychologen, Marcel Brass en Patrick Haggard, gingen op onderzoek uit wat er nu precies in het brein gebeurt als we onszelf tegenhouden iets te doen. Zij lieten een aantal proefpersonen vrijelijk op een knop drukken gedurende 10 seconden. Ook moest een aantal deelnemers zichzelf op het laatste moment juist tegenhouden en niet op de knop drukken, terwijl ze dit wel voorbereid hadden. Al die tijd werd met een MRIscanner hun bloedstroom in de hersenen bekeken om te zien wanneer welk gebied actief werd. Brass en Haggard ontdekten dat wanneer de deelnemers zichzelf tegenhielden, de dorsale frontomediale cortex, een gebied vlak boven de ogen, actief was. Dit hersendeel hield zich echter stil als ze w챔l op de knop drukten. Mogelijk zit hier dus onze stophendel verstopt, aldus de onderzoekers. Het zou kunnen zijn dat OCSpati챘nten en mensen met ernstige problemen in zelfcontrole, zoals bijvoorbeeld bij ADHD, meer moeite hebben met deze hendel over te halen dan anderen. Kun jij de verleiding weerstaan? 16 Of je bewust vrijwillig kunt stoppen, blijft echter de vraag. De MRI-scanners zijn niet nauwkeurig genoeg om te achterhalen of de beslissing om te stoppen al in je brein gemaakt is, voordat je hier zelf erg in hebt. Met andere woorden, maakt een bewuste beslissing om te stoppen je dFMC actief, of volgt die bewustwording als neveneffect wanneer dit gebied reageert ? Zolang dit nog niet bekend is, kun je dus met een gerust hart naar die reep chocolade reiken. Het is tenslotte niet uit vrije wil, maar je stopknop is gewoon te traag. Zie ook: Alles over ADHD Wat is een Obsessieve Compulsieve Stoornis? Zelfcontrole bij het winkelen Besluit is al 10 sec. eerder in het brein te zien 15 april 2008 Niki Korteweg Ongeveer tien seconden voordat mensen bewust een beslissing nemen, begint een reeks hersengebieden die beslissing al vorm te geven. Dat schrijven hersenonderzoekers John-Dylan Haynes en zijn collega’s in hun publicatie die zondag online verscheen in Nature Neuroscience. Daarmee presenteren ze een nieuwe aanwijzing voor het idee dat de vrije wil een illusie is, en dat mensen aangestuurd worden door onbewuste processen. Maar of de proefpersonen niet ook de vrijheid hadden om op het laatste moment af te wijken van het ingeslagen beslissingstraject is niet onderzocht. Haynes en zijn collega’s volgden de activiteit in de hersenen van veertien proefpersonen in een MRI-scanner. De mensen in de scanner kregen een reeks letters te zien, die voorbij kwamen met een snelheid van twee letters per seconde. Ook hadden zij twee knopjes onder handbereik, een links en een rechts. Zodra de proefpersonen de behoefte voelden, mochten zij naar eigen inzicht op een van die knopjes drukken. Vervolgens moesten zij aangeven welke letter in beeld was geweest toen de beslissing om te drukken bij hen was opgekomen. Daarna begon de letterstroom weer opnieuw. Iedere proefpersoon deed dit vijf minuten lang, en dat tien keer. Met al die informatie sloegen de hersenonderzoekers aan het rekenen. Ze ontdekten dat het niet langer dan anderhalve seconde duurde voordat iemand na een besluit daadwerkelijk drukte. Na die bewuste beslissing was hersenactiviteit te zien in de motorische hersenschors, die de vingers aanstuurt. Was de keuze op links gevallen, dan werd de rechter motorische schors actief, en andersom. Dat was op zich niet nieuw. Opzienbarend was dat al acht tot tien seconden voordat iemand die bewuste beslissing nam, specifieke activiteit te meten viel die samenhing met de knopkeuze van de proefpersoon. Acht seconden voor het besluit in de eerdergenoemde SMA, en weer twee seconden daarvoor in hersengebieden in de prefrontale hersenschors achter het voorhoofd, en in de pari챘tale hersenschors aan de bovenkant van het achterhoofd. De onderbewust actieve hersengebieden zijn ook betrokken bij zelfreflectie, bij het aansturen van uitvoerende taken, en bij keuzes maken. De vrije wil bestaat niet door Jan Verplaetse Het echte machtscentrum ligt niet bij de vrije wil, maar bij onbewuste processen. Zij nemen de beslissingen lang voordat we het zelf doen Jan Verplaetse bewijst het met een wetenschappelijke studie @5 INFO Opinie:Jan Verplaetse is professor moraal- filosofie aan de Universiteit Gent. Van oudsher heeft de mens de rotsvaste overtuiging dat hij vrij en bewust kan beslissen. Jongeren lepelt men in dat ze moeten nadenken vooraleer ze handelen. Criminelen krijgen te horen dat ze vrij waren om het verkeerde pad te kiezen. Daarom verdienen ze straf. De idee van een vrije wil is een der centrale pijlers van onze cultuur. 17 Ons hele strafrecht is gebouwd op die ene idee. In een recente publicatie in het vakblad Nature Neuroscience tonen wetenschappers aan dat deze idee een illusie is. De opvatting dat de mens over een bewuste vrije wil beschikt, is stilaan onhoudbaar geworden. De neurowetenschappers demonstreerden dat ons brein circa tien seconden vooraleer proefpersonen een beslissing namen die keuze al gemaakt had. Het team vroeg hen om in een scanner hetzij een linker- hetzij een rechtertoets in te drukken. Om de halve seconde verscheen een letter op het scherm. De proefpersonen onthielden bij welke letter ze beslist hadden om links dan wel rechts te drukken. Statistische analyse wees uit dat de activiteit in bepaalde hersenregio's meerdere seconden voor de bewuste keuze toeneemt. Dit is niet zo opmerkelijk. Bewuste processen worden immers altijd onbewust voorbereid. Wel opmerkelijk is dat die hogere activiteit de keuze van de proefpersonen, linker- of rechterknop, accuraat voorspelde. De conclusie lijkt onafwendbaar dat die breingebieden ruime tijd voor de bewuste beslissing 'wisten' wat de proefpersonen zouden kiezen. Niet de persoon, maar het brein maakte de keuze. Al hadden alle deelnemers het gevoel dat wij zo goed kennen: dat we vrij en bewust kunnen kiezen. Wie vertrouwd is met neurowetenschappen, denkt nu onmiddellijk aan de experimenten van Benjamin Libet uit de jaren tachtig. Libet toonde toen aan dat onze bewuste keuze pas optreedt nadat sommige breingebieden al een beslissing hadden genomen. Maar zijn onderzoek bleef controversieel. Niet het minst omdat hij verschillen van slechts enkele fracties van seconden mat. In de nieuwe studie bedraagt het verschil om en bij de tien seconden. Die kritiek vervalt dus definitief. Die studie toont opnieuw de diepe kloof tussen mensbeeld en wetenschap. De wetenschappelijke visie op de vrije wil wordt stilaan dramatisch. In de hoofden van wetenschappers heeft het vrije bewustzijn nog de politieke macht van een protocollair koningshuis. Het mag al tevreden zijn dat het af en toe eens ge챦nformeerd wordt over de genomen beslissingen. Het echte machtscentrum ligt niet bij de vrije wil, maar bij onbewuste processen. Zij nemen de beslissingen lang voordat we het zelf doen. Het vrije bewustzijn is bovendien een monarchie die zich nog in het ancien r챕gime waant. Het is een treurig hoopje zelfbedrog dat zichzelf absolute macht voorspiegelt. Hierdoor dringt de dramatische visie ook niet tot ons bewustzijn door. Onze vrije wil is immuun voor vernietigende waarheden. Want waarom moeten we ons iets aantrekken van die nieuwe kennis? Wij voelen ons toch vrij. Waarom moeten we iets opsteken uit die bevindingen? Wijzelf zijn toch niet veranderd. Alleen onze kennis is dat. Er zijn twee goede redenen om dit gemakkelijke standpunt te verwerpen. Een eerste reden is zuiver intellectueel. Wie pretendeert om een eigentijds, rationeel mensbeeld te hebben, kan wetenschappelijke empirie niet vrolijk combineren met een na챦eve kijk op de vrije wil. Die combinatie is even potsierlijk als een neuropsycholoog die voor zijn bevindingen een beroep doet op een immateri챘le ziel. Geen wetenschappelijk mensbeeld zal volledig zijn zolang men niet precies verklaart hoe die illusie ons die krachtige ervaring van vrijheid bezorgt. Geen intellectueel zal overtuigen als hij of zij zich beroept op een voorbijgestreefde opvatting over de vrije wil. In de tweede plaats leidt dit standpunt tot onrechtvaardige toestanden. Zelfs de meest filosofische opvattingen hebben erg praktische gevolgen. Delinquenten ervaren rechtstreeks de gevolgen van een achterhaalde visie op de vrije wil. Volgens hun rechters hadden zij de vrijheid om geen delinquent te worden. Pleidooien voor ontoerekeningsvatbaarheid botsen op het hooggestemde dogma van de vrije wil dat in het Belgische strafrecht zelfs geen gradaties kent. Je hebt het of je hebt het niet. Omdat rechters inzien dat die visie te absoluut is, ontstaat willekeur in de beslissing tot bestraffing dan wel tot een maatregel. Om maar één voorbeeld te geven. Psychopaten beschouwt men als toerekeningsvatbaar en worden dus gestraft. Maar heeft een geïnterneerde de pech om als 'psychopaat' gelabeld te worden, dan wordt zijn verblijf in de interneringsinstelling voor onbepaalde tijd verlengd. De reden: de kans op recidive ligt veel te hoog. Anders gezegd: hij heeft geen vrije wil om geen misdadiger te zijn. Consequent is anders. 18 De neurowetenschappen dringen aan op een herziening van het klassieke wilsconcept in maatschappij en mensbeeld. Je kunt wetenschap niet tegelijk lof toezwaaien en de rug toekeren. Een gedegen mensbeeld verdraagt immers geen zelfbedrog. Publicatiedatum : 2008-05-03 . Men ervaart het zowat als een belediging dat de mens niet zou beschikken over een vrije wil. Het is daarom belangrijk dat we professor Lamme en elkaar goed begrijpen. Wat hij hier veeleer op overtuigende wijze aantoont, is evident niet dat wij geen redelijke beslissingen zouden kunnen nemen. Al de voorbeelden uit de praktijk die hij zo breedvoerig beschrijft, wijzen erop dat allerlei beslissingen die wij zogezegd bewust, dat is weloverwogen nemen, in feite spontane reacties zijn van delen van ons brein waarover wij niet de minste bewuste controle hebben. Ze gebeuren nog voor wij ons ervan bewust zijn en onze bewustwording is niet veel meer dan een rationalisatie achteraf, een (meestal onjuiste) interpretatie die wij geven aan wat wij doen om heel andere en volkomen onbewuste redenen. Die redenen voor onze beslissingen moeten we dus niet (uitsluitend ) zoeken in ons bewust rationeel denken, zoals men geredelijk aanneemt. Onderzoek van de hersenactiviteit tijdens de activiteit en de bewustwording toont duidelijk aan dat de hersencentra die te maken hebben met ons bewust denken pas achteraf betrokken worden. Wat voorafgaat aan het handelen en aan het denken, is een vrijwel automatisch proces op andere plaatsen in ons brein. Daar worden allerlei elementen razendsnel met elkaar in contact gebracht zonder enige tussenkomst van ons bewustzijn. Wat daar gebeurt, wordt bepaald door onze fysiologie, de lichamelijke kenmerken van onze hersenen en de rest van ons lichaam; door genetisch bepaalde factoren; door onze individuele geschiedenis sinds onze conceptie en dus door de omstandigheden van ons leven. Wij zijn het resultaat van onze voorgeschiedenis, generaties ver terug en voor bepaalde aspecten zelfs helemaal tot bij het begin van alle leven… Dat is wat hier bedoeld is met: de vrije wil bestaat niet. Met die uitspraak gaat professor Lamme, en samen met hem zowat de hele hedendaagse wetenschap, in tegen gevestigde opvattingen over de mens. Maar wij hebben altijd wel geweten dat het niet zo was dat wij louter rationele wezens zijn, die al onze beslissingen weloverwogen nemen. Niets is inderdaad minder waar. Ovidius (in zijn Medea) zegt: ik zie het goede en ik beaam het, maar ik doe het slechte. Paulus herhaalt dat in de Romeinenbrief voor de christenen: 19 Wat ik verlang te doen, het goede, laat ik na; wat ik wil vermijden, het kwade, dat doe ik. Wij zijn niet volmaakt en we volgen soms andere ingevingen dan de beste, of we nu gelovig zijn of niet. Freud zag in dat wij ons meer laten leiden door het (volgens hem vooral seksueel) onder- of onbewuste, maar dat wij dat verdringen en maskeren met allerlei meer welvoeglijke motieven. Het is echter pas met de doorbraak van de neurowetenschappen en de technische middelen om in de hersenen te kijken, dat we hebben ontdekt hoe dat concreet in zijn werk gaat. Wat Freud vermoedde en afleidde uit de vreemde gedragingen en getuigenissen van zijn patiënten, kan men nu met hersenscans vaststellen. De tijd van het amateurisme is voorbij, gelukkig. De uitspraak: er is geen vrije wil blijkt aldus minder agressief te zijn dan we aanvankelijk dachten. De bewuste en rationele vrije wil zoals de klassieke filosofie en psychologie en ook het christendom ze dachten (en wat het christendom betreft, nog steeds denken), bestaat inderdaad niet, maar dat wil niet zeggen dat onze daden willekeurig zouden zijn, of ongecontroleerd. Integendeel zelfs: er is een hoge mate van conditionering en van determinisme, van automatisme, van oorzaak en gevolg. Maar dan niet op een simplistische manier. Onze mentale reflexen zijn uiterst complex en houden rekening met een onvoorstelbaar groot aantal factoren, op een verbazingwekkend subtiele manier, waarbij veel meer elementen in rekening gebracht worden dan ons wakend brein zou aankunnen. Dat we geen vrije wil hebben, betekent ook niet dat we onvrij zouden zijn in de zin van: totaal afhankelijk van onze omgeving. Ook dat illustreert de auteur uitvoerig en met veel zin voor humor. Wij laten ons beïnvloeden door al wat we waarnemen, maar ook hier is dat niet op een primitieve manier, maar ongelooflijk complex. Reclamemensen en politici weten er alles van, of niets, zoals herhaaldelijk blijkt. Professor Lamme voert ons stap voor stap naar een beter begrip van de werking van ons brein. Hij toont ons onze beperkingen, maar veel meer nog wat onze onvermoede mogelijkheden zijn. Ons brein is nog fantastischer dan wij tot nog toe dachten, het is tot veel meer in staat dan het rationeel denken dat wij gemeenzaam als onze hoogste prestatie beschouwen. Gelukkig maar, want iedereen die ooit heeft moeten revalideren voor een of andere functie, zoals stappen, of spreken, weet dat ongeveer alles wat we spontaan en automatisch doen, zowat onmogelijk is als je het bewust moet doen. Dat is ook zo met denken: het gaat veel beter onbewust, intuïtief, dan weloverwogen, strikt logisch en rationeel. Ons bewust denken is niet veel meer dan een laagje vernis, een dunne bovenlaag op een realiteit die oneindig veel dieper is. Dit alles zou ons ertoe kunnen verleiden om te denken dat de mens helemaal niet in staat is om zich te onttrekken aan zijn individueel brein, dat wij als het ware de gevangenen zijn van ons onder- of onbewuste. Dat is grotendeels zo, daar kunnen we niet onderuit. Maar, en dit is een aspect dat misschien enigszins onderbelicht is in dit overigens uiterst evenwichtige betoog van professor Lamme, er is wel degelijk een manier waarop de mens de eigenheid en de beperkingen van zijn eigen brein kan overstijgen. De mens leeft niet alleen. Wij zijn geworden wat we zijn, als individu en als soort, door samen te leven in allerlei verbanden. Wij communiceren met elkaar. Zo kunnen wij ons eigen brein en onze eigen conclusies toetsen aan die van anderen en zo een dimensie toevoegen aan ons bestaan, een dimensie die bovendien alles verandert. Ik weet het, ook in onze contacten met elkaar zijn wij aangewezen op ons brein, heel ons brein en dus weeral grotendeels onbewust. Maar wij hebben middelen ontwikkeld om met elkaar te overleggen die in heel sterke mate gebruik maken van onze voorste hersenkwabben en het is precies daar dat ons bewustzijn zich situeert. 20 Wij kunnen dus onze grotendeels onbewuste conclusies toetsen aan de conclusies van anderen, door met elkaar te praten of door te lezen wat anderen hebben geschreven en door dan een nieuwe evaluatie te maken, nog steeds aangedreven door de onbewuste mechanismen, maar nu toch rekening houdend met veel meer gegevens dan enkel wat in ons opkomt op een bepaald moment. Het is precies daarin dat de grootsheid van de mens is gelegen: in zijn beschaving. Wij zijn niet gedoemd om het met enkel ons eigen brein te doen, wij kunnen een beroep doen op dat van anderen om ons heen en op wat honderd miljard breinen voor ons hebben vastgelegd in onze cultuur, onze maatschappij, onze technologie, onze literatuur en kunst, onze wetenschap. Wij hebben zo naast een (onbewust) intern ook een enorm en zeer bewust extern geheugen, een waarop we vandaag op een spectaculaire manier een beroep kunnen doen. Je weet even niet waar de Balearen precies liggen? Geen nood, er is wel een atlas in huis, of een wereldbol, of je kijkt het gewoon even na op internet. Je wil je geld beleggen, maar aarzelt tussen de vele mogelijkheden? Je kan overal terecht voor hulp, je staat er niet alleen voor. Een eigen huis of huren? Laat je adviseren, of zoek het zelf uit aan de hand van voorbeelden en getuigenissen. Wij mensen leren voortdurend van elkaar, de slimste mens is diegene die het meest bijleert van anderen. Dat we geen vrije wil hebben, vinden we zeker na lezing van dit heerlijke boek helemaal niet erg. De gevolgen van deze vaststelling zijn allesbehalve negatief, maar veeleer verrassend positief op zowat alle gebieden. Zo verwijst de auteur in zijn Epiloog naar de consequenties van een goed inzicht in de werking van ons brein voor de behandeling en bestraffing van criminelen. Dat wij geen vrije wil hebben in de klassieke zin van het woord betekent niet dat we niet verantwoordelijk zijn voor onze daden: wij zijn ons brein, wij zijn ons onderbewuste net zo goed of zelfs nog meer dan ons bewuste ik. Wat we ook doen, wij doen het zelf. Maar het maakt wel een groot verschil uit waarom we iets doen, zeker bij misdaden. De hele kwestie van de toerekeningsvatbaarheid en de behandeling van wie dat niet is, krijgt zo een gans nieuwe benadering. Daarover is ook in dit boek het laatste nog niet gezegd, maar het zet ons wel een heel eind op de goede weg. Het boek van Victor lamme gaat vooral over onbewust en automatisch gedrag. Het boek heeft een groot aantal interessante verhalen uit de gedragspsychologie en de neurobiologie. Ik kan het als zodanig dan ook iedereen die in dit soort verhalen geïnteresseerd is aanraden. Tenzij men echt vertrouwd is met de experimenten van Milgram, de experimenten van Ash, de boeken van de psychologen van de Palo Alto groep (Watzlawick, e.a.), van Johannes Linschoten of van Ronald Laing en de boeken van neuro(bio)logen als William Calvin of Oliver Sacks. Want in dat geval kent men de meeste verhalen al. 'op een schaal van 0 tot 100, hoeveel van je gedachten zijn bewust?' De meeste mensen geven percentages tussen de dertig en zestig procent. Voor deze mensen is er slecht nieuws: het is, slordig afgerond, niet meer dan vijf procent. Dat is de eerste mythe die de moderne hersen-wetenschap doorprikt. " Wij hebben toch zeker wel een vrije wil?" Nou dat is nog maar de vraag. Victor Lamme schetst een ander beeld van ons hoofd. Het lijkt of wij een vrije wil hebben. Het is maar hoe je er naar kijkt. Hij illustreert dit aan de hand van een kikker die een insect vangt. Als je zo'n beestje gadeslaat, lijkt het alsof zijn handelingen bewust zijn. Er verschijnt een insect in zijn blikveld en floep, hij steekt zijn tong uit en vangt het insect. Maar stel nu eens dat de baan van zijn tong gedeeltelijk wordt belemmerd door bijvoorbeeld een tak of een steen? Dan verplaatst het beestje zich naar een betere positie en vangt het insect alsnog. De kikker verricht dit huzarenstukje met twee zenuwknoopjes! Het zijn een soort van schakelaartjes die bepalen wat het beestje gaat doen. Wat heeft dit met mensen te maken? 21 Meer dan wij denken. Wij hebben alleen 'iets meer' zenuwknoopjes in ons hoofd. Dus is ons gedrag vele malen complexer en op het eerste gezicht tamelijk onvoorspelbaar. Toch zijn en blijven wij een product van 'schakelaartjes'. Die schakelaartjes of netwerken worden enerzijds beïnvloed door onze genen en anderzijds door de ervaringen die wij opdoen. Het is een soort computerprogramma, maar dan constant in ontwikkeling. Op elk gegeven moment staat echter vast wat wij gaan doen. Ook al weten wij dat zelf nog niet. Heeft het nog wel zin om mensen naar hun mening te vragen en dus enquetes te doen (voor gelijk welk "marktonderzoek" ? ) Of te vragen of zij een bepaald idee zien zitten ? U raadt het al: het is weinig zinvol. Mensen doen vaker niet dan wel wat ze zeggen. Victor Lamme eindigt met enkele filosofische bespiegelingen. Bijvoorbeeld: wat is de zin van ons democratische bestel? Als ik hem moet geloven - en ik geloof hem - valt het nogal tegen. Ik geef het onmiddellijk toe: in mijn hoofd zit een stemmetje wat constant zegt: natuurlijk is democratie het beste wat wij hebben. -Het is hetzelfde stemmetje - Victor noemt het onze kwebbeldoos - dat telkens een rechtvaardiging voor mijn acties probeert te bedenken. -Hetzelfde stemmetje geeft me de indruk dat ik alles wat ik denk en doe op volledig vrijwillige basis tot stand komt. En toch...? Waarom lijk ik soms zoveel op mijn moeder? Er is maar een conclusie mogelijk: dit soort absolute en alles overheersende persoonlijke en beredenerende " vrije wil" als enig cybernetisch instrument is een fata morgana! Dat er geen bewust wilsbesluit voorafgaat aan het menselijke handelen, maar dat, omgekeerd, de handeling voorafgaat aan het bewuste denken. Van een ‘vrije wil’ is dus geen sprake, zei Libet al : de mens kan hoogstens ‘ja’ of ‘nee’ zeggen tegen de neurologische impulsen die spontaan in de hersenen ontstaan( en dat ja of neen zeggen is dan wel zeker een keuze die hij/zij moet maken met het "ik" dat op dat ogenblik voorhanden is ) De rede is niets meer dan een „kwebbeldoos”, zegt Lamme: het stuurt onze eerste besluiten niet, maar ‘becommentarieert’ ze slechts achteraf. ( rationalisaties ) en vooral ze stuurt bij al naargelang de voortgaande resultaten van de handeling gewenst blijven of toelaatbaar in de sociale omgeving ... Het idee dat mensen een onveranderlijk ‘ik’ hebben die vrij bepaalt wat we doen is volgens Lamme ook een „regelrechte vergissing”: Ook „Het ‘ik’ is een illusie, een vreemd samenstel van functies die in eerste instantie dienen voor het functioneren in een sociale omgeving.” Bovendien is het" ik" datgene wat ons geheugen opdiept wanneer het bewustzijns-programma ( en vooral onze alertheid ) weer noodzakelijk wordt en daarom opgestart Filosofie ? Het stoicijns determinisme lijkt sterk op het biologische determinisme van Libet en Lamme. Ook deze neurologen gaan ervan uit dat de mens bepaald wordt door oorzaken buiten zijn controle om. In het Stoïcijnse wereldbeeld ontbrak echter de neurologische component – het was de alomvattende kosmos waarin de loop van de geschiedenis reeds lag voorbestemd. Wat dat betreft toont de huidige wetenschappelijke kijk op het menselijke handelen veel meer gelijkenis met de visie van de Britse denker Thomas Hobbes (1588-1679). Hij stelde als eerste denker in de westerse traditie dat ons handelen volledig werd bepaald door fysieke driften (begeerte en aversie), die geen ruimte lieten voor vrije wilsbesluiten. Beslissingen waren voor hem niets meer dan het noodzakelijke gevolg van de verlangens die hen hadden veroorzaakt. Toch liet hij wel enige ruimte voor het begrip vrijheid: de mens was ‘vrij’ voor zover zijn handelingen in overeenstemming waren met zijn verlangens. Vrijheid was voor Hobbes dus een vorm van vrijwilligheid: zolang iemand niet gedwongen werd te doen wat hij niet verlangde, was er sprake van ‘vrije wil’. Maar over de verlangens zelf hij had geen zeggenschap – analoog aan de spontane hersenimpulsen van Libet en Lamme. Juist dát uitgangspunt staat haaks op de theorie van Verlichtingsdenker Immanuel Kant (1724-1804), die – samen met de rationalist René Descartes (1596-1650) – als een van de meest invloedrijke verdedigers van de vrije wil kan worden beschouwd. Volgens Kant was de mens namelijk wel in staat om zijn driften en verlangens te beteugelen, omdat hij kon beschikken over een rationele faculteit. 22 Een roker kan bijvoorbeeld – onder andere door het effect dat nicotine heeft op de hersenen – een enorme aandrang voelen om een sigaret op te steken, maar tóch besluiten om dat niet te doen. In de Kantiaanse theorie wordt de vrije wil dan ook opgevat als een causa sui – oftewel: een oorzaak van zichzelf. Zoals Kant het formuleerde: „De wil is vrij voor zover hij zichzelf de wet kan opleggen.” Niet de aandrang, maar de wil bepaalt dus uiteindelijk wat hij ‘wil’. Dit plaatje lijkt nu door de neurowetenschap definitief achterhaald verklaard. Onderzoek laat immers zien dat de wil helemaal geen causa sui is, maar wordt aangestuurd door voorafgaande en oncontroleerbare neurologische processen. Dat de vrije wil niet bestaat, is een conclusie die echter ook al in de wetenschappelijke benadering van het probleem besloten zit. Ten grondslag aan de empirische wetenschap – (de quantummechanica uitgezonderd ? ) – liggen immers drie fundamentele denkcategorieën: tijd, ruimte en causaliteit. Dat betekent dat een wetenschapper ieder object van onderzoek per definitie plaatst in een tijdspanne, een locatie en een oorzakelijk verband. Op die manier verklaart hij de ‘oorsprong’ van een bepaald fenomeen of een bepaalde gebeurtenis. Met andere woorden: de empirische wetenschap is gebaseerd op het causale determinisme dat de vrije wil ontkracht De premisse is immers dat ieder fenomeen Y op tijdstip T2 een oorzaak X op tijdstip T1 heeft. De conclusie dat iets ‘oorzaak van zichzelf’ is, is dus bij voorbaat uitgesloten: zoiets valt empirisch niet aan te tonen. Zodra neurowetenschappers zoals Libet en Lamme de menselijke wil dus tot object van onderzoek maken – en daarmee automatisch plaatsen in een tijd (de neurologische impuls vindt 200 milliseconden eerder plaats dan de handeling), een ruimte (de hersenen) en een causaal verband (de impuls gaat vooraf aan de beslissing) – kunnen zij niet anders dan concluderen dat de wil van buitenaf gedetermineerd en dus niet ‘vrij’ is. Zou een verband tussen de externe oorzaak X (de hersenimpuls) en de gebeurtenis Y (het wilsbesluit) zijn uitgebleven,( wat dus niet het geval is ) dan zou hun conclusie ook niet zijn dat de wil vrij is, maar eerder dat het onderzoek niks heeft uitgewezen.(zeggen sommige filosofische critici ) Maar tenslotte kan je ook " vrij kiezen "om niet weg te lopen wanneer je een kwaadaardige hond op je ziet afkomen .... zeker wanneer je gelooft of niet zeker weet dat die hond wel ,iet zo kwaadaardig is als hij eruit ziet .... Het voorgaande wil overigens niet zeggen dat de wetenschappelijke benadering ‘foutief’ of ‘onwaar’ is, maar wel dat ze bij voorbaat de stelling uitsluit die men zegt te onderzoeken. Daarom stelt Lamme ook dat „onverwacht gedrag” van mensen niet wijst op het bestaan van een vrije wil, maar eerder op een „falen van de voorspelmodule”:( denk aan die hond die toch blijkt te bijten ) en bovendien zouden we in staat zijn om „de volledige geschiedenis van een brein” in kaart te brengen, dan zouden we volgens Lamme daarmee alle eruit voortvloeiende gedragingen kunnen voorspellen. Ergo: wilsvrijheid kent geen plaats in het causale determinisme waarop het wetenschappelijke model van de wereld is gebaseerd. Deze zienswijze is allerminst onzinnig, maar het problematische blijft dat onze alledaagse ervaring anders leert: ieder mens ervaart wel degelijk een autonome ‘ik’ die meester is over de beslissingen die hij neemt. De grote vraag is dan ook op grond waarvan de neurowetenschapper tot de conclusie komt dat die ‘ik’ niet samenvalt met het brein. Dat is immers de impliciete aanname die zowel Libet als Lamme hanteert wanneer zij stellen dat de neurologische impulsen in onze hersenen ‘buiten onszelf om’ plaatsvinden. Hoe bepalen ze dat? Je kunt immers evengoed stellen dat die processen in onze hersenen, op het moment dat ze ons bewustzijn binnendringen, onderdeel worden van de ‘ik’ die we ervaren – en dat we er daarom controle over kunnen uitoefenen. Zou die ‘ik’ inderdaad niets meer zijn dan een „illusie”, zoals Victor Lamme schrijft, dan rest hem slechts deze vervolgvraag: wie besloot dan om dat allemaal op te schrijven? Victor Lamme of ‘zijn brein’? * Het antwoord op de vraag wie dan kiest om op te schrijven dat de vrije wil een illusie is - Victor Lamme of zijn brein - wordt behalve uitstekend door Lamme zelf, beantwoord met de titel van het nieuwe en zeer aan te bevelen boek van hersenonderzoeker Dick Swaab (ook van de Universiteit van Amsterdam): ‘Wij zijn ons brein’. Een degelijke stelling is goed te begrijpen van een hoogleraar neurobiologie hoewel ik geneigd ben om te zeggen: ‘Wij zijn ons lichaam’. De vraag die dat weer oproept is: ben ik nog ‘ik’ als ‘mijn’ brein of ‘mijn’ lichaam dood is? Zonder een functionerend brein ervaar ik mijzelf immers niet meer als ‘ik’ en zal mijn ‘ik’ in rook of stof zijn opgegaan. Als kind was ik gefascineerd door de vraag of ik mezelf nog wel zou zijn als delen van mijn lichaam zouden ontbreken of zouden worden vervangen. Een geamputeerd arm of been leek voor mijn identiteit geen probleem en zelfs organen als een nier of een hart konden worden vervangen door die van een ander zonder dat ze mijn ‘ik’ zouden aantasten. 23 Maar wat als delen van mijn hersenen zouden uitvallen of door die van anderen zouden worden vervangen? Zou ik dan nog altijd ‘mijzelf’ zijn? Op dat punt begon ik te twijfelen. Een vriendin van mij kreeg twee kogels in haar hoofd en hoewel ze haar bedrijf heeft moeten opgeven en blijvend arbeidsongeschikt is geraakt, functioneert ze buiten de arbeidsmarkt in het dagelijks leven wonderwel goed. Ze woont zelfstandig en haar persoonlijkheid is niet aangetast. Toch kan het anders gaan. Zo zie ik in mijn eigen familie welk een slopend effect de ziekte van Alzheimer heeft op iemands persoonlijkheid. Heel geleidelijk knaagt deze ziekte aan onze fundamenten van ons mens- (of dier-)zijn. Maar wat zijn die fundamenten dan? Een treffend voorbeeld is misschien een fragment uit de BBC-documentaire ‘The Mind Machine’ van Colin Blakemore dat wijlen Piet Vroon in 1991 aan het Nederlandse kijkerspubliek liet zien. Daarin werd een dirigent getoond die als gevolg van een virusinfectie een ernstig hersenletsel had opgelopen in die gebieden die verantwoordelijk zijn voor de opslag van recente informatie. Elke nieuwe gebeurtenis werd niet meer als geschiedenis in zijn geheugen opgeslagen. Telkens als zijn geliefde vertrok, was hij weer volledig vergeten dat zij was geweest. Hoewel ze dagelijks bij hem op bezoek kwam, dacht hij telkens dat zij jaren niet was geweest. Hij voelde zich vreselijk alleen en verlaten. Het was hartverscheurend om te zien. Het enige blije moment ervoer hij als hij piano speelde. Zijn muzikale gaven bleken onaangetast. Het is door hersenonderzoekers al vaak gezegd: er is niet één gebiedje waar een ziel (de ervaring van het ik) zetelt: het is het samenspel, het orkest van al die gebiedjes in ons brein die ‘kiezen’. En inderdaad: soms wedijveren die hersengebiedjes dan met elkaar, ‘kiest’ niemand maar wint simpelweg de sterkste impuls. Spinoza wist het al ? : ‘Er blijkt uit dit alles, dat wij op tal van wijzen door uitwendige oorzaken worden bewogen en dat wij als golven van de zee, door tegengestelde winden voortgezweept, ronddobberen, onwetend omtrent de afloop en ons noodlot’ (Opmerking bij Stelling 59, Deel 3 van de Ethica). Op Wikipedia zijn de verschillende opvattingen over de kwestie van de vrije wil overigens aardig samengevat. Zie ook 'Vrije wil' Binnen de theorie van Dennett is de vervolgvraag hierop " wie kiest er dan?zelfs als er maar weinig te kiezen valt " Maar wie zou er anders kunnen kiezen dan het brein zelf? Er zijn inderdaad diverse impulsen en de sterkste impuls wint. M.i. is er niemand die kiest maar wint simpelweg de sterkste impuls (denk bijv. ook aan de beschrijving van de gang van zaken in het kikkerbrein in het boek van Lamme). De Amerikaanse filosoof Daniël Dennet heeft er trouwens ook al eens op gewezen dat indeterminisme gebeurtenissen of toestanden zonder oorzaak - de vrije wil net zo min redt als het determinisme. Bij een wil die toevallig is ofwel handelingen die willekeurig zijn, kan immers ook geen sprake zijn van 'een vrije wil' of 'vrije handelingen'. Bijzonder is dat Dennet de vrije wil redt zonder het deterministische perspectief, waarop zoveel empirische wetenschap gebaseerd is, te verlaten. Hij doet dit door, heel slim, een graduele vrije wil te veronderstellen. Zijn redenatie is als volgt. Tijdens de evolutie hebben verschillende organismen zich volgens evolutionaire principes - zoals natuurlijke selectie - aan hun omgeving aangepast. Sommige dieren hebben daarbij een geavanceerd centraal zenuwstelsel ontwikkeld. De intelligentie van dieren en de mate waarin zij een vrije wil hebben, wordt volgens Dennet dus bepaald door de mate waarin zij op verschillende manieren op hun omgeving (kunnen) reageren. Een individuele mier zal met zijn beperkte brein dus voorspelbaarder en dus ook minder vrij op stimuli uit zijn directe omgeving reageren dan, laten we zeggen een chimpansee of een bonobo. (de kolonie"geest " = het infonetwerk van de mierenstaat (samengesteld uit al die afzonderlijke miertjes ) vertoont echter wel zwerm-intelligentie ) Solitaire insekten uit de familie der vliesvleugelen ( bijvoorbeeld de parasitoide graafwespen ) dan weer wel .... ) In zijn boek 'Freedom Evolves' maakt Dennet ook duidelijk dat met de evolutie van taal mensachtigen een machtig instrument kregen om de werkelijkheid vanuit verschillende invalshoeken te kunnen visualiseren en conceptualiseren. Daarmee steeg het aantal mogelijkheden om op verschillende manieren met de werkelijkheid om te gaan dramatisch.; het uitwisselen van info verleende bovendien de mogelijkheden om externe en raadpleegbare geheugens op te slaan : eerst in orale tradities en later in schriften .... Het was met name deze laatste evolutionaire stap van een gemakkelijk te gebruiken taal ( afhankelijk van ons Fox 2 gen ? ) die ons mensen 'vrijer' heeft gemaakt. 24 In die zin is het dus ook niet gek dat veel van ons ervan overtuigd zijn dat wij, hoewel gedetermineerd, toch 'vrij' zijn: in onze gedachten en het geheugen zowel intern als publiek , zijn er immers zo veel scenario's mogelijk waaruit we kunnen kiezen, zo veel scripts die werkelijkheid kunnen worden. volgens mij is het vrij duidelijk dat de vrije wil als zodanig niet altijd en voor alles kan en moet bestaan Een fractie voordat je iets denkt weet je nog niet dat je het gaat denken. Het is niet zo dat je je eigen gedachten bedenkt. En keuzes zijn ook maar gewoon gedachten, want een fractie voordat je een keuze maakt weet je ook nog niet wat de uitkomst is van je keuze. Dus je brein produceert die keuze gewoon, nadat het allerlei afwegingen heeft gemaakt. En wij zijn daarom gewoon een product van ons brein. Ons gedrag wordt eventueel slechts veroorzaakt door een klein deel omgeving, een groot deel genetische achtergrond en onbewuste processen. Ons ervaren bewuste ‘ik’ heeft hier dus weinig invloed op. Maar ons ‘ik’ is het wel vrijwel altijd eens met deze genoemde oorzaken van gedrag. Het ervaren ik, hoewel niet bewust van waar het uit bestaat, is dus in feite de optelsom van deze processen, en kan verantwoordelijk gehouden worden voor zijn daden die zijn maatschappelijke functioneren ( een overleving millieu als een ander ) bedreigen , ook hier zal het resultaat van zijn optelsommetje bestaan uit geheugen-gegevens vanuit deze bron tenzij het duidelijk gedwongen wordt in een bepaalde richting of het door psychische oorzaken niet handelde volgens de eigen "opvattingen." Neuroprofessor Victor Lamme vraagt zich af hoe mensen een beslissing nemen, welke krachten daarbij een rol spelen en waarom de ene kracht soms de overhand krijgt. Lamme bekijkt in zijn experimenten de hersenactiviteit van zijn proefpersonen en probeert uit te vinden welke gebieden in de hersenen worden aangesproken bij het nemen van beslissingen. Ook gebruikt Lamme een techniek om bepaalde delen van het brein uit te schakelen. Zo onderzoekt hij of die hersengebieden echt nodig zijn voor het bewustzijn. Lamme beantwoordt zo ongeveer de vraag wie nu eigenlijk de baas is in de hersenpan. Dat doet hij aan de hand van talloze voorbeelden, zoals mensen die slaapwandelend een moord plegen.,blinde zombies die toch zien, out of body-ervaringen, patiënten die hun eigen handen niet meer vertrouwen en andere neurologische fenomenen allemaal om erachter te komen wie toch dat" mannetje in ons hoofd" is dat de beslissingen voor ons neemt. Onderweg proberen we te begrijpen waarom Winston Churchill besloot de Franse vloot te laten zinken, Rosemary Kennedy een hersenoperatie onderging en Maurice Ravel de Bolero schreef. *Uiteindelijk belanden we bij het 'ik', die constante maalstroom van gedachten die denkt de hersenen in ons hoofd onder controle te hebben. *En bij de vrije wil, waarvan heel weinig - en toch ook weer heel veel - overblijft in het onthutsende beeld dat wordt geschetst over wie er echt de baas is in ons brein. Lamme vertelt dat veel menselijke handelingen onbewust gebeuren. Zo worden mensen gedreven door onbewuste emoties, angsten en ervaringen uit het verleden. Als het gedrag niet direct te verklaren is (wat vaak lastig is bij onbewuste drijfveren), gaan mensen verklaringen en argumenten geven met wat Lamme de 'kwebbeldoos'noemt, de mond die commentaar achteraf geeft over hoe en waarom je een bepaalde handeling verrichtte. Er zit blijkbaar een drang in mensen om alles wat men doet en ziet te verklaren en voorspellen. Als dit niet lukt, wijzen we dan maar toe aan de vrije wil.( van anderen en zelfs van bovennatuurlijke entiteiten ) Lamme schrijft in zijn boek: 'Als we het gedrag van de wezens om ons heen kunnen voorspellen, kunnen vangen in een theorie, zijn we tevreden. Lukt dat niet, dan hebben we een andere theorie. Die van de vrije wil. Terwijl het eigenlijk niet meer is dan het falen van onze voorspelmodule.' Door de technische ontwikkelingen van de laatste decennia kunnen onderzoekers steeds nauwkeuriger de hersenactiviteit van mensen meten. Daardoor kunnen we tegenwoordig vrij gedetailleerd kijken in het brein van mensen, of zoals Lamme het noemt de 'ware ik'. Hierdoor krijgen onderzoekers inzicht in de onbewuste angsten en emoties. Met de verfijning van neurowetenschappelijk onderzoek hoeven we niet langer af te gaan op de 'kwebbeldoos'. Oftewel, de vrije wil wordt ontmaskerd als minstens het excuus voor het eventueel mislukken van ons "bestudeerd en overdacht " handelen . Lamme geeft ook een interessante doorkijk in de geschiedenis van (neuro)psychologie afgezet tegen het tijdsbeeld. Naast veel bekende (in mijn ogen weinig sprankelende) onderzoeken uit de sociale psychologie beschrijft hij veel intrigerende, soms gruwelijke onderzoeken. 25 Zo vertelt hij over een methode die in de jaren veertig werd toegepast op psychiatrische patiënten. Een ijspriem werd vlak achter de oogkas de hersenen ingebracht om vervolgens de prefrontale schors los te snijden van de hersenen (het boek 'One Flew over the Cuckoo's Nest' is gebaseerd op deze techniek). Lobotomie dus .... Met als gevolg zombieachtige mensen. Maar ze zijn wel genezen van hun psychiatrische aandoeningen…maar of hun zombie-toestand een voouitgang betekent ? In onze maatschappij wordt er vanuit gegaan dat ons handelen deels uit vrije wil gebeurt. Zaken als ons rechtsysteem zijn daar op ingericht. In ons rechtssysteem maakt het voor de strafmaat veel uit of een verdachte al dan niet bewust de wet heeft overtreden. Hoe moet je hiermee omgaan als we geen vrije wil hebben? Lamme benadrukt wel dat men ook binnen de neurowetenschap vindt dat mensen verantwoordelijk zijn voor hun eigen daden. Daarmee geeft hij (gelukkig) weer genoeg ruimte om de discussie over vrije wil verder te voeren. Om te beginnen bij wat we eigenlijk verstaan onder 'vrije wil'. Victor Lamme is hoogleraar Cognitieve Neurowetenschap aan de UvA. Hij doet daar onderzoek naar het menselijk bewustzijn. Iedereen die op de hoogte denkt te zijn van het functioneren van de menselijke geest, moet dit boek lezen. Het bevat een helder geschreven en vermakelijk overzicht van alle bizarre neurologische vondsten en experimenten uit de afgelopen anderhalve eeuw. Daaruit blijkt overduidelijk het failliet van het naïeve idee waarmee we de moderne tijd begonnen, het idee dat lichaam en geest twee onderscheiden substanties zijn. En daarmee is ook het idee verworpen dat de menselijke geest buiten de reguliere natuurwetten staat, en onafhankelijk van die natuurwetten beslissingen zou kunnen nemen. Overigens ken ik nog maar weinig weldenkende mensen die twijfelen aan het feit dat het functioneren van onze hersenen, ons lijf en de ons omringende wereld onderworpen is aan natuurwetten, net zoals het functioneren van onze geest, ons bewustzijn en onze vrije wil. Lamme licht er in dit verband drie hoofdzaken uit. - Ten eerste laat hij zien dat we meer door de wereld buiten ons worden beïnvloed dan we denken. In de meest extreme gevallen leidt dat tot environmental dependency (omgevingsafhankelijkheid), een toestand waarin het handelen uitsluitend door de directe omgeving wordt bepaald . Een man die automatisch alle brillen die hij ziet liggen oppakt en opzet. En die alle kammen in zijn blikveld door zijn haar haalt. Gelukkig kunnen de meesten van ons dergelijke neigingen onderdrukken, zodat we niet voortdurend met vreemde leesbrillen op onze neus zitten. Maar stiekem lijden wij toch allemaal aan een mildere vorm van deze omgevingsafhankelijkheid. Zonder dat we het opmerken bepaalt de ons omringende omgeving ons handelen. Hebben we werkelijk zin in een broodje kaas, of is het een gevolg van het soapsterretje op televisie dat met de kaasschaaf in haar hand vertelde dat haar beste vriendin het met haar man had gedaan? Uiteraard verhaalt Lamme daarnaast van de experimenten van Benjamin Libet. Daaruit blijkt dat ons bewustzijn nogal achter de beslissende hersenactiviteit aan hobbelt. De “bewuste” keuzes die iemand gaat maken zijn in sommige gevallen meer dan zes seconden voordat het tot de proefpersoon doordringt, af te lezen aan zijn hersenactiviteit. “Daden volgen niet onze gedachten. Het is precies andersom,” schrijft Lamme. En hij heeft gelijk. Tenslotte legt Lamme uit dat we slechts minimaal inzicht hebben in de oorzaken van ons gedrag. In de hersenen bevindt zich een babbelbox die mooie verhalen ophoest telkens wanneer we om een rechtvaardiging voor een handeling verlegen zitten. De kwaliteit van die verhalen is vooral dat ze sociaal acceptabel zijn, maar niet dat ze inzicht geven in de daadwerkelijke oorzaken. Kortom, de vrije wil is grotendeels een illusie. Een mooie illusie, misschien zelfs een nuttige illusie, maar een illusie. Aldus Lamme. Stel, ten overstaan van een publiek discussieer ik met iemand over de vraag of het verantwoord is om een vliegvakantie te boeken. Op zo’n moment wil ik dat de argumenten uit mijn mond rollen, zonder dat ik iedere keer bewust over mijn woorden hoef na te denken. Ik wil ook dat mijn argumenten precies zijn afgestemd op dat wat mijn tegenstander zegt. En ik wil dat mijn argumenten een goede rechtvaardiging vormen voor mijn standpunt: als je wat aan het milieu wilt doen, ga dan nooit meer op vliegvakantie. Kortom, ik wil een hoge mate van omgevingsafhankelijkheid, een goed functionerende babbelbox en een brein dat minstens zes seconden voorloopt op mijn bewustzijn en mijn mond. 26 Maar wil dit nu zeggen dat ik dan afstand doe van mijn vrije wil? De denkfout van Victor Lamme is dat hij teveel waarde toekent aan het bewustzijn. Laat ik even heel duidelijk zijn. Ik ben het met Lamme eens dat onze geest volledig aan natuurwetten onderworpen is, en ik ben het met hem eens dat ons bewustzijn achter ons handelen aan hobbelt. Maar om daaruit te concluderen dat de wil niet vrij is, moet je de wil als een aspect van het bewustzijn zien. Het idee dat het bewustzijn en het ik (of het zelf) samenvallen is een restje naïef Cartesianisme waar Lamme prima zonder kan. Ik denk dat Lamme overtuigend heeft aangetoond dat als we de wil in het bewustzijn plaatsen, dat we dan geen vrije wil hebben. Maar hoe zit het met het alternatief? Wat als we de vrije wil gewoon opvatten als de mogelijkheid van een organisme om dat te doen wat goed voor hem is? De wil is niets anders dan de kunst van een organisme om daar waar het profijtelijk is de buitenwereld uit te buiten en daar waar het nodig is de buitenwereld buiten te sluiten. In de loop van ons mensenleven leren de meesten van ons hierin een balans te vinden die werkt, die leidt tot een leven dat voldoening schenkt. Soms zijn we ons van het zoeken naar die balans bewust, soms maken anderen ons op onze onbalans attent, vaak ontgaat ons het hele proces. En, naarmate we er beter in slagen die balans te vinden, wordt onze wil vrijer. Bewustzijn is een prettig aspect van die balans, maar zeker niet het belangrijkste aspect. De vrije wil bestaat wel, maar moet, net als het zelf, zeker niet exclusief in dat bewustzijn worden gezocht. Als Victor Lamme zich dus wat minder had laten meeslepen door het Cartesianisme van onze tijd, en de vrije wil niet klakkeloos in het bewustzijn geplaatst, dan had hij nog inventiever en intelligenter tegen hersenen en gedrag aangekeken. Maar ja, mag ik hem dat teveel aan omgevingsafhankelijkheid verwijten? Volgens mij heeft Dennett hier voldoende over gezegd (Free Will Evolves, Consciousness Explained) en is er weinig reden om te denken dat Lamme echt iets nieuws te melden heeft. Integendeel, als je zegt dat hij nog cartesiaanse problemen heeft zet ik er een hoop vraagtekens bij. Maar ja misschien is hij echt een briljant onderzoeker. Lees ook: • Drie experimenten voor Victor Lamme http://liaturches.blogspot.com/2009/10/drie-experimenten-voor-victor-lamme-als.html • Monteurs, ingenieurs en filosofen http://liaturches.blogspot.com/2010/01/monteurs-ingenieurs-filosofen.html 27 Het verhaal van je leven is het verhaal van je brein. Dat begint in de baarmoeder, waar de hersenen gevormd worden op een manier die bepalend is voor de rest van je leven. Dick Swaab volgt in Wij zijn ons brein de mens vanaf de conceptie tot en met de dood. Wat zijn de bedreigingen voor het kind in de baarmoeder? Hoe zit het met de hersenen van pubers, wat gebeurt er als je verliefd bent, hoe zijn homo- en heteroseksualiteit te verklaren en wat gebeurt er wanneer alzheimer toeslaat? De zin en onzin van therapieën, antidepressiva en alternatieve geneeswijzen, agressie, moreel gedrag en geloof, meditatie, hersenbeschadiging, psychische problemen en bijna-dood-ervaringen: Vraaggesprekken met neurobioloog prof. dr. Dick Swaab door Malou van Hintum in De Volkskrant 12-06-2010 http://www.geestkunde.net/woordenlijst/swaab2.shtml Je bent je brein, vindt hij. En voor het nut van alles tussen opvoeding en wilskracht bestaat bitter weinig bewijs. Onderzoekers van over de hele wereld maken gebruik van zijn Nederlandse Hersenbank. Hij schreef een monografie van ruim duizend pagina's over de menselijke hypothalamus, honderden artikelen over hersenziekten als alzheimer, depressie, parkinson, huntington, MS en eetstoornissen, en doet onderzoek naar geslachtsverschillen in het brein. Hoogleraar neurobiologie Dick Swaab bij het grote publiek bekend door zijn ontdekking van de 'homokwab', een vondst die hem bedreigingen en bommeldingen opleverde, en zelfs voor Kamervragen zorgde. Toen, in 1989, werd hij gehaat omdat hij had ontdekt dat de hypothalamus van homoseksuele mannen er anders uitziet dan die van heteroseksuele. Later sloten transseksuelen hem in de armen omdat hij de oorzaak van hun geslachtsidentiteitsstoornis kon aanwijzen in het brein:transseksualiteit is geen fabeltje, het bestaat echt. Swaab richtte in 1985 de Hersenbank op, "omdat het mij vier jaar kostte om de hersenen van vijf goed gedocumenteerde alzheimerpatiënten te verkrijgen. Sinds de oprichting hebben we drieduizend snelle obducties gedaan, zo'n honderd per jaar, dag en nacht." Alzheimer "loopt nu vanzelf", maar "depressie en schizofrenie zijn moeilijk". 28 Hij zou graag meer donorweefsel hebben. Swaab: "Zodra er een psychiater of psycholoog bij betrokken is, is het lastig een obductie te regelen. Ze zijn niet getraind om dat gesprek te voeren. Bij psychologen is het extra moeilijk. Dankzij de scan weten ze nu eindelijk dat er een brein is, vroeger kenden ze alleen een black box. Maar ze vinden het eng." Toekomstige donoren kunnen zich ook zelf aanmelden bij de Hersenbank. Swaab doet nog altijd onderzoek naar transseksualiteit. In zijn top vijf staan ook depressie, alzheimer, seksuele differentiatie in relatie tot psychiatrische stoornissen (waarom lijden veel meer vrouwen aan depressies en eetstoornissen dan mannen, terwijl mannen veel vaker schizofrenie, autisme en ADHD hebben dan vrouwen?), en het Prader-Willisyndroom. Swaab: "Ken je dat? Dat zijn Michelin-mannetjes die slap en klein worden geboren, maar beginnen te eten als ze anderhalf jaar zijn en daar vervolgens niet meer mee ophouden. Een heel zeldzame ziekte. We hebben hier vijftien breinen, het heeft me vijfentwintig jaar gekost om die te verzamelen. Het eerste nam ik in de jaren tachtig mee uit Boston. Ze komen van over de hele wereld." Hij neemt een slokje uit zijn 'breinmok' (mok in de vorm van een brein). Op tafel liggen glazen plaatjes met superdunne, aangekleurde hersenplaques. Hersenonderzoek is millimeterwerk. "Ik heb geen geheugen voor namen en gezichten" zegt hij verontschuldigend wanneer we, niet voor het eerst, handen schudden. "Maar als ik een stukje brein zie, weet ik wel: ha, dat is mevrouw De Vries!" U herkent iemand aan zijn brein, zoals een tandarts zijn patiënten aan hun gebit. "Ja, ik herken de afwijking. We hebben hier natuurlijk veel hersenen met afwijkingen. Elk brein heeft zijn eigen verhaal." Went dat nou, hersenen uitnemen? "Nee, dat is altijd emotioneel. We krijgen mensen vlak na hun overlijden binnen, tussen de twee en zes uur daarna. Je maakt een snee achterin het hoofd, je haalt de hersenen eruit en je vult het weer netjes op, zodat voor de nabestaanden niet zichtbaar is wat je hebt gedaan. Maar het is toch... ja... belastend om te doen. En je staat ineens letterlijk met iemands hele leven in je handen. Want je bént je brein. Dat realiseer ik me elke keer weer. "Ik werd ooit gebeld door een transseksueel die me vertelde dat het academisch ziekenhuis in Groningen zijn lichaam na overlijden niet wilde hebben. Ze hadden er al genoeg. Wilt u het dan, vroeg hij aan mij. Hoe oud bent u, vroeg ik. Vijfenvijftig, zei hij. Nou, dan weet ik niet of ik dat haal, zei ik. Ik denk het wel, zei hij. "Twee weken later kreeg ik zijn hersenen. Hij had zich gesuïcideerd, en op zijn lichaam een brief voor mij achtergelaten. Dat was heel aangrijpend." 'Doodgewoon' is de titel van de 'uitburgeringscursus' waarmee Swaab zijn afscheid viert. Want: "In de geneeskunde is veel aandacht voor het geboorteproces, maar nauwelijks voor het sterven." Voormalig minister van Volksgezondheid Els Borst en hoogleraar strafrechtwetenschappen Eugène Sutorius komen spreken over euthanasie, artsschrijver Bert Keizer en cardioloog Ruud Koster over reanimatie, en hoogleraar klinische neurofysiologie Gert van Dijk over de protocollen rond hersendood. Waarom vindt u aandacht voor het stervensproces zo belangrijk? "Ik vind dat elke Nederlander zo'n uitburgeringscursus zou moeten volgen, omdat sterven en de dood altijd onverwacht komen. Op zo'n moment beschik je niet over de informatie die je zou moeten hebben om goede beslissingen te kunnen nemen. Je moet er daarom van tevoren goed over nadenken. "Toen ik in het Binnengasthuis mijn eerste co-assistentschap interne geneeskunde liep, gebeurde er iets wat diepe indruk op me heeft gemaakt. Een patiënt die werd binnengebracht, kreeg ineens een hartstilstand. Die man heb ik gereanimeerd, zoals ons was geleerd, en hij ging weer ademen. Later kwamen zijn papieren binnen en bleek dat hij een longcarcinoom had dat was ingegroeid in het hart. Ik heb nachtenlang bij hem gezeten om het sputum weg te zuigen zodat zijn benauwdheid verminderde. Ik had zo'n spijt dat ik hem niet dood had laten gaan. Hij is een paar dagen later op een heel moeilijke manier overleden." U hebt toen toch niets fout gedaan? "Nee, maar het zet wel een paar vraagtekens bij reanimatie. Tegenwoordig komen mensen er trouwens beter uit dan vroeger, met minder hersenschade. Ik denk er inmiddels ook wat genuanceerder over." U vindt dat medici de dood vaker moeten onderzoeken. Waarom? "Mensen zien nu een paar scans en denken dan dat ze weten wat er aan de hand is. Het aantal obducties was al te laag en neemt nog verder af. Te weing geld, te weinig tijd, te weinig mensen. Maar met een obductie kun je het medisch handelen controleren en kijken of de diagnose juist was. Bovendien komt met een obductie weefsel ter beschikking om onderzoek op te doen." Wat zie je op een scan niet en in de hersenen wel? "Neem bijvoorbeeld de ziekte MS. Vele veranderingen in hersenweefsel bij MS-patiënten werden pas gezien toen er obductie werd gedaan. Er gebeurt van alles in hersenweefsel dat er op de scan heel gewoon uitziet." Je bent je brein, zegt Swaab. Daar word je mee geboren en daar valt niet bar veel aan te veranderen. Hij heeft net zo min iets op met het maakbaarheidsgeloof van de jaren zeventig - sociale omgeving en opvoeding bepalen wat we doen en wie we zijn - als met het maakbaarheidsgeloof van nu: het idee dat het een kwestie is van wilskracht en verantwoordelijkheidsgevoel om je gezond en fatsoenlijk te 29 gedragen. U zegt nog steeds: 'biology is destiny.' "Toen ik begon, kregen moeders overal de schuld van: schizofrenie, autisme of homoseksualiteit, het kwam allemaal door de moeder. Geslachtsverschillen in gedrag zouden ontstaan door de druk van de maatschappij. Maar de enige omgeving die er echt toe doet, is de chemische omgeving in de baarmoeder." Toxische stoffen die de hersenontwikkeling beïnvloeden, komen in de baarmoeder terecht door het gedrag van de moeder: roken, drinken, drugsgebruik. Mensen in achterstandsituaties gedragen zich vaker ongezond dan mensen uit de hogere sociale klassen. Het is dus wel een maatschappelijke kwestie. "Gedrag van een zwangere vrouw is voor mij ook biologie. Sommige mensen komen makkelijker af van het roken en drinken dan andere. Dat komt door polymorfismen in het brein die te maken hebben met de chemische boodschappers in de hersenen." De sociale omgeving kan iemand met zo'n gevoeligheid helpen, de triggers voor dat gedrag weghalen of iemand trainen ermee om te gaan. Gedrag is beïnvloedbaar. (Diepe zucht) "Iedereen weet dat je met drinken en roken de foetus beschadigt, en toch gebeurt het. Dus mensen die dat doen, kunnen er niet mee ophouden. Dat is een biologische kwestie." Iedereen weet dat? Denkt u dat? "Tegenwoordig wel. In mijn inaugurele rede, die ik dertig jaar geleden hield, zei ik al dat we de hersenen van onze kinderen al vóór hun geboorte beschadigen. Toen is er een Gezondheidraadscommissie ingesteld die alle factoren die verantwoordelijk zijn voor hersenbeschadiging op een rijtje heeft gezet, en is er een advies naar de minister gegaan . Dertig jaar later blijkt dat menselijk gedrag vreselijk moeilijk is te veranderen. De basis daarvoor ligt in de biologie. Nicotine en alcohol zijn niet voor niets verslavende stoffen - tenminste, voor sommige mensen." Toch hamert de overheid op de eigen verantwoordelijkheid van mensen om gezond te leven. "Voor die maakbaarheidsgedachte vind je geen steun in hersenonderzoek." Je kunt mensen niet verantwoordelijk stellen voor de biologische erfenis waarmee ze worden geboren. Hoe zit dat met het gedrag dat daaruit voortvloeit? "Je kunt mensen niet moreel verantwoordelijk stellen voor de polymorfismen in hun brein die ervoor zorgen dat ze psychiatrische stoornissen hebben, of dat ze meer agressiviteit in zich hebben dan een ander. Of voor het feit dat ze een slechter functionerende prefrontale cortex hebben en daardoor hun impulsen niet onder onder controle kunnen houden. Dat wil niet zeggen dat je niet zou moeten behandelen of straffen. Maar dan moet je wel straffen hebben die effectief zijn." Effectieve straffen zijn er nu niet? "Dat weten we niet, want dat wordt niet onderzocht. Ik ken één recent Belgisch onderzoek naar het effect van een korte gevangenisstraf en een taakstraf. Beide hebben hetzelfde effect op recidive. De straf werd aselect toegewezen aan mensen die hetzelfde delict hadden begaan, de rechter had daar geen invloed op." Zonder rekening te houden met hun individuele achtergrond. "Dat hoeft helemaal niet. Zoals je pillen test, moet je straf testen. Dat is de enige manier om te kijken of de ene straf effectiever is dan de andere, en een rechtspraak te krijgen die evidence-based is. "In de psychiatrie is het net zo gegaan. Daar werd aanvankelijk ook gezegd dat je mensen met psychiatrische stoornissen niet groepsgewijs kon indelen omdat er daarvoor te veel individuele verschillen waren. Iedereen deed maar wat. Toen werd de DSM ontwikkeld, met al zijn psychiatrische categorieën, en zijn mensen gegroepeerd onder een DSM-diagnose. Vanaf dat moment kon er gekeken worden welke behandelingen werkten en welke niet en is de psychiatrie een wetenschap geworden. Ook justitie moet een wetenschap worden. Juristen zijn niet gewend om wetenschappelijk te denken. Dat moeten ze leren, en dat kan niet anders dan op deze manier." Uiteindelijk wilt u alle misdaden gerubriceerd zien in een soort juridische DSM, met de meest effectieve straf erbij. Het individu doet er dan niet meer toe. "Dat is in de geneeskunde net zo. We weten dat medicijnen bij verreweg de meeste mensen werken, maar niet bij iedereen. Heel soms overlijdt er zelfs iemand aan." Dat klinkt niet als een aanbeveling. "Nou, zeg maar hoe het dan wel moet. Er is geen andere weg." U krijgt niet veel bijval uit het juridische circuit, denk ik. "Uhhh... (lacht) ik denk dat ze daar de achtergrond niet voor hebben. Ze willen bijvoorbeeld ook in bepaalde gevallen het volwassenenstrafrecht laten gelden voor kinderen van 16 jaar." U wilt de leeftijd voor volwassenenstrafrecht juist verhogen. "De hersenen zijn uitgerijpt als je een jaar of 24, 25 bent. Het is logisch dat je alleen volwassen breinen volgens het volwassenenstrafrecht berecht. Als justitie daar goede, evidence-based argumenten tegenin kan brengen, 30 laat ze die dan maar geven." Als de neiging tot crimineel gedrag in het brein aanwijsbaar is, kun je op den duur denken aan screening en preventieve behandelprogramma's. Vindt u dat wat? "Dat hangt af van de concrete uitvoering. Maar in principe vind ik het een goede zaak. Het brengt onze kennis verder en het kan de volgende generatie helpen. Alles wat je doet, kan misbruikt worden. Maar dat is geen reden om op je handen te gaan zitten." Swaab "Niet de mens stuurt het brein , maar het brein de mens," (waarmee hij in vergaande mate het bestaan van een vrije wil ontkent.) Sturen wij onszelf met ons bewustzijn? Nee, ik denk dat het bewustzijn achter onszelf aanloopt. We doen dingen en zijn het ons een fractie van een seconde later bewust. En omdat we het ons bewust zijn, waardoor we de volgende keer dat mee berekenen dat als we dat doen dan zou er wel eens dat en dat de uitkomst van kunnen zijn. Dus dat bewustzijn dat er achteraan holt heeft wel nut, maar voor de volgende keer. Hoe nemen we beslissingen dan? Als een heel complexe computer die gevormd is, enerzijds vanuit de genetische basis die gelegd is, en anderzijds vanuit de omgeving en de ontwikkeling die we hebben doorgemaakt. We komen in een bepaalde situatie en die computer berekent dan de beslissing op basis van de beste mogelijkheden, de beste kansen. Dus onze hersenen hebben al een beslissing genomen voordat we ons daar bewust van zijn? Ja, dat bewustzijn dat hobbelt achter de beweging aan. En daardoor lijkt het net of we zelf die beslissing hebben genomen? En daardoor lijkt het net of we zelf die beslissing hebben genomen? Ja, daardoor hebben we het idee dat we dat zelf doen. “Is dat niet erg pessimistisch, het idee dat ons brein alles voor ons beslist? Dan hebben we geen vrije wil meer…” Brandt Corstius wilde dat niet geloven, maar volgens Swaab is er op grond van wetenschappelijk onderzoek geen andere conclusie mogelijk. Maar dat is vreemd, want als ik mijn hersenen ben, en mijn hersenen nemen beslissingen, dan ben ik het toch die beslissingen neemt? Als mijn hersenen verantwoordelijk zijn voor mijn beslissingen, dan ben ik toch verantwoordelijk voor mijn beslissingen, en niet mijn bewustzijn? Als de beslissingen van mijn hersenen worden bepaald door de omgeving waarin ik mij bevind, de ontwikkeling die ik in mijn leven heb doorgemaakt, en de ontwikkeling die de soort waartoe ik behoor in de evolutie heeft doorgemaakt (mijn genetische basis), waar heb ik dan sowieso nog een vrije wil voor nodig? Om iets te doen dat nergens, echt helemaal nergens, op slaat? Juist dat lukt prima zonder vrije wil. Als het bewustzijn achter de beweging van de hersenen aan hobbelt, “achter onszelf”, dan heeft mijn bewustzijn dus weinig met mijzelf te maken. Ik ben immers mijn brein, toch?! En, hoe verhoudt dat bewustzijn zich dan tot mij, tot mijn hersenen? Is dat een soort ontvangsttoestel van de hersenen, zoals mijn televisie weergeeft wat er in omroepland gebeurt? En, als het bewustzijn nut heeft voor een volgende keer, ontvangen de hersenen dat bewustzijn dan weer, ? Dick Swaab: ‘Een goede tegenwerping heb ik nog niet gehoord’ (Volgend artikel-gesprek werd gepubliceerd in NRC Handelsblad op Zaterdag 5 november 2011, pagina 8 – 9.) ' We zijn het product van een mix van genetische informatie, de complexe invloeden in de baarmoeder en, in mindere mate, de ervaringen in onze eerste levensjaren. Daarna is ons karakter gevormd en liggen onze capaciteiten en beperkingen vast. Daar moeten we het verder mee doen.’ Swaab was de wetenschapper die vanaf de zijlijn kanttekeningen zette bij heersende ideeën, zoals over de maakbaarheid van de mens. … Swaab “Als iemand dat signaleert, zal het wel zo zijn. Zelf heb ik niet het gevoel dat mijn positie is veranderd. Mijn vak uitleggen vond ik altijd al belangrijk.” 31 " Het is wonderlijk dat zoveel mensen mijn boek lezen en er zo emotioneel op reageren. Ik dacht: je kunt schrijven wat je wilt en mensen relativeren het wel. Maar mensen zijn emotioneler dan je denkt. Het was ook nieuw voor me dat hele groepen geëmotioneerd reageerden. Zoals psychologen. Zij zeiden: je mag het brein hebben, maar de geest is van ons.” Maar zo haal je via een achterdeur het dualisme, de scheiding van lichaam (brein) en geest, weer binnen. En dat is onzin, dus kan het niet anders dan een emotionele reactie zijn. De filosofen vonden dat de vrije wil hun toebehoorde. Ook emotioneel, ja, want die is niet van hen. Na 2.000 jaar zijn ze nog altijd niet met iets blijvends gekomen.” "Heb je het stuk van Douwe Draaisma gelezen?”, vraagt hij dan. De Groningse psycholoog verweet Swaab dat die zich buiten het terrein van zijn expertise begaf door te schrijven over recht, politiek, filosofie en religie. Swaab ziet dat anders: “Ik schrijf over de consequenties van de hersenwetenschap op andere terreinen. Die zijn er. En natúúrlijk heb ik zulke hoofdstukken eerst aan experts laten lezen.” Hoe dan ook, zegt Swaab, bij alle kritiek tot dusver zat niks waarvan hij dacht: oh, nou moet ik een hoofdstuk herschrijven. “Natuurlijk kun je aan zo’n boek blijven schaven, maar globaal staat het als een huis.” U bent stellig; lokt dat kritiek uit? “Ik schrijf niet zo omfloerst als mensen die bang zijn voor kritiek en van wie je vervolgens niet weet wat ze bedoelen. Maar achter elke duidelijke mening in mijn boek zit heel veel vakliteratuur.” In mijn tas zitten plaatjes van de hersenen van een dode zalm. In 2009 legde neurowetenschapper Craig Bennett hem onder de MRI-scanner en liet hem, volgens protocol, plaatjes zien van geëmotioneerde mensen. In het dode zalmbrein lichtte een gebiedje op. Er zit ruis in die ingewikkelde meetapparaten, wilde Bennett maar zeggen. En: interpretatie van de gegevens vergt strenge analyses – pas op met stelligheid. “Leuk”, zegt Swaab. Hij zag de plaatjes niet eerder. Maar hij wil absoluut niet concluderen dat zijn vak door meetonzekerheid wordt gekenmerkt. En hij is het trouwens ook niet eens met de kritiek, zoals van de Utrechtse neuroloog Jan van Gijn, dat al die apparaten slechts een globale inzicht in het brein bieden. Swaab: “In het algemeen verstaan mensen hun vak. Experimenten worden geverifieerd. En vergeet niet: de hersenwetenschap is multidisciplinair. Critici komen altijd met de MRI-scanner aanzetten om op beperkingen van de techniek te wijzen, maar we kijken ook naar hersenstructuren, naar moleculaire veranderingen in het brein.” En zo weten we nu dat 100 miljard hersencellen de geest produceren zoals de nieren urine? “Tegen dat idee heb ik nog altijd geen goede tegenwerping gehoord.” Lachje. “Natuurlijk kun je het verfijnen. Je kunt zeggen dat de geest met veranderingen in synapssterkte samenhangt, met aantallen synapsen, receptoren …” Het is een favoriete vergelijking van Swaab: de geest met urine. En natuurlijk zijn er bezwaren tegen gemaakt. Urine heeft een simpele chemische formule – dezelfde voor onze voorouders 10.000 jaar geleden als voor ons. Maar nu kunnen we die formule opschrijven, kennen we Rembrandt en Monet, Chopin en The Beatles, iPhones en vliegtuigen, penicilline en democratie. Mensen musiceren, leven langer, reizen… “Ja, en?” vraagt Swaab. De geest geeft zo mede de menselijke evolutie vorm, schreef onder meer antropoloog André Köbben. Ook die van het brein. “Daar kun je het over hebben: of dat evolutie is. De mensen die 10.000 jaar geleden grottekeningen maakten hadden hetzelfde brein als wij. Maar het mooie van het brein is dat het methodes heeft om kennis en ervaring neer te leggen. Zo kunnen we op de schouders van onze voorouders staan. Dat leidt tot een technische revolutie. Maar dat is géén evolutie.” We zijn oermensen in een Ferrari? 32 “Ja, kijk maar naar oorlogssituaties en de misdaden die mensen dan begaan. En als je mensen heel snel laat reageren tijdens tests, dan blijkt dat iedereen racistische vooroordelen heeft. De oermens zit in ons.” Hoofdschuddend luistert Swaab naar de vraag of dat oermensbrein geen nieuwe, extra kenmerken ontwikkeld kan hebben. Erbij. Een van de problemen, zegt hij, is dat mensen zijn boek niet goed lezen. Kennis kun je opdoen, zegt hij. Gedrag kun je bijschaven. Maar je karakter ligt vast. Dát schreef hij, en zo is het. En nee, hij schreef dus niet dat alles in de baarmoeder is vastgelegd, zoals wel wordt beweerd. “Kletskoek. Ik benadruk het belang van een warm nest vlak na de geboorte. En natuurlijk wordt er later nog heel veel ingevuld. Maar: je mogelijkheden en beperkingen liggen vast. Is je genetische basis niet goed, dan blijf je een pechvogel.” Eén op de tien mensen is dat. Zo vaak gaat er iets mis tijdens de ontwikkeling van de hersenen. Swaab: “Het is de consequentie van ons grote brein – de ontwikkeling daarvan is zo complex dat ik verbaasd ben dat het zo vaak goed gaat. De maatschappij moet deze consequentie aanvaarden. En dus niet, zoals deze regering doet, sociale werkplaatsen sluiten.” Je kunt ook zeggen: toch niks aan te verbeteren, laat maar… Verontwaardigd. “Omdat jij het geluk heb van een goed ontwikkeld brein. Moet je daarom zeggen: Ikke, ikke, en de rest kan stikken?” Is even stil. “Heb je kinderen?” Ik bedoelde: waarom zegt u ‘moeten’ als die andere interpretatie ook bestaat? Het klinkt bijna van boven opgelegd, transcendent… Licht docerend. “Het moet omdat de mens is geëvolueerd tot een wezen dat in een complexe maatschappij in gezinnen leeft, heel bijzonder. Mensen kunnen niet functioneren als eenling en dáárom kunnen ze anderen niet laten stikken als ze zelf een goede positie hebben.” Dat klinkt wetenschappelijk en aannemelijk. Alleen: hoe ver ga je in die ‘zorg’? Sommige beperkingen, schizofrenie, een hersenbeschadiging, zijn overduidelijk. Maar er zijn ook kleine beperkingen, waarvan je je kunt afvragen of ze niet voor een groot deel cultureel gestuurd zijn. Niet goed stil kunnen zitten (jongens op school), geen goed ruimtelijk inzicht hebben (meisjes). “Natuurlijk zit dat in de genen”, zegt Swaab. Maar als je op zulke stellige gedachten het onderwijs inricht, de rechtspraak baseert, beroepskeuze stuurt, loop je dan niet het risico dat je een deel van de mensen onnodig tekort doet? Omdat die inzichten wellicht later toch zullen wankelen? Ik heb een voorbeeld opgezocht. In 1915 zei neuroloog Charles Dana dat een op de vier vrouwen, wegens hun zwakke geestkracht en gebrekkig logisch denkvermogen, waanzinnig zou worden door de beoogde invoering van het vrouwenkiesrecht. Swaab lacht. Goed dat hij geen gehoor kreeg? “Nou, een op de vijf vrouwen heeft een psychische aandoening. Dus.” Lacht weer. “Maar ja, een op de vijf mannen ook.” Stephen J. Gould maakte tegen Dana bezwaar omdat die ‘ten onrechte als een innerlijke grens markeerde wat van buitenaf was opgelegd.’ Bent u nooit bang ten onrechte grenzen te trekken? “Ik trek in mijn boek geen grenzen.” Indirect wel als u op grond van breinkennis stellig adviseert over onderwijs, recht en dergelijke… Licht verontwaardigd. “Ja, we weten bijvoorbeeld dat de prefrontale cortex nog tot het vierentwintigste jaar in ontwikkeling is. Hersenen functioneren anders in de puberteit en pubers hebben meer kans om uit de bocht te vliegen. Daarom zeg ik: breng de leeftijdsgrens van het jeugdstrafrecht omhoog. Haal hem juist niet omlaag, van 18 naar 16 jaar, zoals nu het plan is. Vind je dat verkeerd?” Ik probeer iets anders: mijn eigen vakgebied. De natuurkunde. Met deeltjesversnellers hebben fysici atomen ontleed tot op het kleinste niveau van quarks en gluonen. Maar die kennis schiet tekort om uitspraken te doen over, bijvoorbeeld, de druk die een gas uitoefent. Druk ontstaat pas uit het samenspel van gasmoleculen. Druk is ‘emergent’. 33 “Ik zie het bewustzijn ook als emergent”, zegt Swaab. “Als het product van het samenspel van miljarden neuronen in een aantal hersengebieden. Het staat in mijn boek.” Maar is de neurowetenschapper Swaab die de geest wil begrijpen, niet een beetje zoals de deeltjesfysicus die op basis van elementaire deeltjes, vergeefs, de luchtdruk wil bepalen? En dan hebben we het nog niet eens over de wisselwerking tussen twee geesten, over hoe je kunt houden van een ander brein, van muziek, hoe je kennis overneemt, je gedrag aanpast. Moet je die zaken, net als drukmetingen, niet overlaten aan specialisten? Swaab is niet onder de indruk. “Al die zaken kun je terugvoeren op hersencellen, op neuronen. In relaties draait het om empathie. Daar zitten spiegelneuronen achter. Doen die met plezier mee tijdens een ontmoeting, dan leidt dat tot extra dopamine-afgifte in de accumbens – dan vind je iemand aardig. “Of neem de neuro-esthetiek. Die is er al heel ver in om op neurale gronden te verklaren waarom we iets mooi vinden. Schilderijen van Rembrandt. Muziek van Chopin.” Lacht. “Of de Peking-opera zo vreselijk…” Het verklaart hoe, niet waarom… “In de loop van de evolutie is de mens gaan musiceren. Muziek stimuleert het groepsgevoel. Dat is een van de antwoorden daarop.” Ontsnappen lukt niet. Swaab is ruthlessly reductive, meedogenloos reductionistisch. Stellig voert hij alles terug op materie, chemie en overleving. “Klopt”, knikt hij opgewekt. Ik doe nog één poging. Niet via tekortschietende techniek (de zalm), niet via lacunes in de kennis (à la Dana), niet via beperkte geldigheid ervan (Draaisma), maar via de beperkingen die ook het best ontwikkelde brein heeft. Ik haal psychiater Herman van Praag aan. Het menselijk brein is het voorlopig eindpunt van een evolutionaire ontwikkeling, schreef hij. Niks meer. Waarover we niet eens alles weten. Mensen doen zichzelf tekort als ze dan dat beperkte brein met zijn apenreflexen niet proberen te ontstijgen, maar als maat der dingen nemen. Als richtsnoer voor van alles van muziek tot moraal. Maar die gedachtelijn kapt Swaab onmiddellijk af. Voor je het weet beland je in discussies over de kwestie: ‘er is meer’ – zo vaag, zo niet concreet, daar kun je niks mee. “Mijn dochter zegt ook: er is meer. Maar als ik vraag: Wat is er meer?, dan hoor ik niks meer.” En hij lacht, een beetje verontschuldigend, alsof hij ook niet kan helpen dat hij weet hoe het zit. http://www.nrc.nl/boeken/2011/11/05/nrc-leesclubeen-goede-tegenwerping-heb-ik-nog-niet-gehoord/ Reacties ; (Dirk Prins ) .... Ik ben het eens met Swaab dat we ons brein zijn want zo niet dan zou er daarnaast toch weer zo iets als een aparte”ziel” of ”geest” of ”ik” zijn en we zijn het er toch over eens dat we niet zo een ”homunculus” in ons hebben. Begrippen als ziel enz. stammen uit de oude doos toen ook God of goden of duivels enz. nog bestonden. Daarom vind ik het ook niet verstandig dat Swaab een vergelijking maakt met nier en urine. Ik of ziel kunnen hooguit slaan op een soort metafoor voor een totaliteit aan werking van hersenen en lichaam die elk moment ook weer verdwijnt en iets anders oplevert, een ”alsof” gewaarwording. Een belangrijk bezwaar tegen Swaab’s stellingname is dat hij alleen van de hersenen uitgaat en daarin onvoldoende de continue invloeden daarop van de uitwendige en inwendige prikkels noemt ofwel ons leergedrag. Zie sommige terechte bezwaren vanuit de psychologie! 34 Swaab zou de bezwaren dat zijn visie te veel materialistisch van aard is kunnen ondervangen door te stellen dat we in de menselijke beleving niets hebben aan een uitleg met neuronen en hersenscans want in onze gedachten en gevoelens van alledag hebben we daar weinig aan. Dus: de bèta uitleg klopt wel maar we leven dagelijks qua ervaring in een holistische alfa wereld. Die twee krijgen we nooit bij elkaar, een stukje ”tragiek” van de wetenschap die ons immers toch de hardste feiten en survival technieken levert; of toch de tragiek van de taal….?! Een beetje meer hallelujah over het menselijk brein had ik wel graag van Swaab gehoord: we kennen niets complexers dan dit en ook een hoger bewustzijn dan van de mens is er niet!! Dit dank zij vooral de ontwikkeling van de prefrontale cortex. Hoewel ik uiteraard ook toegeef dat we tegelijkertijd nog vol dierlijke levensdrang,instincten en emoties zitten (verg. Schopenhauer). Niet alleen een hoger verstand dient onze survival en homeostasis maar ook die driften. Het is best een hele toer al die labiele eiwitten, vetten, DNA enz. 80 jaar overeind te houden….; het leven is een gewaagd experiment van de zelforganisatie van de stof in combinatie met de zonneënergie. Wel heel boeiend om er dankzij Swaab en anderen (niet Pim van Lommel….) steeds meer van te weten te komen….! Dankzij toch die menselijke hersenen! ( a. dijkstra) Dick swaab is nog mild. Het leven heeft er 4 miljard jaar over gedaan om hier te komen, wij zijn daar tegen afgezet slechs een fractie van de tijd op deze planeet, alle eigenschappen die je nodig hebt om te overleven en mee te veranderen met de wereld zijn in ons aanwezig. Het vervelende is dat we twee breinen hebben, het bewustzijn en het onderbewustzijn. Het onderbewustzijn is de hele dag bezig onze plaats in de maatschappij te bepalen, het stelt zich de hele dag een paar vragen, kan ik paren, ben ik veilig en wat is mijn sociale positie hier. De conclusies gaan naar het bewustzijn waar een verklaring aan de conclusie wordt gehangen. Die verklaringen zijn onze ervaringen, wat we geleerd hebben. Het brein kan dan ook helemaal niet denken, het kan alleen vergelijken en combineren. We leren ons hele leven, door ervaringen en leren wordt ons brein “slimmer”, het heeft meer materiaal om te vergelijken. Iemand die pas iets heeft meegemaakt is eerder geneigd dat als verkleuring te gebruiken. Raak je een kachel aan doet het zeer, maar later leer je dat een kachel ook uit kan zijn. Niemand bedenkt zo maar iets, alle kennis is door proberen en testen verkregen, de wereld staat bol van de onderzoeksinstituten. De “uitvinder” van het wiel dacht niet ‘ik zal de transportwereld eens revolutionair veranderen’, mogelijk zag hij iets van een helling rollen op een boomstam, of stapte op een tak en rolde op zijn stuitje. Het intelligentieniveau van de mens wordt bepaald door de hoeveelheid informatie (kennis) die hij paraat heeft en de verbindingen die hij tussen die informatie kan maken (intelligentie). De sito toets is hier een mooi voorbeeld van, veel plaatjes en vergelijken. Helaas hebben we ook wat eigenschappen die niet zo beheersbaar zijn, onze hebzucht kent geen grenzen, managers die nooit ter verantwoording worden geroepen hebben hun graaitechnieken jarenlang aangepast, ik doe dit en er gebeurd niets, dan doe ik er nog een stapje bij. Zoals de crisis in Europa wordt bezworen is toch het duidelijke bewijs dat er van deskundigheid geen sprake is, deze situatie is nog niet voorgekomen dus we hebben geen kaders waarmee we conclusies kunnen trekken. Kijk eens goed om je heen en vergelijk het gedrag van dieren en mensen, er zit niet veel verschil tussen. 35 Natuurlijk is het brein van een mens sneller en groter en kunnen we ons verzetten tegen de voorgeprogameerde reacties maar in de basis zijn we gelijk en onze primaire reacties zijn daar het bewijs voor. Stel de volgende vragen. waar komt agressief gedrag in de auto of bij het voetbal vandaan. De auto bestaat nog maar 120 jaar, onze hersenen zien de omsluiting als een hol, daarin zijn wij de baas, en iemand die ons daar lastigvalt zal wat beleven. Wij sluiten ons aan bij groepen, onze sociale netwerken, wij schakelen de hele dag tussen die groepen, thuis, in de bus op de sportclub en ook bij het voetbal, onze groep is de belangrijkste en moet verdedigd worden, samen zijn we sterk, en iedereen moet doen wat wij willen. Als sociale connecties zwak zijn is een mens in staat tot de gekste dingen om maar aan te geven dat hij bij een bepaalde groep hoort. Waarom laten we anderen niet voorgaan als die voor ons de snelweg op willen rijden? Het alpha mannetje moet voorop lopen. Iemand haalt ons in en hij (zij)wordt door een nog sneller rijdende auto ingehaald, hij weet niet hoe snel hij naar rechts moet en snijdt ons zowat van de weg af, waarom? Zijn(haar) brein ziet ons niet als bedreiging, ze hebben ons per slot net ingehaald, maar die achteropkomende auto komt sneller dichterbij, typisch gedrag voor een aanvaller, wegwezen dus. Let op alle kleine dingen , hoe krijg je een hond rustig? de moeder pakt hem in de nek, een dominante hond legt zijn poot in de nek van de opstandige, slaan wij niet onze arm om iemand heen om hem rustig te krijgen of te troosten. Voelen wij ons niet ongemakkelijk als we anders zijn dan de groep om ons heen? Het copieer gedrag (dezelfde houding aannemen als de persoon tegenover je) komt nog uit de tijd dat onze voorouders vissen waren, zwem uit de groep en de jager neemt je te pakken. Verzamelen is een overblijfsel van hamsteren. Ons lichaam zit nog vol met dingen waar we niets mee doen, zenuwknopen in knieen en ellebogen, de restanten van onze zweminrichting. We zijn fascinerende wezens, onze mogelijkheden zijn grenzenloos, helaas zijn we heel erg op ikke gericht. Onze eerste reactie is een oeroude, we kunnen dat gedrag in de meeste gevallen beheersen, maar we moeten de hersens wel leren dat die andere oplossing ook goed is. Dat kan echter alleen door herhaling, we moeten de situatie al eens hebben meegemaakt. Helaas is dat niet altijd voldoende. Onze sexuele drijfveer laat zich niet foppen door kennis dat we niet nog meer kinderen willen, de chemische reactie in de hersens moet door andere chemische reacties geneutraliseert worden. Verkrachting is dan ook de meest voorkomende misdaad. Omdat de evolutionaire selectie door onze cultuur is uitgeschakeld zal het nog lang duren voordat de mens een waarlijk rationeel denkend wezen zal zijn als hij nog voldoende tijd heeft, want alle succesvolle diersoorten hebben zichzelf in het verleden namelijk uitgeroeid. -Er is nog de vraag of ons brein wel in staat is de werking van zich zelf echt te doorgronden.Hebben we wel genoeg hersenen om de hersenen te begrijpen .?.. ..... of ons brein wel in staat is de werking van zich zelf echt te doorgronden. , lijkt een terechte vraag naar de mogelijkheid van een kennende toegang tot de hersenen en het ‘ik’. Iedereen kan in principe observaties aan hersenstructuren doen en daarnaast kennis opdoen over de interacties binnenin het brein. Zelfs hebben anderen via beeldvormende technieken eventueel een toegang tot mijn brein. Maar alleen ikzelf heb directe toegang tot de ‘homunculus’, het ‘ik’ En de meeste zaken mogen dan niet aan mijn vrije wil onderworpen zijn en gevormd worden door (epi)genetica en opvoeding. Maar is niet juist iedereen in de vorming van nieuwe gedachten helemaal vrij? Vanuit zo’n 36 vrijplek kun je vervolgens een verhouding tot je hersenen bepalen, in plaats van de determinatie of emergentie vanuit je neuronen te volgen. -Swaab ondragelijk zelfingenomen vinden ? Zelfs al s het al zo zou zijn, wat zegt dat over de juistheid van Swaabs beweringen? -In het interview wordt de visie van Swaab reductionistisch genoemd. Is het dan niet reductionistisch om alles terug te voeren tot ziel of geest? Swaab reductionistisch…?! Dat geldt dan voor elke wetenschapper, zeker in deze tijd van specialismen. Dat is nu juist de kracht van moderne wetenschap dat deze wel omschreven causaliteiten en wetmatigheden weet op te sporen. Die alleen op deze wijze een eindeloos aantal verklaringen biedt en werkzame toepassingen die de theorie steeds weer bevestigen. Ja er is wel een beperking hierbij in die zin dat al deze materialistische bevindingen geen ‘uitleg’ geven aan de holismen en metafore wereld van de menselijke beleving van alledag. Zie de niet te overbruggen scheiding tussen bèta en alfa en begrippen als geest, ziel, ik enz. die je niet kunt duiden met de neurowetenschappen. Swaab’s vergelijking van geest met urine is daarom niet zo handig want er is geen aparte homunculus en er is alleen de werking van de hersenen die ons een soort illusie van geest, ziel of eigenheid geeft. In essentie heeft Swaab gelijk met ‘We zijn ons brein’ maar vervolgens moet hij de ‘uitleg’ van onze dagelijkse ervaring overlaten aan de psycholoog, de romanschrijver en andereholisten (petra visser).....Swaab zegt echter niet dat hij of zijn vakbroeders klaar zijn met de bestudering van het menselijk brein . Er is meer! Er is zo veel in de wereld om te bestuderen, te bewonderen en om nieuwsgierig naar te zijn dat we tijd te kort komen. Wat is dan de aantrekkingskracht van metafysica?...... Mijn brein heeft die nooit ervaren. 02 mrt 2012 Zijn wij ons brein? Herbekijk het debat van Eos Hoe vrij is onze vrije wil? In welke mate worden we gestuurd door onbewuste hersenprocessen en in hoeverre zijn we gedetermineerd door onze genetische opmaak en de ontwikkeling van de hersenen in de vroegste levensfasen? En, als de mens een slaaf is van zijn hersenen, kan een misdadiger dan nog verantwoordelijk geacht worden voor zijn misdrijven? Maar we krijgen vandaag ook steeds meer grip op het brein. Met elektrische stimulatie kunnen we hersenprocessen bijsturen. Wat zijn de beloften van (diepe) breinstimulatie in de strijd tegen depressie, epilepsie, gehoor- en gezichtsverlies? 37 Veel vragen die aan bod kwamen tijdens de derde aflevering van Grijze Cellen, de debatreeks van Eosmagazine in Handelsbeurs Concertzaal in Gent. Eos-redacteur Reinout Verbeke sprak met hersenwetenschapper Dick Swaab en neuroloog Paul Boon over dat fascinerende en complexe kilootje weefsel onder onze schedel. Prof. Dick Swaab is emeritus hoogleraar neurobiologie aan de Universiteit van Amsterdam en was dertig jaar lang directeur van het Nederlands Instituut voor Hersenonderzoek. Hij voert nog altijd onderzoek aan de Amsterdamse universiteit en aan Zhejiang University Medical School in Hangzhou (China). Hij schrijft voor een breed scala aan kranten en tijdschriften: van Nature tot NRC Handelsblad. Uit zijn columns voor NRC ontstond zijn ‘everseller’ Wij zijn ons brein. Van baarmoeder tot alzheimer, waarvan intussen meer dan 300.000 exemplaren zijn verkocht. Prof. Paul Boon is diensthoofd neurologie in het UZ Gent en directeur van het Instituut voor Neurowetenschappen aan de Gentse universiteit. Hij en zijn team doen onderzoek naar epilepsie, slaapstoornissen en de beeldvorming van de hersenen. Daarnaast voert hij studies uit naar het mechanisme van diepe hersenstimulatie in de strijd tegen epilepsie, parkinson en depressie. Lezing Dick Swaab Dick Swaab legt uit waarom wij ons brein zijn en waarom we geen vrije wil hebben. Zijn argumenten gaan van de veelbepalende fase in de baarmoeder tot experimenten die bewezen dat we ons pas een halve seconde tot zeven seconden later bewust worden van de beslissingen die onze hersenen al hebben genomen. http://www.youtube.com/watch?v=YSf7Y2QQyks&feature=player_embedded Lezing Paul Boon Paul Boon bespreekt de vormen van neuromodulatie, en vooral elektrische hersenstimulatie. En hoe die laatste aandoeningen als epilepsie, parkinson of depressie kan wegnemen of verzachten. Boon maakt duidelijk waar de hersenen ‘plastisch’ zijn. http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=Wq-HibkLzx8 Mag een zwangere vrouw roken of drinken? Als onze geestelijke en lichamelijke gezondheid zo sterk bepaald worden in de baarmoeder, lijkt het logisch dat medicijnen of alcohol daar veel kwaad kunnen doen. http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=rzUTx6JucX4 Ontstaat obesitas in de baarmoeder? In 1944 hadden de Duitsers het voedseltransport naar het westen van Nederland afgesloten. De Hongerwinter, zoals die periode wordt genoemd, is een interessante wetenschappelijke case geworden. De kinderen die in die periode zijn geboren hadden gemiddeld een lager geboortegewicht. En dat had gevolgen voor hun latere ...leven. Prof. Dick Swaab ondervond het aan den lijve. http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=4RoY75ZGDoU Kiezen we er zelf voor om gelovig te zijn? Ook vatbaarheid voor geloof wordt in het DNA vastgelegd. Het specifieke geloof wordt dan tijdens de eerste levensjaren ingeprent. http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=sFnxX2K-8E0 38 Is een misdadiger verantwoordelijk voor zijn eigen daden? Ons strafrecht is georganiseerd volgens de vrije wil. Een dader van een misdrijf wordt – tenzij hij ontoerekeningsvatbaar wordt verklaard – gestraft omdat hij verantwoordelijk is voor dat misdrijf. Maar als de vrije wil niet bestaat, staat de schuldvraag ter discussie en is iedereen bij wijze van spreken ontoerekeningsvatbaar. Moeten we het strafrecht aanpassen? Moeten pedofielen en psychopaten gestraft of behandeld worden? http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=Ejmo4epWyb0 De Hersenbank Dick Swaab startte in 1985 de Nederlandse Hersenbank op. Daar wordt hersenweefsel van overleden personen verzameld die zich bij leven als hersendonor hebben geregistreerd. Het hersenweefsel van donoren met diverse hersenaandoeningen maar ook van neurologisch gezonde donoren gaan naar meer dan 25 onderzoeksgroepen uit de hele wereld. http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=rUzocBTqzwk DICK SWAAB.docx brein en evo beeldmateriaal\Swaab de morgen.pdf ..\taking aim at free will.pdf 39