Wetgeving - Mediarte

advertisement
Wetgeving
Elke organisatie dient een aantal wettelijke verplichtingen in
verband met welzijn op het werk na te leven. De verplichtingen
kunnen technisch, organisatorisch, administratief of gedragsgericht
van aard zijn en richten zich tot alle betrokken partijen.
De welzijnswet en de codex
De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de
werknemers bij de uitvoering van hun werk, kortweg de
“welzijnswet”, is de basiswet op het vlak van de veiligheid en de
gezondheid op het werk. De uitvoeringsbesluiten ervan zijn
gebundeld in de Codex over het welzijn op het werk.
De Codex is als volgt gestructureerd:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Algemene Beginselen
Organisatorische structuren
Arbeidsplaatsen
Omgevingsfactoren en Fysische Agentia
Chemische, Carcinogene, Mutagene en Biologische Agentia
Arbeidsmiddelen
Individuele uitrusting
Bijzondere werknemerscategoriën en werksituaties.
De volledige wetteksten en meer informatie vind je op de
website van de Federale Overheidsdienst Welzijn, Arbeid en
Sociaal Overleg.
ARAB
Het Algemeen Reglement Arbeidsbescherming, kortweg ARAB,
bevat uitvoeringsbesluiten uit de periode 1847 tot 1993 en wordt
momenteel stapsgewijs vervangen door de Codex. Dit betekent
echter niet dat het ARAB irrelevant is; o.a. voor bijzondere
bepalingen inzake hoogwerkers, personenliften en voorzorgen
tegen brandgevaar, die nog niet zijn overgeheveld naar de Codex,
moet je het ARAB raadplegen.
De volledige wetteksten en meer informatie vind je op op de
website van de Federale Overheidsdienst Welzijn, Arbeid en
Sociaal Overleg.
Reglementen en normen
Naast de federale wetgeving (welzijnswet, codex, ARAB, …) is bij
een productie ook van belang om regels op gewestelijk en
gemeentelijk niveau te respecteren, denk bv. aan je
milieuvergunningen en het gemeentelijk politiereglement.
Bij de aanschaf en het gebruik van materiaal moet er rekening
worden gehouden met gezondheid en welzijn van zowel personeel
als publiek.
De waarborging van het welzijn van personeel moet kaderen
binnen een Dynamisch Risicobeheersingssysteem (DRBS), zoals
voorzien in de welzijnswet en de Codex. Toezicht hierop gebeurd
door de FOD WASO. De bescherming van publiek is dan weer
gelinkt aan productveiligheid, toezicht hierop gebeurd door de FOD
Economie.
Normen en reglementen kunnen een hulpmiddel zijn, keuringen
geven aan of een installatie of evenement al dan niet voldoet aan
bepaalde normen en wetgeving.
Systematische Aanpak
Veilig werken begint bij een brede kijk op gevaren, risico’s en
preventie en een systematische aanpak. Elke organisatie moet
hiervoor een Dynamisch Risicobeheersingssysteem (DRBS)
implementeren, dat maximaal geïntegreerd word in het
ondernemingsbeleid. Risicoanalyses vormen een cruciaal deel van
het DRBS. Lees meer over het welzijnsbeleid.
1. Een brede kijk: De Welzijnsdomeinen
Veiligheid is maar één van de 7 welzijnsdomeinen, die in art. 4 van
de welzijnswet worden gedefinieerd en welzijn moet worden
nagestreefd door maatregelen die betrekking hebben op de:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
arbeidsveiligheid
bescherming van de gezondheid van de werknemer
psychosociale belasting veroorzaakt door het werk
ergonomie
arbeidshygiëne
verfraaiing van de werkplaatsen
maatregelen inzake leefmilieu met een invloed op 1  6
2. Een systematische aanpak
Het DRBS bestaat uit vier elementen:
4. Act
1. Plan
3.Check
2. Do
Uitwerking van het beleid, de doelstellingen en nodige
middelen (vb. beleidsverklaring);
2.
Programmatie met behulp van methodes (vb.
risicoanalysemethode) en bepaling van de verplichtingen van
betrokkenen;
3.
Uitvoering die wordt vastgelegd in een Globaal Preventieplan
en een Jaaractieplan;
4.
Evaluatie aan de hand van evaluatiecriteria.
1.
Op de site van Prebes vind je hier een uitgebreide presentatie
over.
Op de site van de FOD WASO vind je ook een summier overzicht
3. De Risicoanalyse



Om begripsverwarring te voorkomen, enkele definities:
Gevaar = een intrinsieke eigenschap (bv. geluid, voorwerp,
stof, situatie)
Risico = kans dat schade zich voordoet (bv. doof worden)
Preventie = maatregelen om risico’s te voorkomen en
beperken (bv. oordopjes)
Tijdens een risicoanalyse (RA) worden gevaren geïdentificeerd en
risico’s geïnventariseerd en geëvalueerd. De Codex schrijft een
risicoanalyse voor op drie niveaus:
1.
2.
3.
de organisatie in haar geheel
elke groep van werkposten of functies (bv. rigger,
beeldschermwerker…)
niveau van het individu
Deze risicoanalyses is maken wettelijk verplicht, dit wil niet zeggen
dat ze altijd uitgebreid schriftelijk moet worden vastgelegd. Bij
werken op hoogte, nachtarbeid, psychosociale belasting e.a. is
een specifieke RA nodig. Na een arbeidsongeval of incident moet
de RA steeds worden aangepast.
Om gevaren op te sporen en risico’s te analyseren kan je gebruik
maken van een heleboel bronnen en methodes. Belangrijk is ook
dat bij een risicoanalyse de hiërarchische lijn, de werknemers, de
diensten PBW en het comité PBW betrokken worden.
Betrokkenen Partijen / Taakverdeling
1 . Werkgever
De werkgever is verantwoordelijk voor het welzijnsbeleid in zijn
onderneming en is verplicht de nodige maatregelen te treffen ter
bevordering van het welzijn.
De rol, functie en taken van de werkgever zijn in de wetgeving terug
te vinden in de Codex, Titel I, Hoofdstuk III en worden hier kort
samengevat:





Elke werkgever is verantwoordelijk voor de structurele, planmatige
aanpak van preventie door middel van een dynamisch risicobeheersingssysteem (DRBS).
Het principe van de risico-evaluatie staat hierbij centraal. Het komt
erop aan te onderzoeken aan welke risico’s een werknemer kan
worden blootgesteld.
Na identificatie van de risico’s dient men deze dan te evalueren en
desnoods maatregelen te nemen om risico’s te voorkomen, ze bij
de bron uit te schakelen of te verminderen. In deze gevallen wordt
ingewerkt op het risico zelf.
Daarnaast zijn er ook meer algemene preventiemaatregelen, zoals
de keuze van collectieve beschermingsmiddelen boven individuele.
Het is steeds belangrijk in te werken op de materiële
omstandigheden zelf. Nulrisico bestaat echter niet. Er blijven
restrisico’s over die dan maatregelen in verband met opleiding en
informatie van de werknemers vergen.
Bovendien moet dit beleid geïntegreerd worden in het volledige
management van de onderneming. In dat kader moet ook het
beleid inzake het welzijn van de werknemers regelmatig opnieuw
geëvalueerd worden en moet de werkgever de doelstellingen,
middelen en verantwoordelijkheden voor de realisatie van de
preventie nader bepalen.
De werkgever bepaalt:


De middelen om dit te realiseren
De bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de uitvoerders
2. Hiërarchische Lijn (HL)
Elke persoon die in een onderneming bevoegd is om opdrachten te
geven, maakt deel uit van de hiërarchische lijn. Denk aan
diensthoofden, ploegbazen, projectleiders, directeurs, ..
Van de HL wordt verwacht dat zij:







voorstellen en adviezen formuleren in het kader van het
welzijnsbeleid.
actief meewerken aan risicoanalyses en ongevallenonderzoek
effectieve controle uitvoeren op het correct gebruik van
arbeidsmiddelen, collectieve beschermingsmiddelen, persoonlijke
beschermingsmiddelen. Bv. brandblussers achter gordijnen
verstoppen, lampen ophangen zonder valbeveiliging, onstabiele
constructies maken en kaarsen in decors.
Tijdig het advies inwinnen van de diensten voor preventie en
bescherming. Bv. reeds bij het ontwerp van een studio of decor.
controleren of de verdeling van de taken op een zodanige wijze
geschiedt dat de verschillende taken worden uitgevoerd door de
werknemers die daartoe de vereiste bekwaamheid hebben en de
vereiste opleiding en instructies hebben ontvangen.
waken over de naleving van de instructies
zich ervan vergewissen dat de werknemers de inlichtingen die zij
gekregen hebben in toepassing van de wetgeving inzake het welzijn
van de werknemers bij de uitvoering van hun werk goed begrijpen
en in de praktijk brengen
3. Werknemer
Een werknemer heeft ook verantwoordelijkheden, taken, plichten,
en rechten. Je kan die nalezen in Artikel 6 van de welzijnswet.
Samengevat:
Elke werknemer moet in zijn doen en laten op de werkplek naar zijn
beste vermogen zorg dragen voor het welzijn van zichtzelf en
anderen. Elke werknemer doet dit overeenkomstig zijn opleiding en
de door de werkgeven gegeven instructies. Dit betekent vooral:





machines en toestellen op de juiste manier gebruiken
van beschermingsmiddelen gebruik die hun ter beschikking zijn
gesteld
veiligheidsvoorzieningen van installaties of gebouwen niet
willekeurig uitschakelen, veranderen of verplaatsen
de werkgever en de interne dienst direct op de hoogte brengen van
iedere werksituatie waar een ernstig en onmiddellijk gevaar dreigt
bijstand verlenen bij de uitwerking van een preventiebeleid
Bij ernstig en onmiddellijk gevaar mag een werknemer zijn
activiteiten stoppen en de gevaarlijke zone verlaten, als hij/zij op dat
moment niet de Interne Dienst of de Hiërarchische lijn kan
contacteren en hen nadien zo snel mogelijk op de hoogte brengt.
4. Interne Dienst PBW
De Interne Dienst voor Preventie en bescherming op het Werk (ID
PBW) moet verplicht worden opgericht in elke onderneming. Aan het
hoofd staat een Preventieadviseur. In kleine ondernemingen met
geringe risico’s bestaat de ID PBW vaak enkel uit één
Preventieadviseur. In dat geval kan ook de werkgever kan de rol
van preventieadviseur op zich nemen. Een deel van de taken van
de ID PBW wordt in dat geval (of als in huis de nodige expertise
ontbreekt) overgenomen door de Externe Dienst PBW.
De Diensten voor Preventie en Bescherming op het werk
ondersteunt de werkgever en de werknemers bij de uitvoering van
het preventiebeleid.
5. Preventieadviseur
De Preventieadviseur wordt aangeduid door de werkgever, na
voorafgaand akkoord van het Comité PBW. Afhankelijk van de
grootte en risico’s verbonden aan de activiteiten, moet de
Preventieadviseur een bepaald opleidingsniveau hebben.
Een preventieadviseur is geen veiligheidschef met opgestoken
vingertje. Bv. De controle op het correcte gebruik van persoonlijke
beschermingsmiddelen is een verantwoordelijkheid van de
Hiërarchische Lijn.
De preventieadviseur is, zoals de naam het zegt, een adviseur.
Preventieadviseurs vervullen hun opdracht in volledige
onafhankelijkheid ten opzicht van werkgever en werknemers. Ze
mogen geen nadeel ondervinden van hun activiteiten als
preventieadviseur. Ook de contractuele relatie moet voldoende
garanties voor een duurzame samenwerking bieden.
6. Veiligheidscoördinator
Op evenementen, waar verschillende partijen samenwerken en
andere situaties die lijken op een tijdelijke bouwplaats, moet een
veiligheidscoördinator worden aangesteld en een specifieke
risicoanalyse opgemaakt.
7. CPBW
Het Comité PBW bestaat uit werknemers- en
werkgeversafgevaardigden. De preventieadviseur functioneert als
adviseur en secretaris. In ondernemingen met minder dan 50
werknemers moet geen Comité worden opgericht en worden de
taken van het Comité overgedragen aan de syndicale afvaardiging.
Bij gebrek aan syndicale afvaardiging moeten werknemers
rechtstreeks worden betrokken. Voor rechtstreekse participatie
bestaat een voorbeeldprocedure.
8. Externe Diensten
Elke werkgever moet ervoor zorgen dat zijn organisatie is
aangesloten bij een Externe Dienst PBW. Deze dienst verzorgt o.a.
het medisch onderzoek en ondersteunt de Interne Dienst als binnen
de organisatie de nodige expertise ontbreekt.
Hier vindt je een lijst van erkende Externe Diensten.
Externe Diensten voor Technische Controle controleren
hefwerktuigen, toestellen onder druk, stoomtoestellen en
ioniserende straling. Alle erkende Externe Diensten voor
Technische Controle vindt je op de site van de FOD WASO.
Aansprakelijkheid
In juridische termen betekent aansprakelijkheid ‘het gebonden zijn
aan de rechtsgevolgen van om het even welke daad, nalatigheid of
onvoorzichtigheid’. In gewone mensentaal betekent het
verantwoordelijk zijn voor je daden en dat je de gevolgen ervan
moet dragen. Er zijn twee soorten aansprakelijkheid: de
strafrechtelijke en de burgerlijke aansprakelijkheid.
A. Strafrechtelijke aansprakelijkheid
Strafrecht gaat over regels die, als ze niet nagevolgd worden,
bestraft worden. Een strafrechtelijke fout is dus een fout waarmee je
een inbreuk op de wet begaat. Zo ben je strafrechtelijk aansprakelijk
als je een misdrijf pleegt. Je kan ook tekortschieten aan een regel,
dit kan door op een bepaalde manier te handelen of net niet te
handelen.
Door te verzuimen of na te laten iets te doen kan je immers ook een
regel uit het strafrecht overtreden. Iemand die in nood verkeert niet
helpen, is hiervan een duidelijk voorbeeld. Dat je schuldig bent aan
het niet nakomen van de regel moet bewezen worden: geen straf
zonder schuld. Vanzelfsprekend kan je voor strafrechtelijke fouten
geen verzekering afsluiten.
B. Burgerrechtelijke aansprakelijkheid
De burgerrechtelijke aansprakelijkheid regelt de verhoudingen
tussen burgers onderling. Net als het strafrecht wil het burgerlijk
recht aanzetten tot ‘zorgvuldig handelen’. Daarnaast heeft de
burgerlijke aansprakelijkheid een vergoedend karakter, omdat het
de bedoeling is opgelopen schade te laten herstellen (bij het
strafrecht daarentegen staat het straffen van de dader centraal).
Gelukkig kan iemand die aansprakelijk gesteld wordt voor een
onopzettelijke fout in veel gevallen rekenen op de bescherming door
een verzekering die de schadevergoeding op zich neemt. De
burgerrechtelijke aansprakelijkheid kan opgedeeld worden in
contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid.
1. Contractuele aansprakelijkheid
De organisator van een evenement, een productie-leider, etc… sluit
meestal uiteenlopende contracten of overeenkomsten af. Door die
contracten zijn alle partijen verplicht om elk een of meerdere
prestaties te leveren. Contractuele aansprakelijkheid is
aansprakelijkheid die voortvloeit uit de niet-naleving of een foutieve
uitvoering van een contractuele verbintenis.
Wat is een contractuele verbintenis?




De wet verplicht je tot de correcte uitvoering van een verbintenis of
een overeenkomst.
Een contract is een overeenkomst waarbij een of meerdere
personen zich tegenover een of meerdere personen verbinden.
Het doet er niet toe of het gaat om een geschreven, ongeschreven
of stilzwijgende overeenkomst.
Sommige verbintenissen ontstaan zonder dat er enige
overeenkomst is. Bijvoorbeeld: verbintenis tussen buren, wanneer je
een voorwerp van iemand in bewaring houdt...
D.w.z. dat je contractueel aansprakelijk kan gesteld worden voor
schade aan materiaal dat je geleend of gehuurd hebt
2. Buitencontractuele aansprakelijkheid
Buitencontractuele aansprakelijkheid is de aansprakelijkheid tussen
personen die niet door een contract zijn gebonden.
Het burgerlijk wetboek bepaalt dat ‘diegene die een fout heeft
begaan en daardoor aan een derde schade heeft veroorzaakt, diens
schade moet vergoeden’. Dat geldt niet alleen voor opzettelijke
fouten, maar ook voor nalatigheden. Dat is meteen een van de
gronden voor buitencontractuele aansprakelijkheid.
Als een benadeelde een schadevergoeding eist op basis van
buitencontractuele aansprakelijkheid, moet hij drie elementen
aantonen:



Er is sprake van een fout van de beschuldigde.
De benadeelde ondervindt/ondervond persoonlijke schade.
Er is een oorzakelijk verband tussen de fout en de geleden schade.
De fout
Er is sprake van een fout als iemand een handeling stelt die:


In strijd is met een wettelijk bepaald verbod.
Inhoudt dat een wettelijk bepaalde verplichting niet uitgevoerd
wordt.
In deze gevallen staat de fout vast, tenzij de aansprakelijke die fout
kan rechtvaardigen (bijvoorbeeld door overmacht of een
noodtoestand).
Ook als je niet zorgvuldig en omzichtig genoeg geweest bent, kan je
aansprakelijk gesteld worden voor een fout. Elke burger heeft
immers een ‘zorgvuldigheidsplicht’ die nageleefd moet worden.
Schade
De benadeelde moet het bestaan en de omvang van de schade
kunnen bewijzen. Er moet duidelijk aangetoond worden dat de
belangen van het slachtoffer geschaad werden. Alleen werkelijke,
rechtmatige en persoonlijke schade komt voor vergoeding in
aanmerking.
Causaalverband
De benadeelde moet ook het oorzakelijke verband bewijzen tussen
zijn schade en de fout. Als er schade zou zijn zonder de fout, dan is
er geen causaal verband.
Bron: Dank aan Fuifpunt voor de toestemming tot publicatie op deze
site.
Op Fuifpunt.be vind je ook meer informatie over verzekeringen.
Download