File

Naam leerling: ……………………………………………………………..……………....
Vak: Biologie
Klas: …….. Nr.: ..…………
Schooljaar: 2014 - 2015
Datum: ……-11-2014
Naam leerkracht: S. Henderieckx
/10
Titel: Het dierenrijk
VRAAG 1: Geef een synoniem.
/2
Gewervelde dieren: ...............................................................................
Weekdieren: ..........................................................................................
VRAAG 2: Meerkeuzevragen.
/4
1.
De algemene kenmerken van de neteldieren zijn:
o
Veelzijdig symmetrisch, niet gesegmenteerd, geen harde delen, ongelede aanhangsels, wormachtige (rond)
lichaamsvorm , vastzittend
o
Veelzijdig symmetrisch, niet gesegmenteerd, geen harde delen, ongelede aanhangsels, gevarieerde
lichaamsvorm , vastzittend en vrij bewegend
o
Veelzijdig symmetrisch, niet gesegmenteerd, geen harde delen, ongelede aanhangsels, gevarieerde
lichaamsvorm , Vrij bewegend
2.
De algemene kenmerken van de ronde wormen zijn:
o
Tweezijdig symmetrisch, niet gesegmenteerd, geen harde delen, geen aanhangsels, wormachtige (rond)
lichaamsvorm, vrij bewegend
o
Veelzijdig symmetrisch, niet gesegmenteerd, geen harde delen, geen aanhangsels, wormachtige (afgeplat)
lichaamsvorm, vrij bewegend
o
Tweezijdig symmetrisch, niet gesegmenteerd, geen harde delen, geen aanhangsels, wormachtige (rond)
lichaamsvorm, vastzittend
3.
De algemene kenmerken van de stekelhuidigen zijn:
o
Asymmetrisch, niet gesegmenteerd, stevige huid met stekels, ongelede aanhangsels of geen aanhangsels,
gevarieerde lichaamsvorm, vastzittend of vrij bewegend
o
Veelzijdig symmetrisch, niet gesegmenteerd, uitwendig hard pantser, ongelede aanhangsels of geen
aanhangsels, gevarieerde lichaamsvorm, vastzittend of vrij bewegend
o
Veelzijdig symmetrisch, niet gesegmenteerd, Stevige huid met stekels, ongelede aanhangsels of geen
aanhangsels, gevarieerde lichaamsvorm, vastzittend of vrij bewegend
4.
Bekijk het cladogram, welke stammen zijn nauw verwant met de gelede wormen?
o
Geleedpotigen en weekdieren
o
Geleedpotigen, weekdieren en ronde wormen
o
Ronde wormen en Platwormen
VRAAG 3: Duid met een groene stip op het cladogram aan waar de laatst gemeenschappelijke
voorouder van de holtedieren, sponzen, platwormen en ronde wormen zich bevindt
/1
VRAAG 4: Waar of niet waar + verbeter .
/4
1. De wulk, het muizenoortje en de wijngaardslak ademen door longen.
WAAR/NIET WAAR
.......................................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................................
2. Slakken zijn de enige landweekdieren.
WAAR/NIET WAAR
.......................................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................................
3. De chorda dorsalis bevindt zich aan de rugzijde van het dier en is de evolutionaire voorloper van de
ruggengraat. Bij gewervelden kun je de chorda in alle evolutionaire fases terugvinden.
WAAR/NIET WAAR
.......................................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................................
4. De sponzen, de neteldieren, de platwormen, de weekdieren en de stekelhuidigen leven vastzittend.
WAAR/NIET WAAR
.......................................................................................................................................................................
.......................................................................................................................................................................
Cladogram:
MANTELDIEREN
STEKELHUIDIGEN
CHORDADIEREN
HOLTEDIEREN
GELEEDPOTIGEN
SPONZEN
GELEDE
WORMEN
PLATWORMEN
RONDE
WORMEN
WEEKDIEREN