Limburg gaat voor `Cradle to Cradle`

advertisement
Cradle to Cradle in Limburg
Bereikbaar en Duurzaam Limburg
In Limburg is het C2C-concept in 2007 breed opgepakt, als eerste in de regio Venlo. Sindsdien is C2C hier bezig
met een niet te stuiten opmars. Opmerkelijk daarbij is het brede enthousiasme voor C2C op alle schaalniveaus en bij
alle doelgroepen. Zowel bij kleinere als grote bedrijven, NGO’s, (koepel)organisaties, gemeenten en Provincie. Het
gaat om projecten gericht op producten, productieprocessen, gebiedsontwikkeling, uitvoering van evenementen,
ontwerpen van gebouwen, infrastructuur en onderwijs. Wij denken dat Limburg daarin uniek is in Nederland en
Europa. De betrokken partijen werken vanuit de basisprincipes en het mission statement voor C2C, in Limburg
ontwikkeld in samenwerking met McDonough en Braungart.
De Provincie Limburg wil bij ontwerpers, ontwikkelaars, bedrijven en andere organisaties de Cradle to Cradle
formule promoten en laten zien dat het in alle opzichten goed is om te investeren in deze wijze van duurzaam
ontwikkelen. Waar mogelijk faciliteert en coördineert de Provincie deze ontwikkelingen.
Limburg gaat voor ‘Cradle to Cradle’
Limburg mission statement en basisprincipes Cradle to Cradle
De Provincie Limburg wil koploper worden in Nederland en de Euregio op het gebied van de toepassing van het
C2C-principe. Hiertoe geeft de Provincie een eigen invulling (raamwerk) aan C2C.
Het “Cradle to Cradle”-raamwerk Provincie Limburg houdt in:
„„
wij zijn verbonden met onze omgeving en handelen daarnaar;
„„
ons afval is ons voedsel;
„„
de zon is onze energieleverancier;
„„
onze lucht, bodem en water zijn gezond;
„„
wij ontwerpen voor het welzijn van alle generaties;
„„
wij zorgen voor genietbare mobiliteit.
De Provincie kiest in de uitwerking van duurzame ontwikkeling voor het toepassen van C2C en
onderscheidt de volgende speerpunten:
„„
kennisontwikkeling en kennisverspreiding;
„„
duurzame gebiedsontwikkeling;
„„
duurzaam bouwen en wonen;
„„
duurzaam produceren.
Voor meer informatie:
Paul Levels, Afdeling Milieu en Duurzame Ontwikkeling,
E-mail: [email protected],
Telefoon: +31 (0)43 389 77 26
www.limburg.nl
8259 oktober 2008
Duurzaam ontwikkelen
Duurzaam ontwikkelen is één van de hoofdlijnen van het beleid van de Provincie Limburg. Op basis van het coalitieakkoord ‘Investeren en Verbinden’ loopt duurzaam ontwikkelen als een rode draad door de uitvoeringsprogramma’s
heen. De Provincie sluit hiermee aan bij de inspanningen van wetenschap, bedrijfsleven en maatschappelijke groeperingen om slimme, constructieve en maatschappelijk breed gedragen oplossingen aan te dragen.
Bij duurzaam ontwikkelen gaat het om het verbinden van ecologische, economische en sociale belangen, voor
zowel de huidige als de toekomstige generaties. Hierbij is van belang om een balans tussen deze drie domeinen
te vinden. Het is een breed begrip, en omvat alle ontwikkelingen - op technisch, economisch, ecologisch of sociaal vlak - die bijdragen aan een wereld die efficiënter, zuiniger en op lange termijn beter omgaat met de waarden
op aarde.
Duurzaam ontwikkelen wordt op verschillende manieren ingevuld, afhankelijk van doelgroep en schaalniveau.
Voor het bedrijfsleven gaat het om maatschappelijk verantwoord ondernemen, waaronder wordt verstaan het leveren van concurrerend geprijsde goederen en diensten, die in de behoeften van de mens voorzien en die kwaliteit en comfort aan het leven geven. Tegelijkertijd worden de milieubelasting en het grondstof- en energiegebruik
door de levenscyclus en in de keten gereduceerd tot een niveau dat tenminste in balans is met de draagkracht
van de aarde. Het op deze wijze ondernemen bevordert de innovatie en geeft toekomstwaarde aan bedrijven
en producten.
Cradle to Cradle
Een zeer ambitieuze vorm van duurzaam ontwikkelen
is het concept van ‘Cradle to Cradle’ (letterlijk: van wieg
tot wieg), dat uitgaat van de gedachte ‘in plaats van minder slecht, meteen goed doen’. De centrale gedachte
is, dat alle gebruikte materialen na hun leven in het ene
product, nuttig kunnen worden ingezet in een ander product. Het verschil met conventioneel hergebruik en nuttige toepassing van afval is, dat er (in het ideale geval)
geen kwaliteitsverlies is en er geen restproducten zijn
die alsnog gestort of verbrand worden. Deze kringloop
noemen we ‘afval = voedsel’. Het C2C-concept richt
zich sterk op het gebruik van (grond)stoffen in producten en productieprocessen, en daardoor vooral op de
industriële sector.
Het C2C-concept wordt bovendien toegepast in het ontwerpen van gebouwen, waarbij een link gelegd wordt
met energie- en watergebruik. Het streven hierbij is dat
een gebouw met behulp van zonne-energie volledig in
zijn eigen energiebehoefte voorziet en zelfs nog energie aan andere gebouwen kan leveren. Dit gaat veel
verder dan het huidige streven naar energiezuinige gebouwen.
Het C2C-concept slaat goed aan bij het bedrijfsleven,
omdat het vanuit zijn gedachtegang staat voor economische ontwikkeling en kosten-effectieve oplossingen. Dit
in tegenstelling tot het imagoprobleem van duurzame
ontwikkeling, waarbij vaker gedacht wordt dat de economische groei beperkt moet worden vanwege de negatieve effecten ervan op het milieu.
Het C2C-concept is ontwikkeld door de ontwerper
William McDonough en de chemicus Michael Braungart. Hun ideeën zijn gepubliceerd in het boek ‘Cradle to
Cradle: Remaking the way we make things’. Toepassing
van het concept kan een economische en ecologische
revolutie betekenen bij het ontwerpen en maken van
producten en bouwwerken.
McDonough en Braungart denken in cycli: de ecologische kringloop en de technologische kringloop. Als deze
cycli op de juiste wijze worden toegepast, wordt het ecologische systeem niet vervuild en raken de voorraden
niet uitgeput. Dit concept biedt grote innovatieve en
economische kansen voor het bedrijfsleven. De burger
als consument, inwoner en werknemer kan hiervan op
allerlei manieren profiteren.
Bij Cradle to Cradle wordt de nadruk gelegd op het creëren van eco-effectieve oplossingen. Dit kan een langere
aanloopfase vergen, maar het voordeel van de oplossingen in termen van duurzame ontwikkeling (dus zowel
voor ecologie als economie als sociale aspecten) is op
de langere termijn groter. C2C vereist ‘toekomstdenken’
en leiderschap in termen van nu durven investeren en innoveren voor de winst van later.
De technologische kringloop
De toepassingen van de Cradle to Cradle principes zijn onder te verdelen in 3 sporen:
Productieprocessen en producten
Cradle to Cradle producten dienen aan drie vereisten te voldoen:
„„
de materialen dienen volkomen veilig te zijn voor mens, plant en dier;
„„
de materialen moeten met kwaliteitsbehoud later (in de afvalfase) opnieuw gebruikt kunnen worden in de
biosfeer (ecologische kringloop) of de technosfeer (technologische kringloop);
„„
het product moet gemakkelijk te ontmantelen zijn, zodat de materialen aan hun volgend leven kunnen
beginnen.
Wereldwijd zijn multinationals met de ontwerpcriteria van Cradle to Cradle aan de slag gegaan. Het blijkt dat Cradle
to Cradle producten en productieprocessen haalbaar zijn.
Cradle to Cradle productieprocessen worden eenvoudiger, gebruiken minder energie en grondstoffen, leveren
minder en beter herbruikbare afvalstoffen op en zijn zodoende minder kostbaar.
Minder grondstoffen leveren meestal minder afvalstoffen op. Het behandelen is eenvoudiger en goedkoper, doordat
in principe ecologisch verantwoorde materialen gebruikt worden. Hergebruik van materialen die hun volwaardige
kwaliteit behouden is ook economisch aantrekkelijk.
Bouwprocessen, gebouwen en gebouwde omgeving
In de architectuur en stedenbouw zoekt Cradle to Cradle zoveel mogelijk aansluiting bij de ontwerpuitgangspunten,
zoals we die in natuurlijke ecosystemen aantreffen. Vanaf het begin van de ontwerpfase wordt gekeken
naar de meerwaarde die natuurlijke materialen, (energie)bronnen en ecosystemen kunnen hebben voor de
vastgoedontwikkeling.
Cradle to Cradle gebouwen geven zuurstof af en nemen CO2 op. Ze zuiveren water en lucht, veranderen elk
seizoen van kleur, creëren microklimaten en genereren door gebruik en opslag van zonne-energie en aardwarmte
meer energie dan ze zelf nodig hebben.
Gebouwen worden ontworpen met aandacht voor de gezondheid van de mensen die erin wonen en werken, met
respect voor de omgeving. Gebruik van daglicht heeft de overhand en kunstmatig licht wordt zoveel mogelijk
beperkt. Natuurlijke luchtcirculatie vervangt zoveel mogelijk de airconditioning. Deze maatregelen sparen energie
en bevorderen de gezondheid van bewoners.
De bouwmaterialen zijn ecologisch verantwoord en zoveel mogelijk herbruikbaar. Het gebruik van water
wordt afgestemd op de leefomgeving, zowel binnen als buiten het gebouw.
Gebiedsontwikkeling
De ecologische kringloop
Bij de huidige aanpak van milieuproblemen en het zoeken naar duurzame oplossingen ligt nog te vaak de nadruk op het verbeteren in kleine stapjes waarmee de
efficiëntie van productieprocessen en producten wordt
verbeterd. Niet slecht natuurlijk, maar zo blijven echt innovatieve (doorbraak) technologieën te lang op de plank
liggen en verloopt de marktpenetratie langzaam.
In Limburg streven we ernaar om ruimtelijke, beeldbepalende ontwikkelingen te ontwerpen en uitvoeren vanuit de
principes van Cradle to Cradle. Belangrijk uitgangspunt bij gebiedsontwikkeling is, dat al bij de ontwerpfase wordt
uitgegaan van de dynamiek en kracht van het gebied en de verschillende schaalniveaus van kringlopen en sociale
energie. In het creatief ontwerpproces wordt de zogenaamde ‘lagen-benadering’ toegepast. Zodoende ontstaan
binnen de gebiedsontwikkeling ingepaste kringlopen van bijvoorbeeld energie, water, grondstoffen en materialen.
Cradle to Cradle principes zorgen zodoende voor:
„„
het verbinden van de bouwkundige elementen met het gebied, de fysieke onderlaag;
„„
het verbinden van de stromen/netwerken in het gebied (water, lucht, voedsel, energie) met de functies in het
gebied, de netwerklaag;
„„
het verbinden van de bewoners en gebruikers met de stromen/netwerken en de functie, door samenwerking en
samenhang: de occupatielaag.
Download