Kaplan en Norton hebben het concept de Balanced Scorecard geïntroduceerd om de prestatie van een business unit te motiveren en te meten. Kaplan en Norton beweren dat de Balanced Scorecard twee belangrijke verbeteringen geïntroduceerd heeft boven traditionele financiële of niet financiële prestatiemeting. Ten eerste de Balanced Scorecard introduceert vier perspectieven van activiteiten die belangrijk zijn voor bijna alle organisaties en binnen alle niveaus binnen een organisatie. De vier perspectieven zijn: financieel, klant, interne bedrijfsprocessen en leren en groei. Het financieel perspectief bestaat uit financiële indicatoren, die uiteindelijk het resultaat van de onderneming bepalen In een private sector zou het kunnen gaan om financiële maatstaven zoals, Return on Investment (ROI) , winst per boekjaar of de cash flow. Het klantenperspectief heeft betrekking op hoe klantenresultaten worden gemeten. Het klantenperspectief kan hierbij worden onderscheiden in tijd, kwaliteit, service en kosten. Voorbeelden van maatstaven bij tijd zijn levertijd, wachttijd of afhandelingstermijn. Maatstaven die gebruikt worden bij het meten van de kwaliteit zijn onder andere: het aantal terechte klachten en defecten aan producten. Voor service gelden onder andere de volgende maatstaven voor prestatiemeting: Leveringsbetrouwbaarheid, cliëntenoordeel over dienstverlening door medewerkers en inzichtelijkheid van procedures. Voor de kosten kunnen bijvoorbeeld de volgende maatstaven worden gebruikt: het te betalen tarief, de verkoopprijs of de kosten voortvloeiend uit vertraagde leverantie. Het derde perspectief betreft de interne processen. Hierbij dienen de managers de processen te identificeren, die het meest cruciaal zijn voor het behalen van de doelstellingen van het financiële- en klantenperspectief. Bij het intern perspectief kunnen de volgende aspecten van belang zijn. Tijd, kwaliteit, kosten en functionaliteit. Tijd met als maatstaf bijvoorbeeld doorlooptijd en wachttijden proces. Kwaliteit waarbij het kan gaan om maatstaven als het aantal fouten dat wordt opgespoord tijdens de interne controle, de verspilling van grondstoffen, maar bijvoorbeeld ook het verlooppercentage onder het personeel. Kosten waarbij onder andere gekeken kan worden naar de kosten van bepaalde activiteiten in verhouding tot de ermee gerealiseerde opbrengsten. Bij functionaliteit kan het gaan om concurrerende eigenschapen van het proces en product. Hierbij kan gedacht worden aan maatstaven als onderhoudsgevoeligheid, technische betrouwbaarheid of gebruiksvriendelijkheid. Het vierde en laatste perspectief van de Balanced Scorecard is gericht op het aspect leren en groei van een organisatie. De doelstellingen van dit perspectief geeft de infrastructuur voor het behalen van de doelstellingen van de andere drie perspectieven. Indicatoren die hierbij gehanteerd kunnen worden om de prestaties in dit perspectief te meten, zijn bijvoorbeeld de verkopen van nieuwe producten als percentage van de totale producten of processen, het aantal introducties van nieuwe producten, een meting van de tevredenheid, houding van de medewerkers of het percentage waarmee de productietijd van diensten daalt in de jaren na de introductie ervan (Ter Bogt en van Helden, 2003). Ten tweede een Balanced Scorecard is niet zomaar een samenraapsel van verschillende financiële en niet financiële metingen, maar meer een reeks van opeenvolgende en met elkaar samenhangende doelen en metingen. Er is sprake van vele oorzaak-gevolg relaties, die gedefinieerd dienen te worden .De Balanced Scorecard is een veelomvattend framework die de visie en de strategie van een business unit vertalen in kritische succesfactoren en deze worden weer vertaald in prestatie-indicatoren. De vier perspectieven op de Balanced Scorecard zijn een balans tussen korte en lange termijn doelen. De Balanced Scorecard is een vertaling van de strategie naar een gerelateerde set metingen die zowel de strategische lange termijn doelen definiëren als de mechanismen voor het verkrijgen van feedback op deze doelen ( Kaplan en Norton, 1996). Een Balanced Scorecard bestaat per perspectief uit een aantal kritische succesfactoren. Kritische succesfactoren zijn afgeleid van de strategie van een organisatie. Bij het bepalen van de kritische succesfactoren kan gebruik worden gemaakt van een SWOT-analyse (Strong, Weak, Opportunities and Threats). Binnen de perspectieven worden de kritische succesfactoren weer vertaald in doelstellingen. Deze doelstellingen worden weer vertaald in prestatie-indicatoren. Prestatie-indicatoren meten de voortgang van de kritische succesfactoren. Bij een succesbepalende factor zijn diverse prestatie-indicatoren te formuleren die het gehele succes meten. Hieronder wordt de Balanced Scorecard weergegeven volgens Kaplan en Norton. Financieel Klant visie and strategy Interne processen Lerend vermogen figuur 2.3: een Balanced Scorecard van Kaplan en Norton