Instructie over het afronden van getallen en nauwkeurigheid

advertisement
Hoe schrijf ik mijn antwoord op bij rekenwerk?
hoofdregel:
het antwoord kan nooit nauwkeuriger zijn dan de gegevens waarmee je rekent, dus vaak moet je
‘afkappen’
vb.: als de kracht F = 2,3 N en de uitrekking u = 4,7 cm, dan geef je de veerconstante C ook met twee
cijfers op:
- op rekenmachine: C = F/u = 0,48936…
- ‘afkappen’: C = 0,48│936…
- op proefwerkblad: C = 0,49 N/cm (of 4,9·10-1 N/cm of 49·10-2 N/cm)
algemeen:
het antwoord bestaat uit een getal met of zonder komma erin en daarachter eventueel een 10macht (bijv. 102)
regels:
1.
de nauwkeurigheid van het antwoord wordt bepaald door het aantal significante cijfers in
het getal voor de 10-macht
maar let op:
-
als dit getal begint met één of meer nullen, dan tellen die niet mee als significante cijfers
significante cijfers is niet hetzelfde als decimalen: het aantal decimalen is het aantal cijfers
achter de komma
vb 1.: als het antwoord in twee cijfers nauwkeurig gegeven moet worden, dan wordt
-1
-2
-3
-4
vb. 2: 6,0060411 wordt dan 6,0
vb. 3: 60,0060411 wordt dan 60
2.
afronden: als je een getal moet ‘afkappen’ en
- er staat een 0, 1, 2, 3 of 4 achter de ‘afkapstreep’, dan blijft het cijfer voor
de ‘afkapstreep’ gewoon staan
- er staat een 5, 6, 7, 8 of 9 achter de ‘afkapstreep’, dan wordt het cijfer voor
de ‘afkapstreep’ met 1 verhoogd
vb. 1: als het antwoord in twee cijfers nauwkeurig moet, dan wordt 4210 genoteerd als
2
vb. 2:
3
2
3
3.
0
a) als de 10-macht 100 is, dan laten we de 10-macht weg
maar 4,2)
1
b) de 10-macht 10 wordt over het algemeen vermeden door over te stappen naar een
1
2
notatie met 102 of zonder 10-macht
)
4.
tijdens je berekeningen nog niet afronden!
Download