12/20/2012 10:36:00 AM Postmodernisme Moderne architectuur wil vooral vorm geven aan het moderne levensgevoel en is in deze een zeer programmatisch concept. De moderne architect wil als het ware vorm geven aan de toekomst en beschouwt architectuur dan vaak ook als een soort opstapje naar een sociale omwenteling. Men focust zich vooral op het uitzuiveren van de vormen om tot het objectieve, het zuivere object te komen. De moderne beweging is voor alles ook een zeer utopische beweging die voortkomt uit een periode van grote voorspoed, welvaart, veranderingen en zelfs oorlog. In de jaren ’60 komen de eerste barsten in de moderne beweging als vele architecten meestappen in het machinale productieproces van hun architectuur die ingeburgerd geraakt. Deze architecten zijn volgens sommigen dan niet meer maatschappijkritisch maar net maatschappijbevestigend daar zij mee stappen in de consumenten maatschappij die gecreëerd wordt. Er ontstaan dan ook groepen die zich om deze en andere redenen beginnen af te zetten tegen de moderne beweging. De eerste groep noemt men opnieuw de avant-gardisten en daarbinnen zijn er twee stromingen. De ene zegt vanuit een soort populisme dat de moderne architectuur niet wenselijk is voor de meeste mensen en dus in feite niet slaagt aan de vraag te voldoen. De tweede richting stelt dat de moderne architectuur teveel in de gevestigde patronen loopt en wilt architectuur meer als een kunstvorm gaan beoefenen. De contradictie is ten top gedreven de exodus is hier een voorbeeld van. Modernisme wordt bekritiseerd vanuit verschillende kanten. De modernisten willen alles hetzelfde maken. Geen goede architectuur kritiek vanuit conservatieve hoek blijft. Vanuit progressieve hoek krijg je ook kritiek, dat is nieuw. Vroeger was deze groep de avant-garde. In de jaren 60 minder, dan begint er vanuit de avant-garde een zijstroming te komen. Ze vinden dat het modernisme teveel het systeem volgt, ze zijn niet kritisch, volgen alleen maar. Juist omdat ze deel uitmaken van het systeem, zijn ze niet creatief of origineel meer, zoals bv de massa sociale woningbouw. Thomas Struth. In zijn foto’s zit de kritiek impliciet in. Foto zegt dat de stad bijna dood is, volledig anoniem. Mensen die opkomen tegen de nieuwe stadsvernieuwingsprojecten. Bij ons was er het plan om de volkswijk in Brussel nieuwe woningbouw te starten. Uiteindelijk is ‘Manhattan-bouw’ niet doorgegaan, wel gesloopt. De bestaande heel vitale stad, de volkse stad wordt afgebroken door zielloze woontorens. Men vraagt zich ook af of de nieuwe architectuur met al dat staal en glas ook een betekenis heeft. Deze stroming gaat zich profileren als het post-modernisme. Het modernisme is programmatisch. Het postmodernisme ziet de moderniteit, is gefascineerd, de snelle verandering van de wereld, maar ze zien het niet als het gevolg van een project, “we staan ernaar te kijken, we proberen te antwoorden erop met onze architectuurtaal, maar we doen zelf niet mee aan de veranderingen.” De moderne architectuur dreigt het verleden verloren te laten gaan, in die zin is post meer gericht op het verleden dan op het heden, ze vinden dat we het verleden moeten behouden. De modernisten leggen ook te zeer hun stijl op: zo moet modern eruit zien. We zijn pluralistisch, voor elk wat wils. Ieder kan zijn eigen betekenis geven aan wat we voorstellen. Venturi, Scott Brown proberen de .. logica van Las Vegas in beeld te brengen, lijkt op een auto, advertentiewoorden heel belangrijk. In de architectuur zijn we te weinig attent geweest voor de grote advertenties. Alles wordt samengebracht in boek van Charles Jencks. De taal van de post-moderne architectuur. Architectuur moet een taal zijn. Maar omdat het niet een taal is maar meerdere talen, pluralisme. Die architectuur dialogeert met de bewoners, de plek waar je bent. Je probeert een antwoord te geven op de specifieke situatie erbij. Post-modernistisch in de zin als je het op plan ziet zou je niet zeggen dat het postmodernistisch is. Het is een referentie naar de middeleeuwse architectuur in Antwerpen, herkenbaar. Voor de mensen is het een modernistische toren met een plat dak niet zo geapprecieerd. ‘Double coding’ = als postmodernistische gebouwen goed zijn gaan ze op verschillende niveaus communiceren, omdat ze referenties oproepen naar de historische context. Er is een direct dialoog met gebruikers, bewoners die niet noodzakelijk veel kennis hebben van architectuur, maar tegelijk ook een dialoog met architecten en kenners. De beste post-modernistische gebouwen zijn er die bewonderd worden om hun inventiviteit en gelaagdheid, veel referenties samengebracht worden in het gebouw, en tegelijk door het publiek geapprecieerd worden door haar herkenbaarheid en toegankelijkheid. Charles W. Moore Hij heeft een heel bekende ingreep gedaan die een mooi voorbeeld is van zoiets succesvol. Het is een ingreep in New Orleans: een klein binnenplein waar de Italiaanse gemeenschap vooral sterk aanwezig is. Kenmerkende eigenschap: hij gebruikt de kaart van Italië als bevloering. De Italiaanse laars. Errond een portico dat sterk verwijst naar klassieke vormentaal zoals je die in Italië enorm veel vindt dit is de communicatie met het grote publiek (dit zijn gewone mensen die net perse veel van architectuur afweten). Daarnaast ook communicatie met het kennerspubliek want hij geeft vele knipoogjes: bv de zuilen porticoes, rondbogen, frontons worden hier uitgevoerd in materialen zoals aluminium, cardboard, felle kleuren, moderne lichte materialen die totaal niet overeenstemmen met de ernst, de gravitas die je normaal verwacht van klassieke architectuur: zware steen, natuursteen enz. Er is dus een sterke ironie aanwezig. Niet die door iedereen begrepen wordt, maar wel door de kenners. Museum van Stuttgart, James Stirling Eind jaren 70, begin jaren 80. Hij is begonnen als Britse modernist. Kende een soort geleidelijke overgang van modernistisch naar postmodernistische architect. Prof: vb van hoe postmodernisme een meerwaarde kan geven aan museumproject. Een groot voorplein met de materiaalkeuze natuursteen soort zware architectuur zoals je verwacht van een museum dat een soort plechtige uitstraling zou moeten hebben. Maar ook veel kleurtjes, de kleuren die toen in de mode waren: roos blauw en groen. De combinatie van de natuursteen met de kleurtjes. Knap hoe hij het museum in de stad legt, dat is iets waar de modernisten nooit echt goed in waren. Een dialoog opstarten met de stad. Als voetganger kan je over en door het gebouw heen, dus het gebouw geeft een soort voetgangersdoorsteek aan de stad. Aan de binnenkant van de trommel loopt het wandelpad verder en zo kan je doorlopen tot aan de overkant. Dit is contextualisme. Men bouwt verder op de logica van de stad. 3 referenties: natuursteen verwijst naar klassieke architectuur felle kleuren en glas zijn modern. Binnen verder het spelen met de moderne kleuren. stukken van het gebouw zijn wit/bleek bepleisterd referentie naar het modernistische. Teatro del Mondo, Aldo Rossi Het is op een schip gemonteerd. Het is een soort schouwburg. Het is een lichte constructie waar veel referenties samenkomen. Als volumewerking maakt het deel uit van de stad. In zijn opbouw refereert het naar de dingen die erlangs staan, naar de aanwezige gebouwen in Venetië. Rossi slaagt erin dit alles samen te brengen in één gebouwtje. Het is herkenbaar voor het volk, en voor architecten nog meer omdat ze de typologie heel goed herkennen. Het is postmodernistisch. Rossi zelf zag zichzelf niet graag geclassificeerd, hij zou eerder zeggen “we werken verder op de traditie van het modernisme”, hij zou niet zeggen dat hij postmodernistisch is. Het is ook wel modernistisch in de zin van modernisme betekent geen overvloedige decoraties, strakke volumes, … Het modernisme zit er dus wel in, maar het is eerder een van de vele referenties die erin zitten. Rossi heeft een rijke carriere uitgebouwd, hij is heel invloedrijk geworden. Zie ook het Bonnefanten museum in Maastricht. Hij realiseert heel pregnante.. ruimten, terwijl hij toch een dialoog aangaat met de omgeving. “Reconstructie van de stad” Zoals eerder gezegd, het afbreken van de stad wou het postmodernisme tegengaan. Brussel werd heel fel afgebroken. Brussel een van de weinige steden waar de trein dwars door de stad loopt. Alles wat op de Noord-Zuid verbinding ligt wordt afgesloten. Hier zijn hele volkswijken voor moeten wijken, heel lang een open wonde geweest in de stad. Men vond echt dat de stad werd uitverkocht ten voordele van grote infrastructuurprojecten/kapitale projecten. In de jaren 60 kwam men daar heel sterk tegen in. Belangrijk hierin is het ARAU. ARAU is een bureau voor stedelijke acties en onderzoek. Het is een belangrijke beweging geweest, die begonnen is met tegenprojecten te maken die de reconstructie van de stad beoogden. Gaan in tegen afbraak door combinatie van modernisme, politiek en kapitaal. “Wij willen het historische stadweefsel in eer herstellen, reconstrueren.” In plaats van een kruispunt willen zij terug een wijk/wijkbeleving in Brussel. Prent: project wijk tussen centraal station en de grote markt. Referenties naar klassieke architectuur. Het is een beetje romantisch, maar ook met referenties naar klassieke architectuur en de lokale volksarchitectuur. Links zie je de plannen, rechts wat er gerealiseerd is. Men wou dat er een huisvesting kwam maar er is uiteindelijk een groot hotel gekomen. Hun droom om iets terug te geven aan de gewone bevolking is dus niet kunnen gerealiseerd worden. Oproep voor reconstructie van de stad die resulteert voor sommigen in een pleidooi voor een nieuwe neoclassicistische architectuur (?) Er is een hoogtepunt in de gesch van de kunst van het bouwen van steden en dat ligt in de 18e eeuw, de neoclassicistische bouw, en daar moeten wij naar teruggaan, alles wat sindsdien gebouwd is doet afbreuk aan de stad. Het lijkt alsof het individuele woningen zijn, zoals in de 18e eeuw. Het teruggrijpen naar vormentalen uit de 18e eeuw om herkenbaarheid, leefbaarheid van de stad. “New Urbanism” In Seaside in Florida is er iets gelijkaardig als in Brussel. New Urbanism in de VS. Beweging in de stedenbouw die zegt dat de modernistische manier om stad te bouwen doet men niet meer aan mee. New urbanism wil terug aanknopen bij de traditie van de kleine stad van Amerika, waar je een dorpsstraat hebt met allerlei winkeltjes waar mensen elkaar terug tegenkomen. Dit soort kwaliteit van stedelijkheid. Dit doet men door vormentaal uit 18e eeuw terug over te nemen (rijke Amerikanen die er maar enkele dagen op een jaar verblijven en dus niet veel contact hebben met de buren). In .. gelijkaardig fenomeen, prins Charles heeft het erg gepromoot. Dit is het postmodernisme in een uiterste variant. Post-modernisme komt minstens in 2 varianten. De 2e variant: deconstructivistische architectuur. De architectuur van een bepaald groepje van architecten die samengebracht worden in een tentoonstelling in New York, waar ook de tentoonstelling van de International Style toen geweest was. Weer op Philip Johnson geïnspireerd. Heeft in 1988 met Mr Wigley een boek geschreven. Hun idee was dat je een nieuwe soort architectuur had die 2 dingen met elkaar combineerden, die je niet onmiddellijk in een combinatie zou verwachten. Russisch constructivisme aan de ene kant tegenover derridiaanse deconstructivisme aan de andere kant. Dynamisch evenwicht, je hebt het gevoel dat als Lenin een beetje doorleunt zou omvallen. Iets waarvan je je afvraagt hoelang gaat dat zo blijven staan. Dit trekt hen aan in het constructivisme. Het wordt versterkt door deconstructie in Derridiaanse zin. Derrida is een filosoof, die vanaf de jaren 60 bekend stond om zijn deconstructieve filosofie. Hij ging kijken naar oudere filosofen en ging hun theorieën ontleden en vond dat ze intern contradictorisch waren. Filosofisch systeem hij neemt altijd de zekerheden uit elkaar; De dingen waarvan de filosofen overtuigd van zijn, die wijst hij aan en zegt hij dat je er niet zeker over kan zijn, nogal labiele argumenten vaak. Hij deconstrueert de geconstrueerde zekerheden van anderen. Het heeft een belangrijke invloed in de filosofie als ver daarbuiten. In de jaren 50-60 was het compleet normaal om wetenschappers te horen verklaren wat ze gingen doen in de toekomst en uitvoeren. bv ‘we staan binnen 10jaar op de maan’. Nu hoor je dergelijke uitspraken minder en ook met minder zekerheid. ` Onzekerheid is en dominante terreur in het politieke .. Het geloof in de maakbaarheid van de wereld is fel achteruitgegaan. Derrida is de filosofische versie van die mentaliteit. De combinatie zorgt voor architectuur als die van Zaha Hadid, peak project. Begin jaren 80, ontwerp voor de Peak in Hong Kong. Een soort verwerking van het idee niks is zeker. We staan op het punt om de wereld in elkaar te zien storten. Frank Gehry eigen huis Werd ook opgenomen in de tentoonstelling. Frank Gehry’s eerste werken verbouwing van een soort banale Amerikaanse woning. Hij zet er iets rond, maar wat hij er rond zet kan je moeilijk kop of staart aan krijgen. Banale materialen. Deconstructivisme wordt soms simplistisch beschreven als alles wat maar scheef is (naar het schijnt een mooie inrichting binnenin). Deconstructivistisch in de zin dat het bijna ontmanteld wordt, en het lijkt of de stukken die uit het huis gehaald zijn gewoon ergens zijn neergeplaatst. Villa d’Ava, Rem Koolhaas Verschijnt ook in de tentoonstelling. Nabij Parijs. De logica van de architectuur haalt hij uit elkaar, hij draait de logica van de dingen om. Bv hij plaatst het zwembad op het dak, maar dat wordt niet gedaan omdat water heel zwaar is. Hij geeft mensen langs de zijkant ook geen plaats om van het zwembad te genieten. De palen aan de ingang: een gewilde scheefheid, geen enkele constructieve reden. Conclusie: de dingen op hun kop gezet. Peter Eissenman Zie architectuurtheorie 12/20/2012 10:36:00 AM Bernard Tschumi Een serie van vlakken, lijnen en punten. Paviljoentjes die ontworpen zijn als variatie op een thema: het is geen rationele aanpak, dus een deconstructivistisch uitgangspunt. Niet bedacht voor een bepaalde functie, maar als punctuaties in het park. Het is zeer succesvol i.f.v. het gebruik. Daniel Libeskind Goed voorbeeld van zinvolle deconstructivistische architectuur. Vaak werden gebouwen gewoon schuin gemaakt om tot de stijl te behoren deconstructivisme tot een soort ‘spielerij’ omgevormd. In dit project niet. De joden zijn verdwenen uit Berlijn. De joden zijn niet uit de wereld verholpen, maar in Duitsland en vooral Berlijn blijven er bijzonder weinig over. Berlijn wil toch een museum voor de Joodse bevolking, maar er is geen grote Joodse maatschappij meer om aan te geven. De joodse architecten zijn bovendien ook allemaal vertrokken. Dit zou een museum van de afwezigheid worden. Prof vindt dat hij hier goed in geslaagd is. Hij gebruikt hiervoor deconstructivistische vormentaal. Zeer goed gepast omdat de holocaust ons met zeer fundamentele vragen laat zitten. Hoe was het mogelijk dat het regime van Hitler zoveel Duitsers ertoe gedreven kon hebben om het te laten gebeuren? De bodemloosheid van er zijn geen zekerheden. Ze stellen de grondslagen van de moderniteit in vraag, is het wel zo dat de mensen rationeel zijn? Met zo’n soort vragen gaat het deconstructivisme mee om. Het gaat over 2 lijnen: een rechte & een gebroken. De rechte lijn is een reeks van leegten die in het gebouw zitten waar je ook niet in kan en die de leegheid materialiseren. Een bliksemschicht. De vorm komt voort uit de stedelijke kaart van Berlijn. Op de kaart van Berlijn zet hij de adressen uit van joden die cultuurdragers geweest zijn. Hij tekent een figuur die een davidster geworden is. Hij tekent ook nog een aantal belangrijke lijnen op een plan van Berlijn die zorgen voor de bliksemschicht, deze kan je enkel bereiken via een ondergrondse verbinding: de boodschap dat je alleen die joodse cultuur kan via een ondergrondse verbinding bereiken. Voor Liebeskind is dit een soort aanwezigheid die plots afgebroken is en die aanleiding geeft tot veel scherven en leegte achterlaat. Deze realiteit vertaald in een gebroken, lege architectuur. Dit is een plek waar je ook een verlies van zekerheid ervaart. Je hebt geen horizon en vraagt je af waar die is. Je denk dat de kolommen verticaal zijn, maar dat is niet zo: een woud van schuine kolommen zichtbaar langs buiten. In de architectuur het gevoel van bodemloosheid en onzekerheid overbrengen. foto: soort beweging naar een zwart gat waar alles naartoe gezogen wordt. kritisch regionalisme Tekende zich in 2e helft van 20e eeuw duidelijk af. 1) regionalisme De aanwezige materialen in een landschap zijn belangrijk, het licht van de Belgische kust is verschillend van die van die in Afrika bv. De geschiedenis die zich uit in de volksarchitectuur die uit bepaalde materialen en technieken opgebouwd is. Regionalisme is een stroming die zegt dat je daar rekening mee moet houden. 2) In de jaren 80-90 wordt er een term toegevoegd: ‘kritisch’. Het kritisch regionalisme is anders; Wat het oorspronkelijk regionalisme is ook wat eng gekleurd. Een soort uitsluitende architectuur van alles wat internationaal is mag hier niet binnenkomen. Kritische regionalisten willen daar van af. Kritisch t.o.v. het universalisme = alle mensen hebben dezelfde behoeften en noden – maar de mensen denken anders van gebied tot gebied. Maar ook kritisch t.o.v. die zeer enge opvatting over architectuur van het volk voor het volk. Zo’n vorm van kritisch regionalisme vind je in Opera House - Jorn Utzon - Sydney. Een beeld dat de zeilboten in de haven oproept. Omdat het op zo’n prominente plek staat verwijst het naar het water, het klimaat; hier is een unieke plek verbeeldt het gebouw maar het gebouw maakt het ook een unieke plek. Het speelt in op licht, schaduw, landschap en water. Een Deense architect die wedstrijd voor Sydney gewonnen had; Later ook andere projecten gerealiseerd. Bv kerk in Denemarken. Jorn Utzon, Bagsvaerd Church De buitenkant en binnenkant zijn totaal anders qua ervaring; Buitenkant geen bijzonder aantrekkelijk gebouw, beetje de bruutheid van fabrieksgebouw. Geen bijzonder opmerkelijk gebouw langs buiten. Hier ontplooit zich plots een ruimte ervaring die je niet verwacht, zoals het golvende dak. Het moduleert het licht op een enorme mooie manier. Een binnenruimte waar je stil van wordt, ideaal voor een kerk. Vorm van kritisch regionalisme omdat het gebouw zo mooi werkt met het Deense licht, is een diffuus licht, geen scherp licht. Vorm van het dak, intimiteit van de kerk wordt benadrukt. Alvaro Siza ook voorbeeld van kritisch regionalistische architect. Pritzker prijs gekregen. Een project voor een stadsuitbreiding die verwijst naar de vernaculaire architectuur van Portugal. De diepe deuropeningen, zachte dakhellingen, witte muren, gesloten gevels, … De architectuur van Siza wordt door collega’s beschreven als respectvol voor de traditionele tradities: hij vertrekt altijd van de tradities van de plek waar hij gaat bouwen, maar hij gaat er kritisch mee om en transformeert ze een beetje. Evora = de stadsuitbreiding van Evora. Eerst werd er gedacht aan een soort modernistische stadsuitbreiding, maar Siza doet het helemaal anders. Hij ziet het niet als een soort leegte op de kaart, maar hij gaat de omgeving lezen als een laag van de architectuur. Gaat veel aandacht besteden aan het reliëf en aan de paden die er al zijn. Hij gaat ze lezen en interpreteren en als uitgangspunten nemen voor zijn ontwerp. Hij gaat de stad verder bouwen met respect voor die al aanwezige patronen. Er komt een grid uit. Hij doet een voorstel voor laagbouw, dat een interpretatie is van het vernaculaire. Het respecteert de site. De typologie wordt geherinterpreteerd met respect voor het reliëf en het bestaande gebruik. Peter Zumthor, thermale baden = laatste voorbeeld van kritisch regionalisme. Hij heeft een enorme sensibiliteit voor materialiteit. Het is een project dat ook duidelijk geacht wordt in dialoog te gaan met de omgeving, dit doet hij o.a. met zijn materialiteiten. De gebruikte steen is die van de omgeving en deze is consistent in de binnen- en buitenruimten toegepast. De natuurlijke steen geeft de gelaagdheid, geologische realiteit die achter de warmwaterborn zit weer. De ervaring van het gebouw is bijna alsof het uitgehold is uit een artificiële rots. Omdat het materiaal hetzelfde is binnen en buiten. De erfenis van het modernisme Hier zijn we aan het einde van wat goed gevat kan worden. ‘de rest’. Eind jaren 70,begin jaren 80 post-modernisme. Onzekerheid treof Op dit moment vind je praktisch geen post-modernisme meer; in commerciële architectuur wel nog. De architectuur die nu aanwezig is doet meer denken aan het modernisme. Rem Koolhaas is hier de hele tijd mee bezig. Rem Koolhaas Zijn thema: het confronteren met wat we denken dat moderne architectuur is met de moderniteit van de wereld. OMA kijkt terug naar Manhattan en maakt er een retroactief manifest van. In zijn gebouwen zijn verschillende thematieken aanwezig. In de transparantie, de volumewerking, de fascinatie voor technieken en materialen. Seacenter Zee-Brugge, nooit gebouwd wegens te weinig geld. Een wedstrijdontwerp op het moment dat de kanaaltunnel in opbouw was. Hij wou een soort attractiepunt maken zodat de bootverbinding nog aantrekkelijk zou zijn. Koolhaas omschrijft het als en soort omgekeerde toren van Babel, gebouw maken dat entertainment biedt en tegelijk heel bruikbaar is. Hij verwijst naar .. als symbool van chaos, traditie, ;. Zal dromen van machine die de stroming van reizigers zal opslokken, entertainen en verwerken. Het gebouw is sterk contextueel omdat het in zijn vorm verwijst naar meerpalen. Het verwijst naar de omgeving van weidse zichten over de zee. Toren van Babel wordt gesymboliseerd. Babel moest tot de hemel rijken, veel mensen kwamen samen om ze te maken. God gaf hen gemeenschappelijke taal maar doordat ze tot de hemel wouden rijken nam god hun gemeenschappelijke taal af. Project mislukt want verstonden elkaar niet. Koolhaas maakte er een omgekeerde toren van . Seacenter is een gebouw dat een plek markeert, een landmark, omwille van de universiteit van de Belgische kust. het is een plek op een knooppunt van stromingen. High tech Erfenis van het modernisme in de zin van de technologie bijna uitbuiten en spektakel van maken. De fascinatie voor technologie wordt verder gezet. High tech is een stroming die zich verder zet. Renzo Piano Centre Pompidou. Rogers; Gebouw voor Kanzai airport; de kanzai airport is elegant met vloeiende dak. Het is een lang gebouw want het verbind verschillende terminals. Staal en glas worden tot het uiterste benut. Frank Gehry, guggenheim museum; zeker niet functionalistisch maar een duidelijke landmark en een enorm succes. Amalgaam van volumes. Stadsvernieuwing het heeft de stadscultuur van Bilbao op gang getrokken. zaha Hadid, oude fabriek; ij is iemand die enorme gebaren blijft maken. Mer en meer slaagt ze erin de projecten ook te realiseren. Zaha Hadid wedstrijdontwerp Herzog & de Meuron de fascinatie van de huid: hoe ze communiceert het gebouw binnen en buiten. Ze doen een heel ingewikkelde poging om uit het spinnenwegsysteem van al die strengen als constructief principe neer te zetten. Structuur en geel zit totaal in elkaar. FOA architecten Gebouw dat driedimensionaal bedacht en ontworpen is. het zou niet kunnen voor de technologie van de computer 3D. Het plofond vloeid over in de vloer en andersom. Ken Yeang: de erfenis van het modernisme is niet enkel de facinatie voor transparantie, materialen… Maar ook de bekommernis met waar we met de wereld naartoe gaan. We bouwen aan een nieuwe wereld. Het is een opdracht die gezien wordt onder duurzaamheid. We zijn de hulpbronnen van de aarde aan het uitputten en we moeten er zuinig mee omgaan. We moeten een architectuur bedenken die energiezuinig is. Hier liggen de uitdagingen. 12/20/2012 10:36:00 AM