Voedsel en hygiëne

advertisement
Lesinfo
Voedsel en hygiëne
1.1. Doelstelling
Kinderen inzicht geven in de principes van voedselhygiëne thuis bij het koken en in de winkel.
1.2. Benodigdheden


Tekening: afdeling brood, vlees, snoep, groente- en fruit
Pictogrammen: hygiëne bij je thuis
1.3. Inleiding
Wat is hygiëne?
De leerkracht introduceert de term ‘hygiëne’.
Iedereen begrijpt dat je je handen moet wassen voor het eten. Wanneer je met voedsel bezig bent,
moet je nog extra aandachtig zijn: mag ik alles nog gebruiken, is het nog wel lekker of zijn
sommige eetwaren te oud geworden en moet je weggooien om niet ziek te worden?
Goede hygiëne in de keuken zorgt er dus vooral voor dat we op een goede manier met eetwaren
omgaan.
1.4. Lesinhoud
1.4.1. Hygiëne bij je thuis
Een goede hygiëne begint bij jezelf. De leerkracht vraagt de kinderen op welke manier dat zij er
voor zorgen dat hun lichaam proper blijft.
De leerkracht toont een aantal pictogrammen en laat de kinderen raden over welke hygiënische
handeling het pictogram handelt. Vervolgens wordt de handeling besproken.
tanden poetsen
handen wassen
gezicht wassen
lichaam wassen
haren wassen
nagels kuisen
oren uitkuisen
De leerkracht gaat na waarvoor de kinderen hun handen allemaal gebruiken. Op deze manier staan
kinderen er stil bij hoe belangrijk hun handen zijn. Ze zijn nodig om te spelen, te eten, plezier te
beleven en nog zo veel meer. Het is essentieel dat het kind begrijpt hoe belangrijk zuivere handen
zijn. Hygiëne draagt ertoe bij dat zijzelf en anderen gezond blijven.
Hier kan ook nog eens verwezen worden naar de tekeningen van de vorige les rond hygiëne
waarbij via picto’s wordt duidelijk gemaakt hoe men de handen moet wassen.
1.4.2. Hygiëne in de winkel en supermarkt
Hygiëne is erg belangrijk wanneer we met voeding bezig zijn.
Wanneer je iets lekkers maakt in de keuken moet je er steeds voor zorgen dat je handen en nagels
zuiver zijn en dat je de keuken heel schoon houdt. Zowel voor, na, als tijdens het koken. Ook alle
fruit en groenten die je gebruikt moeten zuiver zijn. Voor vers vlees is het dan weer belangrijk dat
het koel wordt bewaard voor je het gebruikt.
Ook wanneer je boodschappen gaat doen in de supermarkt, moet men er daar alles aan doen om
de rekken, vloer, ... goed te reinigen en om aandachtig de voeding te controleren. De winkels zijn
dit verplicht, zodat wij als klanten gerust kunnen zijn over wat we eten. Je wilt immers toch niet
dat iemand jouw vers gebakken broodjes met vuile handen aanraakt?
Vandaag nemen we een kijkje in de supermarkt. We bekijken op welke manier er met hygiëne
wordt omgegaan.
De leerkracht bekijkt elke hoek in een supermarkt met de kinderen en analyseert op welke manier
er met hygiëne wordt omgegaan.
Hoeken:
•
•
•
•
•
bakkerij
slagerij
fruit en groenten
snoepjes
kaas
Afdeling brood of bakkerij
 Leerkracht toont een prent van een bakker (zie ook bijlage)
De leerkracht vraagt de kinderen om te beschrijven hoe de bakker eruit ziet. Nadien vraagt hij hen
wat de functie van deze speciale kledij is.
Een bakker draagt steeds een muts op zijn hoofd. Dit doet hij om hygiënische redenen, namelijk
om te voorkomen dat er hoofdharen in het brood belanden. Tevens draagt hij ook steeds
beschermende kledij zoals een schort of een bakkersvest. Natuurlijk wast een bakker ook steeds
zijn handen en zorgt hij ervoor dat zijn nagels proper zijn voor hij begint te bakken.
Ook voor ons gelden er hier regels. Wanneer wij in de supermarkt broodjes of koffiekoeken gaan
kopen, moeten wij deze uit het bakje nemen met een tangetje of plastic handschoenen en dus
zeker niet met de blote handen. In andere winkels zitten alle soorten brood reeds ingepakt
waardoor het geen probleem is om met de handen te nemen.
Afdeling vlees of slager
 Leerkracht toont een prent van een slager of vleesafdeling (zie ook bijlage)
De leerkracht vraagt aan de kinderen om te beschrijven hoe de slager eruit ziet. Nadien vraagt hij
hen wat de functie van deze speciale kledij is.
Net zoals de bakker draagt de slager beschermende kledij en een petje op zijn hoofd om te
verhinderen dat er hoofdharen in zijn vleeswaren terechtkomen. Met vlees moet je extra
voorzichtig zijn om ervoor te zorgen dat er geen bacteriën in komen. De plaats waar de slager
werkt mag niet te warm zijn en hij zal erg veel aandacht geven aan het regelmatig wassen van al
zijn werkgerei.
Daarom dat je rauw vlees nooit onverpakt kan vastnemen in de supermarkt. Sommige
vleessoorten zijn niet verpakt, weet je welke? (droge worsten)
Afdeling fruit en groenten of groenteman
 Leerkracht toont een prent van een groente- en fruitwinkel (zie ook bijlage)
De leerkracht vraagt aan de kinderen hoe de groenteboer omgaat met hygiëne. Nadien vraagt hij
hen wat de functie van deze speciale kledij is.
De groenteboer draagt meestal een schort om zijn kledij te beschermen. Hij moet steeds propere
handen hebben wanneer hij in contact komt met zijn producten. Wanneer je een bereid slaatje in
een groentewinkel ziet, zal dit ook netjes verpakt zijn en koel bewaard worden.
Afdeling snoep
 Leerkracht toont een foto van bakken snoep (zie ook bijlage)
Wanneer wij naar de supermarkt gaan, mag je misschien eens een zak met snoepjes vullen. Je kan
dan kiezen uit verschillende soorten snoep die in afzonderlijke bakken gesorteerd zitten. Hoe mag
ik deze snoepjes uit de bakjes halen?
Het is niet proper om met je blote handen snoepjes uit de snoepbak te nemen. Aan je handen
hangen dikwijls bacteriën. Deze bacteriën kunnen andere mensen ziek maken. Het is belangrijk dat
je steeds het bijhorend tangetje gebruikt.
Download