Geloofsgesprekskring HG Brakel Dinsdag 10 januari 2017, 20.15 uur Ds. L.M. Vreugdenhil – Discipelschap. Over het geloof in God, het volgen van Jezus en het leven door de Geest. SAMENVATTING HOOFDSTUK 6 Ik heb de vaste grond gevonden – Over het persoonlijk aanvaarden van de verlossing Gratie Ds. Vreugdenhil begint dit hoofdstuk met een voorbeeld: In 1977 werd de Pakistaanse premier Bhutto afgezet en ter dood veroordeeld. De nieuwe premier Zia-ul-Haq wilde hem gratie verlenen. Bhutto vond echter dat hij niet schuldig was en weigerde daarom van genade te leven. Het doodvonnis werd uiteindelijk voltrokken. Door Jezus Christus heeft God gratie, genade en verlossing gebracht voor de wereld. Ieder mens mag er op ingaan, ongeacht wie hij of zij is en welk leven hij of zij heeft geleid. Voorwaarde is wel dat men de gratie accepteert. Het evangelie vraagt om een persoonlijk antwoord, om geloof en bekering. God neemt het antwoord serieus en komt er in het laatste oordeel zelfs nog op terug (van Ruler). Bekering en wedergeboorte Hoe kunnen wij op Gods aanbod van gratie ingaan? Door bekering en wedergeboorte. Spreken we over bekering, dan zien we vooral de menselijke persoon aan het werk, die zelf, actief, over de drempel stapt. Spreken we over wedergeboorte, dan is de aandacht helemaal gericht op het werk van de Heilige Geest. Dit wil niet zeggen dat het geloof voor 50% iets van ons is en voor 50% iets van God! Ds. Vreugdenhil zegt: Het geloof in Christus is voor de volle honderd procent onze eigen, persoonlijke overtuiging en keuze. En toch is het tegelijk ook voor honderd procent het werk van de Heilige Geest. Ds. Vreugdenhil stelt terecht dat het ‘over de grens gaan om in Gods koninkrijk binnen te komen’ een hele stap is. Hoe kun je deze stap nemen? Hij verdeelt deze grote stap in drie kleinere stapjes: 1) Onze zonden onder ogen zien. Dat wil zeggen: erkennen dat we met de rug naar God staan en Hem niet in ons leven toelaten. Belijden dat we zondaar zijn. Vervolgens: het eens worden met God, als Hij in zijn Woord dat ook over ons leven zegt. Om dan met onze zonden naar Hem toe te gaan, zoals de verloren Zoon in Lucas 15: ‘Ik zal opstaan en naar mijn Vader gaan’. Zonde wordt in de grondtekst van de Bijbel met verschillende begrippen aangeduid. Al deze begrippen samen geven ons een wat beter beeld van wat ‘zonde’ is. Rebellie – Zelf koning willen zijn in plaats van God als koning erkennen over Zijn schepping en ons leven. Overtreding – De geboden van God breken / naast ons neerleggen. Missen/falen – We missen het doel dat God met ons leven voor ogen heeft. Schuld – Ontrouw aan Gods verbond stelt ons schuldig tegenover Hem. 2) Geloof in Christus. De tweede stap is dat we heel persoonlijk ons vertrouwen op Jezus Christus stellen, die onze schuld aan het kruis heeft weggedaan. Wij weten uit het evangelie dat God niets liever wil dan ons ontvangen en genadig zijn. Wij mogen het offer aanvaarden, dat Christus in onze plaats heeft gebracht om ons met God te verzoenen. God heeft met dat offer genoegen genomen. In dat offer wil Hij ons ook accepteren. Kohlbrugge verwoordde dat prachtig: ‘Zijt gij met mijn Lam tevreden? Zo ben ik met u tevreden’. 3) Een nieuwe heerschappij. De derde stap is dat koning ‘IK’ van de troon van ons leven af komt, en dat Koning Jezus hem opvolgt. Wij stellen ons leven onder het gezag van Christus, en geven Hem de heerschappij. Van Hem mogen we dan de Heilige Geest ontvangen, die ons leert en helpt om daadwerkelijk in een nieuwe gehoorzaamheid te leven. Niet ik… maar Hij! Ds. Vreugdenhil benadrukt dat het hier niet gaat om een stappenplan! Hij zegt: In een evenwichtige, christelijke levenshouding zijn deze drie elementen altijd aanwezig: het besef van wie wij zelf van huis uit zijn, het toevlucht nemen tot de Here Jezus Christus als onze Verlosser, en het van harte aanvaarden van zijn gezag in een nieuwe, kinderlijke gehoorzaamheid. Het is dus niet zo dat we op een bepaald moment ‘klaar’ zijn. We blijven levenslang discipel, leerling van Jezus. We hebben dagelijks de bekering nodig en de omgang met Hem. Hoe kunnen we zeker weten dat God ons gebed om bekering, vergeving en genade verhoort? Wat moet je voelen, als je hier met een oprecht hart om gebeden hebt? Ds. Vreugdenhil zegt: er moet niet iets speciaals. De zekerheid van de verhoring ligt namelijk in Gods belofte (‘Wie tot Mij komt, zal ik geenszins uitwerpen!’), en niet in ons gevoel. Het aanvaarden van het evangelie is een zaak van het geloof en niet van het gevoel. De zekerheid van onze verlossing is gelegen in wat God gezegd heeft in zijn Woord en gedaan heeft in zijn Zoon. Luther heeft eens prachtig gezegd: ‘Soms geloof ik met mijn gevoel, en dat is prachtig. Maar ik geloof ook zonder mijn gevoel. En soms geloof ik zelfs dwars tegen mijn gevoel in’.