Presentaties hoofdstuk 5 pagina 1 Presentaties Midden cursus 2011-2012 HAVO 1. Voorbereiding Met je groepje bereid je een presentatie voor de klas voor Activiteit Wie bereidt het voor en presenteert het? • Je leest de tekst in het boek door (zie hieronder), die leg je uit en je geeft een kort overzicht van de stroming in de geschiedenis van de afgelopen twee eeuwen. • Je zoekt alle opdrachten uit het boek bij die teksten en selecteert twee opdrachten. Daarnaast bedenk je zelf 2 opdrachten bij je stroming. Deze vier zijn straks huiswerk voor de klas, zet ze op stencil en geef het tijdig aan je docent om te kopiëren !!! • Je leest de partijprogramma’s door van de partijen die bij je stroming horen en kiest drie representatieve partijprogrammapunten die duidelijk door deze stroming zijn geïnspireerd. In de mediatheek vind je partijprogrammaboeken of uitdraaien van programma’s op internet. • Je leest de twee artikelen door. Je zoekt er zelf één a twee artikelen bij over of van een politieke partij mbt haar stroming. In die artikelen zoek je naar opvallende, interessante, verhelderende gegevens die aangeven hoe het er vandaag met die stroming voorstaat. Vraag je bij het lezen dus voortdurend af wat je uit die artikelen kunt gebruiken. Belangrijk: lees dus niet saaie samenvattingen voor! Dit onderdeel weegt zwaar, het moet zorgvuldig voorbereid worden! • Je bedenkt met de groep twee stellingen die een standpunt van je stroming weergeven en spreekt alvast argumenten voor en tegen door. Zoek minstens twee mensen uit je groep die samen hetzelfde doen. 2. Presentatie In je presentatie wijs je woordvoerders aan voor de verschillende onderdelen. In de presentatie: • Leg je kort de stof uit en verklaar je de plaats van je stroming in de rechthoek • Geef je de vijf opdrachten als huiswerk op aan de klas. In de volgende les bespreken jullie dat huiswerk • Lees je de drie programmapunten voor en analyseer je waarom deze tekenend zijn voor je stroming • Geef je een levendig verslag van opvallende punten uit de artikelen. • De leraar kiest een stelling uit. Voer je een discussie over een stelling waarbij de hele groep (op de discussieleider na) met vuur de standpunten van de eigen stroming verdedigt. Voor de discussie is een van jullie neutrale discussieleider, die discussieert dus niet mee! De anderen verdedigen de standpunten van de stroming. De discussieleider geeft alleen leerlingen het woord die gaan staan. Als bij de presentatie een onderdeel niet gepresenteerd kan worden, geldt daarvoor onverbiddellijk het cijfer 0! Zorg altijd voor reserve-presentatoren. Bladzijden uit het boek: Sociaal-democraten: Pagina 97 en 98 Pagina 98 tot en met 100 Midden-confessionelen: Pagina 97 en 98 Pagina 101 tot en met 103 Pragmatici: Pagina 97 en 98 Pagina 104 en 105 Liberalen: Pagina 97 en 98 Pagina 100 en 101 Linkse en Rechtse confessionelen: Pagina 97 en 98 Pagina 103 en 104 Presentaties hoofdstuk 5 pagina 2 Sociaal-democraten: Pagina 97 en 98 Pagina 98 tot en met 100 Sociaal-democraten Nieuwe idealen nodig voor richtingloze PvdA Positief sociaal mensbeeld als nieuw criterium Sociaal-democraten Gijs Holla en Robin Mobron De 'managers' in de PvdA willen de maatschappelijke problemen gewoon oplossen, zonder ideologie. De 'klassieke sociaal-democraten' koesteren de oude idealen van de eerlijke verdeling van kennis, inkomen en macht. Beide stromingen moeten nieuwe idealen vinden. De PvdA is zich, na een fikse afstraffing van de Nederlandse kiezer, aan het beraden op haar koers. Daartoe is de commissie-De Boer in het leven geroepen. Haar belangrijkste conclusie is, dat de PvdA een aantal belangrijke thema's onbesproken heeft gelaten. „Over dat soort thema's moet een open debat ontstaan", aldus partijvoorzitter Koole. De PvdA moet zich, volgens ons, afvragen waarom die thema's en antwoorden gemist worden. Wij vrezen dat het 'open' debat van Koole zal verzanden in de oude tegenstellingen tussen twee stromingen binnen de partij: De 'managers' en de 'klassieke sociaal-democraten'. Behalve dat geen van beide de oplossingen heeft die de partij op dit moment zoekt, sluiten ze elkaar ook nog uit. Het gevolg is een richtingloze taboe-cultuur. De eerste stroming, de 'managers', stamt uit het eind van de jaren tachtig. Deze stroming lijkt vooral oog te hebben voor het vinden van goede oplossingen voor acute problemen (thema's) in de samenleving. Zij heeft haar ideologische veren afgeschud en stelt zich pragmatisch op. Het maakt deze PvdA-ers niet uit of het om sociaaldemocra-tische of liberale methoden gaat, als ze maar de problemen van mensen zo efficiënt mogelijk oplossen. Het heeft deze stroming vooral ontbroken aan een herkenbare (sociaal-democrati-sche) visie, waardoor de PvdA volkomen onherkenbaar wordt. Een goed voorbeeld is de privatisering van de NS. Marktwerking werd als oplossing gezien voor efficiëntieproblemen, terwijl er geen rekening mee werd gehouden dat openbaar vervoer voor iedereen betaalbaar moet blijven. De PvdA zal zich weer grote doelen moeten stellen en goed moeten nadenken waarom men voor of tegen een bepaalde methode is. Wij stellen daarom voor de sociaal-democratische idealen weer als uitgangspunt te nemen van politieke overwegingen. Het criterium moet niet zijn hoeveel geld er wordt uitgegeven, maar waarom er geld wordt uitgegeven. Zo kan de PvdA beter verdedigen dat een aantal oplossingen haar ideaal dichterbij brengt. Dit 'ideaal rationeel denken' maakt de PvdA een stuk herkenbaarder. De tweede stroming vormen de 'klassieke sociaal-democraten'. Kenmerkend is dat ze idealen en oplossingen met elkaar lijken te verwarren. Deze verwarring komt voort uit een lange traditie van tegenstellingen met andere politieke stromingen. Over het doel was men het redelijk eens: er moest een eerlijke verdeling van kennis, inkomen en macht komen. Men was het echter niet eens over de manier waarop dit bereikt moest worden. De klassieke sociaal-democraten denken in reflexen: Is iets geen sociaaldemocratische oplossing, dan is men tegen. Bepaalde goede oplossingen en sommige Presentaties hoofdstuk 5 pagina 3 problemen mogen niet besproken worden. Het denken in reflexen heeft twee grote nadelen: de echte idealen komen niet meer tot hun recht en de partij neemt vaak niet constructief deel aan maatschappelijk discussies. Zo is het de afgelopen jaren onmogelijk gebleken om oplossingen voor integratie en veiligheidsproblemen te bespreken. Als alternatief stellen we voor om methoden te beoordelen op het mensbeeld dat daaraan ten grondslag ligt. Waar sommige methoden uitgaan van een negatief egocentrisch mensbeeld, moet voor de PvdA een positief sociaal mensbeeld het voornaamste criterium zijn. Zo'n mensbeeld gaat ervan uit dat mensen sociale wezens zijn, die positief benaderd moeten worden. Binnen de PvdA is de tegenstelling tussen de klassieke sociaal-democraten en de managers verlammend geweest voor het interne politiek-filosofische debat en ze heeft geleid tot een saaie compromiscultuur. De idealen zijn uit het oog verloren, terwijl echt pragmatisme op een taboe-cultuur stuit. Onze alternatieven, het ideaal rationeel denken en een positief mensbeeld, sluiten aan bij de twee huidige stromingen van de PvdA, maar sluiten elkaar niet uit. Het sociaal-democratisch ideaal gaat immers uit van een samenleving, waarin ieder mens zich thuis en gewaardeerd voelt. Dit ideaal kan alleen worden benaderd als mensen met waardering, gelijkwaardigheid en respect worden behandeld. Wil de PvdA uit de impasse komen, zal het komende debat niet over de tegenstellingen tussen de beide stromingen moeten gaan, maar over nieuwe criteria, waarop problemen en oplossingen beoordeeld moeten worden. Daarbij moet men stokpaardjes overboord durven zetten. Gijs Holla is politicoloog, PvdA-bestuurslid in Leiden en oud-medewerker van de PvdA-campagne. Robin Mobron is bestuurskundige. Beiden zijn lid van het PvdA-jongeren-netwerk Roos. Trouw 26-9-02 Beginselverklaring PvdA • Vrijheid, democratie, duurzaamheid en solidariteit zijn de idealen van de sociaaldemocratie. • Solidariteit gedijt op een stevige ondergrond van saamhorigheid en lotsverbondenheid. De toenemende diversiteit zet dat fundament onder druk. Het keren van die ontwikkeling vraagt om selectieve migratie, ontwikkelen van gedeelde oriëntaties op verleden en toekomst van onze maatschappij en het radicaal bestrijden van achterstelling en achterstand. • Vrijheid is geen verdienste, maar een recht: Iedereen heeft recht op zekerheid en een fatsoenlijk bestaan. Daarin onderscheidt de sociaal-democratie zich van het neoliberalisme. Een fatsoenlijk bestaan is een dusdanig niveau van bestaanszekerheid dat men volwaardig aan de samenleving kan deelnemen. De overheid moet burgers respectvol bejegenen en omgekeerd mag de overheid dat respect van burgers verlangen. • De sociaal-democratie geeft gemeenschapsvorming, maatschappelijke samenhang en publieke moraal betekenis zonder paternalisme en benepenheid, zoals het neoconservatisme. Wij verdedigen een vrijzinnige moraal, waarin - tegen de achtergrond van voor iedereen geldende grondrechten - ruimte is voor verschillende levensbeschouwingen, levensstijlen en culturen. • De sociaal-democratische methode kan niet zonder een sterke economie en een vitale markt. Maar ongeremde economische activiteiten tasten de kwaliteit van het bestaan in de weg als de noodzaak van 'werk, werk, werk' verwordt tot de haast van 'druk, druk, druk'; als commercie tot culturele eenheidsworst leidt; als de lasten van economische groei worden afgewenteld op ontwikkelingslanden en toekomstige generaties. Groei moet kortom selectief en duurzaam zijn. Presentaties hoofdstuk 5 pagina 4 • De sociaal-democratie wil modernisering van de parlementaire democratie. de verzorgingsstaat en de sociale overlegeconomie verwezenlijken met een sterke en democratische overheid. Het openbaar bestuur moet zo lokaal mogelijk verwezenlijkt worden. • Voorop staat dat politiek het verschil kan maken tussen een marginaal en fatsoenlijk bestaan, tussen vernedering en emancipatie, tussen rivaliteit van natiestaten en internationale samenwerking, tussen apartheid en vrijheid:politiek doet er toe. Presentaties hoofdstuk 5 pagina 5 Presentaties Midden 2008-2009 HAVO 1. Voorbereiding Met je groepje bereid je een presentatie voor de klas voor Activiteit Wie bereidt het voor en presenteert het? • Je leest de tekst in het boek door (zie hieronder), die leg je uit en je geeft een kort overzicht van de stroming in de geschiedenis van de afgelopen twee eeuwen. • Je zoekt alle opdrachten uit het boek bij die teksten en selecteert twee opdrachten. Daarnaast bedenk je zelf 2 opdrachten bij je stroming. Deze vier zijn straks huiswerk voor de klas, zet ze op stencil en geef het tijdig aan je docent om te kopiëren !!! • Je leest de partijprogramma’s door van de partijen die bij je stroming horen en kiest drie representatieve partijprogrammapunten die duidelijk door deze stroming zijn geïnspireerd. In de mediatheek vind je partijprogrammaboeken of uitdraaien van programma’s op internet. • Je leest de twee artikelen door. Je zoekt er zelf één a twee artikelen bij over of van een politieke partij mbt haar stroming. In die artikelen zoek je naar opvallende, interessante, verhelderende gegevens die aangeven hoe het er vandaag met die stroming voorstaat. Vraag je bij het lezen dus voortdurend af wat je uit die artikelen kunt gebruiken. Belangrijk: lees dus niet saaie samenvattingen voor! Dit onderdeel weegt zwaar, het moet zorgvuldig voorbereid worden! • Je bedenkt met de groep twee stellingen die een standpunt van je stroming weergeven en spreekt alvast argumenten voor en tegen door. Zoek minstens twee mensen uit je groep die samen hetzelfde doen. 2. Presentatie In je presentatie wijs je woordvoerders aan voor de verschillende onderdelen. In de presentatie: • Leg je kort de stof uit en verklaar je de plaats van je stroming in de rechthoek • Geef je de vijf opdrachten als huiswerk op aan de klas. In de volgende les bespreken jullie dat huiswerk • Lees je de drie programmapunten voor en analyseer je waarom deze tekenend zijn voor je stroming • Geef je een levendig verslag van opvallende punten uit de artikelen. • De leraar kiest een stelling uit. Voer je een discussie over een stelling waarbij de hele groep (op de discussieleider na) met vuur de standpunten van de eigen stroming verdedigt. Voor de discussie is een van jullie neutrale discussieleider, die discussieert dus niet mee! De anderen verdedigen de standpunten van de stroming. De discussieleider geeft alleen leerlingen het woord die gaan staan. Als bij de presentatie een onderdeel niet gepresenteerd kan worden, geldt daarvoor onverbiddellijk het cijfer 0! Zorg altijd voor reserve-presentatoren. Bladzijden uit het boek: Sociaal-democraten: Pagina 97 en 98 Pagina 98 tot en met 100 Midden-confessionelen: Pagina 97 en 98 Pagina 101 tot en met 103 Pragmatici: Pagina 97 en 98 Pagina 104 en 105 Liberalen: Pagina 97 en 98 Pagina 100 en 101 Linkse en Rechtse confessionelen: Pagina 97 en 98 Pagina 103 en 104 Presentaties hoofdstuk 5 pagina 6 Liberalen: Pagina 97 en 98 Pagina 100 en 101 Liberalen Liberalisme en kapitalisme DEZER DAGEN NRC Handelsblad 4 maart 2004 J.L.Heldring ..De liberale democratie is het eerste politieke systeem dat niet zijn eigen ondergang voortbrengt." „Voor de socialisten betekent die dat de grote strijd tegen het kapitalisme is gestreden." „Nu moeten de socialisten opereren binnen een historische en maatschappelijke logica die hun vijandig gezind is." „Nu staat het socialisme voor de keuze om op te houden te bestaan of liberaal te worden." Deze citaten, gelicht uit het artikel van de geschiedfilosoof Frank Ankersmit in de krant van 28/29 februari, doen misschien niet volledig recht aan het hele betoog van de Groninger hoogleraar, dat bijna een hele pagina beslaat, maar alsof om de juistheid ervan te bevestigen, spreekt het PvdA-Kamerlid Duivesteijn. eertijds rechterhand van de verslagen Melkert, in de Volkskrant van 2 maart van de „diepe depressie" en de „ideologische leegte" waarin links zich bevindt, en „nog steeds is er nauwelijks debat in de PvdA". Maar laten we Ankersmit weer het woord geven: ..Een van de belangrijkste eigenaardigheden van onze huidige, postmoderne maatschappijen is dat die geen ruimte meer laten voor alternatieve maatschappijvisies", zegt hij, vervolgens drie denkers aanroepend die ongeveer hetzelfde gezegd hebben. Dit zijn de neomarxist Herbert Marcuse, wiens One-dimensial man (1964) in de jaren '60 bijna verplichte lectuur was; Francis Fukuyama, wiens The end of history? uit 1989 na de val van de Muur het gesprek van de dag was; en Alexis de Tocqueville, die, hoewel al bijna anderhalve eeuw dood, minder verouderd is dan de twee eerder genoemden. Van Tocqueville zegt Ankersmit dat deze in het tweede deel van zijn De la democratie en Amerique stelt „dat de liberale democratie het eigenaardige vermogen bezit om alle alternatieven voor zichzelf de verstikkingsdood te laten sterven". In mijn exemplaar in dit boek heb ik zo'n passage niet terug kunnen vinden, maar ik geef toe: ik heb er slechts vluchtig doorheen gelezen. Wat ik wél in dat tweede deel van Tocqueville nog steeds actuele meesterwerk heb gevonden, is deze opmerking: „Tous les peuples de l'Amerique ont un état social democratique", wat vertaald zou kunnen worden als: 'In heel Amerika heerst een sociale democratie.' Elders in dit deel gebruikt Tocqueville deze uitdrukking nog een paar keer. Een merkwaardige uitdrukking! Tocqueville schreef in de jaren '30 van de 19de eeuw, toen het begrip sociaal-democratie' nog nauwelijks in zwang was ('socialisme' wel). Tocqueville zet dan ook geen koppelteken tussen beide deelwoorden, waardoor het eigenlijk geen goed Frans is, wat ook merkwaardig is. Maar wat bedoelt Tocqueville ermee? Zeker niet dat Amcrika sociaaldemocratisch is. Hij licht de uitdrukking aldus toe: ..Aangezien de maatschappelijke verhoudingen er democratisch zijn, heeft de democratie geen moeite haar heerschappij te vestigen."En: „Dé democratie is er langzamerhand doorgedrongen in de gebruiken, opvattingen en vormen; Presentaties hoofdstuk 5 pagina 7 men vindt haar terug in alle details van het maatschappelijke leven, evenals in de wetten." Laat ik hier onmiddellijk aan toevoegen dat ik van deze 'vondst', die ik indirect aan Ankersmit te danken heb, niet melding maak bij wijze van oppositie tot zijn betoog, waar ik het in grote trekken wel eens mee ben, maar omdat ik haar te curieus vond om onvermeld te laten. Wezenlijker, en wel direct betrekking hebbend op Ankersmits betoog, is de vraag of de liberale democratie inderdaad „het eerste politieke systeem is dat niet zijn eigen ondergang voortbrengt", zoals hij stelt. De toekomst zal het uitwijzen, maar waarschuwde dezelfde Tocqueville niet in verscheidene hoofdstukken voor de 'tirannie van de meerderheid'? En elke tirannie draagt de kiemen van haar ondergang in zich. Ook mag ik er misschien aan herinneren dat een massabeweging als het fascisme - waaronder ik ook, hier helemaal correct, het nationaal-socialisme laat vallen -gebruik en misbruik heeft kunnen maken van de essentialia van de democratie (zoals verkiezingen en vrije pers) en van haar zwakheden. Zonder dit voorland is het fascisme ondenkbaar. Het is dus de vraag of het waar is dat de liberale democratie zo immuun is als Ankersmit stelt. Andere stelling van Ankersmit: „...de grote strijd tegen het kapitalisme is gestreden". In de rest van zijn artikel preciseert hij het begrip' kapitalisme' door te spreken van het 'liberale kapitalisme', meestal van het 'liberaalkapitalisme'. Dat is verstandig, omdat er ook niet-liberaal kapitalisme bestaat, bijvoorbeeld dat hetwelk van Chili onder generaal Pinochet het welvarendste land van Latijns Amerika maakte. Kapitalisme sec is geen politieke, maar een economische overtuiging, namelijk dat het in een samenleving aanwezige kapitaal het meeste opbrengt wanneer liet in particuliere handen en onder particulier beheer blijft. Dat is een overtuiging die ook het liberalisme toegedaan -.. maar dat voegt daar de voorwaarde van de democratische rechtsstaat aan toe. Het is mogelijk dat ook het socialisme steeds meer naar deze overtuiging tendeert. Ankersmit noemt socialisten die „bereid zijn om heel wat liberaal water in de socialistische wijn te doen", althans „het gegeven respecteren in de liberaal-kapitalistische orde te leven", terwijl in het Britse Labour,,de verkapte liberalen het heft zelfs helemaal in handen hebben genomen. genomen". Het is. zoals gezegd, mogelijk, maar even interessant is de vraag hoe de houding van het liberalisme tegenover het zegevierende kapitalisme zal zijn. Het kapitalisme zelf heeft namelijk geen enkel politiek of moreel beginsel. Het past zich aan alle omstandigheden aan. Zijn overievingsvermogen is daardoor fenomenaal. Rebelleren de studenten ergens, zoals in de jaren '60, dan ziet het kapitalisme in hun alternatieve smaak en mode onmiddellijk een markt. Hetzelfde met porno of, voor hetzelfde geld. de God business in Amerika. Wie daartegen is, zal het kapitalisme willen beteugelen, matigen, remmen. Zijn de liberalen daartoe bereid? Zo ja, dan kan dat moeilijk om andere dan morele redenen zijn. En als dat zo is, wat is dan de grondslag van die moraal? Het is misschien waar dat, zoals Ankersmit zegt, ,Je met ideologie tegenwoordig niet ver meer komt", maar het zijn toch niet onwezenlijke vragen. NRC commentaar 7 februari 2007 ...en het individu Samen leven, samen werken is het motto van de nieuwe coalitie tussen CDA, Presentaties hoofdstuk 5 pagina 8 PvdA en ChristenUnie. Nu zullen weinigen voorstander zijn van een samenleving die atomiseert, waar burgers als los zand naast elkaar leven. Zo verwoordde toenmalig premier Kok (PvdA) het al in 1994 aan het begin van het eerste paarse kabinet. Maar de visie op mens en maatschappij zoals die spreekt uit het regeerakkoord tussen CDA, PvdA en CU, kiest voor het andere uiterste. De burger wordt door het nieuwe kabinet louter gedefinieerd als lid van een groep of gezin. Daarmee is de eerdere erkenning van minder traditionele leefvormen verlaten. Hier is het conservatieve stempel dat CDA en CU drukken op de maatschappijvisie van het nieuwe kabinet leidend. Het klassieke gezin wordt voorgesteld als de samenlevingsvorm waaruit al het goede voortkomt. In het gezin worden kinderen opgevoed, wordt geborgenheid geboden, en worden essentiële waarden en normen voorgeleefd en overgedragen aan volgende generaties. Dat dit een ideologische uitspraak is, blijkt wel uit het feit dat het regeerakkoord gelijktijdig onderkent dat gezinnen niet altijd een paradijselijke omgeving zijn. Daarom komen er Centra voor Jeugd en Gezin die met kracht de ondersteuning van gezinnen waar het mis gaat ter hand nemen. Als het moet, gebeurt dit verplicht. De PvdA, die zich graag ziet als progressieve partij, heeft hier het onderspit gedolven. Het is ronduit zorgwekkend dat de nieuwe coalitie afscheid neemt van het liberale beginsel dat het individu startpunt en eindpunt moet zijn van overheidshandelen. De overheid wordt in het regeerakkoord voorgesteld als een grote broer die zorgt voor houvast, geborgenheid en een herkenbare eigen identiteit. Achter deze vriendelijke voorstelling van zaken gaat, zoals VVD-leider Rutte zei een reactie, veel staatspaternalisme schuil. De prijs die gezinnen, scholen, corporaties en andere groepen betalen voor de ondersteuning die de staat gaat bieden is voortschrijdende betutteling en dwang, als de hulp niet in dank wordt aanvaard. De invloed van de CU doet zich bijvoorbeeld gelden op het vlak van medischethische kwesties. De vaak orthodox-christelijke achterban van deze kleinste coalitiepartij is mordicus tegen zaken als euthanasie en abortus. De bestaande wetgeving zal dan wel niet worden teruggedraaid, maar de overheid gaat zich wel meer met de bestaande praktijk bemoeien. Als alternatief voor de zelfgekozen dood komt er geld om de palliatieve zorg te verbeteren. En op het terrein van abortus komen nieuwe initiatieven om die praktijk met positieve maatregelen terug te dringen. Daarnaast worden eerdere discussies over de mogelijke afschaffing van het bijzonder onderwijs beëindigd door de ferme vaststelling dat scholen recht hebben op bescherming van hun grondslag en traditie. En op het terrein van de media zal de overheid stimuleren dat er een gedragscode komt voor zogenoemd veilig media-aanbod. Voor partijen die het individu centraal stellen, die tegen de betutteling zijn van de burger door de overheid en die staan voor een minder opdringerige rol van Vader Staat, is een wereld te winnen. Presentaties hoofdstuk 5 pagina 9 Presentaties Midden 2008-2009 HAVO 1. Voorbereiding Met je groepje bereid je een presentatie voor de klas voor Activiteit Wie bereidt het voor en presenteert het? • Je leest de tekst in het boek door (zie hieronder), die leg je uit en je geeft een kort overzicht van de stroming in de geschiedenis van de afgelopen twee eeuwen. • Je zoekt alle opdrachten uit het boek bij die teksten en selecteert twee opdrachten. Daarnaast bedenk je zelf 2 opdrachten bij je stroming. Deze vier zijn straks huiswerk voor de klas, zet ze op stencil en geef het tijdig aan je docent om te kopiëren !!! • Je leest de partijprogramma’s door van de partijen die bij je stroming horen en kiest drie representatieve partijprogrammapunten die duidelijk door deze stroming zijn geïnspireerd. In de mediatheek vind je partijprogrammaboeken of uitdraaien van programma’s op internet. • Je leest de twee artikelen door. Je zoekt er zelf één a twee artikelen bij over of van een politieke partij mbt haar stroming. In die artikelen zoek je naar opvallende, interessante, verhelderende gegevens die aangeven hoe het er vandaag met die stroming voorstaat. Vraag je bij het lezen dus voortdurend af wat je uit die artikelen kunt gebruiken. Belangrijk: lees dus niet saaie samenvattingen voor! Dit onderdeel weegt zwaar, het moet zorgvuldig voorbereid worden! • Je bedenkt met de groep twee stellingen die een standpunt van je stroming weergeven en spreekt alvast argumenten voor en tegen door. Zoek minstens twee mensen uit je groep die samen hetzelfde doen. 2. Presentatie In je presentatie wijs je woordvoerders aan voor de verschillende onderdelen. In de presentatie: • Leg je kort de stof uit en verklaar je de plaats van je stroming in de rechthoek • Geef je de vijf opdrachten als huiswerk op aan de klas. In de volgende les bespreken jullie dat huiswerk • Lees je de drie programmapunten voor en analyseer je waarom deze tekenend zijn voor je stroming • Geef je een levendig verslag van opvallende punten uit de artikelen. • De leraar kiest een stelling uit. Voer je een discussie over een stelling waarbij de hele groep (op de discussieleider na) met vuur de standpunten van de eigen stroming verdedigt. Voor de discussie is een van jullie neutrale discussieleider, die discussieert dus niet mee! De anderen verdedigen de standpunten van de stroming. De discussieleider geeft alleen leerlingen het woord die gaan staan. Als bij de presentatie een onderdeel niet gepresenteerd kan worden, geldt daarvoor onverbiddellijk het cijfer 0! Zorg altijd voor reserve-presentatoren. Bladzijden uit het boek: Sociaal-democraten: Pagina 97 en 98 Pagina 98 tot en met 100 Midden-confessionelen: Pagina 97 en 98 Pagina 101 tot en met 103 Pragmatici: Pagina 97 en 98 Pagina 104 en 105 Liberalen: Pagina 97 en 98 Pagina 100 en 101 Linkse en Rechtse confessionelen: Pagina 97 en 98 Pagina 103 en 104 Presentaties hoofdstuk 5 pagina 10 Midden-confessionelen: Pagina 97 en 98 Pagina 101 tot en met 103 Christen-democraten Grote rol milieu in CDA-koers NRC 6-10-05 Door onze politieke redactie DEN HAAG, 6 OKT. Regeringspartij CDA zet de komende tien jaar in op duurzaamheid. Burgers die milieuvriendelijk consumeren moeten zogenoemde rentmeesterspremies krijgen. Ook moet Nederland toe naar een 'waterstofeconomie' en zal een kilometerheffing worden ingevoerd. Dat staat in het vandaag gepresenteerde rapport Vertrouwen in mensen, waarin het CDA een nieuwe koers uitzet. De zogeheten jubilieum-commissie - het CDA bestaat dit jaar 25 jaar - pleit voor het invoeren van een nieuwe rechtsvorm in het maatschappelijk middenveld, de maatschappelijke onderneming. Dat zijn niet op winst gerichte ondernemingen met een maatschappelijke taak, die in sectoren als zorg, onderwijs en media een alternatief bieden voor commerciële aanbieders. Uit het rapport blijkt ook dat het CDA voorstander is van een ministerie van Veiligheid in de toekomst. En er moet een ministerie van jeugd- en gezinszaken komen, een oude CDA-wens. De partij neemt met kracht afstand van plannen voor een democratische vernieuwing. Het CDA wil geen „presidentiële elementen" invoegen in de representatieve democratie, want daarbij gaat het om een geheel andere rolverdeling tussen parlement en regering. „In feite is de keuze er een tussen twee zeer verschillende stelsels en is het vrijwel ondoenlijk te werken aan een mix van beide." Maatschappelijk middenveld bloeit op Bedrijven uit dit van oudsher CDA-domein hebben de wind in de rug. (NRC 6-02-05) Met het CDA in de regering heeft het maatschappelijk middenveld de wind in de rug. In Den Haag stapelen de rapporten zich op: is dit het domein van de overheid of van de markt? Tijd voor hervorming Door onze redacteur MENNO TAMMINGA AMSTERDAM, 5 FEBR. De liberalen hebben de markt, de sociaal-democraten de overheid, maar het CDA heeft het maatschappelijk middenveld. Tussen staat en markt werken duizenden zorginstellingen, scholen, HBO-instellingen, universiteiten, meer dan vijfhonderd woningcorporaties, maar ook de publieke omroepen. „Met hun activiteiten zijn grote maatschappelijke belangen gemoeid" zegt Ab Klink, directeur van het Wetenschappelijk Instituut van het CDA, dat een rapport heeft gepubliceerd over de positie van deze zogeheten maatschappelijke ondernemingen. Het maatschappelijk middenveld is van oudsher een CDA-domein: ontstaan uit (christelijk geïnspireerd) particulier initiatief, maar nu deels met belasting- Presentaties hoofdstuk 5 pagina 11 en premiegeld gefinancierd. Zij hebben een maatschappelijke taak, maar worden bestuurd als particuliere ondernemingen. Zo concreet als hun werk is, zo onduidelijk is het antwoord op vragen als: van wie zijn ze? Wie controleert hen? Wie grijpt in als zij hun maatschappelijke taak niet goed vervullen, en wie velt dat oordeel? Met het CDA aan de macht wint het middenveld aan kracht. Het CDA-rapport rept van „de revitalisering van het maatschappelijk middenveld", mits er iets verandert. Het CDA wil een scala vernieuwingen: ruimte voor burgers om geld te investeren in maatschappelijke ondernemingen, een aparte rechtsvorm, die dwingt tot beter bestuur en betere eigen controle, meer invloed van belanghebbenden, meer ruimte voor eigen ondernemerschap om commerciële concurrenten te weerstaan. Invloed heeft het CDA-Instituut. Vorig jaar heeft het kabinet een rapport uit maart over levensloop al in november op grote lijnen ingevoerd. Het middenveld moet zich ondernemender opstellen, ook al omdat commerciële aanbieders meer kansen krijgen, zegt Klink. Marktwerking in de zorg. Nieuwkomers op de onderwijsmarkt. Hilversum vecht al tegen RTL en SBS. De woningcorporaties voelen maatschappelijke en politieke pressie om meer betaalbare woningen te bouwen. In de zorg deden de wachtlijsten dat. En zoals het bedrijfsleven (Ahold, Koninklijke/Shell) zijn affaires had dat de macht van toezichthoudende commissarissen en aandeelhouders heeft versterkt, zo kende het middenveld zijn eigen opschudding, zoals de HBOfraude met leerlingenaantallen. De Ahold-boekhoudaffaire gaf de com-missie-Tabaksblat de ruimte voor een gedragscode met tanden voor goed bestuur in bedrijven (corporate governance). In het maatschappelijk middenveld wemelt het ook van de commissies, van codes (ziekenhuizen, woningcorporaties, hoger beroepsonderwijs) die toezicht binnen hun instellingen verbeteren en van de goede voornemens. „Een van mijn ambities is het versterken van het interne toezicht bij de hogescholen", zei de nieuwe voorzitter van de HBO-Raad, Doekle Terpstra, een week geleden. Beter toezicht staat ook bij het CDA hoog op de agenda. Klink van het CDAinstituut schetst het proces van verandering bij scholen, ziekenhuizen en corporaties: meestal begonnen met een bestuur van vrijwilligers, dat steeds meer op afstand kwam te staan, terwijl de verantwoordelijkheden toenemen, net als de geldstromen en directies en de managers steeds professioneler werden. Het (vrijwilligers-)bestuur wordt steeds meer controleur, zoals commissarissen bij bedrijven. Maar zo vanzelfsprekend als professioneel toezicht bij grote ondernemingen is geworden, zo vrijblijvend verloopt dat bij stichtingen, de rechtsvorm van veel maatschappelijke ondernemingen. Het CDA-Instituut wil mensen meer invloed geven die functioneel (werknemers) of ideëel betrokken zijn. „Scholen en zorginstellingen zeggen dat weinig mensen warm lopen om mee te praten, maar zij steken zelf ook niet veel energie in het organiseren van hun achterban", vindt Klink. Woningcorporaties zijn bijvoorbeeld verplicht met huurdersverenigingen te overleggen en steunen hun eigen 'oppositie' ook financieel: met 14 miljoen euro, schreef minister Dekker van Volkshuisvesting deze week aan de Tweede Kamer. De ordening van het middenveld wordt de komende maanden ook een kabinetsonderwerp. Het wetenschappelijk bureau van het CDA kon zijn rapport aan premier J.P. Balkenende persoonlijk aanbieden. Voor Eco- Presentaties hoofdstuk 5 pagina 12 nomische Zaken schreef Hans de Boer (ex-MKB-Nederland) een rapport. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) nam vijf maatschappelijke sectoren onder de loep. De WRR wil minder dirigisme uit Den Haag, meer interne controle in een maatschappelijke onderneming. Vorige week presenteerde WRR-lid Pauline Meurs het rapport aan minister van Financiën Zalm (VVD). Zijn internet-dagboek: „Wat mij als dilemma bij blijft is hoe je een balans krijgt tussen een model gebaseerd op wantrouwen, allerlei rapportageverplichtingen en controle (dat werkt niet) en het andere uiterste: vertrouw op de professionals, geef ze het geld en zeur verder niet." De rapporten zijn de opmaat naar een advies van een speciale commissie van de Sociaal-Economische Raad (SER), die geleid wordt door SERvoorzitter en CDA-lid Herman Wijffels persoonlijk. Onderde commissieleden: voorzitter Wim van der Donk van de WRR en directeur Willem van Leeuwen van Aedes, de vereniging van woningcorporaties, die ook in de CDAcommissie zit. Presentaties hoofdstuk 5 pagina 13 Presentaties Midden 2008-2009 HAVO 1. Voorbereiding Met je groepje bereid je een presentatie voor de klas voor Activiteit Wie bereidt het voor en presenteert het? • Je leest de tekst in het boek door (zie hieronder), die leg je uit en je geeft een kort overzicht van de stroming in de geschiedenis van de afgelopen twee eeuwen. • Je zoekt alle opdrachten uit het boek bij die teksten en selecteert twee opdrachten. Daarnaast bedenk je zelf 2 opdrachten bij je stroming. Deze vier zijn straks huiswerk voor de klas, zet ze op stencil en geef het tijdig aan je docent om te kopiëren !!! • Je leest de partijprogramma’s door van de partijen die bij je stroming horen en kiest drie representatieve partijprogrammapunten die duidelijk door deze stroming zijn geïnspireerd. In de mediatheek vind je partijprogrammaboeken of uitdraaien van programma’s op internet. • Je leest de twee artikelen door. Je zoekt er zelf één a twee artikelen bij over of van een politieke partij mbt haar stroming. In die artikelen zoek je naar opvallende, interessante, verhelderende gegevens die aangeven hoe het er vandaag met die stroming voorstaat. Vraag je bij het lezen dus voortdurend af wat je uit die artikelen kunt gebruiken. Belangrijk: lees dus niet saaie samenvattingen voor! Dit onderdeel weegt zwaar, het moet zorgvuldig voorbereid worden! • Je bedenkt met de groep twee stellingen die een standpunt van je stroming weergeven en spreekt alvast argumenten voor en tegen door. Zoek minstens twee mensen uit je groep die samen hetzelfde doen. 2. Presentatie In je presentatie wijs je woordvoerders aan voor de verschillende onderdelen. In de presentatie: • Leg je kort de stof uit en verklaar je de plaats van je stroming in de rechthoek • Geef je de vijf opdrachten als huiswerk op aan de klas. In de volgende les bespreken jullie dat huiswerk • Lees je de drie programmapunten voor en analyseer je waarom deze tekenend zijn voor je stroming • Geef je een levendig verslag van opvallende punten uit de artikelen. • De leraar kiest een stelling uit. Voer je een discussie over een stelling waarbij de hele groep (op de discussieleider na) met vuur de standpunten van de eigen stroming verdedigt. Voor de discussie is een van jullie neutrale discussieleider, die discussieert dus niet mee! De anderen verdedigen de standpunten van de stroming. De discussieleider geeft alleen leerlingen het woord die gaan staan. Als bij de presentatie een onderdeel niet gepresenteerd kan worden, geldt daarvoor onverbiddellijk het cijfer 0! Zorg altijd voor reserve-presentatoren. Bladzijden uit het boek: Sociaal-democraten: Pagina 97 en 98 Pagina 98 tot en met 100 Midden-confessionelen: Pagina 97 en 98 Pagina 101 tot en met 103 Pragmatici: Pagina 97 en 98 Pagina 104 en 105 Liberalen: Pagina 97 en 98 Pagina 100 en 101 Linkse en Rechtse confessionelen: Pagina 97 en 98 Pagina 103 en 104 Presentaties hoofdstuk 5 pagina 14 Linkse en rechtse confessionelen: Pagina 97 en 98 Pagina 103 en 104 Linkse en rechtse christenen Eenentwintig omstreden woorden worden opgepoetst Trouw 4 juni 1999 Artikel 36 .................................................................. Agnes Amelink Van alle christelijke politieke partijen is de Staatkundig Gereformeerde Partij de enige die het ideaal van de theocratie hoog houdt. Kort samengevat: God regeert alle dingen, en dus moet zijn Woord de norm zijn voor de samenleving. In de praktijk betekent dat bijvoorbeeld dat in gemeentes waar de SGP een meerderheid heeft, geen disco's worden toegelaten en winkels, zwembaden en andere openbare voorzieningen op zondag dicht blijven. De SGP ontleent haar visie op de overheid aan artikel 36 van de Nederlandse geloofsbelijdenis. Dit geschrift uit 1561 geldt als een van de basisdocumenten van de protestantse kerken in Nederland. Artikel 36 is altijd omstreden geweest. Niet zozeer omdat het bepaalt dat de overheid de komst van het koninkrijk van Jezus Christus moet bevorderen door de verkondiging van Gods Woord te stimuleren, maar vooral omdat het er in een adem aan toevoegt dat zij afgoderij en valse godsdiensten, desnoods met het zwaard, moet weren. Critici hebben er door de eeuwen heen een verdediging van ketterjacht in gelezen. Vooral de gereformeerde voorman Abraham Kuyper moest niets hebben van dergelijke geloofsdwang. Mede door zijn toedoen schrapten de gereformeerde kerken in 1905 de gewraakte 21 woorden. Zover is de Nederlandse hervormde kerk nooit gegaan. Uitgerekend aan Kuypers Vrije Universiteit werd gisteren een dik proefschrift over die 21 woorden verdedigd. In 'Onverkort of gekortwiekt' wijst Klaas van der Zwaag, kerkredacteur van het Reformatorisch Dagblad erop dat ook de SGP in de praktijk vaak verlegen is met artikel 36. De houd staat immers op gespannen voet met de grondwettelijke vrijheid van godsdienst, waar de SGP als het zo uitkomt ook van profiteert. Tolerantie komt wel voor in de ideologie van de SGP, maar wordt eerder gedoogd dan principieel goedgekeurd. Met een beroep op artikel 36 heeft de SGP in het verleden wel geprotesteerd tegen rk processies en tegen het gezantschap bij de paus. (Het verzet van ds Kersten tegen de Nederlandse vertegenwoordiging in Vaticaanstad kreeg steun en leidde in 1925 tot de val van het kabinet-Colijn). Voor sluiting van rooms-katholieke kerken hoort men Van der Vlies en de zijnen echter nimmer pleiten. Van der Zwaag heeft in de eerste plaats een historische studie geschreven, waarin hij systematisch nagaat hoe de verhouding tussen overheid en religie zich sinds de Reformatie heeft ontwikkelde en welke rol artikel 36 daarbij speelde - impliciet of expliciet. Uit dat overzicht (van Luther tot Kuitert, van Calvijn tot Van Ruler) blijkt dat de spanning tussen theorie en praktijk die de SGP nu nog ondervindt er altijd geweest is. Enerzijds legden de aanhangers van de Reformatie de nadruk op de christelijke godsdienst als de enige ware. Anderzijds was er van meet af aan de staatkundige noodzaak om met andere religies vreedzaam samen te leven. De Reformatie legde de basis voor de godsdienstige tolerantie, doordat zij leerde dat de mens zelf - zonder tussenkomst van de kerk -verantwoordelijk was voor God. Toch waren de neutrale Presentaties hoofdstuk 5 pagina 15 overheid en godsdienstig pluralisme als uitvloeisel van dit denken een stap te ver, gegeven de exclusieve waarheidsclaim. Hoewel Van der Zwaag constateert dat de inburgering van de waarden van democratie en sociale rechtsstaat het theocratische ideaal irreëel heeft gemaakt, doet hij er toch geen afstand van. Integendeel, hij roept juist op tot actualisering. De steen die verachtelijk was weggeworpen mag alsnog dienst doen als hoeksteen. De SGP moet volgens Van der Zwaag nu eindelijk eens omschrijven wat haar theocratische principes concreet betekenen. Dat betekent dat zij zich in deze tijd van 'paars' en secularisatie hernieuVVD moet oriënteren op de Bijbel. Waar de historicus Van Deursen stelde dat ,,de publieke moraal haar in Schrift en confessie gewortelde grondslag verloren heeft en de wil van de numerieke meerderheid tot een moreel goed gemaakt heeft", zegt Van der Zwaag unverfroren: ,,Mede door de verkondiging en verbreiding van Gods Woord (= artikel 36) kunnen de bijbelse waarden en normen een positieve bijdrage vormen voor de revitalisering van het maatschappelijk leven." Dr. K van der Zwaag: Onverkort of gekortwiekt? - Artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de spanning tussen overheid en religie. Groen. Heerenveen, 617 blz. - f 49,95. GOD HEEFT DE CHRISTENUNIE NIET NODIG Interview met André Rouvoet, de Volkskrant 14 oktober 2006 Ja, dit is wel even schrikken', grijnst, André Rouvoet. De lijstrekker van de Christen-Unie pakt omwille van mogelijk opkomende emoties het cappuccinokopje met beide handen vast. De vraag luidde of het hard aankwam dat VVDleider Rutte zijn partij afschrijft als coalitiepartner. Rouvoet: 'Rutte zegt dat wij te links zijn. Ik zou pas echt schrikken als ik uit de mond van de VVD-leider hoor dat hij ons te rechts vindt.' Niettemin, de VVD wijst u af. 'Het belangrijkste is dat Rutte bevestigt dat de ChristenUnie de enige serieuze derde partij is in een coalitie. CDA en VVD staan op hooguit zeventig zetels. Ik vraag me af of het handig is om ons op afstand te zetten. Rutte solliciteert naar een plaatsje in oppositie.' Wie heeft uw voorkeur? 'Ik heb maar één voorkeur, dat is het ChristenUnie-programma.' U regeert net zo makkelijk met links als met rechts? 'Het is geen lood om schroot. Over het asielbeleid moet ik met de VVD een stevig gesprek voeren. Ook met het CDA trouwens, dat' heeft het beleid van minister Verdonk (Vreemdelingenzaken) altijd gesteund. Sterker, Balkenende heeft Verdonk probleemloos in zijn derde kabinet opgenomen terwijl hij haar had kunnen wisselen. Met de PvdA verschil ik onder andere van mening over vrijwel alle buitenlandse kwesties: Irak, Afghanistan, het Midden-Oosten.' Maar wie heeft uw voorkeur? 'Het is bizar dat mij die vraag wordt gesteld. Als de ChristenUnie in de regering komt, zijn wij de kleinste coalitiepartner. Vraag dus eerst aan Bos en Balkenende of ze over links of rechts willen regeren. Ik ga voor die combinatie die de meeste ruimte aan ons programma biedt.' Wij geloven u niet. Als we u midden in de nacht wakker porren en roepen 'wie?', zegt u het wel. 'Ik raad u dringend af mij midden in de nacht wakker te maken. U hoort ook niets anders dan nu. Waarschijnlijk alleen maar: laat me alsjeblieft slapen.' We maken het makkelijker: de ChristenUnie wordt de grootste partij. Worden de euthanasiewet en de abortuswet afgeschaft? Presentaties hoofdstuk 5 pagina 16 Mijn doel is niet het terugdraaien van wetten, maar het herstellen van de bescherming van het leven. Daarom wil ik dat adoptie een volwaardig alternatief wordt, zodat mensen de keuze niet meer hoeven te maken om leven af te breken. En daarom maak ik mij al jaren sterk voor een betere pijnbestrijding die euthanasie overbodig maakt. De wet is alleen maar een stukje papier, het afschaffen ervan een symbool.' De terminaal zieke patiënt wil weten: is - onder premier Rouvoet euthanasie nog mogelijk 'Ik heb principiële bezwaren tegen wetgeving die toestaat dat een dokter, opgeleid om levens te redden, een andere mens doodt. Dat zou niet moeten mogen in een rechtsstaat. Legalisering van euthanasie is een beslissende stap in de verkeerde richting geweest. Dat moet dus echt anders.' De wet wordt teruggedraaid? 'Absoluut.' En de abortuswet? 'Soms moet je kiezen tussen het leven van de moeder en het leven van het kind. Daar zit bij ons ruimte, hoeveel pijn dat ook doet. Maar de huidige wetgeving is veel te soepel. We doden ongeboren kinderen. Dat vind ik een groot kwaad in onze samenleving.' Het homohuwelijk? 'Dat verdwijnt ook als het aan ons ligt. Maar jullie pinnen mij te veel vast op het terugdraaien van wetten. Waar het mij om gaat, is een gezonde visie op de samenleving. Homoparen moet je recht doen, maar niet via het instituut huwelijk, want dat is wereldwijd een verbond tussen man en vrouw.' Zijn homo's welkom bij de ChristenUnie? 'Ja, we hebben geen ballotagecommissie. Leden moeten de grondslagen van de partij onderschrijven, daar zit geen meetlat bij voor iemands seksuele geaardheid.' Wat is het grootste probleem van de politiek? 'Het probleem van de politiek zijn niet zwevende kiezers, maar zwevende politici. Het is de armoe van de politiek: politici die hun oren laten hangen naar wat de mensen vinden. Peilingen en focusgroepen: het is een ware terreur.' Geert Wilders wil in de estafettevraag weten waarom u zich niet verweert tegen de 'islamisering van onze cultuur'? 'Wilders is een verdachte bondgenoot. Hij heeft zich in het verleden nooit om de joods-christelijke waarden van onze cultuur bekommerd. Het gaat Geert om de islam, hij wil moslims de godsdienstvrijheid ontzeggen. Als politicus sta ik op de bres voor die vrijheid, wat mijn opvattingen als christen ook zijn over andere geloven. Ik ben een spreker, geen preker.' Ook als de islam de grootste godsdienst van Nederland wordt? 'Het doet mij pijn als er waar eerst een kerk stond, een moskee verrijst. Maar mijn eerste zorg is dan: hoe komt het dat onze kerken leeglopen? Mensen denken dat ze het geloof niet meer nodig hebben, het gaat ons te goed. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zaten de kerken vol, tijdens de Watersnoodramp in 1953 ook. Ik hoop bepaald niet op een nieuwe nationale ramp, maar je merkt dat meer mensen God vaarwel zeggen, naarmate de welvaart stijgt. Soms ben ik jaloers op de wervingskracht van de islam, op de waarde die moslims aan hun geloof hechten.' U vindt de islam een dwaalleer? 'Iedere geloofsovertuiging is exclusief. Vanuit christelijk oogpunt is de islam een dwaalleer.' Bestaat Allah dan niet? Presentaties hoofdstuk 5 pagina 17 'Als je de Koran leest en ziet wat moslims belijden dan zijn Allah en God niet zomaar dezelfde. Het mooiste vind ik die bekeerde moslim die tegen mij zei: ik kende God al wel, want ik kende Allah. Maar nu ik christen ben geworden, ken ik Hem pas echt. Er is maar één God en dat is de God van de bijbeL' Allah is halfgod? 'Het is geen hogere wiskunde. Allah betekent God. Maar iedereen die zegt "God, Boeddha, Allah, het is allemaal één pot nat", vindt mij tegenover zich. God kun je alleen leren kennen in Jezus Christus, dat is de essentie van het christelijke geloof. Niet alle wegen leiden naar Rome, daar is de bijbel heel duidelijk over. Maar ik bepaal dat niet, ik ben - bijbels gezegd - maar een stofje aan de weegschaal.' Uw dochter komt thuis met Achmed, een diepgelovige moslim. Ze willen trouwen, zij bekeert zich. 'Dat is een van de ergste dingen die mij kan overkomen, dat mijn kinderen afscheid nemen van het christelijk geloof. Ik zou langdurig met beiden praten, mijn dochter voorhouden dat het christelijk geloof niet zomaar inwisselbaar is. Het zou me veel verdriet doen.' Presentaties hoofdstuk 5 pagina 18 Presentaties hoofdstuk 5 pagina 19 Presentaties Midden 2008-2009 HAVO 1. Voorbereiding Met je groepje bereid je een presentatie voor de klas voor Activiteit Wie bereidt het voor en presenteert het? • Je leest de tekst in het boek door (zie hieronder), die leg je uit en je geeft een kort overzicht van de stroming in de geschiedenis van de afgelopen twee eeuwen. • Je zoekt alle opdrachten uit het boek bij die teksten en selecteert twee opdrachten. Daarnaast bedenk je zelf 2 opdrachten bij je stroming. Deze vier zijn straks huiswerk voor de klas, zet ze op stencil en geef het tijdig aan je docent om te kopiëren !!! • Je leest de partijprogramma’s door van de partijen die bij je stroming horen en kiest drie representatieve partijprogrammapunten die duidelijk door deze stroming zijn geïnspireerd. In de mediatheek vind je partijprogrammaboeken of uitdraaien van programma’s op internet. • Je leest de twee artikelen door. Je zoekt er zelf één a twee artikelen bij over of van een politieke partij mbt haar stroming. In die artikelen zoek je naar opvallende, interessante, verhelderende gegevens die aangeven hoe het er vandaag met die stroming voorstaat. Vraag je bij het lezen dus voortdurend af wat je uit die artikelen kunt gebruiken. Belangrijk: lees dus niet saaie samenvattingen voor! Dit onderdeel weegt zwaar, het moet zorgvuldig voorbereid worden! • Je bedenkt met de groep twee stellingen die een standpunt van je stroming weergeven en spreekt alvast argumenten voor en tegen door. Zoek minstens twee mensen uit je groep die samen hetzelfde doen. 2. Presentatie In je presentatie wijs je woordvoerders aan voor de verschillende onderdelen. In de presentatie: • Leg je kort de stof uit en verklaar je de plaats van je stroming in de rechthoek • Geef je de vijf opdrachten als huiswerk op aan de klas. In de volgende les bespreken jullie dat huiswerk • Lees je de drie programmapunten voor en analyseer je waarom deze tekenend zijn voor je stroming • Geef je een levendig verslag van opvallende punten uit de artikelen. • De leraar kiest een stelling uit. Voer je een discussie over een stelling waarbij de hele groep (op de discussieleider na) met vuur de standpunten van de eigen stroming verdedigt. Voor de discussie is een van jullie neutrale discussieleider, die discussieert dus niet mee! De anderen verdedigen de standpunten van de stroming. De discussieleider geeft alleen leerlingen het woord die gaan staan. Als bij de presentatie een onderdeel niet gepresenteerd kan worden, geldt daarvoor onverbiddellijk het cijfer 0! Zorg altijd voor reserve-presentatoren. Bladzijden uit het boek: Sociaal-democraten: Pagina 97 en 98 Pagina 98 tot en met 100 Midden-confessionelen: Pagina 97 en 98 Pagina 101 tot en met 103 Pragmatici: Pagina 97 en 98 Pagina 104 en 105 Liberalen: Pagina 97 en 98 Pagina 100 en 101 Linkse en Rechtse confessionelen: Pagina 97 en 98 Pagina 103 en 104 Presentaties hoofdstuk 5 pagina 20 Pragmatici: Pagina 97 en 98 Pagina 104 en 105 Pragmatici Aarzelende ideologen Het is D66 niet gelukt om het politieke bestel in Nederland te laten ontploffen. De sociaal-liberalen blijven echter streven naar een 'nieuwe' politiek. Deel 7 van een serie over verkiezingsprogramma's. Door Joop van Holsteyn en Huib Pellikaan Nederland kent politieke partijen in soorten en maten. Maar D66 moet toch als een van de merkwaardigste exemplaren worden beschouVVD. Want waar vind je een partij die vanaf het begin haar eigen ondergang heeft nagestreefd? En nog altijd bestaat en, volgens de titel van het verkiezingsprogramma, de 'toekomst in eigen hand' wil krijgen? Een van de oorspronkelijke doeleinden van D66 was om, in de beroemde frase, het Nederlandse partijstelsel te laten ontploffen. Daarmee werd niet bedoeld dat politieke partijen moesten verdwijnen. Het ging niet om kaalslag maar om een herstructurering van het partijpolitieke landschap. Er diende helderheid te komen, de kiezer zou echt iets te kiezen krijgen. Oude, 19de eeuwse ideologieën moesten plaatsmaken voor nieuwe. Of liever nog: voor praktische en pragmatische oplossingen, toegesneden op eigentijdse problemen. We zijn 35 jaar verder. De ontploffing heeft niet plaatsgehad. Nederland kent nog altijd tal van partijen, zich beroepend op opvattingen en gebruikmakend van organisaties die geworteld zijn in de 19de of begin 20ste eeuw. Partijen ook die bij voorkeur pas na de verkiezingen zeggen met welke andere partij (en) zij een coalitie willen vormen. Helderheid ten opzichte van de coalitievoorkeur voor de verkiezingen is uitzondering, nog steeds geen regel. En de kiezer heeft ook overigens nog altijd maar weinig te kiezen. De vraag is wat de huidige rol en plaats is van een partij als D66. Wat moeten we met een partij die helderheid in de politiek wilde maar dat heeft vertaald in een kabinet waarin PvdA en VVD in harmonie samen regeerden? Met D66 als lachende derde het CDA is onttroond! - maar wel lachend als de spreekwoordelijke boer met kiespijn. Wat voegt D66 toe aan wat we kennen en hebben? Volgens de Democraten is de strijd tussen markt (VVD) en overheid (PvdA) oud en achterhaald. Creatieve politiek is nodig, intelligente oplossingen die een tijdje meegaan. D66 kiest in haar programma dan ook voor een 'nieuwe' politiek. Die nieuwe politiek, geformuleerd in een conceptprogram dat beperkt van omvang en rijk geïllustreerd met foto's is, kent twee onderdelen. D66 noemt zich 'liberaal van gedachte', wat inhoudt dat de vrije burger zijn eigen leven moet kunnen inrichten. Dat is een opvallende keuze gezien het feit dat het woord liberaal of liberalisme in het programma van 1998 in het geheel niet voorkwam. Maar D66 is tegelijkertijd 'sociaal van gevoel en staat een politiek voor waarin zwakkeren in de samenleving bescherming wordt geboden. De kwalificatie sociaal-liberaal dringt zich nadrukkelijk op, hoe wars de partij ook is van dergelijke ideologische etiketten. Na het hardnekkig ontkennen van het actuele belang van ideologische grondslagen lijkt D66 aldus in het begin van de 21ste eeuw te ontdekken wat andere partijen reeds heel lang weten. Een politieke partij dient een samenhangende visie te hebben. Zonder zo'n ideologie laten ideeën zich moeilijk Presentaties hoofdstuk 5 pagina 21 ordenen en laat het schip van staat zich lastig sturen. Pragmatisme is lang genoeg de vlag geweest die een visieloze lading dekte. D66 is echter nog niet klaar met leren. Wat de partij niet helemaal begrepen lijkt te hebben is dat de gewenste sociaal-liberale politiek niet zal worden gerealiseerd als de partij haar zin krijgt. Zou die politiek werkelijk de uitkomst zijn als burgers meer invloed krijgen op bestuur en beleid? D66 gaat uit van 'een vrije. verantwoordelijke burger, een nieuwe overheid en andere politieke spelregels'. Een klassiek liberaal uitgangspunt, dat welhaast noodzakelijk leidt tot het idee van een kleine, niet al te machtige of sturende overheid. De vraag hoe vanuit een dergelijke visie aspecten van de directe democratie in het huidige bestel dienen te worden ingebouVVD, wordt echter niet gesteld, laat staan beantwoord. En het is maar zeer de vraag of bij een meer direct-democratische vormgeving van Nederland de paarse vruchten geplukt zouden zijn. Zouden de burgers in gezamenlijkheid hebben gestreefd naar en gekozen voor het homohuwelijk, de mogelijkheid van adoptie door homoparen, het schrappen van euthanasie uit het Wetboek van Strafrecht? Dat valt ernstig te betwijfelen. Als D66 werkelijk de toekomst in eigen hand wil krijgen, zal niet alleen het belang van een ideologische grondslag volmondig moeten worden erkend, maar zou het ook geen kwaad kunnen als men zich realiseert dat een directe democratie geen garantie is voor een samenhangend sociaal-liberaal beleid. Misschien dat het Leefbaar Nederland, die toch al de kroonjuwelen van D66 zegt te koesteren, lukken zal. Maar D66 is er niet in geslaagd het Nederlandse politieke bestel te laten ontploffen. Misschien is het ook wel tijd, als je tegen de 40 loopt, om ' zulke radicale acties aan anderen over te laten. Dan kunnen de Democraten eindelijk aan het werk met het uitbouwen van hun ideologie en het verder vorm gevem aan het sociaalliberale gedachtegoed. Wie weet hebben ze dan nog toekomst. Joop van Holsteyn en Huib Pellikaan zijn universitair docent aan het departement Politieke Wetenschap van de Universiteit Leiden. :. D66 wil links van het midden zitten Partijcongres Trouw 24-11-03 Cees van der Laan Maastricht - Het zichzelf sociaal-liberaal noemende D66 blijft zich ongemakkeli|k voelen in het 'centrum-rechtse kabinet van Balkenende-III. De liefde voor deze coalitie ontbreekt, zoals die er wel was toen D66 in 1994 de paarse coalitie mogelijk maakte ,,Wij zitten in dit kabinet met, laat ik maar zeggen, behoud van eigen taal en cultuur. Onafhankelijk. We hebben andere partners gevonden voor het uitvoeren van onze agenda", legde D66-leider Boris Dittrich zijn partijgenoten op het najaarscongres in Maastricht uit. Die andere partijen zijn VVD en CDA. Zij waren bereid omdat D66 voor de vorming van de coalitie zo nodig was - flinke concessies ie doen op het voor de democraten belangrijke terrein van bestuurlijke vernieuwing en onderwijs. Daarmee kreeg D66 meer in de schoot geworpen dan in acht paarse jaren bij elkaar. Het betekende echter wel een verbond met een aanvankelijk onwaarschijnlijk geachte coalitiepartner: het CDA. Emotioneel leek het op het oversteken van de Rubicon, vond Dittrich terugblikkend. “Nu zeg ik: het is geen breuk met het verleden. Wij voeren belangrijke doelen van ons programma uit”. Inmiddels is het kabinet een halfjaar op dreef. De D66-fractie in de Tweede Kamer voelt zich, ondanks de handvol zetels (6), redelijk senang vertellen Presentaties hoofdstuk 5 pagina 22 kamerleden. Want na de smeekbedes om in het kabinet te stappen, zitten ze in een cruciale positie. Er is vertrouwen in de coalitiepartners, heel anders dan tijdens Paars II toen wantrouwen de boventoon voerde en D66 getalsmatig in de coalitie overbodig was. Er is bovendien ruimte. als het niet is vastgelegd in het regeerakkoord, om een eigen - dualistische - koers te varen. En daarvan maken de democraten in ruime mate gebruik. Bovendien twijfelt binnen de D66-fractie niemand aan de noodzakelijkheid om forse bezuinigingen door te voeren en het sociale zekerheidsstelsel drastisch te herzien net als de zorg Wel ergeren ze zich aan de "zedenmeesters' van het CDA in het kabinet en Kamer. Ondanks de goede samenwerking vrezen de democraten een rechts imago te krijgen. VVD-voorzitter Eenhoorn riep al op tot fusie van de partijen Ook willen ze niet het cement vormen tussen twee grote partijen [VVD en CDA). Geen middenpositie in het kabinet, zei D66-voorzitter Alexander Pechtold zaterdag: „We hebben gezegd dat we niet meer, zoals bij Paars, tussen de partners in willen zitten, Laten we dan ook duidelijk de linkerflank van deze coalitie “. Een opvatting die door vele democraten wordt gedeeld. De koers van het kabinet is behoorlijk rechts en dat wisten we toen we er in stapten. Het is ook nodig gezien de problemen in de zorg en de WAO, Maar ik vind ook dat we ons sociale gezicht moeten laten zien. Ik ben het eens met Pechtold dat we de linkervleugel moeten zijn van de coalitie", analyseerde zaterdag Els Borst, voormalig lijsttrekker, partijleider en vice-premier. Daarom vindt ze dat de D66-fractie het voortouw had moeten nemen voor een ruime pardonregeling voor asielzoekers ,,Dat hadden we niet aan het CDA moeten overlaten," Ook moet de fractie proberen te voorkomen dat er fors bezuinigd gaat worden op maatschappelijke organisaties, vindt zij. Het D66-congres droeg zaterdag de Tweede Kamer-fractie op “een steviger tegengeluid te laten horen tegen de conservatieve geluiden uit dit kabinet'. Verwezen werd naar de kabinetsplannen op het gebied van drugsbeleid, privacy, veiligheid en het waarden en normendebat. Zeer doet ook het optreden van het duo Balkenende-Donner, vinden de democraten. Daar moet een duidelijk vrijzinnig liberaal tegengeluid hoorbaar zijn, vinden ze.