Groente en fruit voor elk seizoen

advertisement
Lesinfo
Groente en fruit voor elk seizoen
1.1. Doelstelling

Kinderen laten kennismaken met het principe en de voordelen van het eten van
seizoensgroenten en -fruit.
1.2. Benodigdheden






Speciaal soort fruit (vb mango)
Volle groente- en fruitkalender
Lege groente- en fruitkalender
Voorbeeldafbeeldingen groenten en fruit
Infofiches fruit en groenten voor de leerlingen
Infofiches fruit en groenten voor de leerkracht
1.3. Lesinhoud
1.3.1. Inleiding
De kinderen krijgen een stukje fruit voorgeschoteld dat ze mogen proeven (te bepalen door
leerkracht). Ze proberen te achterhalen wat ze geproefd hebben. Indien men de naam niet goed
kent, is het altijd leerrijk om de smaak die ze proefden te omschrijven (zuur, bitter, zoet, ...).
1.3.2. Wat zijn seizoensgroenten en -fruit
De leerkracht vertelt dat er vandaag de dag een ruime keuze aan fruit te vinden is in de
supermarkt. Vroeger was het aanbod niet zo groot. Er waren bijvoorbeeld geen aardbeien of
meloenen in de winter en tomaten waren uitsluitend te verkrijgen in de zomer. Het aanbod was
afhankelijk van de oogst van de Belgische boeren. Het meeste fruit is eigenlijk seizoensgebonden.
Elke groente en iedere fruitsoort is in de natuur rijp in een bepaald seizoen. Tijdens dit seizoen is
het aanbod het grootst en de smaak het lekkerst. Zo zijn peren bijvoorbeeld het sappigst in de
herfst. Bovendien zijn op dat moment deze groenten of fruit meestal ook het goedkoopst.
Vandaag zijn vrijwel alle groente- en fruitsoorten het hele jaar door verkrijgbaar. Hoe komt dit ?

Bepaalde soorten, zoals de appel, worden in grote koelkamers bewaard zodat ze doorheen
het hele jaar verkocht kunnen worden aan de consument.

Door voeding te telen in verwarmde serres kan men bij kouder weer de temperatuur toch
hoog genoeg houden voor de planten. Zo kunnen in een serre in de winter zelfs aardbeien
groeien.

Wanneer bepaalde groenten en fruit hier niet geteeld kunnen worden, laten we ze uit
andere landen komen. De tomaten die je in de winter in de winkel ziet, komen bijvoorbeeld
uit Spanje. De kiwi komt helemaal vanuit Nieuw-Zeeland hierheen.
1.3.3. Herkomst van sommige seizoensgroenten en -fruit
We bekijken vandaag enkele fruit- en groentesoorten die afkomstig zijn uit ons land, uit Europa of
andere continenten.
Onder je stoel kleeft een envelop. In deze envelop zit een kaartje waarop een groepsnaam
geschreven is. Zoek de kinderen van dezelfde groep en ga samen zitten. Bekijk de informatiefiches
die op jullie bank liggen en vul deze aan. Het is de bedoeling dat jullie je fruit of groente op een
leuke manier voorstellen aan de rest van de klas. In totaal zijn er vijf groepjes.
Groepjes:
Groep




1: seizoensgroenten (België)
courgette (zomer)
bloemkool (lente)
wortelen (lente/zomer)
witloof (winter)
Groep



2: seizoensfruit (België)
appel Jonagold (herfst)
peer ‘Durondeau’ (herfst)
trostomaatjes (zomer)
Groep




3: seizoensgroenten en seizoensfruit (Europa)
de artisjok (Bretagne, Middellandse Zeegebied)
olijven (Griekenland)
druiven (Italië)
sinaasappelen (Spanje)
Groep




4: seizoensgroenten en seizoensfruit (wereldwijd)
sojascheut (China)
Granny Smith (Zuid-Afrika)
kiwi (Nieuw-Zeeland)
passievrucht (Latijns-Amerika)
Groep 5: groenten en fruit, niet seizoensgebonden

banaan (Latijns-Amerika)

ananas (Costa Rica, Brazilië)
De groepjes komen in deze volgorde aan bod. Zo blijft de scheiding duidelijk tussen
seizoensgroenten en seizoensfruit uit België, Europa of buiten Europa.
1.3.4. Identiteitskaart groenten en fruit
De leerlingen krijgen een werkblad waarop verschillende identiteitskaarten van één bepaalde groep
staan. Deze bevatten informatie die ze tijdens hun presentatie aan bod kunnen laten komen. Enkel
de naam van het stuk fruit of de groente is opengelaten. De leerlingen vullen aan van welk
seizoensfruit of welke groente de identiteitskaart is.
Daarnaast kan de leerkracht aan de leerlingen de infofiches bezorgen met uitgebreide informatie
over de verschillende producten.
Download