Biologie Inhaalex 2012

advertisement
MINISTERIE VAN ONDERWIJS
EN VOLKSONTWIKKELING
EXAMENBUREAU
INHAALEXAMEN EIND MULO tevens
2e ZITTING STAATSEXAMEN EIND MULO 2012
VAK
: BIOLOGIE
DATUM : VRIJDAG 10 AUGUSTUS 2012
TIJD
: 10.50 – 12.05 UUR
DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS.
TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN, GAAT HET STEEDS OVER GEZONDE ORGANISMEN EN NORMALE OMSTANDIGHEDEN.
WEEFSELS EN ORGANEN
4
1
Welk van de onderstaande organen ligt
volledig in de buikholte ?
A
B
C
D
het hart
de milt
de schildklier
de slokdarm
1.
2.
3.
een blad
een stengel
een wortel
In welke van deze drie organen kan turgor
optreden ?
2
Wat is geen onderdeel van een dierlijke cel?
A
B
C
D
Drie organen van een kruidachtige plant
zijn :
celkern
celmembraan
chlorofylkorrels
cytoplasma
A
B
C
D
alleen in 1 en 2
alleen in 1 en 3
alleen in 2 en 3
in 1, 2 en 3
5
Twee beweringen over de stevigheid van
planten zijn :
STEVIGHEID
I
3
Planten verkrijgen hun stevigheid door
celwanden met cellulose en
houtstof.
Een bepaald dier ademt door middel van
tracheeën.
II Planten verkrijgen hun stevigheid door
de zuigkracht van de bladeren.
Wat voor skelet zal dit dier hebben en
waaruit bestaat dit skelet?
Voor deze beweringen geldt :
A
B
C
D
skelet
inwendig
inwendig
uitwendig
uitwendig
bestaat uit
chitine
kalk
chitine
kalk
A
B
C
D
alleen I is juist.
alleen II is juist.
I en II zijn beide juist.
I en II zijn beide onjuist.
STOFWISSELING
6
In de tekening zijn twee eencellige
organismen weergegeven.
9
Welk spijsverteringssap breekt grote
vetdruppels af in kleine vetdruppels?
A
B
C
D
alvleessap
darmsap
gal
maagsap
10
Remie heeft een tekort aan vitamine A.
Dit tekort kan hij aanvullen door
voldoende … te gebruiken.
chlorofyl
Wat moet er worden ingevuld?
1
2
Organisme 1 bezit chlorofylkorrels en
organisme 2 niet.
A
B
C
D
gele pesi
pompoen
rijst
sinaasappel
Kan organisme 1 zuurstof produceren?
En organisme 2?
A
B
C
D
organisme 1
ja
ja
nee
nee
organisme 2
ja
nee
ja
nee
11
De peristaltiek in de maag zorgt voor het
A
B
C
D
kneden van het voedsel.
sneller doden van de bacteriёn.
tijdelijk opslaan van het voedsel.
verteren van eiwitten.
12
7
Wat is geen vorm van assimilatie?
A Het omzetten van glucose in glycogeen.
B Het omzetten van glucose in vetten.
C Het omzetten van plantaardige eiwitten
in dierlijke eiwitten.
D Het omzetten van zuurstof en glucose in
koolzuurgas en waterdamp.
8
In zonnebloemzaden zitten vetten opgeslagen.
Deze vetten bevatten veel energie en zijn
gevormd uit
A
B
C
D
alleen glucose.
alleen zouten.
glucose en zouten.
glucose en zuurstof.
Onderzoekers vinden in de maag van een
onbekende zoogdier alleen plantenresten.
Zal dit dier kiezen hebben en zo ja welke?
A
B
C
D
ja, knipkiezen
ja, knobbelkiezen
ja, plooikiezen
geen kiezen
13
15
In de afbeelding zijn enkele longblaasjes
en longhaarvaten getekend.
Het pijltje geeft de stroomrichting van het
bloed aan.
Q
Bij bladeren vindt gaswisseling plaats via de
huidmondjes.
Voordat de gassen de huidmondjes verlaten,
worden deze eerst verzameld in de
A
B
C
D
bladgroenkorrels.
intercellulaire ruimten.
opperhuidcellen.
vacuolen.
16
Men vergelijkt de longen van een reptiel met
die van een zoogdier dat even groot is.
Is bloedvat Q een vertakking van de
longslagader of van de longader?
Bevat bloedvat Q zuurstofrijk of zuurstofarm
bloed?
A
B
C
D
bloedvat Q is een
vertakking van de
bloedvat Q bevat
longader
longader
longslagader
longslagader
zuurstofarm bloed
zuurstofrijk bloed
zuurstofarm bloed
zuurstofrijk bloed
14
Bij de middenrifademhaling komen onder
andere de volgende processen voor:
1.
2.
3.
4.
het middenrif gaat omlaag.
het volume van de longen wordt groter.
de lucht stroomt naar binnen.
de middenrifspieren trekken zich samen.
In welke volgorde treden deze processen op
bij de inademing?
A
B
C
D
2–1–4–3
2–3–4–1
4–3–2–1
4–1–2–3
De long van een reptiel heeft een
A groter oppervlak en neemt meer zuurstof op.
B groter oppervlak maar neemt minder
zuurstof op.
C kleiner oppervlak en neemt minder
zuurstof op.
D kleiner oppervlak maar neemt meer
zuurstof op.
TRANSPORT
17
Ivalio heeft mazelen gehad. Hij is nu immuun
voor deze ziekte door … in het bloed.
Wat moet er worden ingevuld?
A
B
C
D
antistoffen
bloedplaatjes
fibrinogeen
hemoglobine
18
James is een universele bloeddonor.
Aan wie zou hij bloed kunnen afstaan?
A alleen aan mensen met bloedgroep A en
bloedgroep B.
B alleen aan mensen met bloedgroep B en
bloedgroep AB.
C alleen aan mensen met bloedgroep 0 en
bloedgroep AB.
D aan mensen met bloedgroep A, B, AB en O.
19
HORMONEN
De functie van de lymfeklieren is onder
andere de vorming van
A
B
C
D
bloedplaatjes.
fibrinogeen.
lymfe.
witte bloedcellen.
23
In de afbeelding is schematisch een hormoonklier met een aanvoerend bloedvat (P) en
afvoerend bloedvat (Q) weergegeven.
stroomrichting
van het bloed
20
De houtvaten dienen voor het transport van
A
B
C
D
alleen assimilatieproducten.
alleen water.
water en assimilatieproducten.
water en mineralen.
UITSCHEIDING
P
Kunnen in bloedvat P hormonen voorkomen
die afkomstig zijn van deze klier?
En in bloedvat Q?
21
Delen van het nierstelsel zijn:
1.
2.
3.
4.
A
B
C
D
urinebuis
nierbekken
urineblaas
urineleider
Q
hormoonklier
hormonen
in bloedvat
P
ja
ja
nee
nee
hormonen
in bloedvat
Q
ja
nee
ja
nee
24
In welke volgorde passeert de urine de bovengenoemde onderdelen van het nierstelsel?
A
B
C
D
1–2–3–4
1–3–2–4
2–4–1–3
2–4–3–1
Wat doen de hormonen insuline en adrenaline
met het glucosegehalte van het bloed ?
A
B
C
D
insuline
verhoogt
verhoogt
verlaagt
verlaagt
adrenaline
verlaagt
verhoogt
verlaagt
verhoogt
25
22
Welke stoffen geeft een manjaboom overdag
via de bladeren af aan zijn omgeving?
A
B
C
D
alleen water
alleen water en koolstofdioxide
alleen water en zuurstof
water, zuurstof en koolstofdioxide
Hebben hormonen van de eierstokken en de
teelballen invloed op de secundaire
geslachtskenmerken van de mens?
A
B
C
D
eierstokken
ja
ja
nee
nee
teelballen
ja
nee
ja
nee
26
28
In de afbeelding zijn hormoonklieren met
cijfers aangegeven.
Soertinem trapt op een spijker.
In de huid van haar voetzool bevinden zich
zintuigjes.
Deze zintuigjes reageren op
1
A
B
C
D
2
impulsen.
prikkels.
impulsen en prikkels.
geen van beide.
3
4
29
Met welk nummer is de hormoonklier
aangegeven die de voortplanting regelt en met
welk nummer de hormoonklier die adrenaline
produceert?
A
B
C
D
voortplanting wordt
geregeld door
1
2
3
4
adrenaline wordt
geproduceerd door
4
3
2
1
ZENUWSTELSEL
Rekha ziet een paar petflessen op de gang. Ze
raapt ze op en gooit ze in de ton.
Bij deze handelingen verlopen er impulsen in
het zenuwstelsel van Rekha.
Langs welke typen zenuwcellen verlopen deze
impulsen?
A alleen langs gevoelszenuwcellen en
schakelcellen
B alleen langs bewegingszenuwcellen en
schakelcellen
C alleen langs bewegingszenuwcellen en
gevoelszenuwcellen
D langs bewegingszenuwcellen, gevoelszenuwcellen en schakelcellen
27
De tekening geeft een deel weer van het
zenuwstelsel van een mens.
Enkele onderdelen zijn met nummers
aangegeven.
1
A
B
C
D
2
3
1
3
Als er vocht achter de trommelvliezen zit, kan
men minder goed horen.
Door het vocht
In welk antwoord staan de juiste nummers
onder de namen?
hersenstam
30
Waardoor hoort men dan minder goed?
2
3
kleine
hersenen
1
1
2
2
ZINTUIGEN
ruggenmerg
3
2
3
1
A kan de gehoorzenuw de impulsen niet
goed naar de hersenen geleiden.
B kan het trommelvlies de geluidstrillingen
niet goed opvangen.
C kan het trommelvlies de geluidstrillingen
niet goed overbrengen op de gehoorbeentjes.
D wordt het slakkenhuis beschadigd.
31
Een kat kan in het donker zijn prooi goed zien,
doordat
A de iris vergroot is en voldoende lichtstralen
doorlaat.
B de pupil vergroot is en voldoende lichtstralen
doorlaat.
C de lens plat genoeg is om de juiste beelden
op het netvlies te vormen.
D de lens bol genoeg is om de juiste beelden
op het netvlies te vormen.
34
Bij een vrouw ontwikkelt zich uit één
bevruchte eicel een tweeling.
Bij de bevalling is de eerstgeboren baby een
jongen.
Hoe groot is de kans dat de andere baby ook
een jongen is?
A 0%
B 25%
C 50%
D 100%
35
32
Bij iemand die bijziend is, kunnen de
ooglenzen niet voldoende ..1.. worden.
Deze afwijking kan verholpen worden door
een bril met ..2.. lenzen.
In de afbeelding is het voortplantingsstelsel
van een man schematisch weergegeven.
Wat moet er bij 1 en 2 worden ingevuld?
1
A
B
C
D
bij 1
afgeplat
bol
afgeplat
bol
bij 2
holle
holle
bolle
bolle
2
Urine wordt vervoerd door deel 1 en
zaadcellen door deel 2.
Worden door deel 1 ook zaadcellen vervoerd?
En wordt urine ook door deel 2 vervoerd?
GROEI EN ONTWIKKELING
33
Het schema geeft de celdeling en celgroei
weer van een cambiumcel.
A
B
C
D
zaadcellen door
deel 1
ja
ja
nee
nee
urine door
deel 2
ja
nee
ja
nee
36
Leidt deze deling tot lengtegroei of tot diktegroei?
A
B
C
D
alleen tot lengtegroei
alleen tot diktegroei
zowel tot lengtegroei als tot diktegroei
geen van beide
Bij vele vrouwen verandert na hun veertigste
jaar de werking van de eierstokken, doordat de
hypofyse minder hormonen gaat afgeven.
Bij welk(e) proces(sen) zal (zullen) er
hierdoor veranderingen ontstaan?
A
B
C
D
alleen bij de menstruatie
alleen bij de ovulatie
bij de ovulatie en de bevruchting
bij de ovulatie en de menstruatie
MILIEU
OVERDRAAGBARE AANDOENINGEN
37
39
In vele woongebieden op aarde is er
vliegverkeer.
Hierover volgen er twee beweringen:
I Als gevolg van het vliegverkeer kan er
milieuvervuiling ontstaan.
II Het vliegverkeer veroorzaakt zure
regens.
Voor deze beweringen geldt :
A
B
C
D
alleen 1 is juist.
alleen 2 is juist.
1 en 2 zijn beide juist.
1 en 2 zijn beide onjuist.
Hieronder volgen er twee beweringen
over H.I.V en A.I.D.S:
I
Iemand met A.I.D.S kan vermageren.
II Iemand die met H.I.V besmet is,
noemt men sero-negatief.
Voor deze beweringen geldt:
A
B
C
D
alleen 1 is juist.
alleen 2 is juist.
1 en 2 zijn beide juist.
1 en 2 zijn beide onjuist.
TROPISCHE HYGIËNE
38
Boer Mahinder gebruikt chemische
bestrijdingsmiddelen om ziekten en plagen in
zijn rijstaanplant te bestrijden.
Welk deel van het milieu wordt hierdoor
vervuild?
A
B
C
D
alleen de bodem en de lucht
alleen de bodem en het water
alleen de lucht en het water
de bodem, de lucht en het water
40
In welk antwoord staan er ziekten, die beide
worden veroorzaakt door virussen?
A
B
C
D
dengue en ziekte van Weil
gele koorts en dengue
malaria en gele koorts
ziekte van Weil en malaria
Download