7 Verslag vijfde lezing VJPP

advertisement
1
Verslag vijfde lezing VJPP
2
Anouk Oude Hergelink
3
Op 23 februari 2017 vond de vijfde lezing van de Vereniging Jonge Professionals
4
Personenschade (VJPP) plaats in de Markthal in Rotterdam. Professor S.D. Lindenbergh,
5
hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, sprak in zijn lezing ‘Tranen met duiten’ over
6
smartengeld en shock- en affectieschade.
7
Lindenbergh startte met een uitleg van het systeem van smartengeld. De wet bepaalt de
8
gevallen waarin recht bestaat op smartengeld. Met name de situatie waarin een benadeelde
9
recht heeft op smartengeld omdat hij 'op andere wijze in zijn persoon is aangetast' (art. 6:106
10
sub b BW) heeft tot jurisprudentie geleid. Het oplopen van (louter) geestelijk letsel valt onder
11
deze categorie. In dit kader geldt dat enkel psychisch onbehagen in beginsel onvoldoende
12
wordt bevonden om aanspraak te maken op smartengeld. Uit jurisprudentie volgt dat hiervan in
13
het algemeen slechts sprake is in het geval van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld.
14
Overigens is het onder omstandigheden denkbaar dat ook een zakelijk geschil kan leiden tot
15
psychische beschadiging en van zodanige aard dat van aantasting van de persoon gesproken
16
kan worden. Lindenbergh onderstreept dat wanneer aan de voorwaarden is voldaan van
17
geestelijk letsel, de 'volwaardige letselschade', inclusief vermogensschade, voor vergoeding in
18
aanmerking komt. Vaak wordt onterecht gedacht dat alleen smartengeld vergoed dient te
19
worden. Schending van persoonlijkheidsrechten is een andere categorie van 'andere
20
persoonsaantasting' van art. 6:106 sub b BW. Een van de bekendste voorbeelden is het Baby
21
Kelly-arrest, waarin opnieuw is bevestigd dat recht op smartengeld kan bestaan wanneer een
22
persoonlijkheidsrecht is aangetast, ook zonder dat sprake is van geestelijk letsel. Ook
23
integriteitsschade bij schending van informed consent in de medische wereld kan als een
24
schending van een persoonlijkheidsrecht worden beschouwd.
25
Ten aanzien van de omvang van het smartengeld merkte Lindenbergh op dat de termen
26
'redelijkheid' en 'billijkheid' vaak ten onrechte door elkaar gebruikt worden. De wet spreekt enkel
27
over het naar billijkheid vaststellen van een gepaste smartengeldvergoeding. Bij de vaststelling
28
van de omvang van een billijke smartengeldvergoeding dient rekening gehouden te worden met
29
alle omstandigheden van het geval, waarbij de nadruk ligt op de aard en ernst van het letsel.
30
Aan de hand daarvan moet vergeleken worden met andere gevallen. De aard van de gedraging
31
en het daardoor geschokte rechtsgevoel van de benadeelde spelen slechts een rol in de marge,
1
32
net als persoonlijke omstandigheden van de benadeelde (zoals bijzondere getroffenheid in werk
33
en hobby’s). Aan de hand van een overzicht met voorbeelden liet Lindenbergh zien dat de
34
smartengeldbedragen na het bekende AMC-arrest in 1992 nauwelijks gestegen zijn en de
35
geldontwaarding niet bijgehouden is. Er wordt nagedacht over vaststelling van smartengeld op
36
een andere wijze, maar dit heeft nog geen navolging gekregen.
37
Lindenbergh besprak ook de thematiek van shockschade en affectieschade. Met shockschade
38
wordt gedoeld op psychische schade die is opgelopen doordat iemand een ernstig ongeval
39
heeft waargenomen, of direct is geconfronteerd met de heftige gevolgen daarvan. Lindenbergh
40
waarschuwde voor gebruik van de term ‘shockschade’, aangezien shockschade niets met
41
‘shock’ en niets met ‘schade’ te maken heeft. De term ‘shock’ is enkel terug te leiden naar een
42
medisch syndroom waarbij – kort gezegd – de toevoer van bloed naar hart, hersenen en andere
43
organen tekortschiet. Van een shock in de medische zin van het woord hoeft lang niet altijd
44
sprake te zijn bij confrontatie met (de gevolgen van) een ongeval. Daarnaast kent de wet louter
45
‘vermogensschade’ en ‘ander nadeel’. Ten onrechte wordt shockschade vaak neergezet als een
46
aparte categorie van schade. Bij schade door schrik komt zowel vermogensschade als ander
47
nadeel voor vergoeding in aanmerking.
48
Vergoeding van affectieschade, smartengeld door kwetsing of overlijden van een naaste, kent
49
inmiddels een lange weg. Lindenbergh besprak de reeds afgelegde politieke route en de
50
mogelijkheid die het Schadefonds Geweldsmisdrijven al kent voor vergoeding van
51
affectieschade. Dit kan alleen in het geval van een opzettelijk gepleegd misdrijf of bij dood door
52
schuld. Het is afwachten wanneer er weer een nieuw (politiek) hoofdstuk toegevoegd wordt aan
53
deze discussie.
54
De lezing op 23 februari werd, net als alle andere VJPP-lezingen, afgesloten met een gezellige
55
borrel.
56
De VJPP is gericht op professionals tot 40 jaar, werkzaam in de wereld van de personenschade
57
in de brede zin van het woord. Binnen een jaar na oprichting hebben bijna 300 professionals,
58
onder meer advocaten aan verzekeraar- en slachtofferzijde, belangenbehartigers, medewerkers
59
van (rechtsbijstand)verzekeraars, schaderegelaars, arbeidsdeskundigen en rekenkundigen zich
60
aangesloten.
2
61
De VJPP organiseert vier keer per jaar een vakinhoudelijke lezing met borrel. Interesse?
62
Verdere informatie en aanmelden voor de vereniging en de lezing kan via www.vjpp.nl.
3
Download