Podi-Art Recensie I used to love to look at the ocean De titel doet het mogelijk anders vermoeden maar de voorstelling ‘I used to love to look at the ocean’ is wel degelijk in het Nederlands. Het Engels brengt ons wel bij de plaats – voor ons, aan de overkant van de Atlantische oceaan - waar in de jaren 20 van de vorige eeuw dansmarathons werden georganiseerd. Dit waren mensonterende ‘ondingen’. Het fenomeen kreeg enorme bijval door de grote armoede die welig tierde tijdens de grote depressie. Mensen werden gemonsterd deel te nemen aan danswedstrijden waarbij het paar dat het langst overeind bleef en uiteraard nog bewoog ook de hoofdprijs in ontvangst mocht nemen. 24 op 24 dansen met om het uur een rustpauze van slechts een luttele tien minuten en dat dag in, dag uit. Het publiek smulde van de uitputtingsslag die de deelnemers moesten ondergaan. Deze laatsten probeerde niet enkel de prijs te bemachtigen maar waren eveneens in de veronderstelling hiermee ‘deuren te openen’. Hollywood was uiteindelijk de droom. Rond dit fenomeen gingen Joke Emmers en Daan van Bendegem aan de slag. Het verhaal is snel gezet. Armoede en wanhoop, meer toelichting is namelijk niet nodig om hun reden tot deelname te verklaren. Het script is dan ook niet het belangrijkste ingrediënt van de voorstelling. Het uitbeelden van de fysieke uitputtingsslag is dat wel. Het publiek weet binnen het kwartier waar het aan toe is, een keiharde voorstelling die door merg en been snijdt. Toch lijkt het bij aanvang erop dat het een vrolijke bedoening zal worden. De muziek werkt aanstekelijk wat ook gezegd kan worden over de eerste danspasjes die het enig deelnemend paar in de voorstelling weet uit te voeren. De beentjes van het publiek volgen meteen het ritme van de live band. Entertainment troef. Toch is het de onderliggende gelaagdheid die de sfeer verder zal bepalen. Door het publiek mee te betrekken in de voorstelling slagen de makers erin het dramatische gehalte op te krikken. Spontaan beginnen mensen muntjes te werpen om de ‘slachtoffers van hun amusement’ te ondersteunen bij het mogelijk behalen van de hoofdprijs. Het wordt allemaal vrij realistisch waardoor een ongemakkelijk gevoel zich opdringt. M.a.w. ‘I used to love to look at the ocean’ kruipt onder het vel. De vrijblijvendheid duurt niet lang, iedere toeschouwer wordt geraakt door het mensonterende spektakel. Natuurlijk is het ‘maar’ theater maar zelden zagen we spelers zo ver gaan om dit uit te beelden. Meteen kan daar de loftrompet voor bovengehaald worden. Joke en Daan hebben niet alleen een fijn concept bedacht maar spelen – of zeggen we bij deze beter ‘dansen’ – de ziel uit hun lijf. Hoed af voor hun beider knalprestatie. Natuurlijk speelt ook de muziek een belangrijke rol in het spektakel. Toch is deze niet altijd even aangenaam, wat ook klopt in de voorstelling, zij versterkt immers mede het dramatisch karakter. Hiermee bedoelen we vooral de herhaling van een nummer waarbij het danspaar een extraatje kan vergaren. Mogelijk geloven we niet meer in dergelijke ‘dansmarathons’ strevend naar een American Dream maar bedenk even dat hedendaagse danswedstrijden of andere formats die op televisie geprogrammeerd worden er niet ver van verwijderd zijn. Mensonterend gaat heden misschien wat ver maar toch… Zo brengt ‘I used to love to look at the ocean’ een actueel thema in de radar en zorgt ze tegelijktijdig voor een aanklacht. Maar anderzijds blijft de voorstelling er één om bij te genieten. Een pareltje! Kort: Een trip voor het publiek, een fysieke uitputtingsslag voor de spelers. Niet te missen! (Swa Van de brul) Credits: Van: Joke Emmers en Daan van Bendegem Regie: Vincent Rietveld Spel: Joke Emmers en Daan van Bendegem Muziekuitvoering: Matig Wonder (Thomas Hanenberg – keys; Freek Rijna – gitaar; Thijs van Gemert – contrabas en Bart van Gemert – drums) Coproductie: B12vzw, Matig Wonder, TAKT Dommelhof en C-mine Meer info productie: foto © Jos Kuklewski Gezien: première Arenbergschouwburg – kleine zaal(Antwerpen)