Module 3 ANW Bijlage III+ - Waarnemingen aan het heelal - Vervangende opdrachten A. De maan in de loop van een avond Zoek uit waar het noorden en het zuiden is (maak bijv. gebruik van een stratenplan of een kompas - of misschien weet jij het zelf of iemand thuis hoe het zit met N/Z/O/W). (De maan gaat op in het oosten en onder in het westen: ze draait dezelfde kant uit als de aarde). Kijk naar het zuiden en teken op een vel A4 de skyline (zie ook stencil winterhemel) = contouren van wat je aan de horizon ziet. Teken nu op drie verschillende tijdstippen vanaf deze plaats de plaats en vorm van de maan op je skylinetekening in. Strek daarbij je arm en maak gebruik van je duim of vingers om de verhouding tussen jouw skyline en de plaats en hoogte van de maan goed in verhouding te krijgen. Let goed op dat je de vorm van de maan juist natekent! Noteer datum en elke keer het tijdstip van je waarneming. Zorg voor tussenpozen van minimaal een uur (je kunt dus ook een keer ’s ochtends nog waarnemen, zie krant of teletekst voor opkomst- en ondergangstijden van de maan). Let op: aan de zuidelijke winterhemel zul je heel goed het sterrenbeeld Orion zien: een grote, een beetje scheve zandloper. Als je Orion eenmaal gezien hebt zult je hem, net als Grote Beer, altijd heel makkelijk herkennen. B - De Grote Beer gedurende een avond. Teken opnieuw een skyline, maar nu van de noordelijke hemel. Zorg dus dat je precies naar het noorden kijkt. Net zoals in de vorige opdracht teken je vanaf deze plaats drie keer de plaats, vorm en hoogte van het sterrenbeeld Grote Beer in (zoek naar een grote “steelpan”). Noteer elke keer datum+tijdstip en zorg voor tussenpozen van ongeveer een uur. Kun je Grote Beer lastig vinden, maar Orion wel, doe deze opdracht dan voor Orion. C – bijhouden van opkomst en ondergang van zon en maan, tijden van eb en vloed Houd een maand lang via de krant (mediatheek) en/of Teletekst bij wanneer zowel zon als maan opkomen en ondergaan en hoe laat het per dag eb en vloed is. Doe dit overzichtelijk in tabelvorm. Sluit dit “dagboekje” in tabelvorm af met een bespreking: *wat valt je op aan deze gegevens op over opkomst/ondergang van zon, van maan en wat valt op aan de eb-en vloedtijden? *hoe dat valt dit te verklaren? Lever de resultaten van A t/m C op tijd in (zie planner!).