PLANTENWERKGROEP Plant van de maand december 2012: Ruwe berk tekst en foto’s: Martin Soffers Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Familie Bloeiwijze Bloeimaanden Stam Schors Blad Bladrand Habitus Vrucht Verwante soort Wortels Bijzonderheden Ruwe berk Betula pendula Berkenfamilie katjes april en mei wit en kurkranden; Vaak ruitvormige scheuren gegroefd ruitvormig met spitse top dubbel gezaagd tot 30m hoog; open kroon; dunne, afhangende twijgen dubbel gevleugeld nootje Zachte berk (zacht behaard blad en twijgen; gladde schors) wortelt oppervlakkig vaak aangeplant in brandsingels. Deze maand valt er weinig te beleven aan onze kruidachtige planten. Vooral bomen trekken nu de aandacht zoals de Ruwe berk, die opvalt door zijn sierlijke sluiers van dunne, overhangende twijgen. In het landschap, in bossen, parken en tuinen is deze boom een decoratieve verschijning. Samen met de verwante Zachte berk, Els, Haagbeuk en Hazelaar behoort de Ruwe berk tot de Berkenfamilie (Betulaceae). Hangen en staan De Ruwe berk is eenhuizig met aan dezelfde boom mannelijke en vrouwelijke katjes (zie afbeelding). In de katjes zitten eenslachtige bloemen. De mannelijke katjes hangen en bevinden zich in paren of met drie aan het eind van de twijgen. De vrouwelijke katjes staan aanvankelijk rechtop (in de oksel van een schutblaadje), maar bij het rijpen gaan ze hangen en worden dan later hangende vruchtkatjes. In de katjes zitten schubben. Binnen de beschutting van een schubje zitten één tot drie bloemen in een groepje bij elkaar. De mannelijke katjes ontwikkelen zich in de herfst, terwijl de vrouwelijke katjes zich pas in het voorjaar laten zien. De mannelijke katjes zijn 3 tot 6cm lang en de vrouwelijke katjes slechts 1 tot 2cm. Bloeien De start van de bloei is in het begin van de lente en begint vrijwel tegelijk met het ontplooien van de bladeren. De bloei is kort, maar massaal. De schutblaadjes gaan dan open waarbij massa’s gelige bloempjes tevoorschijn komen. Ze geven een overvloed aan stuifmeel af dat met de wind wordt meegevoerd. De wind heeft daarbij vrij spel, omdat er geen hinder is van een bladerdek. Meeldraden De mannelijke bloemen hebben elk twee meeldraden waarvan de helmknoppen twee vrije helmhokjes bezitten. Door een loep lijkt het dan net alsof er vier meeldraden per bloem aanwezig zijn! Twijgen De twijgen zijn meestal bezet met talrijke wratachtige harskliertjes en worden spoedig kaal, maar niet die van de waterloten! Op latere leeftijd gaan ze opvallend hangen en geven de Ruwe berk zijn karakteristieke uiterlijk. De soortnaam pendula (Latijn) betekent dan ook heel toepasselijk hangend. Bladeren Onderzijde bladeren kaal, bladrand dubbel gezaagd, eirond/ruitvormig met een spitse top. Aan de voet meestal wigvormig (afhangende schouders); soms is de bladvoet ook min of meer recht. De bladvorm kan per boom sterk variëren. De steel is vrij lang. De bladeren verkleuren in de herfst vrij snel. Ze vergaan vrij snel waardoor ze de grond verrijken voor andere bomen of struiken. Stam Bast en oude takken zijn wit. Naar boven toe wordt de stam steeds ruwer, maar de schors blijft hoog in de boom opvallend wit. Bij oudere bomen gaat de schors scheuren waardoor zich aan de voet van de stam kurkachtige randen vormen; er verschijnen ook min of meer ruitvormige barsten die voor de Ruwe berk zeer karakteristiek zijn (zie afbeelding). De schors heeft dwarsgeplaatste lenticellen en verweert in horizontale banden. Vruchtjes In de zomer vindt de bevruchting plaats. De vruchtjes rijpen in augustus en september. Vogels zoals mezen eten er graag van. De vruchtjes zien eruit als gevleugelde nootjes. Aan weerskanten van de zaadjes zitten brede, doorschijnende vruchtvleugels die breder zijn dan het vruchtje zelf (zie afbeelding). Door die brede vleugels kunnen de zaadjes over grote afstanden wegwaaien. De schutbladen van de vrucht bezitten teruggekromde, afgeronde zijslippen (zie afbeelding) die niet houtig worden zoals bij de elzenproppen die wel verhoute schutbladen bezitten. Groeiplaats De Ruwe berk houdt van een lichte standplaats. Het is een pionier die in voedselarme, wat zure grond groeit en bovendien goed tegen droogte kan. Deze boom is ook te vinden in natte gebieden en duinvalleien. De Zachte berk heeft meer voorkeur voor een natte bodem. Wetenswaardigheden In de kroon van een Berk groeien vaak heksenbezems, een wirwar van twijgen die op verwaaide vogelnesten lijken. Deze wildgroei wordt veroorzaakt door een schimmel die de boom prikkelt tot aanmaak van een overmatige vertakking. De zwam ontwikkelt zich verder in de nieuwe takjes en maakt daar sporen aan. Ook een galmijt kan de oorzaak zijn van kleine heksenbezems. Berken worden vaak aangeplant in brandsingels rond naaldbomen, omdat dit hout (loofhout) minder brandbaar is dan naaldhout.