Presentaties Linkse Stromingen

advertisement
Presentaties hoofdstuk 5
pagina 1
Presentaties Midden cursus 2011-2012 HAVO
1. Voorbereiding
Met je groepje bereid je een presentatie voor de klas voor
Activiteit
Wie bereidt het voor en
presenteert het?
• Je leest de tekst in het boek door (zie hieronder), die leg je
uit en je geeft een kort overzicht van de stroming in de
geschiedenis van de afgelopen twee eeuwen.
• Je zoekt alle opdrachten uit het boek bij die teksten en selecteert twee opdrachten. Daarnaast bedenk je zelf 2 opdrachten
bij je stroming. Deze vier zijn straks huiswerk voor de klas, zet ze
op stencil en geef het tijdig aan je docent om te kopiëren !!!
• Je leest de partijprogramma’s door van de partijen die bij je
stroming horen en kiest drie representatieve partijprogrammapunten die duidelijk door deze stroming zijn geïnspireerd. In de
mediatheek vind je partijprogrammaboeken of uitdraaien van
programma’s op internet.
• Je leest de twee artikelen door. Je zoekt er zelf één a twee
artikelen bij over of van een politieke partij mbt haar stroming. In
die artikelen zoek je naar opvallende, interessante,
verhelderende gegevens die aangeven hoe het er vandaag met
die stroming voorstaat. Vraag je bij het lezen dus voortdurend af
wat je uit die artikelen kunt gebruiken. Belangrijk: lees dus niet
saaie samenvattingen voor! Dit onderdeel weegt zwaar, het moet
zorgvuldig voorbereid worden!
• Je bedenkt met de groep twee stellingen die een standpunt
van je stroming weergeven en spreekt alvast argumenten voor en
tegen door.
Zoek minstens twee mensen uit je groep die samen hetzelfde doen.
2. Presentatie
In je presentatie wijs je woordvoerders aan voor de verschillende onderdelen.
In de presentatie:
• Leg je kort de stof uit en verklaar je de plaats van je stroming in de rechthoek
• Geef je de vijf opdrachten als huiswerk op aan de klas. In de volgende les bespreken
jullie dat huiswerk
• Lees je de drie programmapunten voor en analyseer je waarom deze tekenend zijn
voor je stroming
• Geef je een levendig verslag van opvallende punten uit de artikelen.
• De leraar kiest een stelling uit. Voer je een discussie over een stelling waarbij de hele
groep (op de discussieleider na) met vuur de standpunten van de eigen stroming
verdedigt. Voor de discussie is een van jullie neutrale discussieleider, die discussieert
dus niet mee! De anderen verdedigen de standpunten van de stroming. De
discussieleider geeft alleen leerlingen het woord die gaan staan.
Als bij de presentatie een onderdeel niet gepresenteerd kan worden, geldt daarvoor
onverbiddellijk het cijfer 0! Zorg altijd voor reserve-presentatoren.
Bladzijden uit het boek:
Sociaal-democraten:
Pagina 97 en 98
Pagina 98 tot en met 100
Midden-confessionelen:
Pagina 97 en 98
Pagina 101 tot en met 103
Pragmatici:
Pagina 97 en 98
Pagina 104 en 105
Liberalen:
Pagina 97 en 98
Pagina 100 en 101
Linkse en Rechtse confessionelen:
Pagina 97 en 98
Pagina 103 en 104
Presentaties hoofdstuk 5
pagina 2
Sociaal-democraten:
Pagina 97 en 98 Pagina 98 tot en met 100
Sociaal-democraten
Nieuwe idealen nodig voor richtingloze PvdA
Positief sociaal mensbeeld als nieuw criterium
Sociaal-democraten
Gijs Holla en Robin Mobron
De 'managers' in de PvdA willen de maatschappelijke problemen gewoon
oplossen, zonder ideologie. De 'klassieke sociaal-democraten' koesteren
de oude idealen van de eerlijke verdeling van kennis, inkomen en macht.
Beide stromingen moeten nieuwe idealen vinden.
De PvdA is zich, na een fikse afstraffing van de Nederlandse kiezer, aan het beraden
op haar koers. Daartoe is de commissie-De Boer in het leven geroepen. Haar
belangrijkste conclusie is, dat de PvdA een aantal belangrijke thema's onbesproken
heeft gelaten.
„Over dat soort thema's moet een open debat ontstaan", aldus partijvoorzitter Koole.
De PvdA moet zich, volgens ons, afvragen waarom die thema's en antwoorden gemist
worden. Wij vrezen dat het 'open' debat van Koole zal verzanden in de oude
tegenstellingen tussen twee stromingen binnen de partij:
De 'managers' en de 'klassieke sociaal-democraten'. Behalve dat geen van beide de
oplossingen heeft die de partij op dit moment zoekt, sluiten ze elkaar ook nog uit. Het
gevolg is een richtingloze taboe-cultuur.
De eerste stroming, de 'managers', stamt uit het eind van de jaren tachtig. Deze
stroming lijkt vooral oog te hebben voor het vinden van goede oplossingen voor acute
problemen (thema's) in de samenleving. Zij heeft haar ideologische veren afgeschud
en stelt zich pragmatisch op. Het maakt deze PvdA-ers niet uit of het om sociaaldemocra-tische of liberale methoden gaat, als ze
maar de problemen van mensen zo efficiënt mogelijk oplossen. Het heeft deze
stroming vooral ontbroken aan een herkenbare (sociaal-democrati-sche) visie,
waardoor de PvdA volkomen onherkenbaar wordt. Een goed voorbeeld is de
privatisering van de NS. Marktwerking werd als oplossing gezien voor
efficiëntieproblemen, terwijl er geen rekening mee werd gehouden dat openbaar
vervoer voor iedereen betaalbaar moet blijven.
De PvdA zal zich weer grote doelen moeten stellen en goed moeten nadenken
waarom men voor of tegen een bepaalde methode is. Wij stellen daarom voor de
sociaal-democratische idealen weer als uitgangspunt te nemen van politieke
overwegingen. Het criterium moet niet zijn hoeveel geld er wordt uitgegeven, maar
waarom er geld wordt uitgegeven. Zo kan de PvdA beter verdedigen dat een aantal
oplossingen haar ideaal dichterbij brengt.
Dit 'ideaal rationeel denken' maakt de PvdA een stuk herkenbaarder.
De tweede stroming vormen de 'klassieke sociaal-democraten'. Kenmerkend is dat ze
idealen en oplossingen met elkaar lijken te verwarren. Deze verwarring komt voort uit
een lange traditie van tegenstellingen met andere politieke stromingen. Over het doel
was men het redelijk eens: er moest een eerlijke verdeling van kennis, inkomen en
macht komen. Men was het echter niet eens over de manier waarop dit bereikt moest
worden.
De klassieke sociaal-democraten denken in reflexen: Is iets geen sociaaldemocratische oplossing, dan is men tegen. Bepaalde goede oplossingen en sommige
Presentaties hoofdstuk 5
pagina 3
problemen mogen niet besproken worden. Het denken in reflexen heeft twee grote
nadelen: de echte idealen komen niet meer tot hun recht en de partij neemt vaak niet
constructief deel aan maatschappelijk discussies. Zo is het de afgelopen jaren
onmogelijk gebleken om oplossingen voor integratie en veiligheidsproblemen te
bespreken.
Als alternatief stellen we voor om methoden te beoordelen op het mensbeeld dat
daaraan ten grondslag ligt. Waar sommige methoden uitgaan van een negatief
egocentrisch mensbeeld, moet voor de PvdA een positief sociaal mensbeeld het
voornaamste criterium zijn. Zo'n mensbeeld gaat ervan uit dat mensen sociale wezens
zijn, die positief benaderd moeten worden.
Binnen de PvdA is de tegenstelling tussen de klassieke sociaal-democraten en de
managers verlammend geweest voor het interne politiek-filosofische debat en ze heeft
geleid tot een saaie compromiscultuur. De idealen zijn uit het oog verloren, terwijl
echt pragmatisme op een taboe-cultuur stuit. Onze alternatieven, het ideaal rationeel
denken en een positief mensbeeld, sluiten aan bij de twee huidige stromingen van de
PvdA, maar sluiten elkaar niet uit. Het sociaal-democratisch ideaal gaat immers uit
van een samenleving, waarin ieder mens zich thuis en gewaardeerd voelt.
Dit ideaal kan alleen worden benaderd als mensen met waardering, gelijkwaardigheid
en respect worden behandeld. Wil de PvdA uit de impasse komen, zal het komende
debat niet over de tegenstellingen tussen de beide stromingen moeten gaan, maar over
nieuwe criteria, waarop problemen en oplossingen beoordeeld moeten worden.
Daarbij moet men stokpaardjes overboord durven zetten.
Gijs Holla is politicoloog, PvdA-bestuurslid in Leiden en oud-medewerker van de PvdA-campagne.
Robin Mobron is bestuurskundige. Beiden zijn lid van het PvdA-jongeren-netwerk Roos.
Trouw 26-9-02
Beginselverklaring PvdA
• Vrijheid, democratie, duurzaamheid en solidariteit zijn de idealen van de sociaaldemocratie.
• Solidariteit gedijt op een stevige ondergrond van saamhorigheid en
lotsverbondenheid. De toenemende diversiteit zet dat fundament onder druk. Het
keren van die ontwikkeling vraagt om selectieve migratie, ontwikkelen van gedeelde
oriëntaties op verleden en toekomst van onze maatschappij en het radicaal bestrijden
van achterstelling en achterstand.
• Vrijheid is geen verdienste, maar een recht: Iedereen heeft recht op zekerheid en een
fatsoenlijk bestaan. Daarin onderscheidt de sociaal-democratie zich van het
neoliberalisme. Een fatsoenlijk bestaan is een dusdanig niveau van bestaanszekerheid
dat men volwaardig aan de samenleving kan deelnemen. De overheid moet burgers
respectvol bejegenen en omgekeerd mag de overheid dat respect van burgers
verlangen.
• De sociaal-democratie geeft gemeenschapsvorming, maatschappelijke samenhang
en publieke moraal betekenis zonder paternalisme en benepenheid, zoals het neoconservatisme. Wij verdedigen een vrijzinnige moraal, waarin - tegen de achtergrond
van voor iedereen geldende
grondrechten - ruimte is voor verschillende levensbeschouwingen, levensstijlen en
culturen.
• De sociaal-democratische methode kan niet zonder een sterke economie en een
vitale markt. Maar ongeremde economische activiteiten tasten de kwaliteit van het
bestaan in de weg als de noodzaak van 'werk, werk, werk' verwordt tot de haast van
'druk, druk, druk'; als commercie tot culturele eenheidsworst leidt; als de lasten van
economische groei worden afgewenteld op ontwikkelingslanden en toekomstige
generaties. Groei moet kortom selectief en duurzaam zijn.
Presentaties hoofdstuk 5
pagina 4
• De sociaal-democratie wil modernisering van de parlementaire democratie. de
verzorgingsstaat en de sociale overlegeconomie verwezenlijken met een sterke en
democratische overheid.
Het openbaar bestuur moet zo lokaal mogelijk verwezenlijkt worden.
• Voorop staat dat politiek het verschil kan maken tussen een marginaal en fatsoenlijk
bestaan, tussen vernedering en emancipatie, tussen rivaliteit van natiestaten en
internationale samenwerking, tussen apartheid en vrijheid:politiek doet er toe.
Presentaties hoofdstuk 5
pagina 5
Presentaties Midden 2008-2009 HAVO
1. Voorbereiding
Met je groepje bereid je een presentatie voor de klas voor
Activiteit
Wie bereidt het voor en
presenteert het?
• Je leest de tekst in het boek door (zie hieronder), die leg je
uit en je geeft een kort overzicht van de stroming in de
geschiedenis van de afgelopen twee eeuwen.
• Je zoekt alle opdrachten uit het boek bij die teksten en selecteert twee opdrachten. Daarnaast bedenk je zelf 2 opdrachten
bij je stroming. Deze vier zijn straks huiswerk voor de klas, zet ze
op stencil en geef het tijdig aan je docent om te kopiëren !!!
• Je leest de partijprogramma’s door van de partijen die bij je
stroming horen en kiest drie representatieve partijprogrammapunten die duidelijk door deze stroming zijn geïnspireerd. In de
mediatheek vind je partijprogrammaboeken of uitdraaien van
programma’s op internet.
• Je leest de twee artikelen door. Je zoekt er zelf één a twee
artikelen bij over of van een politieke partij mbt haar stroming. In
die artikelen zoek je naar opvallende, interessante,
verhelderende gegevens die aangeven hoe het er vandaag met
die stroming voorstaat. Vraag je bij het lezen dus voortdurend af
wat je uit die artikelen kunt gebruiken. Belangrijk: lees dus niet
saaie samenvattingen voor! Dit onderdeel weegt zwaar, het moet
zorgvuldig voorbereid worden!
• Je bedenkt met de groep twee stellingen die een standpunt
van je stroming weergeven en spreekt alvast argumenten voor en
tegen door.
Zoek minstens twee mensen uit je groep die samen hetzelfde doen.
2. Presentatie
In je presentatie wijs je woordvoerders aan voor de verschillende onderdelen.
In de presentatie:
• Leg je kort de stof uit en verklaar je de plaats van je stroming in de rechthoek
• Geef je de vijf opdrachten als huiswerk op aan de klas. In de volgende les bespreken
jullie dat huiswerk
• Lees je de drie programmapunten voor en analyseer je waarom deze tekenend zijn
voor je stroming
• Geef je een levendig verslag van opvallende punten uit de artikelen.
• De leraar kiest een stelling uit. Voer je een discussie over een stelling waarbij de hele
groep (op de discussieleider na) met vuur de standpunten van de eigen stroming
verdedigt. Voor de discussie is een van jullie neutrale discussieleider, die discussieert
dus niet mee! De anderen verdedigen de standpunten van de stroming. De
discussieleider geeft alleen leerlingen het woord die gaan staan.
Als bij de presentatie een onderdeel niet gepresenteerd kan worden, geldt daarvoor
onverbiddellijk het cijfer 0! Zorg altijd voor reserve-presentatoren.
Bladzijden uit het boek:
Sociaal-democraten:
Pagina 97 en 98
Pagina 98 tot en met 100
Midden-confessionelen:
Pagina 97 en 98
Pagina 101 tot en met 103
Pragmatici:
Pagina 97 en 98
Pagina 104 en 105
Liberalen:
Pagina 97 en 98
Pagina 100 en 101
Linkse en Rechtse confessionelen:
Pagina 97 en 98
Pagina 103 en 104
Presentaties hoofdstuk 5
pagina 6
Liberalen:
Pagina 97 en 98 Pagina 100 en 101
Liberalen
Liberalisme en kapitalisme
DEZER DAGEN NRC Handelsblad 4 maart 2004
J.L.Heldring
..De liberale democratie is het eerste politieke systeem dat niet zijn eigen
ondergang voortbrengt." „Voor de socialisten betekent die dat de grote strijd
tegen het kapitalisme is gestreden." „Nu moeten de socialisten opereren
binnen een historische en maatschappelijke logica die hun vijandig gezind is."
„Nu staat het socialisme voor de keuze om op te houden te bestaan of liberaal
te worden."
Deze citaten, gelicht uit het artikel van de geschiedfilosoof Frank Ankersmit in
de krant van 28/29 februari, doen misschien niet volledig recht aan het hele
betoog van de Groninger hoogleraar, dat bijna een hele pagina beslaat, maar
alsof om de juistheid ervan te bevestigen, spreekt het PvdA-Kamerlid
Duivesteijn. eertijds rechterhand van de verslagen Melkert, in de Volkskrant
van 2 maart van de „diepe depressie" en de „ideologische leegte" waarin links
zich bevindt, en „nog steeds is er nauwelijks debat in de PvdA".
Maar laten we Ankersmit weer het woord geven: ..Een van de belangrijkste
eigenaardigheden van onze huidige, postmoderne maatschappijen is dat die
geen ruimte meer laten voor alternatieve maatschappijvisies", zegt hij,
vervolgens drie denkers aanroepend die ongeveer hetzelfde gezegd hebben.
Dit zijn de neomarxist Herbert Marcuse, wiens One-dimensial man (1964) in
de jaren '60 bijna verplichte lectuur was;
Francis Fukuyama, wiens The end of history? uit 1989 na de val van de Muur
het gesprek van de dag was; en Alexis de Tocqueville, die, hoewel al bijna
anderhalve eeuw dood, minder verouderd is dan de twee eerder genoemden.
Van Tocqueville zegt Ankersmit dat deze in het tweede deel van zijn De la
democratie en Amerique stelt „dat de liberale democratie het eigenaardige
vermogen bezit om alle alternatieven voor zichzelf de verstikkingsdood te
laten sterven". In mijn exemplaar in dit boek heb ik zo'n passage niet terug
kunnen vinden, maar ik geef toe: ik heb er slechts vluchtig doorheen gelezen.
Wat ik wél in dat tweede deel van Tocqueville nog steeds actuele
meesterwerk heb gevonden, is deze opmerking:
„Tous les peuples de l'Amerique ont un état social democratique", wat
vertaald zou kunnen worden als: 'In heel Amerika heerst een sociale
democratie.' Elders in dit deel gebruikt Tocqueville deze uitdrukking nog een
paar keer.
Een merkwaardige uitdrukking! Tocqueville schreef in de jaren '30 van de
19de eeuw, toen het begrip sociaal-democratie' nog nauwelijks in zwang was
('socialisme' wel). Tocqueville zet dan ook geen koppelteken tussen beide
deelwoorden, waardoor het eigenlijk geen goed Frans is, wat ook
merkwaardig is.
Maar wat bedoelt Tocqueville ermee? Zeker niet dat Amcrika sociaaldemocratisch is. Hij licht de uitdrukking aldus toe:
..Aangezien de maatschappelijke verhoudingen er democratisch zijn, heeft de
democratie geen moeite haar heerschappij te vestigen."En: „Dé democratie is
er langzamerhand doorgedrongen in de gebruiken, opvattingen en vormen;
Presentaties hoofdstuk 5
pagina 7
men vindt haar terug in alle details van het maatschappelijke leven, evenals in
de wetten."
Laat ik hier onmiddellijk aan toevoegen dat ik van deze 'vondst', die ik indirect
aan Ankersmit te danken heb, niet melding maak bij wijze van oppositie tot
zijn betoog, waar ik het in grote trekken wel eens mee ben, maar omdat ik
haar te curieus vond om onvermeld te laten.
Wezenlijker, en wel direct betrekking hebbend op Ankersmits betoog, is de
vraag of de liberale democratie inderdaad „het eerste politieke systeem is dat
niet zijn eigen ondergang voortbrengt", zoals hij stelt. De toekomst zal het
uitwijzen, maar waarschuwde dezelfde Tocqueville niet in verscheidene
hoofdstukken voor de 'tirannie van de meerderheid'? En elke tirannie draagt
de kiemen van haar ondergang in zich.
Ook mag ik er misschien aan herinneren dat een massabeweging als het
fascisme - waaronder ik ook, hier helemaal correct, het nationaal-socialisme
laat vallen -gebruik en misbruik heeft kunnen maken van de essentialia van
de democratie (zoals verkiezingen en vrije pers) en van haar zwakheden.
Zonder dit voorland is het fascisme ondenkbaar. Het is dus de vraag of het
waar is dat de liberale democratie zo immuun is als Ankersmit stelt.
Andere stelling van Ankersmit: „...de grote strijd tegen het kapitalisme is
gestreden". In de rest van zijn artikel preciseert hij het begrip' kapitalisme'
door te spreken van het 'liberale kapitalisme', meestal van het 'liberaalkapitalisme'. Dat is verstandig, omdat er ook niet-liberaal kapitalisme bestaat,
bijvoorbeeld dat hetwelk van Chili onder generaal Pinochet het welvarendste
land van Latijns Amerika maakte.
Kapitalisme sec is geen politieke, maar een economische overtuiging,
namelijk dat het in een samenleving aanwezige kapitaal het meeste opbrengt
wanneer liet in particuliere handen en onder particulier beheer blijft. Dat is een
overtuiging die ook het liberalisme toegedaan -.. maar dat voegt daar de
voorwaarde van de democratische rechtsstaat aan toe.
Het is mogelijk dat ook het socialisme steeds meer naar deze overtuiging
tendeert. Ankersmit noemt socialisten die „bereid zijn om heel wat liberaal
water in de socialistische wijn te doen", althans „het gegeven respecteren in
de liberaal-kapitalistische orde te leven", terwijl in het Britse Labour,,de
verkapte liberalen het heft zelfs helemaal in handen hebben genomen.
genomen".
Het is. zoals gezegd, mogelijk, maar even interessant is de vraag hoe de
houding van het liberalisme tegenover het zegevierende kapitalisme zal zijn.
Het kapitalisme zelf heeft namelijk geen enkel politiek of moreel beginsel. Het
past zich aan alle omstandigheden aan. Zijn overievingsvermogen is daardoor
fenomenaal. Rebelleren de studenten ergens, zoals in de jaren '60, dan ziet
het kapitalisme in hun alternatieve smaak en mode onmiddellijk een markt.
Hetzelfde met porno of, voor hetzelfde geld. de God business in Amerika.
Wie daartegen is, zal het kapitalisme willen beteugelen, matigen, remmen.
Zijn de liberalen daartoe bereid? Zo ja, dan kan dat moeilijk om andere dan
morele redenen zijn. En als dat zo is, wat is dan de grondslag van die
moraal? Het is misschien waar dat, zoals Ankersmit zegt, ,Je met ideologie
tegenwoordig niet ver meer komt", maar het zijn toch niet onwezenlijke
vragen.
NRC commentaar 7 februari 2007
...en het individu
Samen leven, samen werken is het motto van de nieuwe coalitie tussen CDA,
Presentaties hoofdstuk 5
pagina 8
PvdA en ChristenUnie. Nu zullen weinigen voorstander zijn van een
samenleving die atomiseert, waar burgers als los zand naast elkaar leven. Zo
verwoordde toenmalig premier Kok (PvdA) het al in 1994 aan het begin van
het eerste paarse kabinet. Maar de visie op mens en maatschappij zoals die
spreekt uit het regeerakkoord tussen CDA, PvdA en CU, kiest voor het andere
uiterste. De burger wordt door het nieuwe kabinet louter gedefinieerd als lid
van een groep of gezin.
Daarmee is de eerdere erkenning van minder traditionele leefvormen
verlaten. Hier is het conservatieve stempel dat CDA en CU drukken op de
maatschappijvisie van het nieuwe kabinet leidend. Het klassieke gezin wordt
voorgesteld als de samenlevingsvorm waaruit al het goede voortkomt. In het
gezin worden kinderen opgevoed, wordt geborgenheid geboden, en worden
essentiële waarden en normen voorgeleefd en overgedragen aan volgende
generaties.
Dat dit een ideologische uitspraak is, blijkt wel uit het feit dat het
regeerakkoord gelijktijdig onderkent dat gezinnen niet altijd een paradijselijke
omgeving zijn. Daarom komen er Centra voor Jeugd en Gezin die met kracht
de ondersteuning van gezinnen waar het mis gaat ter hand nemen. Als het
moet, gebeurt dit verplicht. De PvdA, die zich graag ziet als progressieve
partij, heeft hier het onderspit gedolven. Het is ronduit zorgwekkend dat de
nieuwe coalitie afscheid neemt van het liberale beginsel dat het individu
startpunt en eindpunt moet zijn van overheidshandelen.
De overheid wordt in het regeerakkoord voorgesteld als een grote broer die
zorgt voor houvast, geborgenheid en een herkenbare eigen identiteit. Achter
deze vriendelijke voorstelling van zaken gaat, zoals VVD-leider Rutte zei een
reactie, veel staatspaternalisme schuil. De prijs die gezinnen, scholen,
corporaties en andere groepen betalen voor de ondersteuning die de staat
gaat bieden is voortschrijdende betutteling en dwang, als de hulp niet in dank
wordt aanvaard.
De invloed van de CU doet zich bijvoorbeeld gelden op het vlak van medischethische kwesties. De vaak orthodox-christelijke achterban van deze kleinste
coalitiepartij is mordicus tegen zaken als euthanasie en abortus. De
bestaande wetgeving zal dan wel niet worden teruggedraaid, maar de
overheid gaat zich wel meer met de bestaande praktijk bemoeien. Als
alternatief voor de zelfgekozen dood komt er geld om de palliatieve zorg te
verbeteren. En op het terrein van abortus komen nieuwe initiatieven om die
praktijk met positieve maatregelen terug te dringen. Daarnaast worden
eerdere discussies over de mogelijke afschaffing van het bijzonder onderwijs
beëindigd door de ferme vaststelling dat scholen recht hebben op
bescherming van hun grondslag en traditie. En op het terrein van de media
zal de overheid stimuleren dat er een gedragscode komt voor zogenoemd
veilig media-aanbod.
Voor partijen die het individu centraal stellen, die tegen de betutteling zijn
van de burger door de overheid en die staan voor een minder opdringerige rol
van Vader Staat, is een wereld te winnen.
Presentaties hoofdstuk 5
pagina 9
Presentaties Midden 2008-2009 HAVO
1. Voorbereiding
Met je groepje bereid je een presentatie voor de klas voor
Activiteit
Wie bereidt het voor en
presenteert het?
• Je leest de tekst in het boek door (zie hieronder), die leg je
uit en je geeft een kort overzicht van de stroming in de
geschiedenis van de afgelopen twee eeuwen.
• Je zoekt alle opdrachten uit het boek bij die teksten en selecteert twee opdrachten. Daarnaast bedenk je zelf 2 opdrachten
bij je stroming. Deze vier zijn straks huiswerk voor de klas, zet ze
op stencil en geef het tijdig aan je docent om te kopiëren !!!
• Je leest de partijprogramma’s door van de partijen die bij je
stroming horen en kiest drie representatieve partijprogrammapunten die duidelijk door deze stroming zijn geïnspireerd. In de
mediatheek vind je partijprogrammaboeken of uitdraaien van
programma’s op internet.
• Je leest de twee artikelen door. Je zoekt er zelf één a twee
artikelen bij over of van een politieke partij mbt haar stroming. In
die artikelen zoek je naar opvallende, interessante,
verhelderende gegevens die aangeven hoe het er vandaag met
die stroming voorstaat. Vraag je bij het lezen dus voortdurend af
wat je uit die artikelen kunt gebruiken. Belangrijk: lees dus niet
saaie samenvattingen voor! Dit onderdeel weegt zwaar, het moet
zorgvuldig voorbereid worden!
• Je bedenkt met de groep twee stellingen die een standpunt
van je stroming weergeven en spreekt alvast argumenten voor en
tegen door.
Zoek minstens twee mensen uit je groep die samen hetzelfde doen.
2. Presentatie
In je presentatie wijs je woordvoerders aan voor de verschillende onderdelen.
In de presentatie:
• Leg je kort de stof uit en verklaar je de plaats van je stroming in de rechthoek
• Geef je de vijf opdrachten als huiswerk op aan de klas. In de volgende les bespreken
jullie dat huiswerk
• Lees je de drie programmapunten voor en analyseer je waarom deze tekenend zijn
voor je stroming
• Geef je een levendig verslag van opvallende punten uit de artikelen.
• De leraar kiest een stelling uit. Voer je een discussie over een stelling waarbij de hele
groep (op de discussieleider na) met vuur de standpunten van de eigen stroming
verdedigt. Voor de discussie is een van jullie neutrale discussieleider, die discussieert
dus niet mee! De anderen verdedigen de standpunten van de stroming. De
discussieleider geeft alleen leerlingen het woord die gaan staan.
Als bij de presentatie een onderdeel niet gepresenteerd kan worden, geldt daarvoor
onverbiddellijk het cijfer 0! Zorg altijd voor reserve-presentatoren.
Bladzijden uit het boek:
Sociaal-democraten:
Pagina 97 en 98
Pagina 98 tot en met 100
Midden-confessionelen:
Pagina 97 en 98
Pagina 101 tot en met 103
Pragmatici:
Pagina 97 en 98
Pagina 104 en 105
Liberalen:
Pagina 97 en 98
Pagina 100 en 101
Linkse en Rechtse confessionelen:
Pagina 97 en 98
Pagina 103 en 104
Presentaties hoofdstuk 5
pagina 10
Midden-confessionelen:
Pagina 97 en 98 Pagina 101 tot en met 103
Christen-democraten
Grote rol milieu in CDA-koers
NRC 6-10-05
Door onze politieke redactie
DEN HAAG, 6 OKT. Regeringspartij CDA zet de komende tien jaar in op
duurzaamheid. Burgers die milieuvriendelijk consumeren moeten
zogenoemde rentmeesterspremies krijgen. Ook moet Nederland toe naar een
'waterstofeconomie' en zal een kilometerheffing worden ingevoerd. Dat staat
in het vandaag gepresenteerde rapport Vertrouwen in mensen, waarin het
CDA een nieuwe koers uitzet.
De zogeheten jubilieum-commissie - het CDA bestaat dit jaar 25 jaar - pleit
voor het invoeren van een nieuwe rechtsvorm in het maatschappelijk
middenveld, de maatschappelijke onderneming. Dat zijn niet op winst gerichte
ondernemingen met een maatschappelijke taak, die in sectoren als zorg,
onderwijs en media een alternatief bieden voor commerciële aanbieders.
Uit het rapport blijkt ook dat het CDA voorstander is van een ministerie van
Veiligheid in de toekomst. En er moet een ministerie van jeugd- en
gezinszaken komen, een oude CDA-wens.
De partij neemt met kracht afstand van plannen voor een democratische
vernieuwing. Het CDA wil geen „presidentiële elementen" invoegen in de
representatieve democratie, want daarbij gaat het om een geheel andere
rolverdeling tussen parlement en regering. „In feite is de keuze er een tussen
twee zeer verschillende stelsels en is het vrijwel ondoenlijk te werken aan een
mix van beide."
Maatschappelijk middenveld bloeit
op
Bedrijven uit dit van oudsher CDA-domein hebben
de wind in de rug. (NRC 6-02-05)
Met het CDA in de regering heeft het maatschappelijk middenveld
de wind in de rug. In Den Haag stapelen de rapporten zich op: is
dit het domein van de overheid of van de markt? Tijd voor
hervorming
Door onze redacteur MENNO TAMMINGA
AMSTERDAM, 5 FEBR. De liberalen hebben de markt, de sociaal-democraten de
overheid, maar het CDA heeft het maatschappelijk middenveld. Tussen staat
en markt werken duizenden zorginstellingen, scholen, HBO-instellingen,
universiteiten, meer dan vijfhonderd woningcorporaties, maar ook de publieke
omroepen.
„Met hun activiteiten zijn grote maatschappelijke belangen gemoeid" zegt Ab
Klink, directeur van het Wetenschappelijk Instituut van het CDA, dat een
rapport heeft gepubliceerd over de positie van deze zogeheten
maatschappelijke ondernemingen.
Het maatschappelijk middenveld is van oudsher een CDA-domein: ontstaan
uit (christelijk geïnspireerd) particulier initiatief, maar nu deels met belasting-
Presentaties hoofdstuk 5
pagina 11
en premiegeld gefinancierd. Zij hebben een maatschappelijke taak, maar
worden bestuurd als particuliere ondernemingen.
Zo concreet als hun werk is, zo onduidelijk is het antwoord op vragen als: van
wie zijn ze? Wie controleert hen? Wie grijpt in als zij hun maatschappelijke
taak niet goed vervullen, en wie velt dat oordeel?
Met het CDA aan de macht wint het middenveld aan kracht. Het CDA-rapport
rept van „de revitalisering van het maatschappelijk middenveld", mits er iets
verandert.
Het CDA wil een scala vernieuwingen: ruimte voor burgers om geld te
investeren in maatschappelijke ondernemingen, een aparte rechtsvorm, die
dwingt tot beter bestuur en betere eigen controle, meer invloed van
belanghebbenden, meer ruimte voor eigen ondernemerschap om
commerciële concurrenten te weerstaan. Invloed heeft het CDA-Instituut.
Vorig jaar heeft het kabinet een rapport uit maart over levensloop al in
november op grote lijnen ingevoerd.
Het middenveld moet zich ondernemender opstellen, ook al omdat
commerciële aanbieders meer kansen krijgen, zegt Klink. Marktwerking in de
zorg. Nieuwkomers op de onderwijsmarkt. Hilversum vecht al tegen RTL en
SBS. De woningcorporaties voelen maatschappelijke en politieke pressie om
meer betaalbare woningen te bouwen. In de zorg deden de wachtlijsten dat.
En zoals het bedrijfsleven (Ahold, Koninklijke/Shell) zijn affaires had dat de
macht van toezichthoudende commissarissen en aandeelhouders heeft
versterkt, zo kende het middenveld zijn eigen opschudding, zoals de HBOfraude met leerlingenaantallen.
De Ahold-boekhoudaffaire gaf de com-missie-Tabaksblat de ruimte voor een
gedragscode met tanden voor goed bestuur in bedrijven (corporate
governance). In het maatschappelijk middenveld wemelt het ook van de
commissies, van codes (ziekenhuizen, woningcorporaties, hoger
beroepsonderwijs) die toezicht binnen hun instellingen verbeteren en van de
goede voornemens. „Een van mijn ambities is het versterken van het interne
toezicht bij de hogescholen", zei de nieuwe voorzitter van de HBO-Raad,
Doekle Terpstra, een week geleden.
Beter toezicht staat ook bij het CDA hoog op de agenda. Klink van het CDAinstituut schetst het proces van verandering bij scholen, ziekenhuizen en
corporaties: meestal begonnen met een bestuur van vrijwilligers, dat steeds
meer op afstand kwam te staan, terwijl de verantwoordelijkheden toenemen,
net als de geldstromen en directies en de managers steeds professioneler
werden.
Het (vrijwilligers-)bestuur wordt steeds meer controleur, zoals commissarissen
bij bedrijven. Maar zo vanzelfsprekend als professioneel toezicht bij grote
ondernemingen is geworden, zo vrijblijvend verloopt dat bij stichtingen, de
rechtsvorm van veel maatschappelijke ondernemingen.
Het CDA-Instituut wil mensen meer invloed geven die functioneel
(werknemers) of ideëel betrokken zijn. „Scholen en zorginstellingen zeggen
dat weinig mensen warm lopen om mee te praten, maar zij steken zelf ook
niet veel energie in het organiseren van hun achterban", vindt Klink.
Woningcorporaties zijn bijvoorbeeld verplicht met huurdersverenigingen te
overleggen en steunen hun eigen 'oppositie' ook financieel: met 14 miljoen
euro, schreef minister Dekker van Volkshuisvesting deze week aan de
Tweede Kamer.
De ordening van het middenveld wordt de komende maanden ook een
kabinetsonderwerp. Het wetenschappelijk bureau van het CDA kon zijn
rapport aan premier J.P. Balkenende persoonlijk aanbieden. Voor Eco-
Presentaties hoofdstuk 5
pagina 12
nomische Zaken schreef Hans de Boer (ex-MKB-Nederland) een rapport. De
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) nam vijf
maatschappelijke sectoren onder de loep. De WRR wil minder dirigisme uit
Den Haag, meer interne controle in een maatschappelijke onderneming.
Vorige week presenteerde WRR-lid Pauline Meurs het rapport aan minister
van Financiën Zalm (VVD). Zijn internet-dagboek: „Wat mij als dilemma bij
blijft is hoe je een balans krijgt tussen een model gebaseerd op wantrouwen,
allerlei rapportageverplichtingen en controle (dat werkt niet) en het andere
uiterste: vertrouw op de professionals, geef ze het geld en zeur verder niet."
De rapporten zijn de opmaat naar een advies van een speciale commissie
van de Sociaal-Economische Raad (SER), die geleid wordt door SERvoorzitter en CDA-lid Herman Wijffels persoonlijk. Onderde commissieleden:
voorzitter Wim van der Donk van de WRR en directeur Willem van Leeuwen
van Aedes, de vereniging van woningcorporaties, die ook in de CDAcommissie zit.
Presentaties hoofdstuk 5
pagina 13
Presentaties Midden 2008-2009 HAVO
1. Voorbereiding
Met je groepje bereid je een presentatie voor de klas voor
Activiteit
Wie bereidt het voor en
presenteert het?
• Je leest de tekst in het boek door (zie hieronder), die leg je
uit en je geeft een kort overzicht van de stroming in de
geschiedenis van de afgelopen twee eeuwen.
• Je zoekt alle opdrachten uit het boek bij die teksten en selecteert twee opdrachten. Daarnaast bedenk je zelf 2 opdrachten
bij je stroming. Deze vier zijn straks huiswerk voor de klas, zet ze
op stencil en geef het tijdig aan je docent om te kopiëren !!!
• Je leest de partijprogramma’s door van de partijen die bij je
stroming horen en kiest drie representatieve partijprogrammapunten die duidelijk door deze stroming zijn geïnspireerd. In de
mediatheek vind je partijprogrammaboeken of uitdraaien van
programma’s op internet.
• Je leest de twee artikelen door. Je zoekt er zelf één a twee
artikelen bij over of van een politieke partij mbt haar stroming. In
die artikelen zoek je naar opvallende, interessante,
verhelderende gegevens die aangeven hoe het er vandaag met
die stroming voorstaat. Vraag je bij het lezen dus voortdurend af
wat je uit die artikelen kunt gebruiken. Belangrijk: lees dus niet
saaie samenvattingen voor! Dit onderdeel weegt zwaar, het moet
zorgvuldig voorbereid worden!
• Je bedenkt met de groep twee stellingen die een standpunt
van je stroming weergeven en spreekt alvast argumenten voor en
tegen door.
Zoek minstens twee mensen uit je groep die samen hetzelfde doen.
2. Presentatie
In je presentatie wijs je woordvoerders aan voor de verschillende onderdelen.
In de presentatie:
• Leg je kort de stof uit en verklaar je de plaats van je stroming in de rechthoek
• Geef je de vijf opdrachten als huiswerk op aan de klas. In de volgende les bespreken
jullie dat huiswerk
• Lees je de drie programmapunten voor en analyseer je waarom deze tekenend zijn
voor je stroming
• Geef je een levendig verslag van opvallende punten uit de artikelen.
• De leraar kiest een stelling uit. Voer je een discussie over een stelling waarbij de hele
groep (op de discussieleider na) met vuur de standpunten van de eigen stroming
verdedigt. Voor de discussie is een van jullie neutrale discussieleider, die discussieert
dus niet mee! De anderen verdedigen de standpunten van de stroming. De
discussieleider geeft alleen leerlingen het woord die gaan staan.
Als bij de presentatie een onderdeel niet gepresenteerd kan worden, geldt daarvoor
onverbiddellijk het cijfer 0! Zorg altijd voor reserve-presentatoren.
Bladzijden uit het boek:
Sociaal-democraten:
Pagina 97 en 98
Pagina 98 tot en met 100
Midden-confessionelen:
Pagina 97 en 98
Pagina 101 tot en met 103
Pragmatici:
Pagina 97 en 98
Pagina 104 en 105
Liberalen:
Pagina 97 en 98
Pagina 100 en 101
Linkse en Rechtse confessionelen:
Pagina 97 en 98
Pagina 103 en 104
Presentaties hoofdstuk 5
pagina 14
Linkse en rechtse confessionelen:
Pagina 97 en 98
Pagina 103 en 104
Linkse en rechtse christenen
Eenentwintig omstreden woorden worden opgepoetst
Trouw 4 juni 1999
Artikel 36
..................................................................
Agnes Amelink
Van alle christelijke politieke partijen is de Staatkundig Gereformeerde Partij de enige
die het ideaal van de theocratie hoog houdt. Kort samengevat: God regeert alle
dingen, en dus moet zijn Woord de norm zijn voor de samenleving. In de praktijk
betekent dat bijvoorbeeld dat in gemeentes waar de SGP een meerderheid heeft,
geen disco's worden toegelaten en winkels, zwembaden en andere openbare
voorzieningen op zondag dicht blijven.
De SGP ontleent haar visie op de overheid aan artikel 36 van de Nederlandse
geloofsbelijdenis. Dit geschrift uit 1561 geldt als een van de basisdocumenten van de
protestantse kerken in Nederland.
Artikel 36 is altijd omstreden geweest. Niet zozeer omdat het bepaalt dat de overheid
de komst van het koninkrijk van Jezus Christus moet bevorderen door de verkondiging
van Gods Woord te stimuleren, maar vooral omdat het er in een adem aan toevoegt
dat zij afgoderij en valse godsdiensten, desnoods met het zwaard, moet weren.
Critici hebben er door de eeuwen heen een verdediging van ketterjacht in gelezen.
Vooral de gereformeerde voorman Abraham Kuyper moest niets hebben van
dergelijke geloofsdwang. Mede door zijn toedoen schrapten de gereformeerde kerken
in 1905 de gewraakte 21 woorden. Zover is de Nederlandse hervormde kerk nooit
gegaan.
Uitgerekend aan Kuypers Vrije Universiteit werd gisteren een dik proefschrift over die
21 woorden verdedigd. In 'Onverkort of gekortwiekt' wijst Klaas van der Zwaag,
kerkredacteur van het Reformatorisch Dagblad erop dat ook de SGP in de praktijk
vaak verlegen is met artikel 36. De houd staat immers op gespannen voet met de
grondwettelijke vrijheid van godsdienst, waar de SGP als het zo uitkomt ook van
profiteert. Tolerantie komt wel voor in de ideologie van de SGP, maar wordt eerder gedoogd dan principieel goedgekeurd. Met een beroep op artikel 36 heeft de SGP in het
verleden wel geprotesteerd tegen rk processies en tegen het gezantschap bij de paus.
(Het verzet van ds Kersten tegen de Nederlandse vertegenwoordiging in Vaticaanstad
kreeg steun en leidde in 1925 tot de val van het kabinet-Colijn). Voor sluiting van
rooms-katholieke kerken hoort men Van der Vlies en de zijnen echter nimmer pleiten.
Van der Zwaag heeft in de eerste plaats een historische studie geschreven, waarin hij
systematisch nagaat hoe de verhouding tussen overheid en religie zich sinds de
Reformatie heeft ontwikkelde en welke rol artikel 36 daarbij speelde - impliciet of
expliciet. Uit dat overzicht (van Luther tot Kuitert, van Calvijn tot Van Ruler) blijkt dat
de spanning tussen theorie en praktijk die de SGP nu nog ondervindt er altijd geweest
is.
Enerzijds legden de aanhangers van de Reformatie de nadruk op de christelijke
godsdienst als de enige ware. Anderzijds was er van meet af aan de staatkundige
noodzaak om met andere religies vreedzaam samen te leven. De Reformatie legde de
basis voor de godsdienstige tolerantie, doordat zij leerde dat de mens zelf - zonder
tussenkomst van de kerk -verantwoordelijk was voor God. Toch waren de neutrale
Presentaties hoofdstuk 5
pagina 15
overheid en godsdienstig pluralisme als uitvloeisel van dit denken een stap te ver,
gegeven de exclusieve waarheidsclaim.
Hoewel Van der Zwaag constateert dat de inburgering van de waarden van
democratie en sociale rechtsstaat het theocratische ideaal irreëel heeft gemaakt, doet
hij er toch geen afstand van. Integendeel, hij roept juist op tot actualisering. De steen
die verachtelijk was weggeworpen mag alsnog dienst doen als hoeksteen.
De SGP moet volgens Van der Zwaag nu eindelijk eens omschrijven wat haar
theocratische principes concreet betekenen. Dat betekent dat zij zich in deze tijd van
'paars' en secularisatie hernieuVVD moet oriënteren op de Bijbel. Waar de historicus
Van Deursen stelde dat ,,de publieke moraal haar in Schrift en confessie gewortelde
grondslag verloren heeft en de wil van de numerieke meerderheid tot een moreel goed
gemaakt heeft", zegt Van der Zwaag unverfroren: ,,Mede door de verkondiging en
verbreiding van Gods Woord (= artikel 36) kunnen de bijbelse waarden en normen een
positieve bijdrage vormen voor de revitalisering van het maatschappelijk leven."
Dr. K van der Zwaag: Onverkort of gekortwiekt? - Artikel 36 van de Nederlandse
Geloofsbelijdenis en de spanning tussen overheid en religie. Groen. Heerenveen, 617
blz. - f 49,95.
GOD HEEFT DE CHRISTENUNIE NIET
NODIG
Interview met André Rouvoet, de Volkskrant 14 oktober 2006
Ja, dit is wel even schrikken', grijnst, André Rouvoet. De lijstrekker van de
Christen-Unie pakt omwille van mogelijk opkomende emoties het cappuccinokopje met beide handen vast. De vraag luidde of het hard aankwam dat VVDleider Rutte zijn partij afschrijft als coalitiepartner. Rouvoet: 'Rutte zegt dat wij te
links zijn. Ik zou pas echt schrikken als ik uit de mond van de VVD-leider hoor
dat hij ons te rechts vindt.' Niettemin, de VVD wijst u af. 'Het belangrijkste is dat
Rutte bevestigt dat de ChristenUnie de enige serieuze derde partij is in een
coalitie. CDA en VVD staan op hooguit zeventig zetels. Ik vraag me af of het
handig is om ons op afstand te zetten. Rutte solliciteert naar een plaatsje in
oppositie.'
Wie heeft uw voorkeur?
'Ik heb maar één voorkeur, dat is het ChristenUnie-programma.'
U regeert net zo makkelijk met links als met rechts?
'Het is geen lood om schroot. Over het asielbeleid moet ik met de VVD een
stevig gesprek voeren. Ook met het CDA trouwens, dat' heeft het beleid van
minister Verdonk (Vreemdelingenzaken) altijd gesteund. Sterker, Balkenende
heeft Verdonk probleemloos in zijn derde kabinet opgenomen terwijl hij haar
had kunnen wisselen. Met de PvdA verschil ik onder andere van mening over
vrijwel alle buitenlandse kwesties: Irak, Afghanistan, het Midden-Oosten.'
Maar wie heeft uw voorkeur?
'Het is bizar dat mij die vraag wordt gesteld. Als de ChristenUnie in de regering
komt, zijn wij de kleinste coalitiepartner. Vraag dus eerst aan Bos en
Balkenende of ze over links of rechts willen regeren. Ik ga voor die combinatie
die de meeste ruimte aan ons programma biedt.'
Wij geloven u niet. Als we u midden in de nacht wakker porren en roepen
'wie?', zegt u het wel.
'Ik raad u dringend af mij midden in de nacht wakker te maken. U hoort ook
niets anders dan nu. Waarschijnlijk alleen maar: laat me alsjeblieft slapen.'
We maken het makkelijker: de ChristenUnie wordt de grootste partij.
Worden de euthanasiewet en de abortuswet afgeschaft?
Presentaties hoofdstuk 5
pagina 16
Mijn doel is niet het terugdraaien van wetten, maar het herstellen van de
bescherming van het leven. Daarom wil ik dat adoptie een volwaardig alternatief
wordt, zodat mensen de keuze niet meer hoeven te maken om leven af te
breken. En daarom maak ik mij al jaren sterk voor een betere pijnbestrijding die
euthanasie overbodig maakt. De wet is alleen maar een stukje papier, het
afschaffen ervan een symbool.'
De terminaal zieke patiënt wil weten: is - onder premier Rouvoet
euthanasie nog mogelijk
'Ik heb principiële bezwaren tegen wetgeving die toestaat dat een dokter,
opgeleid om levens te redden, een andere mens doodt. Dat zou niet moeten
mogen in een rechtsstaat. Legalisering van euthanasie is een beslissende stap
in de verkeerde richting geweest. Dat moet dus echt anders.'
De wet wordt teruggedraaid?
'Absoluut.'
En de abortuswet?
'Soms moet je kiezen tussen het leven van de moeder en het leven van het
kind. Daar zit bij ons ruimte, hoeveel pijn dat ook doet. Maar de huidige
wetgeving is veel te soepel. We doden ongeboren kinderen. Dat vind ik een
groot kwaad in onze samenleving.'
Het homohuwelijk?
'Dat verdwijnt ook als het aan ons ligt. Maar jullie pinnen mij te veel vast op het
terugdraaien van wetten. Waar het mij om gaat, is een gezonde visie op de
samenleving. Homoparen moet je recht doen, maar niet via het instituut huwelijk, want dat is wereldwijd een verbond tussen man en vrouw.'
Zijn homo's welkom bij de ChristenUnie?
'Ja, we hebben geen ballotagecommissie. Leden moeten de grondslagen van
de partij onderschrijven, daar zit geen meetlat bij voor iemands seksuele
geaardheid.'
Wat is het grootste probleem van de politiek?
'Het probleem van de politiek zijn niet zwevende kiezers, maar zwevende
politici. Het is de armoe van de politiek: politici die hun oren laten hangen naar
wat de mensen vinden. Peilingen en focusgroepen: het is een ware terreur.'
Geert Wilders wil in de estafettevraag weten waarom u zich niet verweert
tegen de 'islamisering van onze cultuur'?
'Wilders is een verdachte bondgenoot. Hij heeft zich in het verleden nooit om de
joods-christelijke waarden van onze cultuur bekommerd. Het gaat Geert om de
islam, hij wil moslims de godsdienstvrijheid ontzeggen. Als politicus sta ik op de
bres voor die vrijheid, wat mijn opvattingen als christen ook zijn over andere
geloven. Ik ben een spreker, geen preker.'
Ook als de islam de grootste godsdienst van Nederland wordt?
'Het doet mij pijn als er waar eerst een kerk stond, een moskee verrijst. Maar
mijn eerste zorg is dan: hoe komt het dat onze kerken leeglopen? Mensen
denken dat ze het geloof niet meer nodig hebben, het gaat ons te goed. Tijdens
de Tweede Wereldoorlog zaten de kerken vol, tijdens de Watersnoodramp in
1953 ook. Ik hoop bepaald niet op een nieuwe nationale ramp, maar je merkt
dat meer mensen God vaarwel zeggen, naarmate de welvaart stijgt.
Soms ben ik jaloers op de wervingskracht van de islam, op de waarde die
moslims aan hun geloof hechten.'
U vindt de islam een dwaalleer?
'Iedere geloofsovertuiging is exclusief. Vanuit christelijk oogpunt is de islam een
dwaalleer.'
Bestaat Allah dan niet?
Presentaties hoofdstuk 5
pagina 17
'Als je de Koran leest en ziet wat moslims belijden dan zijn Allah en God niet
zomaar dezelfde. Het mooiste vind ik die bekeerde moslim die tegen mij zei: ik
kende God al wel, want ik kende Allah. Maar nu ik christen ben geworden, ken
ik Hem pas echt. Er is maar één God en dat is de God van de bijbeL'
Allah is halfgod?
'Het is geen hogere wiskunde. Allah betekent God. Maar iedereen die zegt
"God, Boeddha, Allah, het is allemaal één pot nat", vindt mij tegenover zich.
God kun je alleen leren kennen in Jezus Christus, dat is de essentie van het
christelijke geloof. Niet alle wegen leiden naar Rome, daar is de bijbel heel
duidelijk over. Maar ik bepaal dat niet, ik ben - bijbels gezegd - maar een stofje
aan de weegschaal.'
Uw dochter komt thuis met Achmed, een diepgelovige moslim. Ze willen
trouwen, zij bekeert zich.
'Dat is een van de ergste dingen die mij kan overkomen, dat mijn kinderen
afscheid nemen van het christelijk geloof. Ik zou langdurig met beiden praten,
mijn dochter voorhouden dat het christelijk geloof niet zomaar inwisselbaar is.
Het zou me veel verdriet doen.'
Presentaties hoofdstuk 5
pagina 18
Presentaties hoofdstuk 5
pagina 19
Presentaties Midden 2008-2009 HAVO
1. Voorbereiding
Met je groepje bereid je een presentatie voor de klas voor
Activiteit
Wie bereidt het voor en
presenteert het?
• Je leest de tekst in het boek door (zie hieronder), die leg je
uit en je geeft een kort overzicht van de stroming in de
geschiedenis van de afgelopen twee eeuwen.
• Je zoekt alle opdrachten uit het boek bij die teksten en selecteert twee opdrachten. Daarnaast bedenk je zelf 2 opdrachten
bij je stroming. Deze vier zijn straks huiswerk voor de klas, zet ze
op stencil en geef het tijdig aan je docent om te kopiëren !!!
• Je leest de partijprogramma’s door van de partijen die bij je
stroming horen en kiest drie representatieve partijprogrammapunten die duidelijk door deze stroming zijn geïnspireerd. In de
mediatheek vind je partijprogrammaboeken of uitdraaien van
programma’s op internet.
• Je leest de twee artikelen door. Je zoekt er zelf één a twee
artikelen bij over of van een politieke partij mbt haar stroming. In
die artikelen zoek je naar opvallende, interessante,
verhelderende gegevens die aangeven hoe het er vandaag met
die stroming voorstaat. Vraag je bij het lezen dus voortdurend af
wat je uit die artikelen kunt gebruiken. Belangrijk: lees dus niet
saaie samenvattingen voor! Dit onderdeel weegt zwaar, het moet
zorgvuldig voorbereid worden!
• Je bedenkt met de groep twee stellingen die een standpunt
van je stroming weergeven en spreekt alvast argumenten voor en
tegen door.
Zoek minstens twee mensen uit je groep die samen hetzelfde doen.
2. Presentatie
In je presentatie wijs je woordvoerders aan voor de verschillende onderdelen.
In de presentatie:
• Leg je kort de stof uit en verklaar je de plaats van je stroming in de rechthoek
• Geef je de vijf opdrachten als huiswerk op aan de klas. In de volgende les bespreken
jullie dat huiswerk
• Lees je de drie programmapunten voor en analyseer je waarom deze tekenend zijn
voor je stroming
• Geef je een levendig verslag van opvallende punten uit de artikelen.
• De leraar kiest een stelling uit. Voer je een discussie over een stelling waarbij de hele
groep (op de discussieleider na) met vuur de standpunten van de eigen stroming
verdedigt. Voor de discussie is een van jullie neutrale discussieleider, die discussieert
dus niet mee! De anderen verdedigen de standpunten van de stroming. De
discussieleider geeft alleen leerlingen het woord die gaan staan.
Als bij de presentatie een onderdeel niet gepresenteerd kan worden, geldt daarvoor
onverbiddellijk het cijfer 0! Zorg altijd voor reserve-presentatoren.
Bladzijden uit het boek:
Sociaal-democraten:
Pagina 97 en 98
Pagina 98 tot en met 100
Midden-confessionelen:
Pagina 97 en 98
Pagina 101 tot en met 103
Pragmatici:
Pagina 97 en 98
Pagina 104 en 105
Liberalen:
Pagina 97 en 98
Pagina 100 en 101
Linkse en Rechtse confessionelen:
Pagina 97 en 98
Pagina 103 en 104
Presentaties hoofdstuk 5
pagina 20
Pragmatici:
Pagina 97 en 98
Pagina 104 en 105
Pragmatici
Aarzelende ideologen
Het is D66 niet gelukt om het politieke bestel in Nederland te laten
ontploffen. De sociaal-liberalen blijven echter streven naar een 'nieuwe'
politiek. Deel 7 van een serie over verkiezingsprogramma's.
Door Joop van Holsteyn en Huib Pellikaan
Nederland kent politieke partijen in soorten en maten. Maar D66 moet toch als een
van de merkwaardigste exemplaren worden beschouVVD. Want waar vind je een
partij die vanaf het begin haar eigen ondergang heeft nagestreefd? En nog altijd
bestaat en, volgens de titel van het verkiezingsprogramma, de 'toekomst in eigen hand'
wil krijgen?
Een van de oorspronkelijke doeleinden van D66 was om, in de beroemde frase, het
Nederlandse partijstelsel te laten ontploffen. Daarmee werd niet bedoeld dat politieke
partijen moesten verdwijnen. Het ging niet om kaalslag maar om een herstructurering
van het partijpolitieke landschap. Er diende helderheid te komen, de kiezer zou echt
iets te kiezen krijgen. Oude, 19de eeuwse ideologieën moesten plaatsmaken voor
nieuwe. Of liever nog: voor praktische en pragmatische oplossingen, toegesneden op
eigentijdse problemen.
We zijn 35 jaar verder. De ontploffing heeft niet plaatsgehad. Nederland kent nog
altijd tal van partijen, zich beroepend op opvattingen en gebruikmakend van
organisaties die geworteld zijn in de 19de of begin 20ste eeuw. Partijen ook die bij
voorkeur pas na de verkiezingen zeggen met welke andere partij (en) zij een coalitie
willen vormen. Helderheid ten opzichte van de coalitievoorkeur voor de verkiezingen
is uitzondering, nog steeds geen regel. En de kiezer heeft ook overigens nog altijd
maar weinig te kiezen.
De vraag is wat de huidige rol en plaats is van een partij als D66. Wat moeten we met
een partij die helderheid in de politiek wilde maar dat heeft vertaald in een kabinet
waarin PvdA en VVD in harmonie samen regeerden? Met D66 als lachende derde het CDA is onttroond! - maar wel lachend als de spreekwoordelijke boer met kiespijn.
Wat voegt D66 toe aan wat we kennen en hebben?
Volgens de Democraten is de strijd tussen markt (VVD) en overheid (PvdA) oud en
achterhaald. Creatieve politiek is nodig, intelligente oplossingen die een tijdje
meegaan. D66 kiest in haar programma dan ook voor een 'nieuwe' politiek. Die
nieuwe politiek, geformuleerd in een conceptprogram dat beperkt van omvang en rijk
geïllustreerd met foto's is, kent twee onderdelen. D66 noemt zich 'liberaal van
gedachte', wat inhoudt dat de vrije burger zijn eigen leven moet kunnen inrichten. Dat
is een opvallende keuze gezien het feit dat het woord liberaal of liberalisme in het
programma van 1998 in het geheel niet voorkwam. Maar D66 is tegelijkertijd 'sociaal
van gevoel en staat een politiek voor waarin zwakkeren in de samenleving
bescherming wordt geboden.
De kwalificatie sociaal-liberaal dringt zich nadrukkelijk op, hoe wars de partij ook is
van dergelijke ideologische etiketten. Na het hardnekkig ontkennen van het actuele
belang van ideologische grondslagen lijkt D66 aldus in het begin van de 21ste eeuw te
ontdekken wat andere partijen reeds heel lang weten. Een politieke partij dient een
samenhangende visie te hebben. Zonder zo'n ideologie laten ideeën zich moeilijk
Presentaties hoofdstuk 5
pagina 21
ordenen en laat het schip van staat zich lastig sturen. Pragmatisme is lang genoeg de
vlag geweest die een visieloze lading dekte.
D66 is echter nog niet klaar met leren. Wat de partij niet helemaal begrepen lijkt te
hebben is dat de gewenste sociaal-liberale politiek niet zal worden gerealiseerd als de
partij haar zin krijgt. Zou die politiek werkelijk de uitkomst zijn als burgers meer invloed krijgen op bestuur en beleid? D66 gaat uit van 'een vrije. verantwoordelijke
burger, een nieuwe overheid en andere politieke spelregels'. Een klassiek liberaal
uitgangspunt, dat welhaast noodzakelijk leidt tot het idee van een kleine, niet al te
machtige of sturende overheid.
De vraag hoe vanuit een dergelijke visie aspecten van de directe democratie in het
huidige bestel dienen te worden ingebouVVD, wordt echter niet gesteld, laat staan
beantwoord. En het is maar zeer de vraag of bij een meer direct-democratische
vormgeving van Nederland de paarse vruchten geplukt zouden zijn. Zouden de
burgers in gezamenlijkheid hebben gestreefd naar en gekozen voor het homohuwelijk,
de mogelijkheid van adoptie door homoparen, het schrappen van euthanasie uit het
Wetboek van Strafrecht?
Dat valt ernstig te betwijfelen. Als D66 werkelijk de toekomst in eigen hand wil
krijgen, zal niet alleen het belang van een ideologische grondslag volmondig moeten
worden erkend, maar zou het ook geen kwaad kunnen als men zich realiseert dat een
directe democratie geen garantie is voor een samenhangend sociaal-liberaal beleid.
Misschien dat het Leefbaar Nederland, die toch al de kroonjuwelen van D66 zegt te
koesteren, lukken zal. Maar D66 is er niet in geslaagd het Nederlandse politieke bestel
te laten ontploffen. Misschien is het ook wel tijd, als je tegen de 40 loopt, om ' zulke
radicale acties aan anderen over te laten. Dan kunnen de Democraten eindelijk aan het
werk met het uitbouwen van hun ideologie en het verder vorm gevem aan het sociaalliberale gedachtegoed. Wie weet hebben ze dan nog toekomst.
Joop van Holsteyn en Huib Pellikaan zijn universitair docent aan het departement
Politieke Wetenschap van de Universiteit Leiden.
:.
D66 wil links van het midden zitten
Partijcongres Trouw 24-11-03
Cees van der Laan
Maastricht - Het zichzelf sociaal-liberaal noemende D66 blijft zich
ongemakkeli|k voelen in het 'centrum-rechtse kabinet van Balkenende-III. De
liefde voor deze coalitie ontbreekt, zoals die er wel was toen D66 in 1994 de
paarse coalitie mogelijk maakte
,,Wij zitten in dit kabinet met, laat ik maar zeggen, behoud van eigen taal en
cultuur. Onafhankelijk. We hebben andere partners gevonden voor het
uitvoeren van onze agenda", legde D66-leider Boris Dittrich zijn partijgenoten
op het najaarscongres in Maastricht uit.
Die andere partijen zijn VVD en CDA. Zij waren bereid omdat D66 voor de
vorming van de coalitie zo nodig was - flinke concessies ie doen op het voor
de democraten belangrijke terrein van bestuurlijke vernieuwing en onderwijs.
Daarmee kreeg D66 meer in de schoot geworpen dan in acht paarse jaren bij
elkaar.
Het betekende echter wel een verbond met een aanvankelijk onwaarschijnlijk
geachte coalitiepartner: het CDA. Emotioneel leek het op het oversteken van
de Rubicon, vond Dittrich terugblikkend. “Nu zeg ik: het is geen breuk met het
verleden. Wij voeren belangrijke doelen van ons programma uit”.
Inmiddels is het kabinet een halfjaar op dreef. De D66-fractie in de Tweede
Kamer voelt zich, ondanks de handvol zetels (6), redelijk senang vertellen
Presentaties hoofdstuk 5
pagina 22
kamerleden. Want na de smeekbedes om in het kabinet te stappen, zitten ze
in een cruciale positie. Er is vertrouwen in de coalitiepartners, heel anders
dan tijdens Paars II toen wantrouwen de boventoon voerde en D66
getalsmatig in de coalitie overbodig was. Er is bovendien ruimte. als het niet is
vastgelegd in het regeerakkoord, om een eigen - dualistische - koers te varen.
En daarvan maken de democraten in ruime mate gebruik. Bovendien twijfelt
binnen de D66-fractie niemand aan de noodzakelijkheid om forse
bezuinigingen door te voeren en het sociale zekerheidsstelsel drastisch te
herzien net als de zorg Wel ergeren ze zich aan de "zedenmeesters' van het
CDA in het kabinet en Kamer.
Ondanks de goede samenwerking vrezen de democraten een rechts imago te
krijgen. VVD-voorzitter Eenhoorn riep al op tot fusie van de partijen Ook
willen ze niet het cement vormen tussen twee grote partijen [VVD en CDA).
Geen middenpositie in het kabinet, zei D66-voorzitter Alexander Pechtold
zaterdag:
„We hebben gezegd dat we niet meer, zoals bij Paars, tussen de partners in
willen zitten, Laten we dan ook duidelijk de linkerflank van deze coalitie “.
Een opvatting die door vele democraten wordt gedeeld. De koers van het
kabinet is behoorlijk rechts en dat wisten we toen we er in stapten. Het is ook
nodig gezien de problemen in de zorg en de WAO, Maar ik vind ook dat we ons
sociale gezicht moeten laten zien. Ik ben het eens met Pechtold dat we de
linkervleugel moeten zijn van de coalitie", analyseerde zaterdag Els Borst,
voormalig lijsttrekker, partijleider en vice-premier. Daarom vindt ze dat de
D66-fractie het voortouw had moeten nemen voor een ruime pardonregeling
voor asielzoekers ,,Dat hadden we niet aan het CDA moeten overlaten," Ook
moet de fractie proberen te voorkomen dat er fors bezuinigd gaat worden op
maatschappelijke organisaties, vindt zij.
Het D66-congres droeg zaterdag de Tweede Kamer-fractie op “een steviger
tegengeluid te laten horen tegen de conservatieve geluiden uit dit kabinet'.
Verwezen werd naar de kabinetsplannen op het gebied van drugsbeleid,
privacy, veiligheid en het waarden en normendebat. Zeer doet ook het
optreden van het duo Balkenende-Donner, vinden de democraten. Daar moet
een duidelijk vrijzinnig liberaal tegengeluid hoorbaar zijn, vinden ze.
Download