lesbrief - De Spil

advertisement
DEESJE
“Eigenlijk had ze moeten zeggen dat ze niet wilde. Dat ze liever
op haar kamertje zat met haar Wieweetwaarboek en haar
dingenschrift. Eigenlijk had ze dat moeten zeggen tegen haar
vader. Maar ze had het niet gezegd.”
Beste school,
Beste leerkracht,
Beste leerling
Ik ben Tina Maerevoet, ik ben 25 jaar en ik ben actrice. Ik heb de opleiding
Dramatische Kunsten aan het Lemmensinstituut in Leuven gestudeerd.
In mijn vierde en laatste jaar koos ik het jeugdboek ‘Deesje’ van Joke van Leeuwen
uit mijn boekenkast en besloot het te bewerken naar een jeugdmonoloog.
Een monoloog breng je alleen dus dat heeft voor- en nadelen. Wanneer je
voorstelling niet goed is, heb je dat enkel aan jezelf te danken. Als de luisteraars en
kijkertjes enthousiast buitengaan, heb je dat ook zelf verdiend.
Dit zijn dus best spannende tijden.
Met deze lesbrief wil ik u en uw leerlingen in contact brengen met Deesje, Joke van
Leeuwen, mezelf en al onze knotsgekke vrienden.
Ik wens jullie heel veel plezier met mijn voorstelling en hoop dat jullie er nog lang
van zullen nagenieten.
Heel veel groetjes
Tina Maerevoet
DEESJE
Een voorstelling voor kinderen vanaf 8 jaar
Tekst: Tina Maerevoet (naar het jeugdboek ‘Deesje’ van Joke van Leeuwen)
Spel: Tina Maerevoet
Spelcoach: Steven Beersmans, Steven Luca Groenen
Info en boekingen: Podiumkunsten Bis Produkties vzw (www.bis-produkties.be)
A. JOKE VAN LEEUWEN
Joke van Leeuwen werd geboren op
24 september 1952 in Den Haag.
Al snel verhuisde ze naar
Amsterdam. Wanneer ze schrijft
over figuren die overal
terechtkomen (o.a. Deesje), dan
schrijft zij ook een beetje over
zichzelf. Ze woonde onder meer in
Amsterdam, Brussel en Maastricht.
Op haar dertiende verhuisde Joke
naar België.
Haar fascinatie voor tekst en theater
heeft ze al lang.
Haar vader deed niets liever dan verhalen vertellen en vragen stellen en haar moeder
zong, speelde toneel en las vaak voor. Joke zelf was in die tijd al volop bezig met een
‘Huiskrant’. Daar stonden een heleboel dingen in: verhaaltjes, tekeningetjes
,‘huishoudelijke mededelingen’....
Joke ging naar de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen en
studeerde daar Beeldende Kunsten. Hierna begon Joke nog aan een nieuwe studie:
een grafische opleiding die ze kon volgen aan het Hoger Instituut Sint Lucas in
Brussel.
In 1978 kwam haar eerste kinderboek uit.
Naast kinderboeken schrijven, maakte Joke een eigen cabaretvoorstelling omdat ze
het zelf fijn vond om op een podium te staan.
Ze heeft tal van boeken geschreven, zowel voor kinderen als voor volwassenen en
bracht ook een paar schitterende gedichtenbundels uit. Ook deze zijn zowel voor
kinderen als voor volwassenen. Joke heeft hier nooit echt een keuze willen maken.
In haar werken zitten verschillende niveaus waarop de verhalen gelezen kunnen
worden.
Want op goede literatuur staat geen leeftijd!
Enkele bekende boeken en gedichtenbundels van Joke van Leeuwen:
- De appelmoesstraat is anders
- De metro van Magnus
- Sus en Jum
- Deesje (1985)
- Het verhaal van Bobbel die in een bakfiets woonde en rijk wilde worden
- We zijn allang begonnen maar nu begint het echt
- Dit boek heet anders
- De wereld is krom maar mijn tanden staan recht
- Iep!
- Bezoekjaren
- Kukel
- Ozo heppie en andere versjes
- Vier manieren om op iemand te wachten
- Slopie
- Waarom een buitenboordmotor eenzaam is
- Ga je mee naar Toejewetwel?
- Wuif de mussen uit
En nog veel meer anderen boeken schreef ze .....
Het oeuvre van Joke van Leeuwen is heel toegankelijk voor vele leeftijden. Ze
prikkelt in haar vertellingen al je zintuigen. Ze is niet alleen een schrijfster, dichter
maar illustreert ook al haar jeugdboeken zelf.
Ze kreeg tal van bekroningen voor haar werk en met Deesje verdiende ze de Gouden
Griffel en het Zilveren Penseel.
“We zijn allang begonnen, maar nu begint het echt” is een boek volledig gebaseerd op
theater spelen. Joke toont hoe ideeën die in je hoofd opkomen, op het toneel
uitgebeeld kunnen worden: zingend, dansend, gebarend. Er komen ook aspecten aan
bod die je bij theater kan gebruiken: kleding, maskers, decor, rekwisieten, muziek,
licht en iemand die aanwijzingen geeft. Achterin haar boekje staat een
theaterwoordenboekje: daarin worden woorden zoals acteur, arenatoneel, eenakter,
volgspot, souffleur, vierde wand ... verklaard. Dit verhaal is ook de basis geweest
voor “De Theaterkoffer” die Joke in 1999 ontwierp. Voor deze koffer werkte Joke
samen met het Antwerpse jeugdtheater HET PALEIS. Momenteel zijn er veertien
Theaterkoffers verspreid over heel Vlaanderen en scholen kunnen tegen een
bescheiden prijs een Theaterkoffer huren om te gebruiken bij hen op school.
B. DEESJE
Deesje moet voor een tijdje naar haar halftante, in de grote stad. Eigenlijk wil ze niet,
maar dat heeft ze niet durven zeggen. Want Deesje zegt niet altijd wat ze wil zeggen.
Daarom loopt alles anders zodra Deesje uit de trein stapt. Ze komt niet bij halftante
terecht, maar rolt van het ene avontuur in het andere, ze komt zelfs op tv! En als ze
dan eens een keertje niet verkeerd loopt, dan loopt ze zelf weg. Deesje heeft in haar
leven nog niet zoveel meegemaakt. Ze blijft eigenlijk liever gewoon thuis zitten met
haar Wieweetwatwaarboek.
Een overkoepelend thema in het boek is de visie van het kind ten opzichte van de
grote-mensenwereld. Een andere kijk dan de onze. We komen Deesjes angsten te
weten en merken dat ze vaak lijdt aan een gebrek aan assertiviteit. Ze is onzeker en
verlegen en durft nooit te zeggen wat ze denkt of voelt.
De fantasiewereld is een belangrijk onderdeel in het boek: je vraagt je soms af: heeft
ze dit nu allemaal echt meegemaakt of zijn het toch maar dromen geweest? (deze
vraag komt ook terug bij de theatervoorstelling)
In het boek zitten zeer leuke personages: de boze mevrouw Mans die Deesje voor
Geesje aanziet en haar steeds op de bus duwt, de gekke Meneer Paprika met zijn
prikstok, Tina Teen die liedjes op haar tenen kan fluiten en er haar centjes mee
verdient, de Hekkensluiter die ’s avonds overal alle hekken gaat dichtdoen en Oele, de
dochter van Deesjes halftante die haar een lelijke brief schrijft ...
“Hallo Deesje,
ik moet van me moeder naar je schrijven.
Als je maar niet aan me spullen zit
en niet stom zit te doen
anders mag je niet meedoen.
Oele”
C. VAN EEN BOEK NAAR EEN PODIUM
Wanneer je een goed boek leest, creëer je onmiddellijk beelden in je hoofd. Als er
ook nog prentjes in het boek staan, stimuleren die je fantasie alleen maar meer.
Steven Beersmans, Steven Luca Groenen en ik werden meteen gegrepen door de
fantasie van Deesje. Een korte voorstelling:
Steven Beersmans (°1979) was al zeer jong actief in het theater. Hij was lid van de
Leuvense circusschool en volgde drama in de kunsthumaniora. Vervolgens behaalde
hij het diploma Woordkunst aan het Lemmensinstituut in Leuven. Hij is reeds acht
jaar actief in het kindertheater en bekend van o.a. voorstellingen als ‘Antoon en
Mirabella’(fABULEUS), ‘De jongen van Zee’ (De Zeepcompagnie), ‘Als
Shakespeare speelt’ (Kollektief D&A), ‘Zepp’(Kollektief D&A) en ‘Spelregels’
(fABULEUS). Naast het kindertheater is hij speldocent aan het Lemmensinstituut en
geeft geregeld workshops rond improvisatietheater.
Steven Luca Groenen is al tien jaar werkzaam in het theater. Zowel op de
internationale straattheaterfestivals als in de culturele centra. Ook wordt hij met
regelmaat gevraagd door andere gezelschappen. Zo heeft hij gewerkt met Feike
Boschma, Speeltheater Holland en recentelijk nog met Figurentheater de Maan alwaar
hij zijn fel geprezen voorstelling "Bal" afleverde.
Steven Luca Groenen beschikt over het poëtisch vermogen om passie, verlangen en
extase zonder tekst te verbeelden. Het werk van deze
theatermaker/poppenspeler/beeldend kunstenaar grenst aan het museale.
Eerder werd een installatie/performance van Steven Luca Groenen bekroond met de
René Smeetsprijs.
Tina Maerevoet (°1984) volgde jarenlang klassiek ballet maar besloot toch om
theater te gaan studeren. In 2006 behaalde ze het diploma Dramatische
Kunsten/Podiumkunsten aan het Lemmensinstituut in Leuven. Ze speelde o.a. mee in
de voorstellingen ‘Aliceke’ (FroeFroe/HET PALEIS), ‘Peter Pan’ (De MAAN), ‘Anja
en Esther’ (Het Toneelhuis) , ‘Ik wil een vis zijn’ (De MAAN), Vuurvliegen
(fABULEUS) en Witje (Kollektief D&A). Daarnaast speelde ze gastrollen in
‘Spoed’, ‘Vermist’, ‘Rupel’, ‘Aspe’ en ‘Flikken’ en speelt ze een vaste rol in ‘Thuis’
als Paulien Snackaert. Ze leende haar stem voor ‘The Simpsons The Movie’ en voor
‘Tina’ in de Ketnet-serie ‘Bibi en Tina’. Tina geeft ook theaterlessen en workshops in
het Conservatorium van Leuven en bij Artforum vzw. Met ‘Deesje’ schreef ze haar
eerste voorstelling.
D. INTERVIEWS
Joke van Leeuwen
Naar aanleiding van mijn thesis en mijn bewerking van het boek ‘Deesje’ heb ik
contact opgenomen met Joke van Leeuwen. Onze eerste ontmoeting was op 20
februari 2006 op Saint Amour in Mechelen. Daar las Joke voor uit eigen werk.
Tijdens mijn schrijfperiode voor Deesje ben ik bij haar thuis langsgegaan. Net zoals
Deesje vertrok ik ook met een doosje beestjeschocolaatjes op de trein. We hebben
ruim anderhalf uur gepraat over Deesje en andere boeken. Joke van Leeuwen schrijft
kinderboeken omdat ze dat graag doen, ze tekent graag, verzint graag personages die
een beetje een buitenbeentje zijn in de wereld en houdt van verbeelding. Met haar
boeken wil ze geen moraal meegeven met de kinderen. Dat vindt ze te belerend. Ze
wil eerder vragen oproepen. ‘Je kan enkel goed schrijven over dingen waar je
affiniteit mee hebt’, zegt ze. Joke is zelf meermaals verhuisd en was hier in België
ook een buitenbeentje. Na 16 jaar in België gewoond te hebben, verhuisde Joke terug
naar Nederland. Daar begon ze te schrijven aan Deesje. Ze miste de smeltkroes van
Brussel en verwerkte dat in haar boek. Deesje loopt dus verloren in het grote Brussel.
Toen Deesje in Nederland uitkwam, kreeg Joke vaak de commentaar dat het boek niet
klopte: ‘want het televisiestation bij ons is in Hilversum en niet in de hoofdstad’.
Waarop Joke dan kon zeggen dat haar boek niet gebaseerd was op Nederland maar op
Brussel.
Het boek werd vertaald in het Spaans, Duits, Deens, Zweeds, Italiaans, Frans en
Japans.
Jokes schrijfstijl is zeer specifiek en een belangrijk onderdeel van haar werk. Haar
boeken zouden zonder woordmopjes, freaks en grappige tekeningetjes helemaal niet
hetzelfde zijn.
Tina Maerevoet
“Ik ben een gelukzak” Het Nieuwsblad 11/10/2007
Mechelen/Tisselt – Tina Maerevoet (23) vond het zo jammer dat haar eindwerk, een
jeugdboek bewerkt tot theaterstuk, slechts één keer zou worden vertoond voor
publiek. Daarom stelde ze figurentheater De Maan voor om het op te nemen in hun
programma, met succes. Tina studeerde dramatische kunsten aan het
Lemmensinstituut in Leuven. ‘Ik zocht voor mijn eindwerk een zekere houvast en
ben daarom jeugdboeken beginnen te lezen met de idee er een van te bewerken tot
theaterstuk’, vertelt ze. ‘Uiteindelijk viel mijn keuze op Deesje van Joke van
Leeuwen.
Het verhaal gaat over een jong meisje dat al haar tijd doorbrengt op haar kamer. Haar
vader, ten einde raad, besluit haar naar haar halftante in de stad te sturen in de hoop
dat ze daar wat losser komt. Maar onderweg loopt het helemaal mis en Deesje
belandt van het ene avontuur in het andere.
‘Ik heb er voor gekozen om een raamverhaal rond het boekverhaal te maken’, gaat
Tina verder. ‘Ik speel eigenlijk de mevrouw in de vestiaire voor de voorstelling
zogezegd begint. En ik ben zeer benieuwd dus ik snuister in de jasjes en vind allerlei
spulletjes. Zo begint mijn verhaal. Mijn karakter is een beetje wereldvreemd en dat
wilde ik ook tot uiting brengen in het kostuum. Ik baseerde me op foto’s van de
kunstenares Loretta Lux. Mijn oma heeft op basis van zo’n foto mijn kleedje
gemaakt.’
Het stuk zoals Tina het voor haar eindwerk maakte, is niet bedoeld voor
figurentheater. ‘Daarom heb ik het aangepast’, zegt ze. ‘Delen van de tekst worden
vervangen door beelden.’
Tina is geen grote onbekende bij De Maan. Ze liep in het Mechelse figurentheater
stage en speelde vorig seizoen onder meer mee in de productie ‘Ik wil een vis zijn’.
Die wordt overigens dit najaar herhaald.
Intussen geeft ze enkele uren per week les in Leuven, was ze al te zien bij de
televisieserie Spoed en zien we haar binnenkort opduiken in Vermist. ‘Als ik een
ideale carrière kon uitstippelen zou ik liefst 40 procent van de tijd voor theater
werken, 40 procent voor televisie en de overige 20 procent les geven’, zegt ze. ‘Maar
eigenlijk doe ik gewoon alles graag. Ik ben nog jong en besef zeer goed dat ik een
ongelooflijke gelukzak ben met de kans die De Maan mij nu heeft gegeven.
Reinilde Bleys
E. DE BEWERKING
Mijn bewerking van Deesje bracht , buiten de thema’s uit het boek, nog andere
thema’s naar voren. Deesje is verliefd op een blinde Schot en vindt het moeilijk om
met hem te communiceren, want ze spreekt zijn taal niet. Komt er dan nog bij dat ze
eigenlijk heel graag op het grote podium wil staan, maar enkel een functie bekleed in
het theater als vestiairemevrouw. Deze functie tracht ze zelf met de nodige fantasie in
te vullen: ze snuffelt in jasjes, tasjes, zakken en haalt er de gekste dingen uit. Aan de
hand van deze gekke voorwerpen vertelt ze verhalen over zichzelf. Zo vult Deesje
haar dagen, en daagt er iemand op, dan vertelt ze haar verhaal nog eens.
Als blijkt dat vandaag in het theater een dubbele boeking is gebeurd, ziet ze haar kans
schoon. Het publiek wordt bij de vestiairemevrouw gedropt en vanaf dat moment
begint haar gefantaseerde trip.
Want wat is waar? Is zij Deesje wel? Heeft ze alles wat ze verteld wel zelf
meegemaakt? Heeft iemand deze avonturen ooit meegemaakt? Of is ze misschien
een beetje wereldvreemd?
Wie speelt er allemaal een hoofdrol in haar fantasieën?
- haar geliefde Teddd, van Schotse afkomst
- het publiek zelf
-
papa Désire en haar twee broers
de kinderpsycholoog die kinderkunde studeerde
halftante, die ze maar niet kan vinden
haar griezelige achternichtje Oele
een dikke Duitse soldaat
een mevrouw met een huid als een kiwi
mevrouw Mans, de schooljuf die Deesje steeds de bus opstuurt
de hekkensluiter
Tina teen
Meneer Paprika
F. VRAAGJES,SPELLETJES EN OPDRACHTEN
Kringgesprekje: Los samen onderstaande vraagjes op:
Over de voorstelling:
MAKKELIJK
1 Op welke plekken komt Deesje allemaal terecht?
2 Hoeveel keer komt Deesje in de bus terecht?
3 Wat is Deesje haar grootste probleem? (buiten nieuwsgierig zijn)
4 Op wie is Deesje verliefd?
5 Waarom moet Deesje plots naar haar halftante vertrekken?
6 Hoe ziet de trein eruit en wie komt ze daar tegen?
7 Wanneer loopt het mis op de trein?
8 Wat vinden we allemaal in de groene kamer?
9 Wat gebeurd er met Deesje als ze iets niet durft te zeggen?
10 Wat is Tina Teen haar specialiteit?
11 Waarom heet meneer Paprika meneer Paprika?
12 Wat gaat Deesje op de markt doen om centjes te verdienen?
13 Hoe loopt Deesje haar televisie-avontuur af?
14 Komt het nog allemaal goed met haar?
MOEILIJK
15 Wat is de echte naam van ‘Deesje’?
16 Hoe komt ze aan haar bijnaam?
17 Waar droomt Deesje over?
18 Wat doet Deesje om toenadering te zoeken tot haar geliefde?
19 Hoe gevaarlijk is de rode kamer? En wat doen ze daar?
20 Wat is Deesje haar artiestennaam? En hoe komt ze aan zo’n naam?
VOOR JEZELF
21 Welk personage vond je het allerleukste? Waarom?
22 Ga je na deze voorstelling nog een boek van Joke van Leeuwen lezen?
Over de personages:
23 Op welk personage lijk je het meest en waarom?
24 Wie vond je het leukste, stomste, grappigste, liefste personage en waarom?
Over het decor:
25 Hadden jullie Deesjes grote geheim tevoren al bedacht?
26 Wat vonden jullie van alle spulletjes?
(antwoorden op vraagjes: )
1. Deesje komt terecht in de trein, in het station, in de groene kamer, in
een telefooncel, in de rode kamer, in de bus, in de grote stad, op een
grote toren, in een kleerkast bij de hekkensluiter, op de markt bij Tina
teen, weer in de bus, in de televisiestudio
2. Twee keer
3. Deesje kan nooit zeggen waar het op staat, ze durft nooit iets te
zeggen.
4. Op Teddd, hij is van Schotse afkomst en werkt in het theater als
geluidstechnieker. Hij is blind.
5. Omdat ze altijd op haar kamertje zit en rare prentjes spaart en omdat
haar broers en vader enkel over mannendingen praten en papa Désire is
bang dat Deesje zal vermannelijken.
6. De trein is niet mooi. Hij is beige vanbinnen, met lichtroze gordijnen.
Het vuilbakje onder de tafel zit vol met de verpakking van een
gesmolten koffiekoek, papieren snotzakdoekskes en een halve smos
kaas. In haar stoel zit een gat dus ze zit scheef. En naast haar zit een
grote dikke Duitse soldaat die steeds telefoneert.
7. Als de dikke Duiste soldaat te luid telefoneert terwijl de machinist zegt
waar ze allemaal gaan stoppen.
8. Lange kasten vol spullen. Hier is de afdeling ‘Verloren en gevonden’.
9. Als Deesje niet durft zeggen wat ze wil zeggen, dan krijgt ze een
fysieke reactie. Dan draaien haar ogen weg.
10. Liedjes op haar tenen fluiten.
11. Dat is een afkorting: pa van papier, prik van prikstok en a van amai
wat kan hij goed papier prikken.
12. Vragen beantwoorden over het heelal.
13. Ze moet een opstel voorlezen voor de televisie maar ze heeft er geen.
Maar in haar hoofd gaan allemaal deurtjes open en er vliegen allemaal
verhaaltjes uit dus ze kan toch iets vertellen. Maar op een bepaald
moment valt ze stil en loopt ze weg.
14. Wie weet dat? Wat denk je zelf?
15. Deesje haar echte naam is Joke.
16. Altijd als mensen hun jassen afgeven in de vestiaire dan vragen ze aan
Joke: mag dees nog op de kapstok, en dees of dees (deze of dit...) en
Teddd hoort dat altijd en denkt hierdoor dat zij Dees heet.
17. Ze wil graag een ster worden en zelf in de spotlights staan en dan een
kweetniehoemoeilijke split doen, en dat de mensen rozen naar haar
gooien.
18. Engelse les volgen met een cassette.
19. De rode kamer is niet zo gevaarlijk. Er staat alleen maar 1 grote zetel
en de ruimte heeft geen ramen. Iedereen is daar iets aan’t doen wat
nog wel jaren zou kunnen duren. Ze zijn aan’t wachten op iemand die
ze verloren zijn. Daarom heet deze ruimte de Afdeling ‘Levend en
wel’.
20. Naturelle Gazeuse, ze heeft dat gelezen op een plastieke fles.
DENK-ertjes????
Hieronder staan enkele belangrijke vragen die ik in het stuk aan mijn publiek wil
stellen, misschien kunnen jullie de vragen in de klas al eens samen overlopen...
* Stel: je weet op voorhand dat Deesje ‘een snuffelaarster’ is en je zou haar willen
beetnemen, wat zou jij dan allemaal in je zakken steken? (muizenvallen, platgedrukte
kauwgommen, pluchen diertjes, stinkpantoffels ...)
* Stel: je moet op een dag mee naar de markt om er te gaan werken en er geld te
verdienen, wat zou dan je specialiteit zijn? (ook het heelal? Of origami? Of touwtje
springen...) En wat zou je doen om op te vallen op de markt tussen al die gekke
mensen ? (draag je een blitse hoed zoals Deesje, praat je met een accent, doe je een
goocheltruc ...)
* Stel: je zit op je kamertje en begint te fantaseren van je ideale droomreis, hoe zou
die er dan uitzien? (hier in België, of ver weg, tot aan de andere kant van de wereld en
terug, of zelfs een andere planeet ...?) En zou je met een speciaal voertuig op reis
willen vertrekken?
* Stel: je bent stapelverliefd op iemand, maar hij ziet je niet staan en hij spreekt een
andere taal: op welke originele manier zou jij je liefde dan duidelijk maken aan deze
persoon? (bak je een taart, leer je een andere taal zoals Deesje, ga je je liefde theatraal
uitbeelden, schrijf je een liedje...?)
* Oele, Deesje haar achternichtje, wil allerhande dingen uitvoeren om eens goed te
kunnen lachen met Deesje vb knopen in haar kleren leggen, of zout in haar thee doen.
Ken je nog spelletjes om iemand te doen schrikken/beet te nemen?
DOE-ertjes!!!
* Meneer Paprika vinden we allemaal een toffe man. Hij houdt onze straten proper, is
humoristisch en kan vele trucjes met zijn prikstok. Maak zelf in de klas allemaal een
prikstok, of steel stiekem een breinaald van je mama en prik gezamelijk de hele
speelplaats proper. Achteraf kan je kijken of je leuke dingen op je prikstok geprikt
hebt. Krijg je niet genoeg van prikstokken, prikstok dan zeker ook eens je straat, wie
weet welke gekke briefjes kom je daar tegen!
* Alarm alarm!!! Plotseling zit je op een bus !!! Een bus die vertrekt naar de televisie
!!! Wat nu gedaan, je moet een opstel voorlezen??
Schrijf een kort en krachtig opstel dat je zou kunnen voorlezen voor de tv. Maak het
spannend, avontuurlijk, grappig of gewoon heel origineel. Maak een eigen
televisietoestel in de klas, kies een presentator en speel Deesjes televisieshow na.
Benieuwd wie er over het heelal durft te schrijven ...
*Maak een grote schatkast
Kies een bepaalde kast of plank in jullie klas en maak er een heuse schatkast van.
Verzamel allemaal spulletjes, breng allemaal zeker 1 voorwerpje mee (ook de juf of
meester moet dit doen). A. Fantaseer op basis van een voorwerp van iemand anders
een verhaaltje. B. Fantaseer bij je eigen voorwerp een verhaaltje C. Laat de juf of
meester de kast vullen met vijf voorwerpen en fantaseer bij hun spulletjes een leuk
verhaal. D. Nog een stapje verder: fantaseer een verhaal bij een bepaald voorwerp en
tijdens je verhaal mag iemand een ander voorwerp aanduiden. Ga verder met je
gefantaseerde verhaal maar verwerk er nu ook het onverwachte voorwerp bij.
* Ook zo gefascineerd door het heelal?? Maak dan je eigen sterrenkijker:
Beplak een rol met mooi papier en versier het eventueel (je kan zilverpapier
gebruiken, dat geeft een glimmend effect). Voor je dit doet hou je wel een
vloeipapier om de opening van de rol en de randjes van het vloeipapier plak je mee
vast onder je versierpapier zodanig dat een uiteinde afgesloten is. Prik als je lijm
gedroogd is gaatjes in het vloeipapier. Wanneer je dan door de rol kijkt, zie je hele
mooie sterren. Het wordt een echte sterrenkijker als je er nog een mooie ster aan
maakt langs de buitenkant.
* Maak een tekening van het heelal.
Kleur een kartonnetje heel mooi in met zoveel mogelijk lichte kleuren (geen donkere
kleuren en zwart). Verf daarna met ‘dekzwart’ het gekleurde kartonnetje over. Het
kan ook met zwart krijt of zwarte verf. Kras daarna met een prikpin leuke
tekeningetjes van het heelal op je kartonnetje, dus sterren, planeten, raketten en
andere ruimtewezens. Er ontstaat een prachtig heelal met de mooiste kleuren.
* Mobile van sterren, wolken en maan.
Wat heb je nodig: brooddeeg, koekjes vormpjes (sterren en maan), ijzerdraad,
nylondraad, waterverf, lak.
Rol het deeg uit tot 1 cm dikke lap. Steek de sterren en de maan uit het deeg. Steek
in elk figuurtje een lusje van ijzerdraad. Maak 4 ovale stukjes deeg voor de wolk.
Druk de ovale stukjes tegen elkaar, zodat er een wolk ontstaat. Elk verbindingspunt
steeds een beetje nat maken met water. Steek van ijzerdraad lusjes in de wolk, waar
de maan en sterren aan kunnen hangen.
Maak aan de bovenkant ook lusjes zodat de wolk opgehangen kan worden. Laat alles
goed drogen in de oven of aan de lucht. Verf met waterverf de wolk blauw en de
sterren en maan geel. Lak de mobile af.
* Vouw je eigen bizztravel-vliegtuig
Wat heb je nodig: een stuk papier, een schaar, een potlood en een paperclip. Vouw
het stuk papier dubbel en teken er een model van een vliegtuig op. Zorg wel dat de
onderkant van je tekening net op de vouwlijn van je blad valt. Knip je vliegtuig uit
(onderkant niet). Vouw de vleugels aan de voor-en achterkant naar buiten ongeveer
over de plaats van de stippellijnen. Op de neus plaats je een paperclip. Een kleintje
voor een klein vliegtuig, een grotere voor een groter vliegtuig. Nu kan je’t laten
vliegen.
* Maak zoals Oele, het achternichtje van Deesje, je eigen originele brief.
Wat heb je nodig: Papier, een schaar en kleurpotloodjes. Het is voor iedereen leuk
om een brief te krijgen, vooral als het een hele speciale brief is. Vb de bovenkant
versierd met tekeningetjes, of een andere vorm van brief. Gebruik hiervoor gewoon
wit briefpapier. De bovenkant van het papier kan je versieren, het is de eerste plaats
waar de lezer kijkt. Je kan een hoek versieren of een hele bovenkant of een
linkerzijkant. Je kan het op verschillende manieren doen: met een tekening, prentjes
of met knipsels.
Je kan hele leuke figuurtjes bekomen als je de randen in een bepaalde vorm knipt of
als je een kartelschaar gebruikt.
* Maak je eigen Deesjeskast van karton
Wat heb je nodig: karton, wit of gekleurd papier, bruine tape, lijm, kwast, schaar.
Een leuk kastje voor kleine spulletjes kan je zelf maken van karton. Maak het kastje
bijvoorbeeld zo’n 25x20x10 cm, dit kun je maken van losse vellen karton, maar je
kunt natuurlijk ook beginnen met een lege doos. Maak aan de voorkant gaten voor de
bakjes, de laatjes. Je moet er wel voor zorgen, dat er in het kastje een stuk karton net
onder de bakjes komt, anders storten de laatjes naar beneden als je ze erin schuift.
Deze kun je met plakband wel goed vastzetten tegen de zijkant. De bakjes zelf moet
je ook van karton maken. Plak de delen goed aan elkaar met plakband. Zorg dat de
laatjes een klein stukje kleiner zijn dan de gaten. Mocht het toch niet helemaal passen
kun je altijd de gaten nog iets vergroten.
Dan is het tijd om de kleur van je kastje uit te zoeken. Als je bijvoorbeeld blauw wil,
dan plak je blauw papier om het kastje heen. Ook de voorkant van de laatjes geef je
een mooie kleur.
Op de laatjes moet ook nog een knop komen om het laatje weer open te kunnen
maken. Doe dit met wat stukjes karton. Als je eerst een klein stukje karton opplakt
en daarna een iets groter stuk dan krijg je een knopje wat makkelijk vast te pakken is.
Daarna kun je alles ook nog versieren. Als het goed is, heb je dan nu een mooi kastje.
* Enkele kleurprenten ivm thema’s die voorkomen in Deesje
Vb: cameravrouw , een landschap van bergen (www.knutselidee.nl), een bos
sleutels (www.stbernardus.net), ...
* Maak je eigen vingerpopjes.
Je kan ringetjes van zilverpapier of ander leuk papier in het midden rond je vinger
plakken. Teken er een gezichtje boven en laat je popje stappen.
In plaats van ringetjes kan je natuurlijk ook kleine kleedjes of tshirtjes uit papier
knippen die je popje dan kan aan doen.
* Blinddoekspelletje
Ga allemaal in een cirkel staan. 1 persoon staat temidden van de cirkel geblinddoekt.
De anderen gaan allemaal een gekke figuur vormen of in een gekke houding staan en
de blinde moet dan raden wie wie is.
VEEL PLEZIER
Download