Veterinaire apotheek

advertisement
Veterinaire apotheek
Farmacokinetiek
Farmacokinetiek
• Hoe wordt een geneesmiddel opgenomen,
omgezet en uitgescheiden door het lichaam?
Diergebonden variatie:
Diersoort
Ras
Leeftijd
Ziekteproces
Conditie
Geslacht
Farmacokinetiek
• Belangrijkste
transportmedium
medicijnen in het
lichaam
• Bloed!
Farmacokinetiek
• Beschikbaarheid diergeneesmiddel hangt af
van opnamesnelheid.
– Toedieningswijze
• IV, IM, oraal
– Toedieningsvorm
• Toevoegingen geneesmiddel
– Adrenaline vertraagt opname na i.m. injectie
– Dimethylsulfoxyde aan huidpreparaat versnelt opname
– Dosering
– Doseringsinterval
Farmacokinetiek
• Verdeling stof over het lichaam afhankelijk van
– Eigenschap geneesmiddel
• Lipofiel → ophoping in vetweefsel
– Eigenschap van het weefsel
• pH ↓ bij ontsteking
bloed-hersenbarrière (BHB)
Farmacokinetiek
• Metabolieten
– Stoffen die in het lichaam worden gevormd als het
diergeneesmiddel wordt omgezet
• Soms is de metaboliet “het medicijn”.
– Bijvoorbeeld prednison→prednisolon
• Soms is de metaboliet juist niet meer werkzaam
Farmacokinetiek
• Uitscheiding
– Belangrijke rol voor lever en nieren
– Enterohepatische kringloop!
– Afhankelijk van
•
•
•
•
Oplosbaarheid (vet, water)
Transport
Stapeling in vet
Halfwaardetijd
Enterohepatische kringloop
Dosering
• MEC – minimaal effectieve concentratie
• MTC – minimaal toxische concentratie
• Therapeutische index
– Verschil tussen MEC en MTC
– Breed ↔ smal
Dosering
• Afhankelijk van
– MEC
– MTC
– Snelheid van omzetting/uitscheiding
• Hierdoor verschil in
– Aantal mg/kg
– Doseringsinterval
Dosering berekening
• Tips
– Bepaal het gewicht van het dier (a)
– Kijk naar het doseringsvoorschrift van het medicijn: vaak mg
werkzame stof/ kg dier (b)
– Bepaal nu hoeveel mg werkzame stof het dier nodig heeft  (a)
(b)  (c)
– Kijk naar de hoeveelheid werkzame stof in het medicijn: vb. dit
middel bevat ….mg werkzame stof/ml oplossing (d)
– Bepaal nu hoeveel ml het dier nodig heeft  (c) : (d)
x
Algemeen Dagblad:14-11-07
Toedieningswijzen
• Toedieningswijzen
afhankelijk van
–
–
–
–
–
–
–
–
Diersoort
(aantal) Patiënt(en)
Snelheid werking
Diergeneesmiddel
Oorzaak van de ziekte
Gezondheidstoestand
Hoeveelheid medicijn
Praktisch uit te voeren?
Toedieningswijzen
• Belangrijke vraag?
Lokaal (topicaal)
of
Systemisch (oraal, rectaal, parenteraal)
Hoe komen medicijnen op de plaats waar
ze moeten werken?
• Topicaal: direct op de plek
• Oraal: uit darm naar het bloed (maagzuur,
eiwitsplitsende enzymen, poortader, lever)
• Rectaal
• Parenteraal: via het bloed overal (eiwitsplitsende
enzymen), behalve waar geen bloedvaten zijn en
waar barrière’s zijn
Lokaal / Topicaal
• Toedienen op huid, oor of oog
• Voordelen?
• Nadelen?
Topicaal – huid
• Crème
• Zalf
• Spray
– Werkzame stof + drijfgas
+ soms kleurstof
(waarom?)
– Lees goed de
gebruiksaanwijzing!
(hoeveel, afstand, etc)
• Wassing
• Druppel
Topicale toediening
• Opname is afhankelijk van:
– dikte van de huid
– eigenschappen van de werkzame stof (lipofiele
karakter)
– keratolytica
– mate van hydratie van de huid
– temperatuur en vochtigheid van de omgeving
Créme
• Emulsie
– Mengsel olie en water
– Emulgatoren
– Olie-in-water-emulsie – O/W
• Te verdunnen met water
• Hydrofoob
– Water-in-olie-emulie – W/O
• Te verdunnen met olie
• Hydrofiel
Zalf
• Alleen vet
– Meestal bij droge huidaandoening
– Trekt minder snel in dan crème
– Blijft langer aanwezig
• Uitzondering
– Waterhoudende zalf
– Wolvet en vaseline
Topicaal – oor
•
•
•
•
Trommelvlies!
Ototoxiciteit
Druppels
Zalf
Topicaal – oog
•
•
•
•
Niet irriterend
Steriel
Druppels
Zalf
– Vloeibaar
• Gel
Lokaal – uierinjector
•
•
•
•
Melkkoeien
Mastitis
Droogzetter
Wachttijd melk!
Orale toediening
• Voordelen
– Gemak
• Nadelen
– Is de gewenste dosis bereikt?
(braken, opname in de darmen, ziekte)
– Neemt een ziek dier minder op?
• Verstoring darmflora:
– Door welke groep medicijnen?
Vormen van orale toediening
•
•
•
•
•
•
•
Tablet/bolus:
Dragee:
Capsule:
Poeder:
Granulaat:
Vloeistof:
Pasta:
samengeperst poeder
tablet met coating
gelatine-omhulsel
los poeder
korrels (isogel®)
drank/siroop/pasta (voordelen?)
poeder in emulsie
• Door het voer (voorbeeld?)
• Door het water
• Topdressing
Keuze van de toedieningsvorm
A:
B:
C:
VRAGEN:
1. Bij welk medicijn is de kans op maagklachten het
grootst?
2. Welk medicijn kan gebruikt worden voor het
toedienen van medicijnen die anders bijvoorbeeld
in de maag worden verteerd?
3. Welk medicijn kan eventueel gebruikt worden voor
het toedienen van medicijnen die anders door de
lever worden afgebroken?
Medicijnen
• pillen/tabletten:
– medicinale stof en bindmiddel
– bittere bijsmaak
– Oraal
• capsules:
– medicinale stof in omhulsel
– omhulsel lost onder bepaalde omstandigheden op
– oraal
• zetpillen:
– Zetpillen medicinale stof en wasachtige stof die
gemakkelijk smelt in een warmere omgeving
– Rectaal/anaal (via de anus) toedienen
Rectale toediening
• Klysma
• Zetpil (Stesolid®)
• Rectiool: vb Microlax (laxans)
Rectale toediening
Groepsmedicatie
• Topdressing
• Drinkwater medicatie
• Aërosol
Parenterale toedieningsvormen
• Buiten maagdarmkanaal om
• s.c. / i.d. / i.m. / i.v. / i.p. / i.a.
•
•
•
•
•
Hoe gebruik ik de spuit?
Hoe snel wordt het medicijn opgenomen?
Voorbeelden?
Voor- en nadelen?
Waar op het lichaam?
Injectieplaatsen
• Injectieplaatsen
• I.M.
• I.V.
Overige injectie-technieken
•
•
•
•
•
•
•
Epiduraal = toediening in epidurale ruimte
Intradermaal/intracutaan
Epiduraal
Intracardiaal = toediening in het hart
Intracerebraal = toediening in de hersenen
Intracraniaal = toediening binnen de schedel
Intratracheaal = toediening in de trachea
(luchtpijp)
• Intrathoracaal = toediening in de borstholte
Bijwerkingen
Ongewenste of niet bedoelde effecten die optreden
bij een medische behandeling
3 categorieën:
– Toxische werking: geeft beschadiging van het lichaam
• Bv ototoxiciteit (gentamycine), nefrotoxiciteit,
tandontwikkeling
– Allergische werking:
melding in paspoort
geeft allergische reacties 
– Verstorende werking: schadelijk, lichaamseigen stoffen
worden verstoord, bv maagdarmflora
Contra-indicaties
• Bij sommige aandoeningen kan het gebruik van
geneesmiddelen de situatie verergeren.
Deze geneesmiddelen mogen dan juist NIET worden
toegepast bij deze patiënten. Dit heet een "contraindicatie“
Bijvoorbeeld:
–
–
–
–
suikerziekte
verslechterde lever- of nierfunctie
zwangerschap
leeftijdsgroep (jonge dieren)
Complicaties
• Diersoort en rasspecifieke problemen
• Overgevoeligheid, allergie
• Doseringsfouten
• Abcesvorming / spuitplek
• Verkeerde toediening (IV in plaats van IM)
• Houdbaarheidsproblemen
• Verkeerd geneesmiddel!
Download